SalvationInGod

Posts tonen met het label christelijke liefde. Alle posts tonen
Posts tonen met het label christelijke liefde. Alle posts tonen

zondag 12 mei 2019

Geloof werkt! – genade in het schrijven

Een onderdompeling in The Gospel According to Jesus

Nu ik het boek The Gospel According to Jesus aan het behandelen ben met als doel om te ontdekken waar persoonlijke ongemakken zitten bij het lezen, kom ik onder andere tot de conclusie dat het de schrijftoon is die de lezersmuziek maakt. Boeken die zijn geschreven om de auteur te positioneren binnen een bepaalde discussie, lopen het risico de waarheid aan hun kant te hebben, maar in de felheid van het argumenteren niet datgene te bereiken wat men beoogt.

De hele mens moet gevoed worden
Voor schrijvers en sprekers lijkt het misschien vanzelfsprekend dat wanneer zij “de dingen duidelijk genoeg zeggen, de mensen dit ook wel zullen begrijpen.” En duidelijk kan ook wel eens betekenen: hard. Dat zou kunnen, maar als dat zo is, dan heb je een mens waarschijnlijk maar voor de helft gewonnen.
Eén van de redenen waarom ik graag Puriteinen lees, is dat zij schoonheid hebben gelegd in hun geschriften. En ook Puriteinen waren van tijd tot tijd verwikkeld in discussies. Zo is The Death of Death in the Death of Christ van John Owen een polemisch boek, waarin hij de particuliere verzoeningsleer verdedigt (Calvinistisch) ten gunste van de algemene verzoeningsleer (Arminiaans). Dit is een nogal omstreden opvatting, omdat niet iedereen het begrijpt wanneer je zegt dat Christus voor de uitverkorenen is gestorven. Toch vinden we in het boek ook prachtige zinnen, zoals deze: “God was more pleased with the obedience, offering, and sacrifice of His Son, than displeased with the sins and rebellions of all the elect.” Met andere woorden: God had meer vreugde in de gehoorzaamheid en het offer van Christus, dan dat Hij onbehagen had in de zonden van Zijn uitverkoren volk. En dit raakt de kern van wat ik bedoel, als ik zeg dat je met het verkondigen van een waarheid misschien maar de helft van een mens gewonnen hebt. Want de zin die John Owen in zijn betoog op papier heeft gezet, doet ook iets met het hart van een mens; het brengt niet alleen een denkproces op gang. Er wordt ook liefde tot God gevoed, door de onschatbare waarde van Christus’ verzoeningswerk zo diep te duiden.

De kunst van het verwoorden
Dit is de reden dat ik de Puriteinen zo bewonder. Zij wisten in een discussie of polemiek altijd de schoonheid en heerlijkheid van Christus voor ogen te houden en wisten dit op een prachtige manier te verwoorden. De eerlijkheid gebied te zeggen dat ik dit wel eens mis in hedendaagse, polemische boeken. En dat is jammer. Want iemand als John MacArthur schrijft waardevolle dingen en heeft het wat mij betreft aan het rechte eind in zijn boek The Gospel According to Jesus, maar ergens mis ik in zijn schrijven de schoonheid die het verlangen aanwakkert om gehoorzaam te zijn aan het Woord van God. Het is één ding om Bijbels-theologisch te betogen dat “gehoorzaamheid bij het geloof hoort” en dat “een christen vrucht draagt voor God” maar het is nog wat anders om de lezer daadwerkelijk te motiveren om Gods geboden te gehoorzamen. Wat ik bedoel te zeggen, is dit: je kunt de waarheid op zo’n manier verkondigen, dat je het tegenovergestelde resultaat bereikt dan wat je beoogt. De manier van schrijven doet ook iets met mensen. Hoe je iets formuleert, heeft impact. Het kan de lezer een beslissend duwtje in de rug geven, maar het kan ook afstotend werken – hoe zuiver het onderwijs ook kan zijn.
Neem bijvoorbeeld deze zin van John Owen, wanneer hij schrijft over de Persoon van Christus:

“Faith discovering this manifestation of the glory of God in Christ, engages the soul to universal obedience, as finding therein abundant reason for it and encouragement to it.”

Met andere woorden, wat is volgens Owen de grote reden en motivatie om God te gehoorzamen? Het geloof dat ziet op de heerlijkheid van God in Christus.
Dit is de sleutel, het geheim voor degenen die medechristenen onderwijzen en hen zo helpen Christus na te volgen: voortdurend verbinding zoeken met de schittering van Christus’ karakter en gehoorzaamheid, zoals deze in het Evangelie zijn geopenbaard. Als Christus Degene is Die de motivatie aanwakkert, moet een christen ook op Hem zien. De Evangeliën beschrijven Christus’ onderwijs en werken, de brieven van de apostelen verklaren deze als het ware. We moeten er als sprekers en schrijvers voor oppassen dat ons onderwijs geen christelijk moraliteitsbetoog wordt. Ook al is het nog zo terecht dat mensen een gezaghebbende boven hen – en het Oppergezag is de Drie-enige God – hebben te gehoorzamen, het argument “dat het nou eenmaal moet, omdat het daar en daar en daar en daar in de Bijbel staat” zal weinig mensen daadwerkelijk van harte motiveren om het ook echt te doen. De ouder, die zijn kind verwaarloost, verspeelt een hoop krediet, geloofwaardigheid en vertrouwen van zijn kroost, ook al heeft hij het recht om als gezaghebbende gehoorzaamheid te eisen van dat kind.

