B.E.P.T. als pastoraal model
De vorige keer hebben we gezien hoe we specifieke thema’s vanuit de Bijbel voor onszelf praktisch kunnen uitwerken door te kijken naar de volgende vier elementen met betrekking tot dat thema:
• Behoefte
• Eerzucht
• Persoonlijkheid
• Tijd
Hiermee is echter niet alles gezegd. We zouden moedeloos kunnen blijven hangen in gevoelens van falen en schuld. We zullen gefrustreerd raken wanneer we zien dat specifieke zonden voortkomen uit een bepaald aspect van ons karakter. In het eerste deel hebben we vooral gekeken naar het identificeren en blootleggen van de motieven achter ons zondige gedrag. Wanneer we dit hebben gedaan, moeten we het Evangelie in beeld brengen. Want: hoe complex al deze elementen misschien ook functioneren en met elkaar verweven zijn, het Evangelie is Gods verlossende boodschap die ons op progressieve wijze vrijmaakt van de zonde.
Deel jezelf, deel het Evangelie
Christenen moeten zich realiseren dat het hebben van een zekere “vertrouwenspersoon” of “boezemvriend” een zwaar onderschatte genade kan zijn. Een vriend kan niet verlossen, maar in het proces van verlossing kan een vriend – een gave van God! – absoluut het verschil maken (zie Jakobus 5:19-20). Het is daarom goed om de ontdekkingen over jezelf – je behoeften, je eerzucht, je persoonlijkheid en de momenten waarop je het meest kwetsbaar bent – met zo iemand te bespreken. Dat kan een goede vriend zijn, je echtgeno(o)t(e), een ouderling in de kerkelijke gemeente of een leider van de jeugdgroep. Het is belangrijk te weten dat de informatie die je deelt, door de ander serieus wordt genomen.
Als we hier echter zouden stoppen, hebben we maar een half wapen in handen. Het maken van een analyse is één, maar een effectieve reactie hierop is een tweede. Hoe kunnen wij elkaar nu helpen om er op een effectieve manier voor te zorgen dat we leren steeds minder te leven vanuit onze gevoelde behoefte en eerzucht? Hoe kunnen we nieuwe gedragspatronen aanleren en op die manier werken aan onze persoonlijkheid? En hoe kan ik ervoor zorgen dat ik minder kwetsbaar ben op bepaalde tijden? Voor al deze vragen heeft God in de kern maar één antwoord gegeven: het Evangelie. Zorg er dus voor, dat je niet alleen jezelf deelt en bespreekt, maar ook het Evangelie!
De drie-eenheid van Gods genade
Het lijkt simpel gezegd dat God in de kern het Evangelie als antwoord heeft gegeven. Maar ook hier moeten we bedenken dat in de praktijk verschillende zaken door elkaar heen kunnen lopen. Schuldgevoelens zijn niet gelijk aan de worsteling en het verlangen om niet meer te willen zondigen. Maar hoewel zij niet aan elkaar gelijk zijn, kan er in sommige gevallen toch een verband bestaan. Daarom is het van belang om het Evangelie in al zijn schoonheid te ontvangen en om er niet één aspect uit te lichten. Het Evangelie zou je kunnen omschrijven als Gods boodschap van de drie-enige genade.
1. Genade als medicijn tegen schuld
Als eerste ontdekken we dat de boodschap van het Evangelie afrekent met schuld. Wanneer je met iemand doorpraat over de ontdekkingen die hij of zij bij zichzelf heeft gedaan naar aanleiding van een bepaald Bijbelgedeelte, is het allereerst van belang te beseffen dat door het bloed van Jezus Christus reiniging en vergeving ontvangen kan worden. Mensen zijn zich bewust van een bepaalde schuld en beseffen dat zij de tijd niet meer terug kunnen draaien. Schuldgevoelens kunnen mensen zó in hun greep hangen, dat ze als tralies van een gevangenis ervaren worden. Mensen zitten vast. Ze kunnen geen kant op. De zaak is verloren. De schuld staat op de rekening en afbetalen is onmogelijk. Wat nu? Het eerste dat gedaan mag worden, is het naderen van de troon van barmhartigheid en genade, om daar de hulp te verkrijgen die op dat moment nodig is (Hebreeën 4:14-16). En één van de geweldige manieren waarop Christus helpt, is het wegnemen en vergeven van de schuld.
2. Genade als kracht voor verandering
Maar met vergeving houdt Christus’ hulp niet op. Hij schenkt ook de kracht om te kunnen veranderen. De schuld van het verleden herinneren wij ons nog en is dankzij het verlossingswerk van Christus weggenomen. Maar het Evangelie vertelt ons ook dat het in de toekomst anders kán. Een christen heeft in het Evangelie een geweldig wapen tegen de zondige begeerten die invloed uitoefenen op zijn behoefte, eerzucht, persoonlijkheid en die hem kwetsbaar maken op bepaalde momenten. En opnieuw: dit lijkt makkelijk gezegd, maar dat is het absoluut niet. Dit is de reden waarom de heiligmaking nooit in dit leven wordt vervolmaakt. De grote vraag is namelijk of wij bereid zijn onze behoeften te verloochenen ten gunste van Gods wil. Of wij Zijn glorie meer willen koesteren dan onze eigen eer. Dat we onze eigen persoonlijkheid verloochenen om Zijn karakter te weerspiegelen. En dat we niet ten dele toegewijd zijn aan Hem, maar altijd. Dit is de strijd die iedere christen elke dag weer ervaart.
Wanneer je deze vorm van genade overdenkt, is het belangrijk om in het Bijbelgedeelte – waar het besproken thema aan bod komt – te zoeken naar concrete aanwijzingen van Gods wil, Zijn karakter en de schittering van Zijn glorie. Het is essentieel om hier uitvoerig bij stil te staan, omdat een heerlijke, door de Heilige Geest gewerkte indruk van deze drie aspecten in staat zijn een verandering in het hart van de persoon tot stand te brengen.
3. Genade als uitzicht op heerlijkheid
Tot slot hebben we in het Evangelie niet alleen de vergeving, niet alleen de kracht om zonde te overwinnen, maar hebben we ook het perspectief op de eeuwige heerlijkheid gekregen! Een christen gaat op zijn doel af. Hij weet waar hij naartoe gaat en hij wil boven alles dáár zijn – bij Christus. De Heere Jezus Zelf is de “Hoop op heerlijkheid” (Kolossenzen 1:27). Dit is voor hem een hoopvolle aanmoediging, omdat hij in het zicht van de eeuwigheid ziet dat zijn dagelijkse strijd tegen de zonde niet tevergeefs is. Op een dag zal hij volkomen bevrijd zijn van de zonde! Daarom schrijft de auteur van de brief aan de Hebreeën ook over “aansporen” (3:13, Engelse vertaling). Christenen zouden de aanmoedigers voor de eeuwigheid moeten zijn. We hebben het volste vertrouwen om ons leven succesvol te eindigen. Niet vanwege onszelf, maar dankzij Degene Die onze schuld vergeeft, onze zonde overwint door de kracht van Zijn Geest en ons het heerlijke uitzicht op de eeuwige aanwezigheid van Christus Zelf heeft gegeven.
Posts tonen met het label Bijbelse counseling. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Bijbelse counseling. Alle posts tonen
vrijdag 25 mei 2018
zondag 20 mei 2018
De Schrift, de persoonlijkheid en de zonde
B.E.P.T. als pastoraal model
Enige tijd geleden heb ik vanuit Lucas 22:31-34 ontdekt dat de strijd tegen de zonde gericht kan worden gevoerd aan de hand van een specifiek model: B.E.P.T.. Dit is een afkorting van vier elementen:
• Behoefte
• Eer
• Persoonlijkheid
• Tijd
Exegese doen is schitterend, maar zou nutteloos zijn wanneer dit geen effect heeft voor de inrichting van ons leven en de praktische gehoorzaamheid aan het gedeelte wat zojuist bestudeerd is.
In de exegese laten wij God tot ons spreken. We onderzoeken de tekst, bekijken wat de oorspronkelijke boodschap is geweest voor de oorspronkelijke ontvanger(s), halen de universele waarden eruit en betrekken deze op ons persoonlijke leven.
Maar waar beginnen we? Want universele waarden bepalen, dat lukt ons over het algemeen wel. Hoe kunnen we er nu voor zorgen dat de boodschap handen en voeten in ons leven krijgt?
Allereerst is het van belang het gedeelte juist te interpreteren en dat de conclusies die worden getrokken uit het gedeelte zelf komen. We moeten weten wat het gedeelte over God zegt en in welke context Hij een specifieke boodschap geeft. Is het een bemoediging, een vermaning, een waarschuwing of een belofte?
Daarnaast is het belangrijk te weten wie je zelf bent. Jezelf kennen is eigenlijk minstens zo belangrijk als het juist kunnen interpreteren van een Bijbelgedeelte. Niet om hoogmoedig te worden (integendeel – hoe meer je over jezelf weet, hoe nederiger je wordt!), maar om de verbinding tussen de kennis over God en de kennis over jezelf te gebruiken om geestelijk te kunnen groeien.
Aanmoediging tot geestelijk én persoonlijk gesprek
Het is een leugen en vorm van valse geestelijkheid wanneer mensen denken dat in de Kerk alleen maar over Christus gesproken mag worden en dat het ik helemaal op de achtergrond verdwijnt. Ik bemerk een zekere verlegenheid wanneer dit onderwerp ter sprake komt. We weten onze “geestelijke bijeenkomsten” te vullen met allerlei clichés die voor de driehonderd en eerste keer worden uitgesproken en knikken vervolgens nog maar eens instemmend. Maar als het persoonlijk wordt, dan wordt het haast ongemakkelijk. En ik durf de stelling aan dat iedereen er behoefte aan heeft om persoonlijk te worden in gesprekken. Ten diepste willen wij ook onszelf aan de ander laten zien – de enige belemmering die veroorzaakt dat we dit niet doen is het ervaren van onveiligheid en het gebrek aan vertrouwelijkheid: durf ik mijzelf werkelijk te laten zien aan déze mensen?
Een pijnlijke, fundamentele vraag
Ongetwijfeld zijn er ook mensen die het nut van dergelijke gesprekken onzin vinden. Wat ze op zondag in de kerk horen is genoeg. Het is allemaal best. En volgens de theologie die zij omhelzen is het – op zijn zachtst gezegd – nogal overdreven om persoonlijk diep te gaan. Ze vegen het van tafel onder het mom van heiligingsdweperij. Te fanatiek. Te serieus. Te radicaal. Te moeilijk. En als jouw theologie zegt dat de rol van de zonde in het leven van gelovigen niets te maken heeft met de eeuwigheid (want – we zijn toch gerechtvaardigd door het geloof), dan zijn we, wat mij betreft, uitgepraat.
Maar ik wil – als het even kan – voor eens en voor altijd afrekenen met een dergelijke tegenwerping. Ik wil een uiterst pijnlijke en bovenal fundamentele vraag stellen:
Stel dat je er als gemeentelid of leider achter komt dat een bepaald huwelijk onder spanning staat en dat het stel een echtscheiding overweegt…
of stel dat je te horen krijgt dat een bepaald kind moeilijk op te voeden en corrigeren is…
of stel dat je weet van een gemeentelid dat werkloos is en in een depressie wegzakt en in het verleden ooit een zelfmoordpoging heeft ondernomen…
zou je het dan “heiligingsdweperij” willen noemen wanneer we hier serieus het persoonlijke gesprek aangaan?
Anders geformuleerd: is een huwelijk redden heiligingsdweperij? Is een kind op het rechte pad krijgen en hem ondersteunen zodat hij kan leren verstandige beslissingen te nemen heiligingsdweperij? Is het beschermen van een mensenleven heiligingsdweperij?
Ik ga ervan uit dat niemand, die zichzelf een oprecht christen noemt, deze vragen met “ja” beantwoordt. Maar ik wil wel het punt gemaakt hebben dat een gesprek waarin de geestelijke waarheden van Gods Woord en het persoonlijke verhaal van de mens niet voor de lol worden samengevoegd. Ze horen bij elkaar. Gods Woord kan onmogelijk krachtig werken als wij niet bereid zijn onze persoonlijke context onder de loep te nemen.
Dit maakt een pastoraal model als B.E.P.T. ook noodzakelijk. Hierbij moet wel gezegd worden dat dit een hulpmiddel is, en geen standaardformule. Ik verplicht niemand om dit concept exact zo over te nemen. Ik hoop alleen dat het bijdraagt aan het persoonlijke gesprek, in verbinding met de Bijbelse exegese.
