SalvationInGod

woensdag 22 februari 2017

“En hij leidde hem tot Jezus”

We lezen in Johannes 1:42 dat Andreas zijn broer Simon tot Jezus leidt. In zijn enthousiasme van de ontmoeting die hij zelf met Christus heeft gehad, spoort hij Simon aan om ook naar de Heere Jezus te gaan. Eenmaal aangekomen lezen we dat Christus Simon aankijkt. En we lezen het volgende:

“U bent Simon, de zoon van Jona; u zult Kefas genoemd worden, wat vertaald wordt met Petrus.”

Méér dan een nieuwe naam
Wat voor betekenis heeft dit gedeelte nu? Wat gebeurt hier precies in die ontmoeting? Oppervlakkig gelezen zien we hier alleen een naamsverandering. Simon wordt Petrus. Petrus betekent “rots”. De Heere Jezus geeft in Mattheüs 16:15-18 Zijn motief weer, waarom Hij dit precies doet:

“Hij zei tegen hen: Maar u, wie zegt u dat Ik ben? Simon Petrus antwoordde en zei: U bent de Christus, de Zoon van de levende God. En Jezus antwoordde en zei tegen hem: Zalig bent u, Simon Barjona, want vlees en bloed hebben u dat niet geopenbaard, maar Mijn Vader, Die in de hemelen is. En Ik zeg u ook dat u Petrus bent, en op deze petra zal Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten van de hel zullen haar niet overweldigen.”

Simon belijdt hier Jezus als de Zoon van de levende God. Hij erkent Jezus als de Christus, de Messias. Hiervan lezen we ook in Johannes 1:42. Christus zegt in Mattheüs 16:18 dat op deze belijdenis (de belijdenis die Petrus in vers 16 heeft uitgesproken, “U bent de Zoon van de levende God”) Gods Kerk gebouwd zal worden. Dít is haar fundament. De Kerk belijdt dat Jezus Christus de Messias, de Zoon van de levende God is. Trekt zij deze belijdenis in, dan verliest zij haar bestaansrecht. God verzamelt Zijn volk, de Kerk, op grond van deze belijdenis.

In de ontmoeting die Simon met de Heere Jezus heeft volgens de beschrijving van de evangelist Johannes, zien we deze belijdenis niet expliciet terug. Toch zien we iets anders gebeuren. Jezus kijkt Simon aan. Hij noemt hem bij zijn naam – en verandert deze!
Deze naamsverandering is niet slechts symboliek. Het markeert het einde van Simon en het begin van Petrus. Maar wat betekent dit precies? Op het moment dat Jezus de naam Simon verandert in Petrus, is het oude leven van Simon afgelopen. Hoe dan? Doordat Christus Zelf het beheer van Petrus’ leven in eigen hand neemt. Jezus zegt hier als het ware: “Je bent nu bezit van Mij. Jij bent één van Mij. Ik heb nu rechtmatige heerschappij over jouw leven. Jij bent niet meer van jezelf, je hoort nu bij Mij. En de rest van jouw leven staat in het teken van de investering in Gods Koninkrijk.”

Alles is nieuw
Op dit moment verandert het leven van Simon Petrus drastisch. Christus claimt hier Petrus’ leven. Hij zegt als het ware tegen Zijn volgeling: “Ik bepaal hoe je heet, Ik bepaal jouw plek in het Koninkrijk, Ik bepaal jouw functie.”
Kortom: deze geschiedenis lijkt misschien wel oppervlakkig, maar is dat totaal niet. Van oppervlakkigheid is hier geen sprake. Dit gaat diep. Héél diep. Simon Petrus, die van beroep visser was, is nu zelf door de Koning der koningen uit het water van de wereldbevolking “gevist” en het eigendom van deze Messias geworden.

Verlossing: van ontmoeting tot ontmoeting
We zien in dit ene vers, het vers waarin Simon een andere naam krijgt, niet alleen de diepte van verlossing, maar ook de vergaande consequenties. Petrus kan nu niet meer zomaar staan en gaan waar hij wil.
Het is een boodschap die vandaag de dag nodig is om te horen. De belijdende kerk in het Westen moet ontwaken van een diepe slaap – een slaap die veroorzaakt is door een gemakzuchtig vertrouwen op zekerheid, welvaart, geluk en succes. Een christen is het eigendom van Christus. Je kunt niet zomaar bepalen op welke momenten jij je “religieuze knop” aan –en uitzet. Christus heeft jou geroepen en verlost om je leven toe te wijden en te investeren in Zijn Koninkrijk. Wij moeten zo snel mogelijk af van het beeld dat het van levensbelang is om de Heere Jezus minimaal één keer ontmoet te hebben. Christus vraagt niet van ons dat we Hem één keer ontmoeten voor onze eeuwige verlossing, maar dat we Hem voortdurend ontmoeten! Wat is het geheim van verlossing? Niet dat wij één keer bij Christus gekomen zijn, maar iedere dag opnieuw.
Bestudeer het leven van Petrus eens: de Heere Jezus onderwijst hem, bevestigt hem, bemoedigt hem, vermaant hem, waarschuwt hem en herstelt hem. Wie de Heere Jezus ontmoet – werkelijk ontmoet – is, met alle eerbied gesproken, gevangen voor de eeuwigheid; hij is het eigendom van Jezus Zelf en Christus zal hem nooit meer laten gaan. Wij hebben voortdurend de ontmoeting met de Heere Jezus nodig. Wij hebben, net als Petrus, het onderwijs, de bevestiging, de bemoediging, de vermaning, de waarschuwingen en het herstel van Jezus nodig. Niet eenmalig, maar voortdurend.