Heilig olie op heilig vuur
Het lijkt nu net alsof ik het betoog van John MacArthur onderuit probeer te halen. Dat probeer ik juist niet. Mijn streven is om verder te kijken dan de theologische positionering op zich.
Is het waar dat Jezus Christus Heere is? Ja.
Is het waar dat een christen zich onderwerpt aan de heerschappij van Christus? Ja.
Is het waar dat als God een goed werk in Zijn kinderen begint, Hij dit ook zal voltooien? Ja.
Het manco van de polemiek in het lordship-debat is echter dat de discussie voortdurend om deze vragen blijft cirkelen. Ik pleit niet voor een ander antwoord op deze vragen. Op dit punt is MacArthur zeker geslaagd. Hij weet de Bijbelse antwoorden goed te onderbouwen. Ik pleit echter voor een diepere doordenking van Degene aan Wie christenen zich onderwerpen: Wie is deze Heere Jezus Christus? Wie is Deze God, Die het werk in Zijn kinderen door Zijn Geest zal voltooien?
Ik denk dat iemand als John Owen in zijn werken genoeg aanknopingspunten geeft om op dit spoor verder te gaan. Hij beschrijft de voortreffelijkheid van Christus’ gehoorzaamheid aan God de Vader omwille van Zijn volk en gooit op die manier de heilige olie op het heilige vuur van toewijding in het leven van de gelovige.

De drie-eenheid van het leven onder de heerschappij van Christus
Mijn overtuiging is, dat in het onderwijs van voorgangers (gesproken of geschreven) de gehoorzaamheid aan en liefde voor Christus met elkaar worden verbonden. En dat niet alleen – het moet op zo’n manier gebeuren dat gehoorzaamheid ontstaat vanuit een oprechte liefde tot Jezus Christus. Het is niet genoeg om in een theologisch debat Johannes 14:15 aan te halen en te zeggen dat “degene die Christus liefheeft, ook zijn geboden in acht neemt.” Er moet ook worden omschreven waarom Christus deze liefde dient te ontvangen. Om in de termen van “lordship salvation” te spreken: in het Evangelie is sprake van een drie-eenheid van onderwerping aan de heerschappij van Christus: genade, liefde en gehoorzaamheid. Overgave of onderwerping aan Christus begint allereerst – en kan alleen maar gevormd worden, of groeien – door genade. Door genade wordt aan de gelovige geopenbaard Wie God is, door Jezus Christus. Door dit genadige zicht ontstaat een liefde voor de Persoon van Christus, waardoor het gelovige hart wordt gestimuleerd Hem te gehoorzamen – niet kil of gedwongen, maar als een natuurlijke reflex die volgt op het zien van de heerlijkheid van Christus in het Evangelie.
Gods genade is het kanaal waardoor Gods liefde voor zondaren in Christus tot mensen stroomt, en Gods genade is eveneens het kanaal waardoor de gelovige in Christus liefde tot God ontvangt en bewijst.
Op sommige plekken in The Gospel According to Jesus vang ik de glimpen van deze heerlijke realiteit gelukkig enigszins op. Maar overall wordt dit tot nu toe wel in grote mate ondergesneeuwd door het voortdurend hameren op gehoorzaamheid.

Genade, wat is het?
De apostel Petrus begint zijn tweede brief met de volgende woorden:

“Simeon Petrus, een dienstknecht [Gr. doulos; slaaf] en apostel van Jezus Christus, aan hen die een even kostbaar [Gr. isotimos; eer, gelijkwaardig] geloof ontvangen hebben als wij, door de gerechtigheid van onze God en Zaligmaker [Gr. soter; Verlosser, Redder] Jezus Christus: moge genade en vrede voor u vermeerderd worden door de kennis van God en Jezus, onze Heere.”
(2 Petrus 1:1-2)

Deze groet en zegenbede geeft het geheim van Gods genade weer: iedere dag, ieder ogenblik komt Gods genade tot ons, om Hem beter te leren kennen door Christus. En het is deze kennis van God door Christus, dat ons genade en vrede vermeerderd wordt.
John MacArthur heeft volledig gelijk wanneer hij in hoofdstuk 2 schrijft dat “genade niet statisch is.” Genade is niet slechts passief, omdat het Gods gunst uitspreekt ten opzichte van zondaren. Nee, Gods genade is ook werkzaam, omdat het de kracht is waardoor mensen veranderd worden naar het beeld van Christus. Deze dynamische genade wordt ook beschreven in 2 Petrus 1:1-2 (en op zoveel andere plekken in de Bijbel).

Verkondigen wij Gods genade?
De vraag die overblijft, is deze: laten wij, als verkondigers van het Evangelie, op deze manier Gods genade zien? Of zijn we – wellicht gedreven door polemische invloeden – eenzijdig geworden, en missen we op die manier een zo volledig mogelijk beeld van genade? Blijven we hangen bij de onverdiende gunst, de goedkeuring van God door het geloof in Jezus Christus? Of hameren we voortdurend op de kracht van Gods genade, die ons in staat stelt om Hem daadwerkelijk te gehoorzamen?
Geven wij de lezer en hoorder Christus mee? Is Gods genade zo werkzaam in ons spreken en schrijven, dat anderen Hem leren kennen? God kennen in Christus is de grootste genade. We kunnen spreken over gehoorzaamheid, we kunnen hameren op toewijding, maar wie voorbijgaat aan de genade van het kennen van God in Jezus Christus, heeft niets meer dan een moralistische boodschap. Wie zijn handen gevuld heeft met puur moralisme, staat in Gods Koninkrijk uiteindelijk met lege handen. Omdat er geen evangelische genade in gevonden wordt.

zondag 12 augustus 2018

“Mijn lieve kinderen”

De essentie van geestelijk vaderschap

In het vorige deel van de serie over de eerste Johannesbrief hebben we gezien dat Johannes schrijft een bijzonder betrokken toon. Hij noemt de geadresseerden “mijn lieve kinderen.” Toen heb ik al kort vermeld dat Johannes zich hier sterk laat zien als geestelijke vader. En vanuit 1 Johannes 2:1-6 kunnen we een aantal kenmerken van een geestelijke vader aanwijzen. Deze kenmerken komen dus direct voort uit de context waarin Johannes zelf “mijn lieve kinderen” schrijft. In het gedeelte zijn minimaal zes kenmerken te ontdekken.