Maar hoe doe je dit? Ter illustratie neem ik een gedeelte waarover ik eerder geschreven heb, Maleachi 1:1-5. Stapsgewijs zullen we dan ontdekken wat de kracht is van het verbinden van Bijbelse exegese en onze persoonlijke context.
Stap 1: Onderzoek het thema van een Bijbelgedeelte
Het Bijbelboek Maleachi behandelt verschillende onderwerpen. Allen zijn ze praktisch en dus kunnen ze worden toegepast op het B.E.P.T.-model. Eén van de terugkerende thema’s in Maleachi is het ongegrond aanklagen en gevoel van miskenning door het Joodse volk. God wordt aangeklaagd.
Stap 2: Betrek dit thema op jezelf
Als je een thema in een Bijbelgedeelte hebt gevonden, ga je erover nadenken. In dit geval moet ik mijzelf de vraag stellen of ik het ongegrond aanklagen en gevoel van miskenning in mijn eigen leven herken en in welke mate dit aanwezig is. Is het een groot thema, dan moet ik er ook een hoge prioriteit aan geven om hier verandering in te brengen.
Stap 3: Identificeer de zonde aan de hand van B.E.P.T.
Wanneer we hebben ontdekt dat een thema een pijnlijke en zwakke plek blootlegt in ons leven, is het goed om te bekijken wat de zwakte is en in welke vorm zij tot uiting komt. We gaan nu een soort geestelijk inwendig onderzoek starten. Dit betekent dat we niet alleen ons handelen kritisch tegen het licht houden, maar dat we ook gaan kijken wat dit handelen heeft veroorzaakt. En op dit punt komen de vier specifieke “toetsstenen” in beeld:
• Behoefte – ontdek welke behoefte ten grondslag ligt aan specifiek zondig gedrag
Mensen hebben behoeften. Behoeften zijn verlangens die een stevige duw of impuls geven aan onze gevoelens en wil. Door de zondeval en inwonende zonde zijn onze behoeften uit koers geraakt en verlangen we niet naar God en Zijn wil, maar naar de vervulling van onze eigen wil. Juist op het moment dat de vervulling van onze eigen verlangens verhinderd wordt, wordt ons gevoel en wil sterker om die vervulling tóch te bereiken. Dit kan resulteren in allerlei zonden. We worden boos, verliezen onze zelfbeheersing, gaan liegen of stelen.
Kunnen we het ongegrond klagen door en het gevoel van miskenning bij de Israëlieten plaatsen in het licht van behoefte? Wellicht speelt in die context een behoefte aan gemakzucht mee. Het is overduidelijk dat zij God van alles verwijten, terwijl zijzelf de kantjes van het godsdienstige leven aflopen.
En hoe zit dit bij mij?
• Eerzucht – ontdek of er een bepaalde vorm van geldingsdrang, trots of eigen verdienste aanwezig is die zonde aanwakkert
Door de inwonende zonde zijn we geneigd alles te doen vanuit eigenbelang. Wij willen de eer, wij willen de resultaten, wij willen met trots iets kunnen presteren! Eerzucht maakt dat wij alleen maar denken aan ons eigen belang, het voedt ons egoïsme. Het geniepige van dit egoïsme is dat het ten diepste zonde is, terwijl velen dit over het hoofd zien vanwege de indrukwekkende resultaten die mensen boeken. Het maakt niet uit wat een mens bereikt, maar met welk oogmerk hij dit doet.
Als we dit overzetten naar de context van Maleachi, dan komen we tot de stuitende ontdekking dat Israël ongepast trots is en God ter verantwoording roept. Dit heeft alles met eerzucht te maken. Eerzucht was in die situatie een grote bron van zonde.
En hoe zit dit bij mij?
• Persoonlijkheid – onderzoek of bepaald gedrag kan worden herleid tot een karaktereigenschap
De persoonlijkheid is een complex thema. Iedereen is anders, iedereen heeft een ander karakter. Dit is de reden waarom het onmogelijk is om elke situatie op exact dezelfde manier aan te pakken. Dit is gewoonweg niet mogelijk. Daar waar de één een stevige preek nodig heeft, moet de ander met tact en bemoedigende woorden worden gestimuleerd. De één is stil, de ander impulsief.
Na verloop van tijd merk je hoe jouw karakter in elkaar zit. Het is jouw eerste natuur. Inwonende zonde heeft invloed op deze eerste natuur. Trots is de uiting van inwonende zonde. Korte lontjes zijn de uiting van inwonende zonde. Het is problematisch voor mensen die moeten constateren dat dit een onderdeel van het karakter is. Het is in de context van Maleachi ondoenlijk om iedereen over een kam te scheren en te zeggen dat de problemen daar te maken hadden met de karakters van de mensen. Wellicht is het in groepsverband beter om te spreken over tijdgeest of groepsdynamiek. Toch blijft de vraag naar het ongegrond beschuldigen en gevoelde miskenning voor jezelf staan. Zou het een karaktertrek kunnen zijn?
Hoe zit het bij mij?
• Tijd – onderzoek of er overeenkomsten zijn in het tijdstip waarop het zondige gedrag tot uiting komt
Tijd is een belangrijke factor, die zeker niet over het hoofd gezien mag worden. Met tijd wordt hier specifieke veranderingen in de omstandigheden bedoeld. Hoe reageren we bij zekere gebeurtenissen? Let maar op, jouw gedrag verandert op momenten wanneer de omstandigheden veranderen. En om het verwarrend te maken: je reageert bij dezelfde veranderingen niet altijd hetzelfde. De ene keer reageer je rustig. De andere keer reageer je verontwaardigd en verlies je de zelfbeheersing. Dit kan te maken hebben met bijvoorbeeld stress.
Als alles goed gaat, hoor je niemand. Maar wanneer tegenslagen komen, dan wordt het protest luider. Zo ook in de tijd van Maleachi. De tijd is duidelijk een factor in het gedrag van de Israëlieten. Ze ervoeren de zegen van God niet meer, terwijl ze erop rekenden dat die wel aanwezig zou zijn. En hier komen we een patroon tegen. Gaat het goed? Dan is Israël stil. Gaat het fout? Dan begint Israël te klagen.
En hoe zit het bij mij?
Stap 4: deel je conclusies met anderen, maak een plan en bid ervoor
Als het goed is, heeft dit onderzoek nieuwe inzichten opgeleverd. En het is nu zaak om deze inzichten te op een rijtje te zetten en te verbinden met het Bijbelgedeelte. Dat betekent: ik moet Gods wil verkiezen boven mijn behoeften. Ik moet mijn eer ondergeschikt maken aan Gods eer. Ik moet mijn karakter enerzijds met dankbaarheid aanvaarden als Gods scheppingswerk, en anderzijds moet ik leren de zondige bron en gedragingen te doden en voor dood te houden. Ik moet bedacht zijn op de omstandigheden en tijdstippen dat mijn zwaktes zichtbaar worden.
Deze strijd is een strijd tot dit leven voorbij is. En deze strijd kun je niet succesvol in je eentje voeren. Je hebt anderen nodig. Daarom bestaan er kringen. Daarom worden binnen de kerkelijke gemeenten groepen gevormd, om ruimte te geven voor het delen van deze ontdekkingen en het elkaar versterken in het geloof.
Maar dan moet deze ruimte wel worden benut. En het tragische is dat naar alle waarschijnlijkheid het grootste deel van deze ruimte onbenut wordt gelaten en wordt gevuld met theologische clichés. Wat kan het een geweldige stimulans zijn om jouw ontdekkingen te delen en samen met andere christenen te bidden om verandering en geestelijke groei! En wat laten wij op dit punt zo ontzettend veel mogelijkheden liggen!
Bijbelkringen en groepen in kerkelijke gemeenten kunnen letterlijk levens redden.
En als dit B.E.P.T.-model hieraan kan bijdragen – in welke vorm dan ook – dan mogen we God prijzen voor Zijn wonderlijke en onmetelijke genade.
Enige tijd geleden heb ik vanuit Lucas 22:31-34 ontdekt dat de strijd tegen de zonde gericht kan worden gevoerd aan de hand van een specifiek model: B.E.P.T.. Dit is een afkorting van vier elementen:
• Behoefte
• Eer
• Persoonlijkheid
• Tijd
Exegese doen is schitterend, maar zou nutteloos zijn wanneer dit geen effect heeft voor de inrichting van ons leven en de praktische gehoorzaamheid aan het gedeelte wat zojuist bestudeerd is.
In de exegese laten wij God tot ons spreken. We onderzoeken de tekst, bekijken wat de oorspronkelijke boodschap is geweest voor de oorspronkelijke ontvanger(s), halen de universele waarden eruit en betrekken deze op ons persoonlijke leven.
Maar waar beginnen we? Want universele waarden bepalen, dat lukt ons over het algemeen wel. Hoe kunnen we er nu voor zorgen dat de boodschap handen en voeten in ons leven krijgt?
Allereerst is het van belang het gedeelte juist te interpreteren en dat de conclusies die worden getrokken uit het gedeelte zelf komen. We moeten weten wat het gedeelte over God zegt en in welke context Hij een specifieke boodschap geeft. Is het een bemoediging, een vermaning, een waarschuwing of een belofte?
Daarnaast is het belangrijk te weten wie je zelf bent. Jezelf kennen is eigenlijk minstens zo belangrijk als het juist kunnen interpreteren van een Bijbelgedeelte. Niet om hoogmoedig te worden (integendeel – hoe meer je over jezelf weet, hoe nederiger je wordt!), maar om de verbinding tussen de kennis over God en de kennis over jezelf te gebruiken om geestelijk te kunnen groeien.
Aanmoediging tot geestelijk én persoonlijk gesprek
Het is een leugen en vorm van valse geestelijkheid wanneer mensen denken dat in de Kerk alleen maar over Christus gesproken mag worden en dat het ik helemaal op de achtergrond verdwijnt. Ik bemerk een zekere verlegenheid wanneer dit onderwerp ter sprake komt. We weten onze “geestelijke bijeenkomsten” te vullen met allerlei clichés die voor de driehonderd en eerste keer worden uitgesproken en knikken vervolgens nog maar eens instemmend. Maar als het persoonlijk wordt, dan wordt het haast ongemakkelijk. En ik durf de stelling aan dat iedereen er behoefte aan heeft om persoonlijk te worden in gesprekken. Ten diepste willen wij ook onszelf aan de ander laten zien – de enige belemmering die veroorzaakt dat we dit niet doen is het ervaren van onveiligheid en het gebrek aan vertrouwelijkheid: durf ik mijzelf werkelijk te laten zien aan déze mensen?
Een pijnlijke, fundamentele vraag
Ongetwijfeld zijn er ook mensen die het nut van dergelijke gesprekken onzin vinden. Wat ze op zondag in de kerk horen is genoeg. Het is allemaal best. En volgens de theologie die zij omhelzen is het – op zijn zachtst gezegd – nogal overdreven om persoonlijk diep te gaan. Ze vegen het van tafel onder het mom van heiligingsdweperij. Te fanatiek. Te serieus. Te radicaal. Te moeilijk. En als jouw theologie zegt dat de rol van de zonde in het leven van gelovigen niets te maken heeft met de eeuwigheid (want – we zijn toch gerechtvaardigd door het geloof), dan zijn we, wat mij betreft, uitgepraat.
Maar ik wil – als het even kan – voor eens en voor altijd afrekenen met een dergelijke tegenwerping. Ik wil een uiterst pijnlijke en bovenal fundamentele vraag stellen:
Stel dat je er als gemeentelid of leider achter komt dat een bepaald huwelijk onder spanning staat en dat het stel een echtscheiding overweegt…
of stel dat je te horen krijgt dat een bepaald kind moeilijk op te voeden en corrigeren is…
of stel dat je weet van een gemeentelid dat werkloos is en in een depressie wegzakt en in het verleden ooit een zelfmoordpoging heeft ondernomen…
zou je het dan “heiligingsdweperij” willen noemen wanneer we hier serieus het persoonlijke gesprek aangaan?
Anders geformuleerd: is een huwelijk redden heiligingsdweperij? Is een kind op het rechte pad krijgen en hem ondersteunen zodat hij kan leren verstandige beslissingen te nemen heiligingsdweperij? Is het beschermen van een mensenleven heiligingsdweperij?
Ik ga ervan uit dat niemand, die zichzelf een oprecht christen noemt, deze vragen met “ja” beantwoordt. Maar ik wil wel het punt gemaakt hebben dat een gesprek waarin de geestelijke waarheden van Gods Woord en het persoonlijke verhaal van de mens niet voor de lol worden samengevoegd. Ze horen bij elkaar. Gods Woord kan onmogelijk krachtig werken als wij niet bereid zijn onze persoonlijke context onder de loep te nemen.
