SalvationInGod

Posts tonen met het label aanbidding. Alle posts tonen
Posts tonen met het label aanbidding. Alle posts tonen

zondag 25 november 2018

De val van Babylon (4)

Geestelijke macht in het boek Openbaring

Na de vorige studie, over Openbaring 13:11-18, heb ik aangekondigd verder te zullen gaan met Openbaring 14:6-7. Oplettende lezers zullen dan zien dat ik de eerste vijf verzen van Openbaring 14 oversla. Dat klopt.

Openbaring 14 begint met een hemels tafereel. Johannes wordt in het visioen voor een ogenblik “overgezet” van de aardse realiteit – die van de twee beesten – naar de hemelse. De hemelse realiteit ziet er onbeschrijfelijk en buitengewoon schitterend uit. Johannes ziet Christus, het Lam, op de berg Sion – de berg waar God verlossing schenkt. Het Lam is niet alleen. Hij wordt omringd door 144.000 uitverkorenen, die allen de Naam van God de Vader op hun voorhoofd hebben.
Nu heb ik tijdens het bestuderen van Openbaring 13 geopperd dat het merkteken van het beest (aangebracht op de rechterhand of – jawel! – het voorhoofd) symbolisch kan worden opgevat als zijnde een aanduiding voor “bezit” of “eigendom” en “toewijding”. Openbaring 14 begint juist met het tegenbeeld: alle uitverkorenen hebben de Naam van God op hun voorhoofd. Wanneer we Openbaring 13 vergelijken met hoofdstuk 14, zien we hier tegengestelde parallellen zichtbaar worden. De beschrijving die Johannes geeft van de uitverkoren, doet vermoeden dat het merkteken van het beest niet wijst op een chip, maar op de identificatie van de mensen die het beest volgen en aanbidden.
Zekere kenmerken die Johannes ziet bij degenen die het beest aanbidden, ziet hij ook terug bij de uitverkorenen – met één cruciaal verschil: de uitverkorenen van God volgen het beest niet, maar Christus (Openbaring 14:4). Hij is het ware Lam.

Hemelse boodschap voor een antichristelijke aarde
Na dit prachtige beeld ziet Johannes drie engelen, die allen een boodschap hebben. We zullen in deze studie stilstaan bij de boodschap van de eerste engel.
Laten we goed onthouden dat we de opkomst van de twee beesten hebben gezien en dat de hele wereld – met uitzondering van de gelovigen in Christus – achter dit beest aangaat. Hoe reageert de hemel op deze ontwikkelingen? De hemel wordt gelasterd (zie Openbaring 13:6). Wat is het antwoord van de hemel op deze lastering? Wanneer we Openbaring 14:6-7 bestuderen, ontdekken we de ontzagwekkende diepte van Gods genade.

1. De eerste engel – het Evangelie voor de hele wereld (vers 6)
In Openbaring 14:6 lezen we dat Johannes een engel hoog aan de hemel ziet vliegen:

“En ik zag een andere engel, die hoog aan de hemel vloog. En hij had het eeuwige Evangelie, om dat te verkondigen aan hen die op de aarde wonen, en aan elke natie, stam, taal en volk.”

Een engel verkondigt het “eeuwige Evangelie.” Wat is dit precies voor een Evangelie? Is dit het Evangelie van Jezus Christus? Of is dit een Evangelie, speciaal voor de tijd dat het beest actief is?

Serieuze bezwaren tegen de dispensationele hermeneutiek
Deze vraag moet worden beantwoord, omdat er mensen zijn die beweren dat het “eeuwige Evangelie” voor een bepaalde tijd zal worden gebracht. En die tijd ligt volgens hen in de toekomst.
Dispensationalisten geloven dat het “eeuwige Evangelie” in Openbaring 14:6 niet – ik herhaal: niet – het Evangelie van Jezus Christus is. Zij menen dat de boodschap van deze engel alleen geldt in de tijd van de zogenaamde grote verdrukking. Zij menen dit op grond van de inhoud in vers 7, waar we straks naar zullen kijken.
Er zijn dispensationalisten die stellen dat in de Bijbel drie verschillende Evangeliën te vinden zijn: het Evangelie van het Koninkrijk (de boodschap die de Heere Jezus verkondigde), het Evangelie van Gods genade (de boodschap die de apostel Paulus aan de gemeenten verkondigde) en het eeuwige Evangelie, dat we hier – in Openbaring 14 – vinden. Er kleven ernstige bezwaren aan deze opvatting.
Ten eerste wordt er gesproken over een eeuwig Evangelie. Waarom zou de Bijbel een boodschap eeuwig noemen, als het in werkelijkheid maar een duur van zeven jaar heeft? Het feit dat de Bijbel een boodschap “het eeuwige Evangelie” noemt – en overigens is dit ook de enige plaats in de gehele Schrift – wekt toch minstens de suggestie dat het hier gaat om een openbaring of boodschap van Gods oorspronkelijke plan. Het heeft ongetwijfeld te maken met Gods plan vóórdat Hij de schepping tot stand bracht.
Als tweede wordt er in deze visie nauwelijks rekening gehouden met de context van het gedeelte. We moeten kijken waarom Johannes deze dingen op dit moment beschrijft. Waarom heeft hij deze dingen niet eerder gezien? Of later? Er zit duidelijk een lijn in de visioenen.
Ten derde heeft de dispensationele visie een probleem met de verhouding ontwikkeling en tijd. Volgens de dispensationele visie bedraagt de tijd die in Openbaring 6-19 wordt beschreven exact zeven jaar. Deze visie is té veel gefocust op de tijd, zodat de ontwikkeling van het boek uit het oog verloren wordt. Volgens deze visie moeten de visioenen worden vervuld in de volgorde waarop zij staan beschreven. Maar dat wordt lastig, aangezien we de volgende keer zullen zien dat het oordeel over Babylon wordt uitgesproken in vers 8, terwijl Babylon tot dat moment niet is genoemd in Openbaring!
De meest veilige opvatting met betrekking tot het Bijbelboek Openbaring is dat het altijd relevant is voor de Kerk van Jezus Christus. We mogen een Bijbelboek nooit van zijn kracht en relevantie beroven, door te stellen dat na een bepaald hoofdstuk de Kerk niet meer op aarde is en dat we ons daarom niet druk moeten maken over de inhoud daarvan. God geeft ons geen openbaring waar wij als Kerk maar ten dele iets mee kunnen.
Ik probeer – en heb dat al geprobeerd – door middel van deze serie aan te geven dat Openbaring een boodschap bevat, juist voor de Gemeente. Wie hier niet aan wil, loopt serieuze risico’s, omdat de verwachting met betrekking tot de vervulling van deze visioenen en profetieën ernstig buiten het spoor van het Bijbelse kader loopt. En dit heeft altijd praktische consequenties.
Om terug te komen bij de vraag over het eeuwige Evangelie: is dit het Evangelie van Jezus Christus? Ja. Laten we naar vers 7 kijken om te zien waarom dat zo is.