1. Een geestelijke vader waarschuwt tegen de zonde
Het eerste wat opvalt, is dat Johannes zijn geadresseerden niet direct over de bolletjes aait en strooit met allerlei prachtige complimenten. Integendeel, hij begint in het eerste vers van het tweede hoofdstuk met een opdracht: hij schrijft zijn brief, zodat zij niet zondigen. Dit is het eerste kenmerk van een geestelijke vader. Als een geestelijke vader communiceert, heeft hij over het algemeen één belangrijk doel. En dat doel wordt door Johannes in dit geval op negatieve wijze geformuleerd. Hij had ook kunnen schrijven: “Ik schrijf u deze dingen, opdat u gehoorzaam zult zijn aan Gods Woord.” Precies dezelfde betekenis, maar dan anders geformuleerd. Gehoorzamen en niet zondigen zijn in de kern één en dezelfde opdracht, maar het al dan niet ontbreken van het woordje “niet” geeft de doorslag om te kunnen bepalen of het een positief of negatief geformuleerde zin is. Johannes heeft ervoor gekozen om deze opdracht op negatieve wijze te formuleren.
Naast de constatering dat Johannes zijn doel negatief formuleert, moet een belangrijke vraag worden beantwoord: zijn er vandaag de dag ook mensen die waarschuwen tegen de zonde? Of, anders gesteld: zijn er vandaag de dag mensen die doelbewust met jou spreken en aanmoedigen niet te zondigen? Ken jij zulke mensen in jouw leven? Mensen die op een geestelijke manier betrokken zijn en die jou aanmoedigen om niet te zondigen? Om gehoorzaam te zijn aan het onderwijs van het Evangelie?
Ik vrees dat deze groep mensen vandaag de dag nogal klein is. Ze is er wel, maar je moet goed zoeken. De prioriteiten van de belijdende kerk zijn behoorlijk veranderd sinds de tijd van de apostelen, Reformatoren en Puriteinen. Hoe komt dit?
Er zijn meerdere redenen aan te wijzen. Als eerste hebben we in het Westen te maken met een sterk seculariserende cultuur. Het Nederlandse volk heeft nog maar weinig met God, geloof en Kerk. En om dit volk dan direct te confronteren met zonde, dat is voor sommige schijnchristenen doodzonde nummer één van de Kerk. Je kunt het volgens deze mensen niet maken de wereld met een – wat zij noemen – “wijzend, veroordelend vingertje” aan te spreken. Nee, zij weten het beter: begin over liefde. Zachte woorden, een zachte boodschap, geen confrontatie, geen duidelijke scheidslijn. Wat je overhoudt is een halfslachtig en lafhartig christendom dat zijn ziel heeft verkocht om de wereld tot vriend te maken, terwijl zij is geroepen om de wereld op te roepen de vijandschap met God te beëindigen. Weg is je boodschap, weg is je kracht en verloochend is je roeping.
Een andere reden is dat de belijdende kerk verkeerde prioriteiten stelt, die voortkomen uit verkeerde theologie. Christus heeft immers al afgerekend met de zonde, dus dat hoeven wij niet meer te doen. Nee, onze taak is om het Koninkrijk te prediken, en dat “met kracht door de Heilige Geest.” We hebben geen zondebesef nodig – want dat is zogenaamd relevant in de tijd vóór onze bekering – maar wonderen en tekenen. Het spectaculaire christendom. Het christendom van succes, genezing, het christendom dat alle bolwerken slecht en elke muur afbreekt.
Mensen in deze tijd lijken te vergeten dat de staat van geestelijke gezondheid niet is af te meten aan de hoeveelheid wonderen en tekenen die plaatsvinden, of de hoeveelheid bekeerlingen tijdens kerkdiensten. De echte geestelijke gezondheid is af te meten aan de houding ten aanzien van de zonde en gehoorzaamheid aan Gods Woord. Wij dreigen te vergeten dat een gevoelig geweten, gezond zondebesef, berouw over de zonde en het verlangen God gehoorzaam te willen zijn, méér vrucht voor God is dan massabekeringen tijdens een genezingsdienst, zonder dat er zondebesef bij komt kijken. Hoe weet je of iemand een geestelijke vader is? Het is degene die in jouw leven functioneert als medestrijder tegen de zonde. Hij gunt jou een leven in gehoorzaamheid aan Gods Woord. Hij gunt jou dat je het juk en de last van de zonde mag afleggen.