Dit maakt een pastoraal model als B.E.P.T. ook noodzakelijk. Hierbij moet wel gezegd worden dat dit een hulpmiddel is, en geen standaardformule. Ik verplicht niemand om dit concept exact zo over te nemen. Ik hoop alleen dat het bijdraagt aan het persoonlijke gesprek, in verbinding met de Bijbelse exegese.
Maar hoe doe je dit? Ter illustratie neem ik een gedeelte waarover ik eerder geschreven heb, Maleachi 1:1-5. Stapsgewijs zullen we dan ontdekken wat de kracht is van het verbinden van Bijbelse exegese en onze persoonlijke context.
Stap 1: Onderzoek het thema van een Bijbelgedeelte
Het Bijbelboek Maleachi behandelt verschillende onderwerpen. Allen zijn ze praktisch en dus kunnen ze worden toegepast op het B.E.P.T.-model. Eén van de terugkerende thema’s in Maleachi is het ongegrond aanklagen en gevoel van miskenning door het Joodse volk. God wordt aangeklaagd.
Stap 2: Betrek dit thema op jezelf
Als je een thema in een Bijbelgedeelte hebt gevonden, ga je erover nadenken. In dit geval moet ik mijzelf de vraag stellen of ik het ongegrond aanklagen en gevoel van miskenning in mijn eigen leven herken en in welke mate dit aanwezig is. Is het een groot thema, dan moet ik er ook een hoge prioriteit aan geven om hier verandering in te brengen.
Stap 3: Identificeer de zonde aan de hand van B.E.P.T.
Wanneer we hebben ontdekt dat een thema een pijnlijke en zwakke plek blootlegt in ons leven, is het goed om te bekijken wat de zwakte is en in welke vorm zij tot uiting komt. We gaan nu een soort geestelijk inwendig onderzoek starten. Dit betekent dat we niet alleen ons handelen kritisch tegen het licht houden, maar dat we ook gaan kijken wat dit handelen heeft veroorzaakt. En op dit punt komen de vier specifieke “toetsstenen” in beeld:
• Behoefte – ontdek welke behoefte ten grondslag ligt aan specifiek zondig gedrag
Mensen hebben behoeften. Behoeften zijn verlangens die een stevige duw of impuls geven aan onze gevoelens en wil. Door de zondeval en inwonende zonde zijn onze behoeften uit koers geraakt en verlangen we niet naar God en Zijn wil, maar naar de vervulling van onze eigen wil. Juist op het moment dat de vervulling van onze eigen verlangens verhinderd wordt, wordt ons gevoel en wil sterker om die vervulling tóch te bereiken. Dit kan resulteren in allerlei zonden. We worden boos, verliezen onze zelfbeheersing, gaan liegen of stelen.
Kunnen we het ongegrond klagen door en het gevoel van miskenning bij de Israëlieten plaatsen in het licht van behoefte? Wellicht speelt in die context een behoefte aan gemakzucht mee. Het is overduidelijk dat zij God van alles verwijten, terwijl zijzelf de kantjes van het godsdienstige leven aflopen.
En hoe zit dit bij mij?
• Eerzucht – ontdek of er een bepaalde vorm van geldingsdrang, trots of eigen verdienste aanwezig is die zonde aanwakkert
Door de inwonende zonde zijn we geneigd alles te doen vanuit eigenbelang. Wij willen de eer, wij willen de resultaten, wij willen met trots iets kunnen presteren! Eerzucht maakt dat wij alleen maar denken aan ons eigen belang, het voedt ons egoïsme. Het geniepige van dit egoïsme is dat het ten diepste zonde is, terwijl velen dit over het hoofd zien vanwege de indrukwekkende resultaten die mensen boeken. Het maakt niet uit wat een mens bereikt, maar met welk oogmerk hij dit doet.
Als we dit overzetten naar de context van Maleachi, dan komen we tot de stuitende ontdekking dat Israël ongepast trots is en God ter verantwoording roept. Dit heeft alles met eerzucht te maken. Eerzucht was in die situatie een grote bron van zonde.
En hoe zit dit bij mij?
• Persoonlijkheid – onderzoek of bepaald gedrag kan worden herleid tot een karaktereigenschap
De persoonlijkheid is een complex thema. Iedereen is anders, iedereen heeft een ander karakter. Dit is de reden waarom het onmogelijk is om elke situatie op exact dezelfde manier aan te pakken. Dit is gewoonweg niet mogelijk. Daar waar de één een stevige preek nodig heeft, moet de ander met tact en bemoedigende woorden worden gestimuleerd. De één is stil, de ander impulsief.
Na verloop van tijd merk je hoe jouw karakter in elkaar zit. Het is jouw eerste natuur. Inwonende zonde heeft invloed op deze eerste natuur. Trots is de uiting van inwonende zonde. Korte lontjes zijn de uiting van inwonende zonde. Het is problematisch voor mensen die moeten constateren dat dit een onderdeel van het karakter is. Het is in de context van Maleachi ondoenlijk om iedereen over een kam te scheren en te zeggen dat de problemen daar te maken hadden met de karakters van de mensen. Wellicht is het in groepsverband beter om te spreken over tijdgeest of groepsdynamiek. Toch blijft de vraag naar het ongegrond beschuldigen en gevoelde miskenning voor jezelf staan. Zou het een karaktertrek kunnen zijn?
Hoe zit het bij mij?
• Tijd – onderzoek of er overeenkomsten zijn in het tijdstip waarop het zondige gedrag tot uiting komt
Tijd is een belangrijke factor, die zeker niet over het hoofd gezien mag worden. Met tijd wordt hier specifieke veranderingen in de omstandigheden bedoeld. Hoe reageren we bij zekere gebeurtenissen? Let maar op, jouw gedrag verandert op momenten wanneer de omstandigheden veranderen. En om het verwarrend te maken: je reageert bij dezelfde veranderingen niet altijd hetzelfde. De ene keer reageer je rustig. De andere keer reageer je verontwaardigd en verlies je de zelfbeheersing. Dit kan te maken hebben met bijvoorbeeld stress.
Als alles goed gaat, hoor je niemand. Maar wanneer tegenslagen komen, dan wordt het protest luider. Zo ook in de tijd van Maleachi. De tijd is duidelijk een factor in het gedrag van de Israëlieten. Ze ervoeren de zegen van God niet meer, terwijl ze erop rekenden dat die wel aanwezig zou zijn. En hier komen we een patroon tegen. Gaat het goed? Dan is Israël stil. Gaat het fout? Dan begint Israël te klagen.
En hoe zit het bij mij?
Stap 4: deel je conclusies met anderen, maak een plan en bid ervoor
Als het goed is, heeft dit onderzoek nieuwe inzichten opgeleverd. En het is nu zaak om deze inzichten te op een rijtje te zetten en te verbinden met het Bijbelgedeelte. Dat betekent: ik moet Gods wil verkiezen boven mijn behoeften. Ik moet mijn eer ondergeschikt maken aan Gods eer. Ik moet mijn karakter enerzijds met dankbaarheid aanvaarden als Gods scheppingswerk, en anderzijds moet ik leren de zondige bron en gedragingen te doden en voor dood te houden. Ik moet bedacht zijn op de omstandigheden en tijdstippen dat mijn zwaktes zichtbaar worden.
Deze strijd is een strijd tot dit leven voorbij is. En deze strijd kun je niet succesvol in je eentje voeren. Je hebt anderen nodig. Daarom bestaan er kringen. Daarom worden binnen de kerkelijke gemeenten groepen gevormd, om ruimte te geven voor het delen van deze ontdekkingen en het elkaar versterken in het geloof.
Maar dan moet deze ruimte wel worden benut. En het tragische is dat naar alle waarschijnlijkheid het grootste deel van deze ruimte onbenut wordt gelaten en wordt gevuld met theologische clichés. Wat kan het een geweldige stimulans zijn om jouw ontdekkingen te delen en samen met andere christenen te bidden om verandering en geestelijke groei! En wat laten wij op dit punt zo ontzettend veel mogelijkheden liggen!
Bijbelkringen en groepen in kerkelijke gemeenten kunnen letterlijk levens redden.
En als dit B.E.P.T.-model hieraan kan bijdragen – in welke vorm dan ook – dan mogen we God prijzen voor Zijn wonderlijke en onmetelijke genade.
vrijdag 1 juli 2016
Standvastig in Christus [3] Van perfecte positie naar perfecte werkelijkheid
Maar laat die volharding ook volledig mogen doorwerken, opdat u volmaakt bent en geheel oprecht, en in niets tekortschiet. (Jakobus 1:4)
In de vorige delen hebben we gezien dat God op een bijzondere manier werkt met betrekking tot ons geloof: Hij test het. Hij stoot er tegenaan, en juist dit stoten zorgt ervoor dat wij onszelf meer en meer gaan toevertrouwen aan Jezus Christus en Zijn volmaakte gerechtigheid. Zo zijn beproevingen tot nut van Gods kinderen. De vraag waar het vorige hoofdstuk mee af werd gesloten, luidde: Wat is Gods doel met het standvastige geloof van Zijn kinderen? In vers 4 geeft Jakobus antwoord op deze vraag.
Standvastig, volmaakt, zonder gebrek
We zien in vers 4 dat Jakobus een drietal zaken met elkaar verbindt: standvastigheid in het geloof, volmaakt en oprecht zijn en het niet tekortschieten. Vooral de laatste kan voor misverstanden zorgen. Sommige mensen gaan met dit vers aan de haal en zeggen dat een christen in materieel opzicht totaal geen gebrek hoeft te ondervinden in zijn leven. Hij heeft recht op gezondheid, een leuke baan, een leuk gezin en een hoog inkomen.
Maar dit is helemaal niet wat Jakobus zijn lezers wil meegeven! In feite gaat een verwachting van materiele voorspoed regelrecht tegen de woorden Jakobus in. Het is totaal niet te verantwoorden dat Jakobus in vers 3 schrijft over geloof – de geestelijke realiteit – en dat hij het volgende vers, zonder aankondiging, ineens een overgang maakt naar het materiële. Hij heeft het in vers 3 over geloof, en daar gaat hij in vers 4 gewoon mee door.
Laten we eens per element gaan bekijken wat Gods bedoeling is met de standvastigheid in het geloof.
1. Standvastigheid
In het vorige hoofdstuk hebben we stilgestaan bij de inhoud van standvastigheid: blijven zien op de volmaakte gerechtigheid in Jezus Christus. Hem zien in Zijn sterven en opstanding. In dát gelovig zien rekent God ons de volmaakte gerechtigheid van Christus toe. Wij bezitten het niet van onszelf, wij ontvangen het; zonder ook maar één verdienstelijk werk van ons vergeeft God al onze zonden en schenkt ons de gerechtigheid van Christus.
We zagen in het vorige hoofdstuk dat God dit geloof test, wat tot gevolg heeft dat Gods kinderen zich steeds meer zullen vastklampen aan Jezus. Hier gaat het om; dit is het onderwerp van Gods test.
2. Volmaakt en oprecht
Vervolgens zien we Jakobus de overgang maken van standvastigheid naar volmaakt en oprecht. God vraagt van ons dat Zijn kinderen volmaakt en oprecht zijn. En het is de standvastigheid die dit volgens Jakobus moet bewerkstelligen. Maar betekent dit dan dat een christen in dit leven alle geestelijke problemen kan oplossen en dat hij dan niet meer zondigt?
Nee, dat is niet de boodschap die Jakobus hier voor ons heeft. Ik denk dat hij hier het vizier van het geloof verbreed. Hij kijkt naar de grote dag, dat Jezus Christus zal terugkomen. Want dán zal geopenbaard worden wat hij hier beschrijft. Wanneer Jezus terugkomt, zullen Zijn kinderen volmaakt zijn. Geen zonde, geen smet, geen vlek – ook geen stipje! Zij zullen geheel volmaakt zijn.
Gods kinderen zijn positioneel in Jezus Christus volmaakt; in Hem lijden zij totaal geen gebrek aan geestelijke zegeningen! Kijk maar eens in Efeze 1:3-14:
3. Niet tekortschieten
Maar Jakobus doet nog wat anders. Want hoewel ik denk dat hij het moment van Christus’ wederkomst in gedachten heeft, is het ook volkomen gerechtvaardigd te stellen dat hij ook naar het hier en nu kijkt. Hij laat de gelovigen naar de geestelijke realiteit van dit moment kijken. Hoe doet hij dat?