Lordship Salvation, episode zoveel
Afgelopen zomer kreeg ik mijn bedenkingen bij de leer van “lordship salvation”, die door John MacArthur wordt verdedigd in zijn boek The Gospel According to Jesus. De kritiek toentertijd was dat hij de boodschap van het Evangelie onnodig ingewikkeld, complex en haast onmogelijk maakt. Dit zijn veelgehoorde kritieken op dit controversiële boek. Inmiddels ben ik teruggekomen van mijn bedenkingen en heb de indruk dat de kerk in het Westen er goed aan zou doen dit boek te raadplegen. Veel gebreken en gaten in het functioneren van de kerk worden veelal veroorzaakt door een onjuiste visie op de verlossing. We leven in een unieke tijd – een beangstigend unieke tijd. We leven in een tijd waarin christenen hun christelijke geloof vormgeven aan de hand van wat wel en wat niet bevalt. “Jezus is Verlosser” willen we wel horen, maar wat gebeurt er als onze naam door deze Verlosser wordt veranderd? Wat gebeurt er wanneer Hij onze plek, onze functie, onze roeping in deze wereld gaat bepalen? Wat gebeurt er als deze Verlosser de genadeteugels van verlossing zó strak aanhaalt, dat wijzelf niet meer kunnen en mogen bepalen waar wij gaan of waar wij staan? Dit is wat Thomas Manton schrijft in zijn boek The Life of Faith:

The accepting of Christ for our Lord and Saviour. Now this is hard, yea, impossible to be done, without a sound persuasion of that doctrine which concerneth our redemption by Christ, for this is a rare and wonderful mystery. ‘Great is the mystery of godliness’ (1 Tim. 3:16).”
Bladzijde 238-239

Manton erkent hier dat het ontvangen van Jezus als Verlosser én Heere onmogelijk is, wanneer wij het Evangelie niet goed begrijpen.
Ontmoeten wij Christus nog wel? Heeft Hij onze naam al veranderd? Heeft Hij ons de roeping gegeven binnen Zijn Koninkrijk? Weten we wat Hij van ons vraagt? Of zijn wij tevreden met die eenmalige ontmoeting? Die ontmoeting die we zo nodig “af moesten vinken” voor een fijn leven ná dit leven? Die ontmoeting die noodzakelijk was om straks naar de hemel te kunnen gaan?
Als wij zó denken over die ene ontmoeting, dan slaan we de plank volledig mis. Die ene ontmoeting betekent het einde van mijn oude leven. Het betekent het einde van wie ik daarvoor was, wat ik daarvóór leuk en interessant vond, waar ik daarvóór mijn geld en tijd aan besteedde. Het is weg, het is klaar. Het is gedaan. Het is niet zo dat ik alles in de prullenbak moet gooien en alles op moet zeggen waarmee ik verbonden ben, maar ik kan die zaken niet meer vrijblijvend vasthouden.
Moet alles dan direct perfect zijn? Nee. Jezus vraagt dat niet van ons. Hij weet dat wij het niet kunnen. Maar Hij vraagt wel dat wij ons leven investeren in Zijn Koninkrijk. En Hij vraagt dat wij van Hem leren, door steeds weer bij Hem terug te komen en Hem te ontmoeten. Zo leidt Hij ons, bemoedigt Hij ons, waarschuwt Hij ons, vermaant Hij ons, vertroost Hij ons, onderwijst Hij ons en herstelt Hij ons.

Nu weet ik nog niet, wat mijn nieuwe naam zijn zal, maar gaandeweg mijn leven mag ik ontdekken wat Christus met mij doen wil. En straks, als dit aardse leven erop zit, zal ik een witte steen krijgen (Openbaring 2:17). Dan zal ik weten hoe ik heten zal. En dan zal ik weten, waarvoor Hij mij heeft willen gebruiken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Reageren? Plaats hier uw vraag en/of opmerking.

Blogarchief