2. De eerste engel – de oproep tot aanbidding van de Schepper van deze wereld (vers 7)
Vers 7 lijkt in beginsel totaal niet te spreken over het Lam Dat geslacht is. Er wordt niet gesproken over de dood, opstanding en verheerlijking van Jezus Christus. Alles wat de engel zegt, is dit:

“En hij zei met een luide stem: Vrees God en geef Hem eer, want het uur van Zijn oordeel is gekomen. En aanbid Hem Die de hemel, de aarde, de zee en de waterbronnen gemaakt heeft.”

Dit lijkt in eerste instantie niet over het verlossingswerk van Jezus Christus te gaan. Geen woord over verzoening. Geen woord over het offer. Geen woord over vergeving. Waarom denk ik dat dit dan tóch over het Evangelie van Jezus Christus gaat? Het woord “eeuwig” in vers 6 is beslissend.
Het is een grote misvatting te denken dat God het Evangelie heeft ontworpen na de zondeval. Dit beeld klopt niet. Het Evangelie is ontworpen vóór de schepping van de wereld (zie Efeze 1:4, 9-10 en 1 Petrus 1:20). Het Evangelie van Jezus Christus is het Evangelie dat vóór de schepping al klaarlag om te worden vervuld. Je kunt het met je beperkte, menselijke verstand niet bevatten, maar het is wel wat de Bijbel zegt.
Een andere misvatting wordt in Openbaring 14:7 ook weggenomen. En deze misvatting is niet alleen op grotere schaal verkondigd, ze is ook gevaarlijk.
De engel die het eeuwige Evangelie verkondigt, roept namelijk op tot aanbidding. Dit betekent dat de boodschap van het Evangelie niet moet stoppen bij geloof. Het Evangelie bewijst zijn kracht juist als mensen zich onderwerpen aan God, door Jezus Christus. Het Evangelie stopt niet bij geloven; het wil mensen oproepen tot verandering met betrekking tot aanbidding.
De timing van deze boodschap wordt nu ook logisch. In Openbaring 13 hebben we namelijk gezien hoe de wereld achter het beest aangaat; de wereld aanbidt het beest. De wereld gelooft niet alleen het beest, de wereld aanbidt het beest! En nu, op dit moment, klinkt de hemelse boodschap van verzoening met God door Jezus Christus. Met welk doel? Dat de dwaze aanbidding van het beest stopt en mag veranderen in de aanbidding van de Ene en levende God.
Eén van de belangrijkste kernwoorden in het hele boek Openbaring is aanbidding. De vraag die het boek jou en mij als lezer steeds weer stelt, is deze: “In het licht van deze ontwikkelingen in de wereld, en in de wetenschap dat het Lam regeert over de wereldgeschiedenis en ieder mensenleven – wie aanbid jij?”
In ieder hoofdstuk van Openbaring komt deze vraag weer terug. Niet letterlijk, maar de inhoud dwingt ons ertoe deze vraag voortdurend te stellen.