Door Gods kinderen aan te moedigen dat zij in de beproevingen steeds weer op Christus zullen zien; dat zij zich steeds meer aan Hem zullen vastgrijpen. Hij zegt: “…[opdat u] in niets tekortschiet.” Eigenlijk zegt hij: “Kijk naar de geestelijke zegen die God jou nu al in Christus geschonken heeft! Je hebt alles al wat je nodig hebt voor jouw geestelijk leven; je hebt alles wat nodig is om te volharden in geloof! En dit alles is mogelijk gemaakt door het verzoeningswerk van Jezus Christus, door Zijn sterven en opstanding!” Met andere woorden: elke geestelijke zegening die Paulus in Efeze 1:3-14 noemt, is voor Gods kinderen – in geestelijk opzicht – al realiteit! Zien wij het? Nee, we zien het nog niet. Maar het zal geopenbaard worden wanneer Jezus terugkomt! Maar als wij met geestelijke ogen mogen zien dat wij nu positioneel en straks bevindelijk volmaakt zullen zijn, kunnen wij in dít geloof wandelen.
Volmaakt in Christus wanneer wij trouw op Hem blijven zien
Wat een heerlijke en bevrijdende boodschap is dit voor Gods kinderen in tijden van beproeving! Als God tegen jouw geloof stoot om het sterker te maken, kijk dan naar Jezus, Die door Zijn verzoeningswerk alles heeft geschonken om in geloof met Hem te wandelen! Wil je volmaakt zijn? Wil je perfectie bereiken? Blijf dan zien op Christus! Blijf voortdurend vertrouwen op Zijn verzoeningswerk voor jou en Zijn volmaakte gerechtigheid. Ook Paulus schrijft hierover in Kolossenzen 1:21-23:
Gods kinderen zullen werkelijk de volmaaktheid, de perfectie gaan ervaren die God voor hen heeft klaarliggen, als zij blijven vasthouden aan de volmaakte gerechtigheid in Jezus Christus. Dát is de christelijke hoop!
Tegelijkertijd is het een aangevochten hoop. De hoop is de ene keer sterker dan de andere keer. Beproevingen kunnen – zoals ook al in deel 1 kort is aangestipt – onze blik op God vertroebelen. We kunnen vragen krijgen, zonder antwoorden te vinden. We kunnen het idee hebben God Zelf kwijt te zijn. Maar ook voor mensen die dit in hun leven ervaren, heeft Jakobus een bemoedigend en hoopvol woord. Welk hoopvol woord dit precies is, hopen we later te behandelen.
In de vorige delen hebben we gezien dat God op een bijzondere manier werkt met betrekking tot ons geloof: Hij test het. Hij stoot er tegenaan, en juist dit stoten zorgt ervoor dat wij onszelf meer en meer gaan toevertrouwen aan Jezus Christus en Zijn volmaakte gerechtigheid. Zo zijn beproevingen tot nut van Gods kinderen. De vraag waar het vorige hoofdstuk mee af werd gesloten, luidde: Wat is Gods doel met het standvastige geloof van Zijn kinderen? In vers 4 geeft Jakobus antwoord op deze vraag.
Standvastig, volmaakt, zonder gebrek
We zien in vers 4 dat Jakobus een drietal zaken met elkaar verbindt: standvastigheid in het geloof, volmaakt en oprecht zijn en het niet tekortschieten. Vooral de laatste kan voor misverstanden zorgen. Sommige mensen gaan met dit vers aan de haal en zeggen dat een christen in materieel opzicht totaal geen gebrek hoeft te ondervinden in zijn leven. Hij heeft recht op gezondheid, een leuke baan, een leuk gezin en een hoog inkomen.
Maar dit is helemaal niet wat Jakobus zijn lezers wil meegeven! In feite gaat een verwachting van materiele voorspoed regelrecht tegen de woorden Jakobus in. Het is totaal niet te verantwoorden dat Jakobus in vers 3 schrijft over geloof – de geestelijke realiteit – en dat hij het volgende vers, zonder aankondiging, ineens een overgang maakt naar het materiële. Hij heeft het in vers 3 over geloof, en daar gaat hij in vers 4 gewoon mee door.
Laten we eens per element gaan bekijken wat Gods bedoeling is met de standvastigheid in het geloof.
1. Standvastigheid
In het vorige hoofdstuk hebben we stilgestaan bij de inhoud van standvastigheid: blijven zien op de volmaakte gerechtigheid in Jezus Christus. Hem zien in Zijn sterven en opstanding. In dát gelovig zien rekent God ons de volmaakte gerechtigheid van Christus toe. Wij bezitten het niet van onszelf, wij ontvangen het; zonder ook maar één verdienstelijk werk van ons vergeeft God al onze zonden en schenkt ons de gerechtigheid van Christus.
We zagen in het vorige hoofdstuk dat God dit geloof test, wat tot gevolg heeft dat Gods kinderen zich steeds meer zullen vastklampen aan Jezus. Hier gaat het om; dit is het onderwerp van Gods test.
2. Volmaakt en oprecht
Vervolgens zien we Jakobus de overgang maken van standvastigheid naar volmaakt en oprecht. God vraagt van ons dat Zijn kinderen volmaakt en oprecht zijn. En het is de standvastigheid die dit volgens Jakobus moet bewerkstelligen. Maar betekent dit dan dat een christen in dit leven alle geestelijke problemen kan oplossen en dat hij dan niet meer zondigt?
Nee, dat is niet de boodschap die Jakobus hier voor ons heeft. Ik denk dat hij hier het vizier van het geloof verbreed. Hij kijkt naar de grote dag, dat Jezus Christus zal terugkomen. Want dán zal geopenbaard worden wat hij hier beschrijft. Wanneer Jezus terugkomt, zullen Zijn kinderen volmaakt zijn. Geen zonde, geen smet, geen vlek – ook geen stipje! Zij zullen geheel volmaakt zijn.
Gods kinderen zijn positioneel in Jezus Christus volmaakt; in Hem lijden zij totaal geen gebrek aan geestelijke zegeningen! Kijk maar eens in Efeze 1:3-14:
“Gezegend zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, Die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegen in de hemelse gewesten in Christus, omdat Hij ons vóór de grondlegging der wereld in Hem uitverkoren heeft, opdat wij heilig en smetteloos voor Hem zouden zijn in de liefde. Hij heeft ons voorbestemd om als Zijn kinderen aangenomen te worden, door Jezus Christus, in Zichzelf, overeenkomstig het welbehagen van Zijn wil, tot lof van de heerlijkheid van Zijn genade, waarmee Hij ons begenadigd heeft in de Geliefde. In Hem hebben wij de verlossing, door Zijn bloed, namelijk de vergeving van de overtredingen, overeenkomstig de rijkdom van Zijn genade, die Hij ons overvloedig geschonken heeft, in alle wijsheid en bedachtzaamheid, toen Hij ons, overeenkomstig Zijn welbehagen, dat Hij in Zichzelf voorgenomen had, het geheimenis van Zijn wil bekendmaakte, om in de bedeling van de volheid van de tijden alles weer in Christus bijeen te brengen, zowel wat in de hemel als wat op de aarde is. In Hem zijn wij ook een erfdeel geworden, wij, die daartoe voorbestemd waren, naar het voornemen van Hem Die alle dingen werkt overeenkomstig de raad van Zijn wil, opdat wij tot lof van Zijn heerlijkheid zouden zijn, wij, die al eerder op onze hoop op Christus gevestigd hadden. In Hem bent ook u, nadat het Woord van de waarheid, namelijk het Evangelie van uw zaligheid, gehoord hebt; in Hem bent u ook, toen u tot geloof kwam, verzegeld met de Heilige Geest van de belofte, Die het onderpand is van onze erfenis, tot de verlossing die ons ten deel viel, tot lof van Zijn heerlijkheid.”
3. Niet tekortschieten
Maar Jakobus doet nog wat anders. Want hoewel ik denk dat hij het moment van Christus’ wederkomst in gedachten heeft, is het ook volkomen gerechtvaardigd te stellen dat hij ook naar het hier en nu kijkt. Hij laat de gelovigen naar de geestelijke realiteit van dit moment kijken. Hoe doet hij dat?
Door Gods kinderen aan te moedigen dat zij in de beproevingen steeds weer op Christus zullen zien; dat zij zich steeds meer aan Hem zullen vastgrijpen. Hij zegt: “…[opdat u] in niets tekortschiet.” Eigenlijk zegt hij: “Kijk naar de geestelijke zegen die God jou nu al in Christus geschonken heeft! Je hebt alles al wat je nodig hebt voor jouw geestelijk leven; je hebt alles wat nodig is om te volharden in geloof! En dit alles is mogelijk gemaakt door het verzoeningswerk van Jezus Christus, door Zijn sterven en opstanding!” Met andere woorden: elke geestelijke zegening die Paulus in Efeze 1:3-14 noemt, is voor Gods kinderen – in geestelijk opzicht – al realiteit! Zien wij het? Nee, we zien het nog niet. Maar het zal geopenbaard worden wanneer Jezus terugkomt! Maar als wij met geestelijke ogen mogen zien dat wij nu positioneel en straks bevindelijk volmaakt zullen zijn, kunnen wij in dít geloof wandelen.
Volmaakt in Christus wanneer wij trouw op Hem blijven zien
Wat een heerlijke en bevrijdende boodschap is dit voor Gods kinderen in tijden van beproeving! Als God tegen jouw geloof stoot om het sterker te maken, kijk dan naar Jezus, Die door Zijn verzoeningswerk alles heeft geschonken om in geloof met Hem te wandelen! Wil je volmaakt zijn? Wil je perfectie bereiken? Blijf dan zien op Christus! Blijf voortdurend vertrouwen op Zijn verzoeningswerk voor jou en Zijn volmaakte gerechtigheid. Ook Paulus schrijft hierover in Kolossenzen 1:21-23:
“En Hij heeft u, die voorheen vervreemd was en vijandig gezind, zoals bleek uit uw slechte daden, nu ook verzoend, in het lichaam van Zijn vlees, door de dood, om u heilig en smetteloos en onberispelijk voor Zich te plaatsen, als u tenminste in het geloof blijft, gefundeerd en vast, en u niet laat afbrengen van de hoop van het Evangelie, dat u gehoord hebt, dat gepredikt is in de hele schepping die onder de hemel is, waarvan ik, Paulus, een dienaar geworden ben.”
Gods kinderen zullen werkelijk de volmaaktheid, de perfectie gaan ervaren die God voor hen heeft klaarliggen, als zij blijven vasthouden aan de volmaakte gerechtigheid in Jezus Christus. Dát is de christelijke hoop!
Tegelijkertijd is het een aangevochten hoop. De hoop is de ene keer sterker dan de andere keer. Beproevingen kunnen – zoals ook al in deel 1 kort is aangestipt – onze blik op God vertroebelen. We kunnen vragen krijgen, zonder antwoorden te vinden. We kunnen het idee hebben God Zelf kwijt te zijn. Maar ook voor mensen die dit in hun leven ervaren, heeft Jakobus een bemoedigend en hoopvol woord. Welk hoopvol woord dit precies is, hopen we later te behandelen.
Labels:
Bijbel,
Bijbelse counseling,
Evangelie,
God,
Jezus Christus
donderdag 30 juni 2016
Standvastig in Christus [2] Opbouw door afbraak
…want u weet dat de beproeving van uw geloof volharding teweegbrengt. (Jakobus 1:3)
We hebben in het vorige deel een begin gemaakt met Jakobus 1:2-6 en hebben gezien dat God ons oproept een rekensom te maken die bij Hem perfect uitkomt. Vreugde en beproeving zijn twee zaken waar wij maar moeilijk verbinding tussen zien. En toch ziet God hier wel degelijk een prachtige harmonie in. Maar waarom? Waarom moeten wij nadenken over alle moeilijke, zware, pijnlijke momenten en ervaringen in ons leven en tot de slotsom komen dat het een zaak van vreugde is?
Het allerbelangrijkste voor God is het meest noodzakelijk voor ons
Jakobus gaat in vers 3 verder met de inhoud van de som. Zoals we in het vorige deel zagen, test God Zijn kinderen. Hij voert als het ware een positief experiment met hen uit. Ik schrijf bewust een positief experiment, omdat Gods werk niet kan falen; de uitkomst zal goed zijn.
Iemand als Job had exact dezelfde ervaring; het is daarom geen toeval dat Jakobus uitgerekend deze Job als voorbeeld noemt in hoofdstuk 5, vers 11. Ook hij moest volharden en blijven vertrouwen op God in zijn lijden, Die hem uiteindelijk herstel schonk.