2. Een geestelijke vader wijst op Christus als Voorspraak
Een geestelijke vader is echter ook iemand die realistisch kan zijn. Want hoewel hij het jou ontzettend gunt om niet meer te zondigen, beseft hij ook heel goed dat je in dit gebroken leven nog steeds in staat bent om wél te zondigen. Sterker nog, hij weet dat het ook onvermijdelijk is dat je dit zult doen. En als dit gebeurt, weet hij waar hij je naartoe moet sturen: naar de Heere Jezus, Die de Verzoening voor al jouw zonden is. Een geestelijke vader is dus kennelijk iemand die geweldig evenwichtig is. Iemand die enerzijds aanmoedigt niet te zondigen, maar anderzijds ook in staat is om hoop te bieden en de weg van herstel te gaan als dit wel gebeurd is. Een geestelijke vader is in staat om zijn “lieve kinderen” te omhelzen, omarmen en te bemoedigen door te wijzen op Christus. Ja, hij omhelst iemand die net gezondigd heeft; ja, hij omarmt iemand die ongehoorzaam is geweest aan Gods Woord – maar hij omhelst en omarmd iemand waarvan hij weet dat Jezus Christus deze gerechtvaardigde zondaar met Zijn bloed heeft verzoend en dat nu, op dit moment vergeving en reiniging ontvangen kan worden.

3. Een geestelijke vader wijst op kenmerken van geloofszekerheid
Hier komen we op een terrein waar de Puriteinen zo ontzettend sterk in waren: geestelijke kenmerken kunnen noemen om aan te wijzen of iemand werkelijk door Christus met God is verzoend of niet. Sommige Puriteinen gingen hierin ook wel te ver, zodat het een haast ziekelijk introspectieve houding werd, met depressieve stemmingen tot gevolg. Maar dit neemt niet weg dat geestelijke vaders ook in staat zijn hun “lieve kinderen” te bemoedigen door kenmerken van Gods genade te benoemen. Dit is in onze tijd een vergeten eigenschap van geestelijke leiders. En buiten het feit dat het gezond is om eens in de zoveel tijd de levens van christenen tegen het licht van Gods Woord te houden – om te zien of zij écht wedergeboren zijn – is het ook nog eens een prachtige gelegenheid om God te roemen en prijzen voor Zijn genade in het leven van die ander. Hoe vaak hoor jij iemand persoonlijk tot jou zeggen: “Ik wil tegen je zeggen dat ik Gods werk in jouw leven zie, en dit zijn de kenmerken.” We bewijzen elkaar een geweldige dienst als we dit vaker zouden doen. Maar we doen het bar weinig. Want we zijn in het tijdperk terechtgekomen dat een ander niet meer hoeft te vertellen wat de kenmerken van wedergeboorte zijn. We kunnen zelf onze Bijbel heel goed lezen (denken we) en niemand hoeft ons te helpen bij het bepalen van onze geestelijke staat. Bovendien hebben we onszelf al tot wedergeboren christenen verklaard. Het is een uitgemaakte zaak. En wat Jan, Klaas of Piet ervan vindt, doet er niet toe. Christus heeft mij verzoend. Dat mag ik geloven. Punt. Einde discussie.
Een geestelijke vader is iemand die hier geen punt zet, maar een komma. Johannes zet veel komma’s in zijn brief. En in de eerste twee hoofdstukken zien we hem er minimaal twee zetten: het wegdoen van de zonde en het gehoorzamen van Gods geboden.
Sommige mensen beschuldigen calvinisten ervan dat zij te introspectief zijn, teveel “naar binnen kijken” voor geloofszekerheid. In het hypercalvinisme kom je inderdaad een ongezonde vorm van zelfbeproeving tegen, maar in de basis is het absoluut niet verkeerd om jouw leven onder de loep te nemen om te zien of Gods genade zichtbaar is. Meestal komen deze beschuldigingen van mensen die zelf voortdurend hameren op de objectieve kant van geloofszekerheid (“Je bent behouden, als je maar in Jezus gelooft”). Maar de Bijbel zelf is duidelijk dat geloofszekerheid wordt vormgegeven door de beloften van God in Zijn Woord, op grond van het verlossingswerk van Jezus Christus, én het werk van God door Zijn Woord en Geest.

4. Een geestelijke vader kent en benoemt het radicale verschil tussen een christen en niet-gelovige
Johannes schaamt zich er niet voor de mogelijkheid te opperen dat iemand wellicht niet wedergeboren zou kunnen zijn. Sterker nog, hij maakt een geestelijke som die ronduit stelt: “Als A waar is, ben je wedergeboren; als B waar is, dan ben je niet wedergeboren.” Dat is nog eens duidelijke taal! Je kunt alleen maar aanwijzen wat echt en wat namaak is, als je de kenmerken ervan weet te benoemen.
Opnieuw menen sommigen dat dit alleen maar belemmerend werkt en een negatief effect heeft op de geloofszekerheid van mensen. Maar een geestelijke vader zal zijn bemoediging niet onthouden aan iemand waarvan hij ziet dat de kenmerken van Gods genade in diens leven aanwezig zijn. En dit kan voor mensen echt het verschil maken. Ik zeg niet dat we te pas en te onpas iedereen moeten aanspreken en direct moeten bemoedigen met de woorden: “Wat geweldig om te weten dat jij ook een kind van God bent!” Het moet geen formule worden. Maar ik zeg wel dat er mensen zijn die tobben en worstelen met de geloofszekerheid en die vaak twijfelen over hun geestelijke staat. Dan is het een bevrijding als er iemand is die hen, op grond van wat hij of zij in het leven van die ander ziet, oprecht kan zeggen: “God is Zijn goede werk in jouw begonnen.”
Maar wat voor nut heeft het als we iemand confronteren met het feit dat hij of zij waarschijnlijk niet wedergeboren is? Het nut is dat je zo iemand in alle ernst moet aansporen naar Christus te gaan en de weg naar verlossing kan wijzen. Wat voor winst is het als we géén kenmerken van wedergeboorte in iemands leven kunnen vinden, maar hen tóch wijsmaken dat zij verzoend zijn met God door Jezus Christus? Wat voor nut heeft het om zo iemand te bevestigen in het feit dat hij of zij zogenaamd is wedergeboren, terwijl bij het oordeel blijkt dat dit niet zo is – en dan ook nog eens met de wetenschap dat wij aan de kenmerken van de levenswandel hebben kunnen zien dat deze veroordeling eraan zat te komen? Een geestelijke vader erkent de realiteit van dit gevaar en zoekt naar mogelijkheden om zijn “lieve kinderen” altijd weer op Christus te wijzen.