Is verlossing mogelijk tijdens de dictatoriale macht van het beest?
Nu komt ik bij een andere, foutieve conclusie die voortkomt uit de dispensationele hermeneutiek. Er zijn mensen die stellen dat wie het merkteken van het beest eenmaal heeft ontvangen, niet meer behouden kan worden en voor altijd verloren is. Is het een probleem dit zo zwart-wit te stellen? De Bijbel zegt het toch (zie Openbaring 14:9-11)? Er staat inderdaad dat iedereen die het merkteken van het beest ontvangt, voor eeuwig Gods toorn zal ondervinden. Daar kunnen we niet omheen.
Het probleem is echter dat we de deur van Gods Koninkrijk sluiten voor mensen, daar waar God Zelf de deur nog steeds open heeft staan. Laat mij uitleggen wat ik bedoel.
Er zijn op dit moment mensen die leven onder een dictatoriale macht. Zij leven niet alleen onder deze dictatoriale macht, maar zij dienen ook deze dictatoriale macht. Zij aanbidden de leider, de dictator. Betekent dit nu dat zo iemand op dit moment definitief niet meer in aanmerking komt voor het eeuwige leven? Ik durf dat te weerspreken. Waarom zou de apostel Johannes deze engel, met het eeuwige Evangelie, zien – uitgerekend ná de verschijning van de twee afschuwelijke beesten in Openbaring 13?
Hoeveel mensen hebben een dictator gediend en zijn uiteindelijk tot geloof gekomen? Hoeveel mensen hebben in blinde liefde een dictator vereerd en hebben hiermee gebroken? Hoeveel mensen hebben eerst een dictator aanbeden en hebben daarna gehoor gegeven aan de boodschap van het Evangelie? We kunnen toch onmogelijk beweren dat deze mensen, ondanks dat zij in de Heere Jezus geloven en Hem van harte liefhebben, niet gered zijn?
Omdat ik de ernstige waarschuwingen met betrekking tot het merkteken van het beest niet lichtvaardig wil opvatten, plaats ik ook een kanttekening bij deze opmerkingen. Het is namelijk waar dat iedereen die een menselijke leider aanbidt, verloren gaat. Ik ga niet roepen dat degenen die afgoderij plegen, behouden zullen worden. Dat is niet waar. Dus de waarschuwing blijft staan: iedereen die Jezus Christus niet aanbidt als de Schepper en Heere van het leven, toont geen kenmerken van het eeuwige leven en is verloren. Echter, het feit dat het Evangelie van Gods verzoenende genade in Jezus Christus nog steeds wordt verkondigd, betekent dat de poort van Gods Koninkrijk openstaat voor iedereen die zich van de afgoden bekeert, om God te dienen en Christus te verwachten (1 Thessalonicenzen 1:9-10).
Wat we duidelijk in vers 7 kunnen zien is dat de tijd voor bekering dringt: Gods oordeel staat spoedig voor de deur. Dit vers geeft daarom niet zozeer het motief voor aanbidding weer, maar de korte tijd die er nog is om tot bekering te komen. God verwacht dat mensen zich met hun hele hart tot Hem bekeren. Oprechte, schuldbewuste zondaars wil Hij rechtvaardigen. Maar mensen die enkel uit angst voor het oordeel tot God naderen in de hoop niet in de hel geworpen te worden, moeten hun motief nog eens goed overwegen. Angst voor Gods oordeel zorgt er namelijk nog niet voor dat je Hem ook oprecht gaat bewonderen en aanbidden. En dat is wel het punt waarop je moet komen!

De grootheid van Gods genade
Wat wij in Openbaring 14:6-7 lezen, is één grote blijk van Gods grote genade. Is het niet een geweldig diep wonder dat de Schepper van hemel en aarde nog steeds verzoening aanbiedt? Ondanks dat de wereld achter valse christussen en intimiderende dictators aanloopt, predikt Gods Geest – door middel van Zijn Kerk – het goede nieuws dat Jezus Christus kan en wil verlossen! Is dit niet onbegrijpelijk? Hoe is het mogelijk dat God, Die ziet hoe de wereld in vijandschap tegen Hem tekeer gaat, Zijn verzoenende hand blijft uitsteken? Het antwoord kan niet meer dan zes letters tellen: G-E-N-A-D-E.
We mogen nooit te klein denken over Gods genade. We mogen ook nooit te klein denken van de verkondiging van het Evangelie. Laten we de hoop en moed niet opgeven, zolang God Zijn verzoening in Christus aanbiedt.
Ondanks de corrupte en misplaatste aanbidding van het beest door de wereld, mag de Kerk van Jezus Christus weten: dictators brengen het Evangelie niet tot zwijgen; ze bewijzen juist de noodzaak van het Evangelie. De Kerk mag niet stoppen met spreken. Juist als de satanische machten de overhand (lijken te) krijgen, moet de bazuin van het Evangelie luid schallen. Zo schittert Gods genade. Tot lof en eer van Zijn heilige Naam.

zaterdag 24 november 2018

“Hier is de volharding van de heiligen…”

Geestelijke macht in het boek Openbaring

We hebben drie keer gekeken naar Openbaring 13. Het is een beangstigend hoofdstuk; het is een hoofdstuk waarin de satanische activiteit in deze wereld naar een hoogtepunt lijkt te stijgen. Er lijkt niets van de Kerk in deze wereld over te blijven. Gruwelijke machtshebbers en dictators grijpen naar de macht en eisen absoluut gezag. Wie niet voor hen is, is tegen hen.

Het vermoeiende van eindtijddiscussies
Toch is het de vraag wat we nu werkelijk uit een hoofdstuk als Openbaring als belangrijkste moeten beschouwen. Welke boodschap wil God door Johannes overbrengen?
Het vervelende van dit soort vragen, is dat het gros van de mensen onmiddellijk aan komt zetten met gedetailleerde antwoorden. Sommigen beweren (bijna) zeker te weten uit welke hoek de antichrist komt. Anderen stellen dat ze achter de betekenis van het getal zeshonderdzesenzestig zijn gekomen. Weer anderen zijn druk bezig met alle politieke ontwikkelingen en zien in het huidige Europa de opmaat naar de antichristelijke wereldmacht.
Het probleem is echter dat het boek Openbaring nooit is gegeven om met concrete details te gaan speculeren. Natuurlijk, een boek als Openbaring leent zich uitstekend als een speculatieve puzzel. Toch zegt dit meer over degenen die er zo mee omgaan dan over het karakter en de inhoud van het boek zelf.
Ik durf te stellen dat veel vragen van christenen met betrekking tot de eindtijd achterwege gelaten kunnen worden. Ze doen er niet toe. Ze doen er niet toe, omdat het ze in de volgende twee categorieën vallen:

1) De categorie onbeantwoord – dit is de categorie vragen waarvan je weet dat de Bijbel er geen expliciet antwoord op geeft
2) De categorie ontoepasbaar – dit is de categorie vragen waarvan je weet dat áls ze beantwoord worden, dit nauwelijks impact heeft voor het dagelijks leven

Hoe de “breed-apocalyptische benadering” toepasbaar wordt
De vorige keer heb ik de term “breed-apocalyptische benadering” geïntroduceerd. Deze term betekent dat we bij het lezen van een boek als Openbaring (of het lezen van andere apocalyptische literatuur in de Bijbel) uitgaan van de brede lijn van het verhaal. We houden vast aan de hoofdlijn en weigeren toe te geven aan de menselijke neiging helemaal te focussen op de details. Op het moment dat we ons totaal blindstaren op de termen “beest”, “zeshonderdzesenzestig”, “merkteken” en “het beeld voor het beest”, dan weten we zeker dat de boodschap van Openbaring onduidelijk blijft. Als je deze termen heel gedetailleerd omschreven wil hebben, begin je aan een ondoenlijke opdracht. Het lukt je niet. In Openbaring wordt niet tot in detail vermeld wat deze termen betekenen en wie of wat het moet voorstellen. Wat we wél kunnen doen, is deze termen verbinden met de kenmerken die eraan toegeschreven worden. En dan komen we een stap verder. Dan wordt onze “breed-apocalyptische benadering” werkbaar.

God geeft niet alle antwoorden
Opvallend is dat juist in een boek als Openbaring wordt opgeroepen om als christen je verstand en inzicht te gebruiken. In Openbaring 13 zien we dit ook:

“Indien iemand oren heeft om te horen, laat hij horen.”
(Openbaring 13:9)

“Hier is de wijsheid: wie verstand heeft, laat hij het getal van het beest berekenen, want het is een getal van een mens, en zijn getal is zeshonderdzesenzestig.”
(Openbaring 13:18)

Deze opdrachten zijn wat mij betreft het toonbeeld van waakzaamheid. Een christen dient altijd zelf te werken aan Bijbels inzicht. Een christen dient altijd zelf de Bijbelse wijsheid tot zich te nemen en erover na te denken. Maar hoe doet hij dat concreet?
Laten we eens een aantal termen verbinden aan de kenmerken die eraan worden toegeschreven:

A. Eerste beest → koninklijke macht, godslasterlijke namen, dodelijke wond die geneest, voert oorlog tegen de heiligen
B. Merkteken → getal van een mens dat berekend kan worden, wie het niet heeft kan niet kopen of verkopen, zeshonderdzesenzestig, op rechterhand of voorhoofd
C. Tweede beest → horens als van een lam, spreekt als de draak, wijst op het eerste beest als object van aanbidding

Wanneer we al deze kenmerken op een rijtje zetten, kunnen we deze als volgt samenvatten:

• Dictatoriaal
• Antichristelijk
• Onderdrukkend, dwingend
• Gepresenteerd als goddelijk
• Terug van weggeweest
• Bedrieglijk, misleidend
• Afgoderij
• Christenvervolging

Nu komen we ergens. Want nu hebben we de kenmerken van de termen uit Openbaring 13 omgezet naar werkbare begrippen die tot de verbeelding spreken. Nu komt het aan op het gebruiken van de wijsheid die Johannes in Openbaring 13:9 en 18 bedoelt. Zijn wij nu in staat om Gods boodschap in brede lijn te verstaan? Ja, dat zijn we. Maar het kost denkwerk. Het is puzzelen. Maar niet met de details. We werken vanuit de algemene lijn die Johannes in Openbaring beschrijft.
Het beeld dat deze begrippen oproept, is ontluisterend. Het gaat over dictatuur, onderdrukking, dwangmatigheid, uitsluiting, vijandschap tegen God en Zijn Christus, christenvervolging. Niet de minste thema’s, dacht ik zo.

De essentie van het christelijk geloof
Wat hebben deze thema’s nu te maken met de essentie van het christelijk geloof? Op welke manier verhouden deze thema’s zich nu tot de kern van het Evangelie?
Het mag duidelijk zijn dat Openbaring 13 geen randzaken beschrijft. Het gaat hier niet om een theologisch verschil van inzicht met betrekking tot de doop of aanbiddingsliederen. Dit hoofdstuk gaat om de kern van ons bestaan, omdat het een beeld schetst van een dictatoriale macht, die meent te mogen beslissen over leven en dood.
We hebben hier te maken met een onderdrukkende, dictatoriale macht die zich laat bedienen van zowel misleiding als dwang.
Deze macht eist aanbidding. Deze macht wil als god aanbeden worden. Deze macht lijdt aan het “Genesis 3-syndroom.” Er is vanaf de zondeval een onafgebroken periode aangebroken – en we zitten hier nog steeds in – waarin mensen en menselijke instanties en menselijke machtsinstellingen proberen zichzelf te verheffen als god, om hun wil aan de onderdanen op te leggen. In deze wereld zal dit altijd zo blijven. Pas als Christus terugkomt, zal ermee worden afgerekend.
Iedere christen voelt hier natuurlijk de urgentie. Waar sta ik? Hoe reageer ik, wanneer ikzelf word geconfronteerd met een dictatoriale macht? Buig ik voor het “beest”, of buig ik voor Christus? Ben ik bereid sterven voor Christus, als dat van mij wordt gevraagd? Ben ik bereid tegen de eisen en richtlijnen van de antichristelijke macht in te gaan? Durf ik mijn mond dan open te doen?
In de kern gaat het maar om één vraag: “Wie aanbid ik?”