Maar waarom voert God een positief experiment met Zijn kinderen uit? Waarom test Hij hen? Waarom stelt Hij hen op de proef? Jakobus geeft dit antwoord: het gaat bij God om het geloof van Zijn kinderen. Het is het geloof van Gods kinderen dat wordt getest. Voor God telt er maar één ding: de verheerlijking van Zijn Naam door het geloof van Zijn kinderen.
Maar hoe ziet dit geloof er dan uit? Het geloof van Gods kinderen richt zich op Jezus Christus; Hij is het Voorwerp van geloof. In Hem zijn zij gerechtvaardigd, worden zij geheiligd en worden zij veilig in de tegenwoordigheid bij God de Vader gebracht. Voor God telt het geloof van Zijn kinderen in Zijn eniggeboren Zoon, de Heere Jezus. Alleen door dát geloof worden mensen gered en alleen door dát geloof wordt Zijn verlossingswerk verheerlijkt. Alleen dát geloof brengt werkelijk de eer aan Gods genade, barmhartigheid en gerechtigheid.
Gods paradoxale werkwijze
En nu vertelt Jakobus ons dat er iets bijzonders is met dit geloof: het wordt beproefd. Waarom doet God dat? Het antwoord luidt: God test het geloof van Zijn kinderen om het sterker te maken. Dit is een voor ons mysterieuze manier van handelen; dit is Gods rekensom. Wat de Bijbel in feite zegt, is dat God het geloof van Zijn kinderen sterker maakt, door er op bepaalde momenten – met eerbied gesproken – tegenaan te stoten. Dit is wat de rekensom zo pittig maakt. Wij zouden bedenken dat iets sneller kapot gaat wanneer er tegenaan gestoten wordt, maar wanneer het over Gods werkzaamheid in het geloof gaat, gebeurt dus exact het tegenovergestelde!
Normaal gesproken gaan wij zuinig en voorzichtig om met dat wat wij willen bewaren; is God dan niet zo zuinig op ons geloof? O, dat is Hij zeker wel! Maar waarom stoot Hij er dan wel eens tegenaan? Waarom test Hij ons geloof door pijn en moeiten heen?
Hij doet dat, omdat Hij het geloof alleen maar sterker wil maken. Hij wil dat wij standvastig zullen zijn.
Sterker geloof betekent steeds meer vastklampen aan Christus
Hier moeten we oppassen. We kunnen namelijk de verkeerde uitleg geven aan geloof. Echt geloof betekent niet dat ik Bijbelteksten proclameer. Echt geloof betekent niet dat ik in een soort geestvervoering Gods beloften uitspreek. Echt geloof betekent niet dat ik diep ademhaal en met al mijn krachten probeer stand te houden. Echt geloof zegt: “Heere Jezus, ik heb Uw gerechtigheid nodig. Als U niet voor mij gestorven en opgewekt bent, heb ik helemaal niets!” Met Asaf stellen wij de vraag: “Wie heb ik behalve U in de hemel? Naast U vind ik nergens vreugde op de aarde. Bezwijkt mijn lichaam en mijn hart, dan is God de rots van mijn hart en voor eeuwig mijn deel” (Psalm 73:25-26). Te weten dat Jezus Christus mijn Plaatsvervanger is, mijn Gerechtigheid, mijn Borg, mijn Sterven en Opstanding, is genoeg.
Wat God dus doet met Zijn test, is zien of ik in de zware en moeilijke omstandigheden blijf zien op Zijn Zoon, Zijn gerechtigheid, Zijn offer, Zijn sterven, Zijn opstanding en Zijn hogepriesterlijke taak.
Wat beproeving over geloof zegt
Dit is geen onbelangrijke zaak. Onze verlossing hangt er mee samen. Vergis je niet: mensen die op de proef worden gesteld door pijn, lijden of andere zware omstandigheden, kunnen bij zichzelf gaan denken: “Waar ben ik eigenlijk mee bezig? Waarom zou ik nog in Jezus of God geloven? Het geloof maakt mijn leven niet bepaald gemakkelijker. Ik kan net zo goed atheïst worden; mijn buurman is dat ook en hij heeft totaal geen moeilijkheden. En ik? Ik belijd mijn zonden, ik ga trouw naar de kerk, ik geloof in Christus als mijn Heere en Redder, en ik moet dit alles doorstaan. Als het zó moet…”
Beproeving legt dus bloot in welke mate wij werkelijk op Jezus Christus vertrouwen. Beproeving kan een ernstige bedreiging vormen voor ons geloof. Het raakt de kern van ons zicht op Jezus.
Wat geloof over beproeving zegt
Op dit punt komt de rol van het geloof in beeld. Blijft het kijken naar de gerechtigheid in Jezus Christus? Blijft het tevreden met Zijn gerechtigheid? Blijft de persoon zich vastklampen aan Christus?
Waar wij niet aan voorbij moeten gaan, is dat God niet van ons verwacht dat wij heldhaftig de stoere man of vrouw uit gaan hangen. We moeten niet doen alsof de pijn wel meevalt. Pijn voel je. Je hebt werkelijk het idee dat er iets essentieels uit jouw leven genomen wordt. Daar kun je stil van worden. Sprakeloos. Ontredderd. Je kunt zelfs op het punt komen dat je de vraag stelt waarom je ter wereld bent gekomen en jij jouw eigen geboortedag zelfs vervloekt, zoals Job (Job 3:1). Als dat soort gevoelens en gedachten naar boven komen, geef die dan ook prijs. Deel het. Spreek het uit. Krop het niet op. God weet wat voor hevige reacties Zijn handelen in jouw leven kunnen oproepen. Uit die gevoelens dan ook maar.
Tegelijkertijd leert God ook iets wat ontzettend adembenemend is. Als jij een hele zware periode achter de rug hebt, en je hebt je steeds meer vastgeklampt aan Jezus Christus, dan is jouw geloof in Hem sterker dan vóór de beproeving. En dat is Gods werkwijze. Dit is exact wat Hij op het oog had toen Hij in Zijn voorzienigheid de pijn in jouw leven bracht en toeliet. En als jij werkelijk een kind van Hem bent, dan zal het op deze wijze gaan. Hij zál je steeds meer en steeds dichter bij Jezus Christus brengen. Niet positioneel, maar wel bevindelijk. In feite kun je in geloof zeggen: “Als God mij dichter bij Christus brengt door deze zware omstandigheden en deze pijn, zullen er steeds minder mogelijkheden zijn om mij van Christus af te houden!”
En dit is precies Gods doel met beproevingen. Hij wil ons dichtbij Zijn Zoon hebben en houden – nee, Hij wil ons steeds dichter bij Zijn Zoon brengen. Heb jij het idee dat er dierbare zaken in jouw leven worden weggenomen? Weet dan dat God in Zijn voorzienigheid Christus dichterbij brengt dan ooit tevoren – dwars door de pijn en dwars door de tranen heen.
Dan gaan we iets begrijpen van Gods rekenmethode. Hoe meer mijn geloof getest wordt, hoe dierbaarder Christus voor mij wordt. Is dát geen blijdschap? “Ja,” zegt Jakobus, “acht dit tot blijdschap!” Zie beproeving daarom niet als iets slechts, maar als Gods werk om jou dichterbij Christus te brengen. Want bij Hem alleen is échte vreugde te vinden.
We hebben in het vorige deel een begin gemaakt met Jakobus 1:2-6 en hebben gezien dat God ons oproept een rekensom te maken die bij Hem perfect uitkomt. Vreugde en beproeving zijn twee zaken waar wij maar moeilijk verbinding tussen zien. En toch ziet God hier wel degelijk een prachtige harmonie in. Maar waarom? Waarom moeten wij nadenken over alle moeilijke, zware, pijnlijke momenten en ervaringen in ons leven en tot de slotsom komen dat het een zaak van vreugde is?
Het allerbelangrijkste voor God is het meest noodzakelijk voor ons
Jakobus gaat in vers 3 verder met de inhoud van de som. Zoals we in het vorige deel zagen, test God Zijn kinderen. Hij voert als het ware een positief experiment met hen uit. Ik schrijf bewust een positief experiment, omdat Gods werk niet kan falen; de uitkomst zal goed zijn.
Iemand als Job had exact dezelfde ervaring; het is daarom geen toeval dat Jakobus uitgerekend deze Job als voorbeeld noemt in hoofdstuk 5, vers 11. Ook hij moest volharden en blijven vertrouwen op God in zijn lijden, Die hem uiteindelijk herstel schonk.
Maar waarom voert God een positief experiment met Zijn kinderen uit? Waarom test Hij hen? Waarom stelt Hij hen op de proef? Jakobus geeft dit antwoord: het gaat bij God om het geloof van Zijn kinderen. Het is het geloof van Gods kinderen dat wordt getest. Voor God telt er maar één ding: de verheerlijking van Zijn Naam door het geloof van Zijn kinderen.
Maar hoe ziet dit geloof er dan uit? Het geloof van Gods kinderen richt zich op Jezus Christus; Hij is het Voorwerp van geloof. In Hem zijn zij gerechtvaardigd, worden zij geheiligd en worden zij veilig in de tegenwoordigheid bij God de Vader gebracht. Voor God telt het geloof van Zijn kinderen in Zijn eniggeboren Zoon, de Heere Jezus. Alleen door dát geloof worden mensen gered en alleen door dát geloof wordt Zijn verlossingswerk verheerlijkt. Alleen dát geloof brengt werkelijk de eer aan Gods genade, barmhartigheid en gerechtigheid.
Gods paradoxale werkwijze
En nu vertelt Jakobus ons dat er iets bijzonders is met dit geloof: het wordt beproefd. Waarom doet God dat? Het antwoord luidt: God test het geloof van Zijn kinderen om het sterker te maken. Dit is een voor ons mysterieuze manier van handelen; dit is Gods rekensom. Wat de Bijbel in feite zegt, is dat God het geloof van Zijn kinderen sterker maakt, door er op bepaalde momenten – met eerbied gesproken – tegenaan te stoten. Dit is wat de rekensom zo pittig maakt. Wij zouden bedenken dat iets sneller kapot gaat wanneer er tegenaan gestoten wordt, maar wanneer het over Gods werkzaamheid in het geloof gaat, gebeurt dus exact het tegenovergestelde!
Normaal gesproken gaan wij zuinig en voorzichtig om met dat wat wij willen bewaren; is God dan niet zo zuinig op ons geloof? O, dat is Hij zeker wel! Maar waarom stoot Hij er dan wel eens tegenaan? Waarom test Hij ons geloof door pijn en moeiten heen?
Hij doet dat, omdat Hij het geloof alleen maar sterker wil maken. Hij wil dat wij standvastig zullen zijn.
Sterker geloof betekent steeds meer vastklampen aan Christus
Hier moeten we oppassen. We kunnen namelijk de verkeerde uitleg geven aan geloof. Echt geloof betekent niet dat ik Bijbelteksten proclameer. Echt geloof betekent niet dat ik in een soort geestvervoering Gods beloften uitspreek. Echt geloof betekent niet dat ik diep ademhaal en met al mijn krachten probeer stand te houden. Echt geloof zegt: “Heere Jezus, ik heb Uw gerechtigheid nodig. Als U niet voor mij gestorven en opgewekt bent, heb ik helemaal niets!” Met Asaf stellen wij de vraag: “Wie heb ik behalve U in de hemel? Naast U vind ik nergens vreugde op de aarde. Bezwijkt mijn lichaam en mijn hart, dan is God de rots van mijn hart en voor eeuwig mijn deel” (Psalm 73:25-26). Te weten dat Jezus Christus mijn Plaatsvervanger is, mijn Gerechtigheid, mijn Borg, mijn Sterven en Opstanding, is genoeg.
Wat God dus doet met Zijn test, is zien of ik in de zware en moeilijke omstandigheden blijf zien op Zijn Zoon, Zijn gerechtigheid, Zijn offer, Zijn sterven, Zijn opstanding en Zijn hogepriesterlijke taak.
Wat beproeving over geloof zegt
Dit is geen onbelangrijke zaak. Onze verlossing hangt er mee samen. Vergis je niet: mensen die op de proef worden gesteld door pijn, lijden of andere zware omstandigheden, kunnen bij zichzelf gaan denken: “Waar ben ik eigenlijk mee bezig? Waarom zou ik nog in Jezus of God geloven? Het geloof maakt mijn leven niet bepaald gemakkelijker. Ik kan net zo goed atheïst worden; mijn buurman is dat ook en hij heeft totaal geen moeilijkheden. En ik? Ik belijd mijn zonden, ik ga trouw naar de kerk, ik geloof in Christus als mijn Heere en Redder, en ik moet dit alles doorstaan. Als het zó moet…”
Beproeving legt dus bloot in welke mate wij werkelijk op Jezus Christus vertrouwen. Beproeving kan een ernstige bedreiging vormen voor ons geloof. Het raakt de kern van ons zicht op Jezus.