5. Een geestelijke vader wijst voortdurend op Gods Woord
Een ander belangrijk aspect van Johannes’ manier van schrijven is dat hij alles voortdurend baseert op het onderwijs van Gods Woord. Een geestelijke vader is daarom allereerst ook iemand die de Bijbel kent én die weet hoe hij de Bijbel moet toepassen. Met geestelijk inzicht weet hij steeds weer zijn “lieve kinderen” te wijzen op het onderwijs van Gods Woord en hij is steeds in staat principes uit die Woord door te trekken naar het leven van alledag.
Het is zo ontzettend belangrijk dat iedere christelijke gemeente een aantal geestelijke vaders heeft, die de volgende generatie gelovigen op sleeptouw kan nemen, hen kan onderwijzen in Gods Woord, die weet hebben van wat er speelt in de cultuur van vandaag, die weten wat er momenteel plaatsvindt in jeugdgroepen en die steeds vanuit de Bijbel antwoorden kunnen geven op acute hulpvragen.
Eén van de redenen waarom “internetpredikers” – voorgangers die veel kijkers trekken op YouTube en veelbeluisterd zijn op SermonAudio – vandaag de dag zo populair zijn, zou wel eens te maken kunnen hebben met het gebrek aan deze geestelijke vaders in lokale kerkelijke gemeenten. Ja, er zijn leiders. Uiteraard. Geen kerkelijke gemeente zonder leiders. Maar een kerkelijk leider betekent niet per definitie dat zo iemand ook een geestelijke vader is. Ga het maar eens na voor jezelf: ken jij op dit moment iemand uit jouw kerkelijke gemeente die de rol van geestelijke vader vervult? Wellicht ben jijzelf zo iemand. Ken of ben jij iemand die anderen kan meenemen naar Gods Woord en op een diepgaande en eenvoudige manier de principes ervan kan overbrengen? Het gebrek aan zulke mensen resulteert erin dat gelovigen mensen gaan zoeken – hoogstwaarschijnlijk ook buiten de gemeente om – die deze rol vervullen. En dit is ook logisch. Geestelijke vaders zijn geen mooie bonus, maar fundamentele noodzaak. De Kerk van Jezus Christus heeft nooit, echt nooit een tijd gekend wanneer zij geen geestelijke vaders heeft gehad.

6. Een geestelijke vader handelt vanuit Gods volmaakte liefde
Het laatste kenmerk dat Johannes in 1 Johannes 2:1-6 noemt, is het handelen vanuit Gods volmaakte liefde. Dit herleid ik uit vers 5-6. Het betekent dat een geestelijke vader in staat is om door Gods Geest – waardoor Gods liefde voor Christus in zijn hart is gekomen – de ander lief te hebben met de gezindheid van Christus. Met andere woorden: in alle aspecten kent de geestelijke vader de liefde voor Christus, die tot uiting komt in het weerspiegelen en uitstralen van de gezindheid van Christus. En de aanwezigheid van die gezindheid merk je. Het is een aangename, geduldige, barmhartige, genadige, nederige, rechtvaardige en zachtmoedige gezindheid. Het is een gezindheid die de waarheid in ere houdt en deze kan overbrengen zoals Christus dit deed. Soms op bijzonder vertroostende wijze, op andere momenten scherp. Maar met het geestelijke inzicht dat een geestelijke vader bezit, weet hij heel goed welke toon hij aan moet slaan.
In Johannes hebben we een prachtig voorbeeld. Vol ontferming, en toch scherp. Omdat hij weet dat de waarheid van Gods Woord én de geestelijke gezondheid van Gods kudde op het spel staat.

Bid dat God geeft dat jij zo’n geestelijke vader in jouw leven mag hebben – en vraag Hem of jij er zelf één mag worden voor anderen.

zondag 4 december 2016

Een gezamenlijke erfenis

Verschillen overwinnen door één hoop

In hoofdstuk 2 van zijn brief gaat Jakobus dieper in op het probleem tussen de rijken en armen in de gemeente. Hij wordt akelig concreet. En dat woord “akelig” is beslist geen understatement, want wat we in de verzen 1-7 is niet fraai. En in de verzen 8-13 volgt een – andermaal – ernstige waarschuwing aan het adres van hen die zich gruwelijk misdragen.