God vraagt niet om geloof, Hij wil aanbeden worden
Nu wordt het scherp. Hier gooi ik het knuppel in het hoenderhok. Christenen moeten de mond niet vol hebben over geloven – nee, ze moeten zich druk maken over aanbidden. Er moet een moment komen dat een christen naar geestelijke volwassenheid groeit (zie Hebreeën 5:12-14). We kunnen niet onze dagen blijven vullen met het verkondigen van wat de Bijbel “babyvoeding” noemt. We kunnen geen melk blijven drinken. Wat betekent dit concreet? Vul maar in! Pak de hierboven genoemde begrippen er maar eens bij en ga er maar eens mee worstelen. Ga er maar eens over nadenken.
Het riedeltje van “Ja, maar ik ben gerechtvaardigd door het geloof” is nergens goed voor als het niet in staat is het beest uit Openbaring 13 te overwinnen. Kapotte langspeelplaten voltooien de afspeellijst niet; het blijven benadrukken van rechtvaardiging door het geloof overwint de wereld niet. Wat ik hiermee wil zeggen? Onderzoek naar Gods plek in jouw leven. Is Hij werkelijk God in jouw leven? Of is Hij fungeert Hij als middel om de kapotte langspeelplaat van “geloof” en “rechtvaardiging” te laten draaien?
De Kerk van Jezus Christus heeft totaal geen behoefte aan christenen die spreken als een kapotte langspeelplaat. Er moeten christenen opstaan die zichtbaar – dwars tegen de eisen van welke wereldse macht dan ook – God aanbidden en toegewijd zijn aan Zijn wil. Ik ben dankbaar voor christelijke voorgangers en leiders die in hun onderwijs altijd weer uit willen komen bij de essentie van het christelijk geloof: God aanbidden door Jezus Christus. Want dat is in de kern waar Openbaring 13 over gaat. Ja, het gaat over de misleidende politieke macht in de wereld. Ja, het gaat over christenvervolging. Maar in dit alles wordt de vraag gesteld: “Christen, wil jij toegewijd zijn aan de God en Vader van de Heere Jezus, zoals de wereld toegewijd is en zal zijn aan de dictatoriale politieke macht?”
Het is niet een kwestie van “even belijden dat je door geloof gerechtvaardigd wordt.” Nee. Het gaat erom dat we door de leer van de rechtvaardiging door het geloof in verwondering raken over de goedheid en de genade en het geduld van God. En dat wij in Christusgelijkvormigheid zeggen: “Heere, U gaf Uw leven voor mij. Geef dat ik door genade mijn leven voor U mag geven – als dit de prijs is die ervoor wordt gevraagd.” Pas dan kunnen we de betekenis van Johannes’ woorden op waarde schatten:

“Indien iemand oren heeft, laat hij horen. Als iemand in gevangenschap voert, die gaat zelf in gevangenschap. Als iemand met het zwaard doodt, die moet zelf met het zwaard gedood worden. Hier is de volharding en het geloof van de heiligen.”
(Openbaring 13:9-10)


zaterdag 10 november 2018

De val van Babylon (2)

Geestelijke macht in het boek Openbaring

De vorige keer hebben we gezien hoe Johannes in zijn visioen op het eiland Patmos een angstaanjagend beest uit de zee ziet opkomen. We kunnen met grote zekerheid stellen dat dit beest symbool staat voor een politieke, dictatoriale macht – een macht die wordt gekenmerkt door zijn vijandschap en actieve strijd tegen Koning Jezus en Zijn Kerk. Daar blijft het niet bij; hoe verder we lezen in hoofdstuk 13, hoe gruwelijker deze demonische macht wordt beschreven.

1. Het spreken van het beest (vers 5a)
Het heeft er alle schijn van dat Johannes in de eerste tien verzen van Openbaring 13 vooral bezig is met het overbrengen van feiten. Hij is aan het informeren wat hij ziet, maar er volgt nog geen onthulling van de manier waarop het beest uit de zee opereert. In vers 5a lezen we het volgende:

“En het werd een mond gegeven om grote woorden en godslasteringen te spreken…”

Dit beest heeft niet alleen een godslasterlijke naam (zie vers 1). Dit beest ontvangt ook een mond. Nu is het redelijk onlogisch te denken dat dit om een letterlijke mond gaat, aangezien Johannes in vers 2 heeft geschreven dat dit beest al een mond heeft, namelijk de mond van een leeuw. Het kan dus niet betekenen dat dit beest eerst geen mond had en nu wel.
Wat het wél betekent, is dat dit beest in staat is een stem te geven aan zijn godslasterlijke naam. Dit beest draagt een godslasterlijke visie uit. En om een visie uit te dragen, moet je het kunnen verwoorden en verkondigen.
Om het in politieke termen te houden: deze dictatoriale macht, die zich verzet tegen Gods heerschappij, ventileert zijn politieke ideeën door middel van zijn mond.