Wat geloof over beproeving zegt
Op dit punt komt de rol van het geloof in beeld. Blijft het kijken naar de gerechtigheid in Jezus Christus? Blijft het tevreden met Zijn gerechtigheid? Blijft de persoon zich vastklampen aan Christus?
Waar wij niet aan voorbij moeten gaan, is dat God niet van ons verwacht dat wij heldhaftig de stoere man of vrouw uit gaan hangen. We moeten niet doen alsof de pijn wel meevalt. Pijn voel je. Je hebt werkelijk het idee dat er iets essentieels uit jouw leven genomen wordt. Daar kun je stil van worden. Sprakeloos. Ontredderd. Je kunt zelfs op het punt komen dat je de vraag stelt waarom je ter wereld bent gekomen en jij jouw eigen geboortedag zelfs vervloekt, zoals Job (Job 3:1). Als dat soort gevoelens en gedachten naar boven komen, geef die dan ook prijs. Deel het. Spreek het uit. Krop het niet op. God weet wat voor hevige reacties Zijn handelen in jouw leven kunnen oproepen. Uit die gevoelens dan ook maar.
Tegelijkertijd leert God ook iets wat ontzettend adembenemend is. Als jij een hele zware periode achter de rug hebt, en je hebt je steeds meer vastgeklampt aan Jezus Christus, dan is jouw geloof in Hem sterker dan vóór de beproeving. En dat is Gods werkwijze. Dit is exact wat Hij op het oog had toen Hij in Zijn voorzienigheid de pijn in jouw leven bracht en toeliet. En als jij werkelijk een kind van Hem bent, dan zal het op deze wijze gaan. Hij zál je steeds meer en steeds dichter bij Jezus Christus brengen. Niet positioneel, maar wel bevindelijk. In feite kun je in geloof zeggen: “Als God mij dichter bij Christus brengt door deze zware omstandigheden en deze pijn, zullen er steeds minder mogelijkheden zijn om mij van Christus af te houden!”
En dit is precies Gods doel met beproevingen. Hij wil ons dichtbij Zijn Zoon hebben en houden – nee, Hij wil ons steeds dichter bij Zijn Zoon brengen. Heb jij het idee dat er dierbare zaken in jouw leven worden weggenomen? Weet dan dat God in Zijn voorzienigheid Christus dichterbij brengt dan ooit tevoren – dwars door de pijn en dwars door de tranen heen.
Dan gaan we iets begrijpen van Gods rekenmethode. Hoe meer mijn geloof getest wordt, hoe dierbaarder Christus voor mij wordt. Is dát geen blijdschap? “Ja,” zegt Jakobus, “acht dit tot blijdschap!” Zie beproeving daarom niet als iets slechts, maar als Gods werk om jou dichterbij Christus te brengen. Want bij Hem alleen is échte vreugde te vinden.
Standvastig in Christus [1] Een pittige rekensom
Acht het enkel vreugde, mijn broeders, wanneer u in allerlei verzoekingen terechtkomt… (Jakobus 1:2)
Vanuit Jakobus 1:2-8 gaan we stilstaan bij de vraag hoe volharding en vrijmoedigheid in het geloof zich verhouden tot verzoeking en beproeving. Hoe kan een christen werkelijk standhouden? Hoe kan een volgeling van Jezus Christus in het geloof blijven wanneer God in Zijn voorzienigheid omstandigheden toelaat die ons geloof op de proef stellen.
Jakobus heeft hier iets over te zeggen. Eigenlijk valt hij in zijn brief meteen met de deur in huis. Na een korte groet komt hij meteen ter zake.
Harmoniseren wat in conflict lijkt
Het vrijwel direct aansnijden van een pittig thema maakt de ontvangers van de brief meteen wakker. Ze zijn meteen bij de tijd. Jakobus schrijft in vers 2 namelijk dat elke christen in verzoekingen terecht zal komen.
Het woord verzoeking vind ik in dit verband ongelukkig gekozen, omdat het Griekse woord een positieve betekenis heeft; het duidt op een test – je zou kunnen zeggen een experiment. God test Zijn kinderen.
We zien in vers 2 echter dat er twee tegengestelde bewegingen zijn. De eerste is het “enkel vreugde achten” en het tweede is “in allerlei verzoekingen terechtkomen”. Wij kunnen het eerste met ons gevoel niet vatten, omdat het tweede voor ons te pijnlijk is. Ze gaan dwars tegen elkaar in. En tóch roept Jakobus zijn lezers op om deze twee samen te voegen. Beproevingen doen pijn. Ze worden door God gebruikt om ons te testen. Dat doet Hij door middelen weg te nemen of plannen in de war te gooien. Hoe reageren wij dan? Wij zijn in Nederland gewend dat we naar instanties kunnen gaan wanneer we onrechtvaardig behandeld worden, maar stel dat die regelingen wegvallen? En stel dat de overheid zegt: “U bent christen, dus wij sluiten u uit van bepaalde rechten”, hoe zouden wij dan reageren? En hoe reageer jij als de huisarts zou vertellen dat je nog maar een halfjaar te leven hebt? Dat zijn de momenten waarop je echt de pijn voelt van het verliezen van iets wat zo belangrijk en dierbaar voor je is. Iedereen kan God blijmoedig danken voor een nieuw huis, een nieuwe baan of gezinsuitbreiding. Maar wie durft met dezelfde vrijmoedigheid tot Hem te gaan wanneer God ons op de proef stelt?
Harmonie door rekenen
En in die pijn geeft God ons een opdracht: ga rekenen! Hoe dan? Nou, op zo’n manier dat de pijn van het verlies ergens toch een reden tot blijdschap kan zijn. Kan dat dan? Ja, dat kan. Hier komen we later op terug.
Blijkbaar is het bij God mogelijk dat iets negatiefs met een bepaalde berekening tot iets positiefs kan leiden. In ieder geval geeft Jakobus deze rekensom mee als opdracht.
Deze rekensom is geen toverformule. Op dit punt verschil ik van inzicht met de benadering van de zogenaamde groep “Nouthetic counselors”, die bij elk onderwerp en in elke omstandigheid wel een Bijbeltekst weten te vinden en dat meegeven.
Ik ga niet mee in deze lijn, omdat ik onder andere vanuit dit vers een groot belang hecht aan het kunnen maken van de rekensom die Jakobus hier geeft. Een rekensom maken kost tijd. En zo kost ook een berekening in het geloofsleven tijd. En al helemaal als de rekensom bestaat uit twee elementen die ogenschijnlijk onverenigbaar zijn.
Ga er eens rustig voor zitten
Jakobus roept ons op om in de pijn, in de tragedies, in het lijden van ons leven rustig te gaan zitten en een berekening te maken. Nee, we moeten niet onmiddellijk met allerlei Bijbelteksten aankomen om iemand op te peppen.
We maken een grote inschattingsfout wanneer we denken dat we als christen in alle omstandigheden met een grote glimlach rond moeten lopen. De vreugde die Jakobus hier benoemt, is allereerst een rationele blijdschap, die weliswaar zal uitmonden in gevoelsblijdschap – maar het begint met een rationele handeling. In het besef van iets mag ik mij in zware omstandigheden bemoedigd weten. En als dit weten geland is, zal ik uiteindelijk ook wel bemoediging voelen en ervaren, maar dat is hier niet Jakobus’ eerste zorg. Hij wil dat wij de feiten op een rijtje hebben. Hij wil dat we iets gaan begrijpen wat wij van nature nooit zouden kunnen begrijpen. Welke feiten dit zijn, hopen we in de volgende delen te ontdekken.
Vanuit Jakobus 1:2-8 gaan we stilstaan bij de vraag hoe volharding en vrijmoedigheid in het geloof zich verhouden tot verzoeking en beproeving. Hoe kan een christen werkelijk standhouden? Hoe kan een volgeling van Jezus Christus in het geloof blijven wanneer God in Zijn voorzienigheid omstandigheden toelaat die ons geloof op de proef stellen.
Jakobus heeft hier iets over te zeggen. Eigenlijk valt hij in zijn brief meteen met de deur in huis. Na een korte groet komt hij meteen ter zake.
Harmoniseren wat in conflict lijkt
Het vrijwel direct aansnijden van een pittig thema maakt de ontvangers van de brief meteen wakker. Ze zijn meteen bij de tijd. Jakobus schrijft in vers 2 namelijk dat elke christen in verzoekingen terecht zal komen.
Het woord verzoeking vind ik in dit verband ongelukkig gekozen, omdat het Griekse woord een positieve betekenis heeft; het duidt op een test – je zou kunnen zeggen een experiment. God test Zijn kinderen.
We zien in vers 2 echter dat er twee tegengestelde bewegingen zijn. De eerste is het “enkel vreugde achten” en het tweede is “in allerlei verzoekingen terechtkomen”. Wij kunnen het eerste met ons gevoel niet vatten, omdat het tweede voor ons te pijnlijk is. Ze gaan dwars tegen elkaar in. En tóch roept Jakobus zijn lezers op om deze twee samen te voegen. Beproevingen doen pijn. Ze worden door God gebruikt om ons te testen. Dat doet Hij door middelen weg te nemen of plannen in de war te gooien. Hoe reageren wij dan? Wij zijn in Nederland gewend dat we naar instanties kunnen gaan wanneer we onrechtvaardig behandeld worden, maar stel dat die regelingen wegvallen? En stel dat de overheid zegt: “U bent christen, dus wij sluiten u uit van bepaalde rechten”, hoe zouden wij dan reageren? En hoe reageer jij als de huisarts zou vertellen dat je nog maar een halfjaar te leven hebt? Dat zijn de momenten waarop je echt de pijn voelt van het verliezen van iets wat zo belangrijk en dierbaar voor je is. Iedereen kan God blijmoedig danken voor een nieuw huis, een nieuwe baan of gezinsuitbreiding. Maar wie durft met dezelfde vrijmoedigheid tot Hem te gaan wanneer God ons op de proef stelt?
Harmonie door rekenen
En in die pijn geeft God ons een opdracht: ga rekenen! Hoe dan? Nou, op zo’n manier dat de pijn van het verlies ergens toch een reden tot blijdschap kan zijn. Kan dat dan? Ja, dat kan. Hier komen we later op terug.
Blijkbaar is het bij God mogelijk dat iets negatiefs met een bepaalde berekening tot iets positiefs kan leiden. In ieder geval geeft Jakobus deze rekensom mee als opdracht.
Deze rekensom is geen toverformule. Op dit punt verschil ik van inzicht met de benadering van de zogenaamde groep “Nouthetic counselors”, die bij elk onderwerp en in elke omstandigheid wel een Bijbeltekst weten te vinden en dat meegeven.
Ik ga niet mee in deze lijn, omdat ik onder andere vanuit dit vers een groot belang hecht aan het kunnen maken van de rekensom die Jakobus hier geeft. Een rekensom maken kost tijd. En zo kost ook een berekening in het geloofsleven tijd. En al helemaal als de rekensom bestaat uit twee elementen die ogenschijnlijk onverenigbaar zijn.
Ga er eens rustig voor zitten
Jakobus roept ons op om in de pijn, in de tragedies, in het lijden van ons leven rustig te gaan zitten en een berekening te maken. Nee, we moeten niet onmiddellijk met allerlei Bijbelteksten aankomen om iemand op te peppen.
We maken een grote inschattingsfout wanneer we denken dat we als christen in alle omstandigheden met een grote glimlach rond moeten lopen. De vreugde die Jakobus hier benoemt, is allereerst een rationele blijdschap, die weliswaar zal uitmonden in gevoelsblijdschap – maar het begint met een rationele handeling. In het besef van iets mag ik mij in zware omstandigheden bemoedigd weten. En als dit weten geland is, zal ik uiteindelijk ook wel bemoediging voelen en ervaren, maar dat is hier niet Jakobus’ eerste zorg. Hij wil dat wij de feiten op een rijtje hebben. Hij wil dat we iets gaan begrijpen wat wij van nature nooit zouden kunnen begrijpen. Welke feiten dit zijn, hopen we in de volgende delen te ontdekken.
zondag 15 mei 2016
Bijbelse counseling [9] Tussen opdracht en ontmoeting
Over activisme in het geloofsleven
Lezen kan een gezegende bezigheid zijn. Lezen kan een gezegend instrument in Gods handen zijn. Lezen doet ons kennis vermeerderen en dat doet ons al snel deugd.