Onwettig onderscheid
We hebben nu al een paar keer gezien dat de rijken de armen in de kerk als tweederangs behandelen. Waarom? Dat staat er niet bij. Wat we wel weten, is dat Jakobus het gedrag van de rijken op grond van de scheiding tussen arm en rijk volstrekt afkeurt. Hij noemt het in zijn brief “werelds” of “wereldgelijkvormigheid”. Het betekent dat mensen binnen de kerk zijn gaan denken zoals dat buiten de kerk gebeurt. De wereld houdt van bling-bling; de wereld houdt van hen die veel geld hebben; de wereld houdt van hen die er stralend en indrukwekkend uitzien. Al deze zaken vinden we terug in de context:

“Mijn broeders, heb het geloof in onze Heere Jezus Christus, de Heere der heerlijkheid, zonder aanziens des persoons. Want als in uw samenkomst een man zou binnenkomen met een gouden ring aan zijn vinger, in sierlijke kleding, en er kwam ook een arme man in haveloze kleding, u zou hoog opzien tegen hem die de sierlijke kleding draagt, en tegen hem zeggen: Gaat u hier zitten op een mooie plaats, en u zou tegen de arme zeggen: Gaat u daar maar staan, of: Ga hier zitten bij mijn voetbank, hebt u dan niet onder elkaar een onderscheid gemaakt en bent u zo geen rechters geworden met verkeerde overwegingen?”
(Jakobus 2:1-4)

Rechters met verkeerde overwegingen (in het Engels “evil thoughts” – kwade gedachten). Zo zijn zij die onderscheid maken tussen groepen mensen op onwettige gronden. En Jakobus legt dit hier op tafel. De rijken beschouwen de armen als minderwaardig. Goed, het zijn gelovigen in Jezus, maar ze zijn toch maar lastige gevallen in de gemeenschap. Ze zien er niet uit. Kapotte kleren, onverzorgd uiterlijk. Nee, dan gaan we liever naar de man in dat driedelige pak met een prachtige ring (inclusief duur diamantje). Dat is de neiging die in ons leeft.

Gevoelsmatige schande versus echte schande
Deze neiging brengt ons ertoe schande te voelen in onszelf. We schamen ons voor anderen. En in die schaamte lopen we liever langs mensen heen. Dit is een gevoelsmatige schande. Het geeft ons een gevoel van schande. Maar is dat terecht? We lezen verder (vers 5-7):

“Luister, mijn geliefde broeders, heeft God van deze wereld niet uitverkoren om rijk te zijn in het geloof, en erfgenamen te zijn van het Koninkrijk, dat Hij beloofd heeft aan hen die Hem liefhebben? U hebt daarentegen de arme schandelijk behandeld. Zijn het niet de rijken die u overweldigen en slepen juist zij u niet naar de rechtbank? Lasteren zij niet de goede Naam, Die over u is aangeroepen?”

Opnieuw neemt Jakobus zijn lezers mee naar de Dag dat Christus terugkomt. Hij noemt Jezus in vers 1 de “Heere der heerlijkheid” en dit betekent dat Zijn rijkdom en glorie de schoonheid van de rijken ver overstijgt. Het betekent ook, dat de schatten van Christus aan de armen gegeven zullen worden. Met andere woorden: de wereldse status wordt opgeheven. Wat gebeurt er als Jezus terugkomt? De welvaart en schoonheid van de rijke valt in het niet bij de schoonheid van Christus’ majesteit en de arme krijgt hier ook deel aan. Er zal totaal geen onderscheid meer zijn tussen arm en rijk. Iedereen zal delen in de geweldige schatten van Jezus Christus.
Om deze reden noemt Jakobus het ronduit schandelijk dat dit onderscheid als belangrijke breuklijn door die gemeenschap loopt. Waarom ga je nu scheidingen aanbrengen tussen groepen mensen, als die worden opgeheven bij Christus’ wederkomst?
De echte schande is niet dat mensen onverzorgd rondlopen, of kapotte kleren dragen. De echte schande is dat deze mensen op grond hiervan achtergesteld en onderdrukt worden! Jakobus noemt het in vers 7 zelfs godslastering. Hij heeft hier werkelijk geen goed woord voor over.

Gedeelde liefde kan nooit onderlinge haat en twist voorbrengen
De reden waarom Jakobus dit totaal niet kan begrijpen, verwoordt hij in vers 5: de armen hebben God lief. De Kerk van Christus bestaat uit mensen die God hartelijk liefhebben en met Hem zijn verzoend door het geloof in Jezus. Je zou daarom verwachten dat deze gedeelde factor een bron van saamhorigheid zou zijn. Helaas is het tegenovergestelde hier het geval. En dat komt niet door een gebrek aan liefde voor God bij de armen. Het komt door een hebzuchtig verlangen naar welvaart bij de rijken. Daarom zegt Jakobus ook in vers 7 dat juist de rijken zich schandelijk gedragen.
Is er een scheiding merkbaar in de kerk? Ga dan na waar de verlangens naar uitgaan. Er is maar één geldige reden voor mensen in de kerk om anderen buiten te sluiten: als er geen liefde voor God is. Maar iedere andere reden is ontoelaatbaar. Wanneer je broeders en zusters als minderwaardig gaat behandelen op grond van uiterlijke kenmerken en niet op grond van de liefde die zij wel of niet voor God hebben, verhef jij je boven hen en doe je net alsof je geen deelhebt aan dezelfde erfenis. Jij krijgt zogenaamd wel die erfenis, maar die ander niet. Je zegt het natuurlijk niet zo, maar zo gedraag jij je wel.