Christen, verbaas je niet over antichristelijke politieke machten
Openbaring is niet alleen angstaanjagend, ze is ook een genadig bewijs van de betrouwbaarheid van de Bijbel. Geen enkel boek is zó realistisch als de Bijbel. Want zeg nou eerlijk: is het over het algemeen niet zo, dat een groep mensen een boodschap van overwinning verkondigt door middel van strijd? Er wordt net gedaan alsof de overwinning behaald wordt door een opwaartse beweging. Alsof een overwinning nooit behaald kan worden via ogenschijnlijke nederlagen!
De boodschap van de Bijbel staat haaks op dit soort claims. Christus overwon de dood. Hoe? Door te sterven. Hij overwon de zonde. Hoe? Door de ongerechtigheid van de kruisiging over Zich heen te laten komen en zo de toorn van God over alle zonde te dragen. Hij overwon satan. Hoe? Door het strafblad van al Gods kinderen aan het kruis te slaan. Naar de mens gesproken niet bepaald een triomfantelijke boodschap.
God keert de zaak echter volledig om. De zonde is weg, de dood is gestorven en satan is ontwapend. Juist de gruwelijke wijze waarop Christus de verlossing heeft verworven – door lijden, dood, maar ook de opstanding – laat zien dat de Bijbel een buitengewoon realistisch boek is. Daarbij komt dat de weg van Christus ook de weg van de christen is. Een christen hoeft niet te sterven om zijn eigen verlossing te verdienen, maar zal er altijd rekening mee moeten houden dat “een dienaar [een christen] niet meer is dan zijn heer [ Christus]” is (Johannes 15:20). En in de context betekent dit: als Christus gruwelijk behandeld is door de wereld, dan geldt dit ook voor de christen.
Hoe kan het dan toch dat christenen verschrikt reageren wanneer politieke machten morrelen aan de verworven vrijheden van het openlijk kunnen belijden van het geloof? Waarom schrikken wij wanneer dictatoriale regimes de Bijbel verbieden, staatskerken oprichten en geen enkele god erkennen dan de dictator of keizer? Tweeduizend jaar geleden – en zelfs in de tijd dat het Oude Testament in ontwikkeling was – heeft God door Zijn dienstknecht Johannes laten zien dat politieke machten in de kern altijd iets antichristelijks hebben. Het mag voor christenen geen verrassing zijn wanneer politieke machten de christelijke gemeenschap in de marge probeert te drukken of zelfs uit te roeien. Laten we daarom beseffen hoeveel genade God schenkt in landen waar nog overwegend vanuit christelijke normen en waarden gedacht en gehandeld wordt. We moeten er wel ernstig rekening mee houden dat in de toekomst – en wie weet is deze toekomst zeer nabij – een sterk, dictatoriaal machtsblok geopenbaard zal worden.
Dit betekent niet dat we lijdelijk moeten toezien hoe dit alles zich gaat ontwikkelen. Christenen moeten niet stil blijven zitten, of zich opstellen als slachtoffers van een dictatuur. We zullen aan het einde zien dat Johannes christenen juist oproept moedig stelling te nemen tegen deze dictatoriale macht(en).

2. De macht van het beest (vers 5b)
Niet alleen ziet Johannes dat het beest een stem krijgt om zijn godslasteringen te verwoorden; hij ziet ook dat het beest macht ontvangt:

“…en het werd macht gegeven om dit tweeënveertig maanden lang te doen.”

Het is goed om te beseffen dat politieke, dictatoriale machten geen macht uit zichzelf hebben. En het is ook goed om te bedenken dat zelfs satan geen enkele macht bezit om zijn invloed in de politiek te doen gelden. Nu hoor ik iemand denken: “Maar het staat toch wel zo beschreven? Dat beest ontvangt zijn macht van de draak – en dat is satan.”
Dat klopt. Maar het feit dat Johannes ziet dat de draak zijn macht aan het beest geeft, zegt in dit geval meer over de inhoud van die macht – godslasterlijk – en over de kwaadaardigheid van die macht dan over de werkelijke hoeveelheid ervan. Een sleutelvers om dit te kunnen begrijpen is Openbaring 1:5, waar Johannes de zeven gemeenten in Asia groet:

“…Jezus Christus, Die de getrouwe Getuige is, de Eerstgeborene uit de doden en de Vorst van de koningen der aarde.”

Dus zelfs het beest uit de zee is onderworpen aan de macht van Koning Jezus. Het lijkt alsof satan alle macht bezit en deze macht schenkt aan de politieke macht die symbolisch wordt voorgesteld in Openbaring 13, maar in werkelijkheid staat de opgestane en verheerlijkte Christus hier boven.
Nu wil ik niet stellen dat dit beest daarom niet veel macht bezit. Dit beest bezit veel macht. Maar niet alle.

De soevereiniteit van God
Een aangevochten leerstuk in het Westen is de almacht en soevereiniteit van God. Tegenwoordig zingen we van “the reckless love of God” – alsof God in Zijn liefde onverantwoorde risico’s neemt. We spreken over de God Die wel alwetend is en kan vooruitzien in de toekomst, maar niet alles in de geschiedenis kan beïnvloeden. We geloven dat God alleen in staat is te handelen wanneer wij in onze vrije wil meewerken aan Zijn plan.
Onzin! En ik zou willen zeggen: het grenst aan godslastering dit te beweren. Door dit te beweren en te bezingen, maken wij God tot een mens, Iemand die is zoals wij.
Juist in het Bijbelboek Openbaring wordt duidelijk dat God alle macht heeft en dat Hij zelfs kwaadaardige dictators en politieke machten gebruikt om Zijn plan uit te voeren. Als je dit niet gelooft, dan moedig ik je aan Openbaring 17:17 te lezen en hier eens goed over na te denken. God kan niet verrast worden en Zijn plannen kunnen niet worden gedwarsboomd. De wijze Job beleed dit al – hij was wijzer met veel minder Bijbelteksten dan hedendaagse theologen met een complete Bijbel die het tegenovergestelde beweren (zie Job 42:1).
Goede theologie is van cruciaal belang voor het overwinnen van het beest. Want wat hebben we in vers 4 gelezen?

“En de hele aarde ging het beest met verwondering achterna. En zij aanbaden de draak, omdat hij aan het beest macht gegeven had. En zij aanbaden het beest en zeiden: Wie is aan dit beest gelijk? En wie kan er oorlog tegen voeren?”