Lezen kan echter ook gevaarlijk zijn. Wat je leest en van wie je boeken leest, bepaalt hoe jij zelf gevormd wordt. Je gaat als het ware de geest ademen van de boeken die je opent en doorneemt. De vorming van het karakter kan mede worden bepaald door boeken.
Een open boekje
Een verzinsel? Nee, helemaal niet! Laat mij je meenemen naar het gezegende én gevaarlijke effect van lezen. Er zijn hoofdzakelijk twee stromingen die mij geestelijk gevormd hebben en die mij nog steeds vormen: het Puritanisme en het Nieuwe Calvinisme. Maar er is een opvallend verschil in het effect van de werken die zij voortbrengen – althans, in mijn leven.
De Nieuwe Calvinisten, met bekende vertegenwoordigers als John Piper, John MacArthur, Don Carson, Tim Keller en David Platt, timmeren stevig aan de weg een tegengeluid te laten horen met betrekking tot de staat van het huidige christendom in het Westen en zetten onderwerpen als discipelschap en zending in de schijnwerpers. Dat is een goede zaak. Het is nodig dat we als Westerse christenen uit de welvarende en efficiënte modus worden gehaald.
Het gevaar is echter dat we de activistische toonzetting van verschillende boeken in ons leven overnemen en dat de uitgangspunten van de boeken als een soort wet gaan gelden. Het gevolg: ontevredenheid, weinig lichtpuntjes zien en twijfels over de zaligheid. Ik zeg niet dat deze zaken per definitie fout zijn. Het hoeft niet slecht te zijn wanneer we een heilige ontevredenheid ervaren over een bepaalde zaak. En twijfels over de persoonlijke zaligheid is ook niet per definitie slecht. Er zijn mensen die dit anders zien, maar het is een logisch gevolg van verschillende levensfasen die we doormaken. De ene fase zien we weinig licht en weinig van Gods liefde voor Zijn kinderen; de andere fase stromen we over van de liefde van Christus. We zien vruchten, we zien groei en we zien duidelijk voortgang in heiligmaking. Het leven is een weg met storm en rust, regen en zonneschijn.
Leren van de Puriteinen
Iemand kan zich nu afvragen wat dit alles met Bijbelse counseling te maken heeft. Mijn antwoord is: meer dan je denkt! Een activistische geest ligt heel snel op de loer en is voor iedereen een reëel gevaar. Als jij iemand gaat begeleiden, of je gaat gesprekken met iemand voeren, vanuit welke houding doe je dit dan? Welke bronnen, boeken of predikers vertrouw je zozeer dat je dát onderwijs wilt overnemen en verwerken in je pastorale model? Zijn het de voorgangers met de mentaliteit die “Kom in actie!” uitschreeuwt? Of zijn het mensen die Gods verlossingswerk in Jezus Christus centraal stellen?
Misschien vinden sommige mensen deze vraag een valse tegenstelling. Immers, de mannen die “Kom in actie!” roepen, doen dit net zo goed vanuit het verlossingswerk door Christus. Dat is helemaal waar. En tóch heb ik gemerkt dat het effect van een dergelijk geluid anders is, dan wanneer de Persoon en het werk van Jezus Christus intensief bestudeerd worden. De ervaring heeft mij geleerd dat een boek als What Jesus Demands from the World (geschreven door John Piper) uiteraard gelezen kan worden, maar een andere uitwerking heeft dan Communion with the Triune God van John Owen. Ik denk oprecht dat dit alles te maken heeft met het accent die het boek uitstraalt. Uiteraard is het goed om ons te bepalen bij de gehoorzaamheid aan Christus en ik wil dan ook niet twijfelen aan de intentie van schrijvers als Piper. Maar ik heb ontdekt dat er een geweldige sleutel en zegen ligt in het overdenken van de Persoon en het werk van Jezus. Als Zijn volmaaktheid, Zijn waarheid, Zijn genade, Zijn barmhartigheid, Zijn liefde, Zijn almacht, Zijn heiligheid en Zijn trouw diepgaand bestudeerd worden, gaan er bijzondere dingen gebeuren. Mensen worden voller van Zijn liefde, genade, heiligheid, trouw, waarheid en barmhartigheid. Zijn almacht wordt concreter gezien en de kostbaarheid van Zijn volmaaktheid wordt groter. Van daaruit groeit de vrucht van de Heilige Geest.
De Puriteinen wisten goed de balans te bewaren tussen leer en praktijk. Ze verdedigden ferm de leer van de rechtvaardiging door het geloof alleen, maar schaamden zich er ook niet voor om te stellen dat rechtvaardigend geloof iemand doet groeien in heiligmaking. En dit altijd vanuit een bijzondere, gezegende geest die de Heere Jezus Christus en Zijn verlossingswerk centraal stelt. Wie kan nog langer weigeren te verlangen naar heiligmaking wanneer de heiligheid van Jezus Zelf zo bijzonder wordt beschreven?
Activistische counseling
Er bestaan uiteraard ook vele boeken over counseling. En soms hebben ook die in meer of mindere mate een activistische geest in zich. En activisme verwacht onmiddellijke en toegewijde gehoorzaamheid. Het geeft een heel beklemmend gevoel wanneer er toch wordt gefaald. Er moet direct iets gedaan worden. Wat moet een vrouw doen, die haar man niet altijd kan liefhebben? Wat moet iemand doen, die zich eenzaam voelt? Wat moet een man doen, die worstelt met boosheid? Er is een benadering die de gedachten achter al deze zaken wil vaststellen en vervolgens de Bijbelse waarheid ertegenover gaat zetten. Met andere woorden: iemand moet eigenlijk in een split second veranderen van gedachten om de genoemde zaken weer op de rit te krijgen. Er wordt echter een tussenstap vergeten. Wat we ons moeten realiseren, is dat gedachten invloed hebben op onze emoties en stemming. Als we een gedachte jarenlang koesteren, worden de emoties ook op die manier gereguleerd. Die emoties en stemmingen komen niet uit de lucht vallen, daar gaat een heel verhaal aan vooraf. Als iemand zich jaren genegeerd heeft gevoeld en zich steeds meer als eenzaam gaat wanen, is het dan gek dat dit gevoel bij elk volgend incident bovenkomt? Ik denk het niet. Is het dan redelijk om van iemand te vragen om “een Bijbelse waarheid” tegenover “de leugen” te plaatsen? Ik heb zo mijn twijfels. Allereerst zijn de gedachten die een counselor – en mogelijk ook geheel terecht – als “leugens” bestempelt, in bepaalde zin een concrete werkelijkheid voor de persoon. Dat er bij echte leugens veranderingen moeten komen, staat zonder meer vast. Maar dat regel je niet met het opdreunen van een Bijbelvers.
Jezus Christus: waarheid en genade
Zoals ik in deel 7 kort aanstipte, waren de gesprekken van Jezus met Schriftgeleerden en Farizeeën van geheel andere orde dan die met zondaren. Hij was snoeihard voor de Schriftgeleerden. Hij had hen heel wat te verwijten. Als religieuze leiders, die als het ware de voorgangers en beschermers van zuivere godsdienst moesten zijn, hadden zij hun verantwoordelijkheid verzaakt. Ze hadden hun eigen systeem opgebouwd met ondraaglijke lasten en normen. Het volk bezweek eronder. Het was onbarmhartig en ongenadig. En Jezus rekent hen dit zwaar aan. Lees Mattheüs 23 maar eens.
Maar dan komt Jezus in gesprek met een Samaritaanse vrouw (Johannes 4). Of Hij wil als Gast op bezoek komen bij Zacheüs (Lucas 19). Of Hij zit in het huis van Simon de Farizeeër en vergeeft een zondares (Lucas 7). Waren dit allemaal nette mensen? Niet bepaald. Hun levens bevatten stuk voor stuk elementen van leugens. Maar wat was nou de reden dat die Samartiaanse vrouw open en eerlijk werd over de puinhoop in haar leven op liefdesgebied? En om enthousiast het dorp in te gaan om te vertellen over de Messias? Wat vormde nu de aanleiding voor Zacheüs om zich te bekeren en allen die hij financieel bedrogen had, te compenseren? En waarom kwam die zondares ongevraagd het huis van Simon binnen om de voeten van Jezus te wassen met haar tranen?
Eén ding weet ik zeker: het was géén bewuste, actieve gedachtentraining om leugen van waarheid te onderscheiden. Al deze geschiedenissen hebben iets gemeen, namelijk liefde tot de verschijning van Jezus Christus. Zij zagen iets in Hem. Er begon licht te schijnen toen zij Hem ontmoetten. Zij begonnen iets in Hem te zien wat ze daarvoor nog nooit hadden gezien. Zuiverheid, oprechte liefde, barmhartigheid en genade. Ook waarheid, inderdaad! Maar het is waarheid in affectieve vorm en niet slechts een theologische, intellectuele vorm, zoals bij de Schriftgeleerden wel het geval was.
De verrassende aanpak van Jezus
Als een kerkenraad vandaag de dag geconfronteerd zou worden met een geval als de Samaritaanse vrouw, zou de eerste stap zijn om haar te overtuigen van zonde en om haar een Bijbelse visie van het huwelijk voor te houden. Deze visie betekent onder andere dat huwelijkspartners trouw blijven aan elkaar. Geen overspel, geen echtscheiding en geen ongehuwd samenwonen.
Christus pakt de zaak echter verrassend anders aan. Hij neemt haar situatie als wegbereider voor Zijn Zelfopenbaring. Hij zegt als het ware: “Vrouw, vertel Mij eens hoe het huwelijksleven ervoor staat. Vrouw, je drinkt van water dat steeds weer dorst geeft. Vrouw, je bouwt op ontrouw. Maar Ik ben Degene Die levend water schenkt; Ik ben de ware Bruidegom en Ik ben de Getrouwe.”
Ik zeg niet dat Jezus hier de zonde niet blootlegt; dat doet Hij wel. Maar Hij weet op een fenomenale wijze Zijn Persoon te laten schitteren in haar gebrokenheid. Vol genade en waarheid weet Hij tot de kern van het menselijke bestaan te komen, in die concrete situatie. Geen vraag over “Bijbelse huwelijksvorming” of een inprenting van het zevende gebod. Maar een hele persoonlijke ontmoeting waarin haar gebrokenheid en Zijn Persoon Zich in genade en waarheid ontmoeten.
Opdracht vanuit ontmoeting
Wanneer we gericht mensen willen helpen in Bijbelse counseling, zullen we hen vanuit de ontmoeting moeten benaderen. Zij zijn persoonlijkheden met een geheel eigen karakter, verleden, toekomstperspectief en boezemzonden. Het is een complexe opdracht om mensen op een Bijbelse manier steeds meer te zien functioneren zoals God het bedoeld heeft. Helaas zijn wij in dit gebroken bestaan gebonden aan de grenzen en mogelijkheden die we nu ervaren. We mogen bidden dat God die grenzen verlegt, maar er automatisch vanuit gaan dat Hij dit ook zal doen, is riskant.
Christenen – en eigenlijk de hele wereld – zijn het meest gebaad bij navolgers van Jezus, die Zijn karakter uitstralen en de hoop verankerd hebben in Zijn verlossingswerk.
Christen, praat met Jezus. Denk aan Jezus. Stel Jezus voor aan de ander. Laat iemand in nood niet allerlei activistische toeren uithalen, maar leer hem of haar op het karakter van Jezus te zien, op het offer dat Hij bracht, op de hemelse positie en arbeid die Hij bij Zijn hemelvaart ontvangen heeft. Niet het ijverig plannen van goede voornemens, maar ontmoetingen met de Genadige en Waarachtige Zoon van God zal het leven veranderen.
Lezen kan een gezegende bezigheid zijn. Lezen kan een gezegend instrument in Gods handen zijn. Lezen doet ons kennis vermeerderen en dat doet ons al snel deugd.
Lezen kan echter ook gevaarlijk zijn. Wat je leest en van wie je boeken leest, bepaalt hoe jij zelf gevormd wordt. Je gaat als het ware de geest ademen van de boeken die je opent en doorneemt. De vorming van het karakter kan mede worden bepaald door boeken.
Een open boekje
Een verzinsel? Nee, helemaal niet! Laat mij je meenemen naar het gezegende én gevaarlijke effect van lezen. Er zijn hoofdzakelijk twee stromingen die mij geestelijk gevormd hebben en die mij nog steeds vormen: het Puritanisme en het Nieuwe Calvinisme. Maar er is een opvallend verschil in het effect van de werken die zij voortbrengen – althans, in mijn leven.