Liefde voor God is liefde voor de mede-erfgenamen
We zijn niet meer zo gewend om te denken in termen van “mede-erfgenamen”. Toch doet Jakobus dat hier wel. En ook wij hebben het net zo hard nodig om dit voor ogen te blijven houden. Want voor je het weet vechten we elkaar vanwege een ondergeschikte zaak de tent uit. En we hebben een hoop onderwerpen die zich hier uitstekend voor laten lenen: doop, eindtijd, geestelijke strijd, heiliging, vrije tijdsbesteding, geld, geestelijke disciplines en het werk van de Heilige Geest.
Verschillen mogen er zijn. Ze zullen er zelfs zijn. Maar in die verscheidenheid hebben we wel te maken met mensen die delen in dezelfde erfenis. Dan zullen we zien dat Christus’ wederkomst alle verschillen zal opheffen en dat we elkaar werkelijk zullen kennen zoals we zijn (vgl. 1 Korinthe 13:12): mensen die God liefhebben en deze liefde uiten naar Hem toe én naar elkaar.

zondag 23 oktober 2016

Verheerlijking, liefde en perspectief

Omstandigheden kunnen ervoor zorgen dat je in verwarring komt en dat je tegen allerlei zaken aan gaat schoppen. Zaken die eens zo dierbaar voor je waren, de heilige huisjes – dat waar niemand aan mag komen – worden overschaduwd door wat er gebeurt.

In mijn geval gebeurde dat met wat John Piper “christelijk hedonisme” noemt. Ik weet het nog goed, dat ik voor het eerst ging begrijpen wat hij ermee bedoelde: je diepste geluk vinden in Wie God is en wat Hij voor je gedaan heeft. Eigenlijk leerde ik dit met een zekere variant van John Owen. Toen ik de waarheid leerde begrijpen dat alles in het leven te doen is om de heerlijkheid van God, had ik een sterk verlangen om Hem groot te maken, een visie om het leven in te richten en een heerlijk uitzicht op de glorie die eens geopenbaard zal worden.

Van lieverlee is van dit alles een waakvlammetje overgebleven. Totdat ik vastliep. Vastliep in mijzelf en in het staren naar mezelf. Je kunt op een egoïstische manier bezig zijn met het Evangelie. Alles alleen maar voor jezelf toepassen. En dan op een punt komen dat alles om jou draait. Je gaat jezelf vullen met de zegeningen van het Evangelie, uitsluitend voor jouzelf en verliest Gods centrale plaats uit het oog. En juist op dát moment brengt God Zichzelf terug op die plek.

Wanneer het om jou draait, ga je vaker “vragen van ontevredenheid” stellen. Waarom gebeurt dit? Waarom heb ik dat niet? Waarom…? Voor je gevoel lijk je in een neerwaartse spiraal terecht te komen. En dan?
Dan kom je bij een gedeelte als Johannes 13:31-35. Judas heeft net de zaal verlaten om de Heere Jezus te verraden; de Meester is met elf discipelen overgebleven. En dan lezen we dit:

“Toen hij dan naar buiten gegaan was, zei Jezus: Nu is de Zoon des mensen verheerlijkt, en God is in Hem verheerlijkt. Als God in Hem verheerlijkt is, zal God Hem ook in Zichzelf verheerlijken, en Hij zal Hem meteen verheerlijken. Lieve kinderen, nog een korte tijd ben Ik bij u. U zult Mij zoeken, en zoals Ik gezegd heb tegen de Joden, zo zeg Ik het ook tegen u: Waar Ik heen ga, kunt u niet komen. Een nieuw gebod geef Ik u, namelijk dat u elkaar liefhebt; zoals Ik u liefgehad heb, moet u ook elkaar liefhebben. Hierdoor zullen allen inzien dat u Mijn discipelen bent: als u liefde onder elkaar hebt.”

Opwaarts spreken wanneer het bergafwaarts gaat
Christus weet dat Hij straks gescheiden zal worden van Zijn leerlingen. Hij weet dat Hij zal sterven. De neerwaartse spiraal is met het vertrek van Judas in een stroomversnelling gekomen. En dan horen we Hem iets opmerkelijks zeggen:

“Nu is de Zoon des mensen verheerlijkt, en God is in Hem verheerlijkt. Als God in Hem verheerlijkt is, zal God Hem ook in Zichzelf verheerlijken, en Hij zal Hem meteen verheerlijken.”

In de wetenschap dat Judas vertrokken is om Hem te verraden, beseft Christus dat de verheerlijking van God én van Hemzelf aanstaande is. Hoe? Doordat Hij Zijn leven gaat geven voor de Bruid, Zijn Gemeente, die Hij zo liefheeft. Al vóór de grondlegging van de wereld was bij God bekend dat Christus Zichzelf zou geven om verzoening te brengen voor de zonden van Zijn volk. Voordat er ook maar iets geschapen was, zag Christus de Bruid voor Zich, die Hij met Zijn bloed zou vrijkopen en verlossen.
Op deze wijze wordt God verheerlijkt – omdat Christus het verlossingsplan op volmaakte wijze uitvoert – en wordt Christus verheerlijkt: het is Zijn loon voor Zijn volmaakte werk. Het is boeiend om te zien dat de Heere Jezus hier spreekt over een gebeurtenis die nog moet plaatsvinden, alsof het al gebeurd is. Hij spreekt hier in de voltooid verleden tijd: “Nu is de Zoon des mensen verheerlijkt…” We zien dat Jezus hier opwaarts spreekt (namelijk over verheerlijking), terwijl de ontwikkelingen op dat moment bergafwaarts gaan (verraad, verloochening, lijden en sterven – en ja, uiteindelijk ook de opstanding). Je kunt nooit opwaarts denken en spreken wanneer de zichtbare realiteit het enige is waar jij je aandacht op vestigt. Je zult een perspectief moeten hebben dat verder reikt. En dit perspectief heeft Christus. Zijn perspectief is er één die de eeuwigheid kan overzien. Nog voor er ook maar iets was, zag Hij de vernieuwing van alle dingen.