Wie beweert dat God beperkt is in Zijn almacht en soevereiniteit, dreigt bovenstaande vraag ook ontkennend te moeten beantwoorden. En dan bedoel ik met ontkennend antwoorden stellen dat niemand dit beest kan verslaan. Met andere woorden: Gods almacht blijven belijden en vasthouden aan de waarheid dat Hij soeverein heerst – ook over politieke machten die de Kerk proberen te vernietigen – is noodzakelijk om niet mee te gaan met de verwondering over het beest.

3. Het lasteren door het beest (vers 6)
Het beest heeft een godslasterlijke stem gekregen. Dit wordt herhaald in vers 6:

“En het opende zijn mond om God te lasteren, om Zijn Naam te lasteren en Zijn tent en hen die in de hemel wonen.”

Opnieuw krijgen we hier geen concrete voorbeelden van de manier waarop het beest God en Zijn volk lastert. We krijgen tot nu toe enkel de informatie dat het beest God lastert.
Wat betekent dit? Het betekent dat christenen alert moeten zijn op de ontwikkelingen, stemmen en geluiden in de samenleving. Een toename van godslasterlijke praktijken voorspeld in de Bijbelse regel weinig goeds.
Laten we hier ook een belangrijke les uit leren: het is voor een christen niet belangrijk om te weten hoe iemand God lastert; een christen moet de alarmbellen horen rinkelen op het moment dat iemand God lastert. Ik denk dat dit één van de redenen is waarom Johannes in dit opzicht (nog) geen details toevoegt aan de beschrijving van het beest. Het mag duidelijk zijn dat, nu het woord (gods)lastering vier keer gelezen is in zes verzen, het een kernpunt is in karakter van dit beest. God wil dat Zijn volk hier weet van heeft. Want alleen op deze manier is de Kerk van Christus in staat de gruwelijke antichristelijke aard van deze politieke macht op tijd te ontmaskeren.

Wanneer een democratie overgaat in een dictatuur
Democratische rechtstaten roemen in het feit dat zij “de macht in handen van het volk hebben gelegd en zodoende uitvoeren wat het volk besloten heeft door middel van democratische verkiezingen.”
Toch is een democratie nooit veilig. De opkomst van Adolf Hitler en Nazi-Duitsland in de jaren ’30 van de vorige eeuw laten zien dat een democratische rechtsstaat altijd op haar hoede moet zijn en de wolven onder de schapen moet ontmaskeren. Schemeren met de termen “democratie” en “democratische rechtsstaat” en “de scheiding der machten” – de trias politica – zijn niet van doorslaggevend belang. De geboden vrijheid die de burgers in een democratische rechtsstaat werkelijk genieten, bepaalt de gezondheid van die democratie.
Dictators kapen de democratie. Hoe dieper ze doordringen in het centrum van de macht, hoe meer bevoegdheden zij zichzelf toe-eigenen; tegelijk neemt hij de macht – en daarmee de stem van het volk – meer en meer weg. Wie zich verdiept in de politieke opmars van Hitler in Duitsland, ziet duidelijk dat hij de democratie gekaapt heeft om alle macht naar zich toe te trekken. Na zijn benoeming tot Rijkskanselier was het gedaan met de vrijheden van het volk. Iemand als Hitler past goed in de typering van het beest in Openbaring 13.
Wie denkt dat de democratie een automatische bescherming biedt tegen een politieke dictatuur, komt bedrogen uit. Democratie kan juist een opstap naar dictatuur zijn. Een democratie mag zichzelf daarom nooit rust gunnen, alsof er geen enkele bedreiging meer zou bestaan. Juist in Openbaring 13 zien we hoe een charismatisch politicus met kwade bedoelingen de handel en wandel van de wereld kan beïnvloeden.

4. De strijd van het beest (vers 7a)
De strijd van een dictator draait per definitie om macht. Hij hongert naar macht – voor zichzelf. Dictators zijn stuk voor stuk politieke rupsjes-nooit-genoeg. Vijanden dulden zij niet. En de geestelijke macht die door satan wordt aangestuurd, heeft zijn pijlen op één specifieke vijand gericht. En dat is de Kerk, zo lezen we in vers 7a:

“En het beest werd macht gegeven om oorlog te voeren tegen de heiligen en om hen te overwinnen.”

Het beest voert oorlog. We moeten hier niet lichtvaardig over denken. We moeten niet doen alsof het allemaal meevalt. De Kerk van Jezus Christus wordt op aarde altijd de oorlog verklaard door dictators. Geen enkele dictator erkent gelovigen in Jezus Christus. De ene dictator grijpt echter harder in dan de ander. De één sluit christenen op en geeft opdracht hen te martelen en doden; de ander laat kerken sluiten en richt zogenaamde “staatskerken” op. Dit zijn kerken die de leer en liturgie zelf ontwikkelen, waarbij – uiteraard – de dictator het middelpunt van aanbidding is.
De Kerk van Jezus Christus is op aarde nooit veilig. Ze zal altijd te maken hebben met vervolging. Haar bestaan wordt voortdurend aangevochten en bedreigd.
Sterker nog, in dit vers lezen we dat de Kerk daadwerkelijk overwonnen wordt.
Hoe dan?
Het antwoord laat zich raden: christenen zullen fysiek gedood worden. In die zin “overwint” het beest de heiligen. Maar zijn overwinning betekent niet dat de heiligen voor eeuwig verloren zullen zijn. In tegendeel: de heiligen die gedood worden omwille van het geloof in Christus, zullen voor eeuwig bij Hem zijn.

5. De aanbidding van het beest (vers 7b-8)
De vorige keer schreef ik dat ik niet overtuigd ben van het feit dat de antichrist één persoon zou moeten zijn. En de reden waarom ik dit denk, is te vinden in vers 7b-8:

“…en hem werd macht gegeven over elke stam, taal en volk. En allen die op de aarde wonen, zullen het aanbidden, althans van wie de namen niet zijn geschreven in het boek des levens van het Lam Dat geslacht is, van de grondlegging van de wereld af.”

Eén antichrist is niet het probleem. Een antichrist én zijn bewonderaars is het probleem. Wat ik hiermee wil zeggen, is dit: het gaat er niet om of wij te weten komen wie de antichrist zelf is. Het gaat erom dat we de antichristelijke macht in de maatschappij en politiek ontdekken.
Zolang er één slecht figuur in de politiek aanwezig is, betekent dit niet onmiddellijk acuut gevaar. Er zijn immers nog genoeg tegenkrachten die hem in bedwang kunnen houden. Het wordt gevaarlijk wanneer de slechte politicus in het centrum van de macht geplaatst wordt. En dat gebeurt in een democratie door middel van verkiezingen. En hoe meer stemmen iemand krijgt, hoe groter de steun onder de mensen. Daarom stel ik dat het niet alleen de politicus of de dictator is die een bedreiging vormt, maar ook zijn aanhang. En dat is wat we hier zien gebeuren.
Dit beest, deze antichristelijke politieke macht, heeft vele aanhangers. Deze mensen aanbidden het beest. Wie zijn deze mensen?
Het zijn mensen die niet bij Christus horen. Het zijn “antichristen”. De apostel Johannes noemt hen al in zijn eerste brief. Het zijn mensen die zich niet (meer) willen identificeren met de Kerk. Zij trekken juist op tégen de Kerk. Deze mensen leven onder de heerschappij van de duivel en zijn niet verlost door het verzoeningswerk van Christus.

6. Christusgelijkvormige overwinning over het beest (vers 9-10)
In vers 9 richt Johannes zich tot de gelovigen. Wat moet hij zeggen? Wat is de boodschap voor Gods volk in de wetenschap dat er dictatoriale regimes opkomen en erop uit zijn de Kerk van Jezus Christus te vernietigen? Wat moet de Gemeente van Christus doen, wanneer zij wordt geconfronteerd met zo’n gruwelijke antichristelijke macht? Johannes doet in vers 9 en 10 een hartstochtelijke oproep:

“Indien iemand oren heeft, laat hij horen. Als iemand in gevangenschap voert, die gaat zelf in gevangenschap. Als iemand met het zwaard doodt, die moet zelf met het zwaard gedood worden. Hier is de volharding en het geloof van de heiligen.”

Nu is de lezing in de Herziene Statenvertaling anders dan die van de English Standard Version. In de HSV lijkt het alsof iemand met gelijke munt wordt terugbetaald (“Jij hebt mensen in gevangenschap gevoerd, jij zult zelf in gevangenschap gevoerd worden; jij hebt gedood, jij zult zelf gedood worden.”). Deze lezing vind ik niet geheel geloofwaardig en wel om twee redenen.
De eerste reden is dat een christen niet te boek staat als iemand die in gevangenschap voert en doodt. Het past niet bij het karakter van een christen om zich in te laten met dit soort praktijken.
De tweede reden is de oproep die Johannes doet. Hij roept op tot volharding en geloof. Als we deze oproep tot ons door laten dringen, zullen we ontdekken dat de andere lezing – zoals de ESV deze verwoordt – beter in de context past. In dat geval zegt Johannes: “Wat er – in deze antichristelijke situatie – ook met je moet gebeuren omwille van het geloof in Christus, laat het met je gebeuren. Als je gevangen moet worden genomen vanwege je geloof, laat je dan gevangen nemen. Als je gedood moet worden, laat je dan ombrengen.” Volharden en geloven betekenen hier “blijven vasthouden aan Jezus Christus, tot in de dood.”

Martelaren overwinnen het beest zoals Christus satan overwonnen heeft – door de dood heen
Bovenstaande oproep klinkt ronduit absurd voor de wereld. Maar mensen die dit absurd vinden, vergeten één ding: het gaat hier niet om een martelaarschap omwille van het martelaar zijn. Het gaat hier om een diep doorleefde toewijding aan en identificatie met Jezus Christus. Zoals de wereld achter het beest aangaat en het aanbidt, zo volgen christenen hun Heere.
Het is niet verwonderlijk dat Johannes in vers 8 schrijft over “het Lam, Dat geslacht is.” Door deze woorden te gebruiken, herinnert hij zijn lezers aan de wijze waarop Christus de verlossing van Zijn volk verworven heeft. En door de christenen aan te moedigen trouw te blijven aan deze Christus – zelfs als men hiervoor moet sterven – vereenzelvigt hij hen met Degene Die voor hen geslacht is.
Nee, de boodschap van het christendom is naar de maatstaven van de wereld geen succes story. Het is een ogenschijnlijk roemloze boodschap, gekenmerkt door zwakte en nederlagen. Een boodschap die ogenschijnlijk meer garantie biedt op vervolging dan op een prachtig leven. Maar in dit alles mag Gods Kerk vasthouden aan het Lam, Dat Zelf is geslacht en de macht heeft gekregen de boekrol van Gods voleinding met deze wereld te openen (zie Openbaring 5). Dit Lam is gezeten op de troon. En met Hem zijn allen die door het zwaard zijn omgebracht in opdracht van dictators. Daarom kan Johannes de christenen vastberaden aanmoedigen: “Houd vol!”

Blogarchief