Een woord over liefde
Sommige mensen stellen dat liefde een keuze is. Je doet iets, omdat je weet dat dit het goede is, ook al gaat je gevoel er niet in mee. Mensen zeggen dan ook wel: je kunt ervoor kiezen om dit te doen, dan is het liefde. Maar bedenk dan dat deze definitie ernstig afbreuk doet aan de liefde die Christus voor Zijn Gemeente koestert. Ik zou het haast een belediging noemen te stellen dat de liefde van Christus voor Zijn Gemeente niets meer dan “een keuze” is. We lezen in Hebreeën 12:2 dat er wel degelijk een goddelijk verlangen achter het verlossingswerk van Christus zit: Hij zag vreugde voor Zich. Geen keuze, maar vreugde! Hij zag de Gemeente, Zijn Kerk, volmaakt door Zijn bloed. Hij zag haar stralen, bekleed met goede werken en witte gewaden van gerechtigheid. Dáár verlangde Hij naar, daarom ging Hij uit liefde de weg van lijden, sterven en werd gerechtvaardigd door God in de opstanding. Er speelt hier veel meer dan alleen maar een keuze. Dit is een intens verlangen, diep gekoesterde liefde.

Een nieuw gebod
Het is belangrijk om dit te zien, omdat in Johannes 13:34-35 wordt gesproken over een nieuw gebod. Het klinkt heel simpel: heb liefde onder elkaar. Maar als ik naar mijn eigen leven kijk, wordt één ding duidelijk: ik ga het niet redden met het maken van een stel keuzes. Ik kom teveel christenen tegen die in karakter het tegenovergestelde zijn; ik kom christenen tegen die gepassioneerd zijn over Bijbelse waarheden waar ik mij minder mee bezighoud; ik kom in aanraking met christenen die extraverter en spontaner zijn dan ik. Soms kan ik het verdragen, soms ook niet. Een keuze maken helpt mij in dit opzicht niet.
En toen ik hierover nadacht, ging ik begrijpen waarom dit nieuwe gebod juist in dit gedeelte wordt gegeven. Het kan zo zijn dat je op een bepaald moment geen liefde voelt, terwijl dat wel van je gevraagd wordt. Dan kun je inderdaad heel rationeel een keuze maken om iets toch maar te doen. Maar Christus wijst mij hier een andere weg. Het is niet zozeer tegen je gevoel ingaan (hoewel het wel moet), maar het gevoelsleven corrigeren. Je gevoelens moeten weer in goede banen worden geleid. En hoe doe je dat? Lees goed wat Jezus hier zegt:

“Een nieuw gebod geef Ik u, namelijk dat u elkaar liefhebt; zoals Ik u liefgehad heb, moet u ook elkaar liefhebben.” (vers 34)

“Zoals Ik u liefgehad heb…” Wat houdt dit in? Je hebt een korte, kale, dogmatische samenvatting en je hebt een glorieus ontrafelen van wat Christus hier zegt. De kale samenvatting luidt: “Je moet je leven voor anderen afleggen.” Zo zou je het kunnen zeggen. Maar dit is niet meteen helpend voor het corrigeren van je gevoelsleven. Dat doet de glorieuze ontrafeling.
De glorieuze ontrafeling gaat als volgt te werk: de liefde van Christus wordt als uitgangspunt genomen. Wat zien we dan? We zien de Verlosser, verlangend naar Zijn Kerk, Die Zijn leven in liefde geeft voor de verlossing van Zijn volk. Vóór de grondlegging van de wereld zag Hij al de schoonheid van Zijn bruid. Deze blijdschap (Hebreeën 12:2) bewoog Hem met intense liefde om het verlossingswerk te volbrengen, óók al wist Hij dat dit lijden en dood met zich mee zou brengen.

Neem nou dit perspectief eens over en kijk naar de christenen om je heen. Christus zag jouw broeders en zusters in stralend wit schitteren. Hij gaf Zijn leven voor hen. Zo toonde Hij Zijn liefde. Als ik mij nu realiseer dat Hij in liefde Zijn leven gegeven heeft, omdat Hij hen zag stralen, kan ik dan nog als een ijskoud konijn blijven zitten? Dit doet toch iets met je? “Zoals Ik u liefgehad heb, moet u ook elkaar liefhebben.”

Water drinken versus op stenen bijten
Zulke overdenkingen zijn noodzakelijk. Het gevaar is dat we met losse teksten aan de haal gaan, terwijl we de teksten – net als de liefde van Christus overigens – moeten uitpakken en ontdekken. Je kunt mensen naar de Bron van levend water brengen (Johannes 7:37-38), maar er zit een levensgroot verschil tussen drinken uit de Bron en het gaan bijten op de stenen. Die stenen vormen wel de put, maar je krijgt er geen voeding uit. Je zult de voeding uit die put moeten halen. Wanneer je iemand met een enkele Bijbeltekst probeert te bewegen gehoorzaam te zijn, zonder dat je de tekst uitgepakt hebt, ben je in feite bezig om iemand aan te moedigen zijn tanden stuk te laten bijten op zo’n steen. Dat werkt niet. Maar wanneer je de tekst, en alle implicaties die daaruit voortvloeien, als het ware drinkt, gaat het vanbinnen leven. Je gaat zien en ervaren wat Christus voor jou gedaan heeft, voor de heerlijkheid van God en je gaat zien wat Hij van jou vraagt, voor de heerlijkheid van God.




Blogarchief