De Nieuwe Calvinisten, met bekende vertegenwoordigers als John Piper, John MacArthur, Don Carson, Tim Keller en David Platt, timmeren stevig aan de weg een tegengeluid te laten horen met betrekking tot de staat van het huidige christendom in het Westen en zetten onderwerpen als discipelschap en zending in de schijnwerpers. Dat is een goede zaak. Het is nodig dat we als Westerse christenen uit de welvarende en efficiënte modus worden gehaald.
Het gevaar is echter dat we de activistische toonzetting van verschillende boeken in ons leven overnemen en dat de uitgangspunten van de boeken als een soort wet gaan gelden. Het gevolg: ontevredenheid, weinig lichtpuntjes zien en twijfels over de zaligheid. Ik zeg niet dat deze zaken per definitie fout zijn. Het hoeft niet slecht te zijn wanneer we een heilige ontevredenheid ervaren over een bepaalde zaak. En twijfels over de persoonlijke zaligheid is ook niet per definitie slecht. Er zijn mensen die dit anders zien, maar het is een logisch gevolg van verschillende levensfasen die we doormaken. De ene fase zien we weinig licht en weinig van Gods liefde voor Zijn kinderen; de andere fase stromen we over van de liefde van Christus. We zien vruchten, we zien groei en we zien duidelijk voortgang in heiligmaking. Het leven is een weg met storm en rust, regen en zonneschijn.
Leren van de Puriteinen
Iemand kan zich nu afvragen wat dit alles met Bijbelse counseling te maken heeft. Mijn antwoord is: meer dan je denkt! Een activistische geest ligt heel snel op de loer en is voor iedereen een reëel gevaar. Als jij iemand gaat begeleiden, of je gaat gesprekken met iemand voeren, vanuit welke houding doe je dit dan? Welke bronnen, boeken of predikers vertrouw je zozeer dat je dát onderwijs wilt overnemen en verwerken in je pastorale model? Zijn het de voorgangers met de mentaliteit die “Kom in actie!” uitschreeuwt? Of zijn het mensen die Gods verlossingswerk in Jezus Christus centraal stellen?
Misschien vinden sommige mensen deze vraag een valse tegenstelling. Immers, de mannen die “Kom in actie!” roepen, doen dit net zo goed vanuit het verlossingswerk door Christus. Dat is helemaal waar. En tóch heb ik gemerkt dat het effect van een dergelijk geluid anders is, dan wanneer de Persoon en het werk van Jezus Christus intensief bestudeerd worden. De ervaring heeft mij geleerd dat een boek als What Jesus Demands from the World (geschreven door John Piper) uiteraard gelezen kan worden, maar een andere uitwerking heeft dan Communion with the Triune God van John Owen. Ik denk oprecht dat dit alles te maken heeft met het accent die het boek uitstraalt. Uiteraard is het goed om ons te bepalen bij de gehoorzaamheid aan Christus en ik wil dan ook niet twijfelen aan de intentie van schrijvers als Piper. Maar ik heb ontdekt dat er een geweldige sleutel en zegen ligt in het overdenken van de Persoon en het werk van Jezus. Als Zijn volmaaktheid, Zijn waarheid, Zijn genade, Zijn barmhartigheid, Zijn liefde, Zijn almacht, Zijn heiligheid en Zijn trouw diepgaand bestudeerd worden, gaan er bijzondere dingen gebeuren. Mensen worden voller van Zijn liefde, genade, heiligheid, trouw, waarheid en barmhartigheid. Zijn almacht wordt concreter gezien en de kostbaarheid van Zijn volmaaktheid wordt groter. Van daaruit groeit de vrucht van de Heilige Geest.
De Puriteinen wisten goed de balans te bewaren tussen leer en praktijk. Ze verdedigden ferm de leer van de rechtvaardiging door het geloof alleen, maar schaamden zich er ook niet voor om te stellen dat rechtvaardigend geloof iemand doet groeien in heiligmaking. En dit altijd vanuit een bijzondere, gezegende geest die de Heere Jezus Christus en Zijn verlossingswerk centraal stelt. Wie kan nog langer weigeren te verlangen naar heiligmaking wanneer de heiligheid van Jezus Zelf zo bijzonder wordt beschreven?
Activistische counseling
Er bestaan uiteraard ook vele boeken over counseling. En soms hebben ook die in meer of mindere mate een activistische geest in zich. En activisme verwacht onmiddellijke en toegewijde gehoorzaamheid. Het geeft een heel beklemmend gevoel wanneer er toch wordt gefaald. Er moet direct iets gedaan worden. Wat moet een vrouw doen, die haar man niet altijd kan liefhebben? Wat moet iemand doen, die zich eenzaam voelt? Wat moet een man doen, die worstelt met boosheid? Er is een benadering die de gedachten achter al deze zaken wil vaststellen en vervolgens de Bijbelse waarheid ertegenover gaat zetten. Met andere woorden: iemand moet eigenlijk in een split second veranderen van gedachten om de genoemde zaken weer op de rit te krijgen. Er wordt echter een tussenstap vergeten. Wat we ons moeten realiseren, is dat gedachten invloed hebben op onze emoties en stemming. Als we een gedachte jarenlang koesteren, worden de emoties ook op die manier gereguleerd. Die emoties en stemmingen komen niet uit de lucht vallen, daar gaat een heel verhaal aan vooraf. Als iemand zich jaren genegeerd heeft gevoeld en zich steeds meer als eenzaam gaat wanen, is het dan gek dat dit gevoel bij elk volgend incident bovenkomt? Ik denk het niet. Is het dan redelijk om van iemand te vragen om “een Bijbelse waarheid” tegenover “de leugen” te plaatsen? Ik heb zo mijn twijfels. Allereerst zijn de gedachten die een counselor – en mogelijk ook geheel terecht – als “leugens” bestempelt, in bepaalde zin een concrete werkelijkheid voor de persoon. Dat er bij echte leugens veranderingen moeten komen, staat zonder meer vast. Maar dat regel je niet met het opdreunen van een Bijbelvers.
Jezus Christus: waarheid en genade
Zoals ik in deel 7 kort aanstipte, waren de gesprekken van Jezus met Schriftgeleerden en Farizeeën van geheel andere orde dan die met zondaren. Hij was snoeihard voor de Schriftgeleerden. Hij had hen heel wat te verwijten. Als religieuze leiders, die als het ware de voorgangers en beschermers van zuivere godsdienst moesten zijn, hadden zij hun verantwoordelijkheid verzaakt. Ze hadden hun eigen systeem opgebouwd met ondraaglijke lasten en normen. Het volk bezweek eronder. Het was onbarmhartig en ongenadig. En Jezus rekent hen dit zwaar aan. Lees Mattheüs 23 maar eens.
Maar dan komt Jezus in gesprek met een Samaritaanse vrouw (Johannes 4). Of Hij wil als Gast op bezoek komen bij Zacheüs (Lucas 19). Of Hij zit in het huis van Simon de Farizeeër en vergeeft een zondares (Lucas 7). Waren dit allemaal nette mensen? Niet bepaald. Hun levens bevatten stuk voor stuk elementen van leugens. Maar wat was nou de reden dat die Samartiaanse vrouw open en eerlijk werd over de puinhoop in haar leven op liefdesgebied? En om enthousiast het dorp in te gaan om te vertellen over de Messias? Wat vormde nu de aanleiding voor Zacheüs om zich te bekeren en allen die hij financieel bedrogen had, te compenseren? En waarom kwam die zondares ongevraagd het huis van Simon binnen om de voeten van Jezus te wassen met haar tranen?
Eén ding weet ik zeker: het was géén bewuste, actieve gedachtentraining om leugen van waarheid te onderscheiden. Al deze geschiedenissen hebben iets gemeen, namelijk liefde tot de verschijning van Jezus Christus. Zij zagen iets in Hem. Er begon licht te schijnen toen zij Hem ontmoetten. Zij begonnen iets in Hem te zien wat ze daarvoor nog nooit hadden gezien. Zuiverheid, oprechte liefde, barmhartigheid en genade. Ook waarheid, inderdaad! Maar het is waarheid in affectieve vorm en niet slechts een theologische, intellectuele vorm, zoals bij de Schriftgeleerden wel het geval was.
De verrassende aanpak van Jezus
Als een kerkenraad vandaag de dag geconfronteerd zou worden met een geval als de Samaritaanse vrouw, zou de eerste stap zijn om haar te overtuigen van zonde en om haar een Bijbelse visie van het huwelijk voor te houden. Deze visie betekent onder andere dat huwelijkspartners trouw blijven aan elkaar. Geen overspel, geen echtscheiding en geen ongehuwd samenwonen.
Christus pakt de zaak echter verrassend anders aan. Hij neemt haar situatie als wegbereider voor Zijn Zelfopenbaring. Hij zegt als het ware: “Vrouw, vertel Mij eens hoe het huwelijksleven ervoor staat. Vrouw, je drinkt van water dat steeds weer dorst geeft. Vrouw, je bouwt op ontrouw. Maar Ik ben Degene Die levend water schenkt; Ik ben de ware Bruidegom en Ik ben de Getrouwe.”
Ik zeg niet dat Jezus hier de zonde niet blootlegt; dat doet Hij wel. Maar Hij weet op een fenomenale wijze Zijn Persoon te laten schitteren in haar gebrokenheid. Vol genade en waarheid weet Hij tot de kern van het menselijke bestaan te komen, in die concrete situatie. Geen vraag over “Bijbelse huwelijksvorming” of een inprenting van het zevende gebod. Maar een hele persoonlijke ontmoeting waarin haar gebrokenheid en Zijn Persoon Zich in genade en waarheid ontmoeten.
Opdracht vanuit ontmoeting
Wanneer we gericht mensen willen helpen in Bijbelse counseling, zullen we hen vanuit de ontmoeting moeten benaderen. Zij zijn persoonlijkheden met een geheel eigen karakter, verleden, toekomstperspectief en boezemzonden. Het is een complexe opdracht om mensen op een Bijbelse manier steeds meer te zien functioneren zoals God het bedoeld heeft. Helaas zijn wij in dit gebroken bestaan gebonden aan de grenzen en mogelijkheden die we nu ervaren. We mogen bidden dat God die grenzen verlegt, maar er automatisch vanuit gaan dat Hij dit ook zal doen, is riskant.
Christenen – en eigenlijk de hele wereld – zijn het meest gebaad bij navolgers van Jezus, die Zijn karakter uitstralen en de hoop verankerd hebben in Zijn verlossingswerk.
Christen, praat met Jezus. Denk aan Jezus. Stel Jezus voor aan de ander. Laat iemand in nood niet allerlei activistische toeren uithalen, maar leer hem of haar op het karakter van Jezus te zien, op het offer dat Hij bracht, op de hemelse positie en arbeid die Hij bij Zijn hemelvaart ontvangen heeft. Niet het ijverig plannen van goede voornemens, maar ontmoetingen met de Genadige en Waarachtige Zoon van God zal het leven veranderen.
Labels:
Bijbel,
Bijbelse counseling,
God,
Jezus Christus,
Serie
vrijdag 13 mei 2016
Bijbelse counseling [8] Tussen strijd en hypergeestelijkheid
Over gezonde geestelijke groei
We hebben al een aantal facetten van Bijbelse counseling bestudeerd en wat we hebben gezien, is dat het leven is zoals de Bijbel zegt dat het is: complex, gebroken, maar zeker ook hoopvol.
Juist omdat de Bijbel spreekt over de complexiteit en gebrokenheid van het leven, moeten we nauwkeurig en voorzichtig omgaan met de hoop die de Bijbel geeft.
Teleurgesteld in hoop?
Het is pijnlijk te constateren dat de hoop die je koestert, niet wordt vervuld. Dat doet wat met je. De vraag is of er zoiets bestaat als “teleurgesteld raken in God” of “teleurgesteld raken in de hoop die de Bijbel beschrijft” – zijn deze twee formuleringen legitiem? Mag je dit zo stellen?
Als mensen zeggen dat ze “teleurgesteld” zijn in God, wat bedoelen ze dan? En hoe kun je “teleurgesteld” worden in hoop?
Ik denk dat het onbijbels is om te stellen dat “God mij heeft teleurgesteld” of dat “de Bijbelse hoop mij beschaamd heeft gemaakt.” Er zijn twee belangrijke redenen waarom ik dat denk:
1. Teleurstelling duidt op verwachtingen die niet zijn waargemaakt
Als iemand stelt “teleurgesteld” te zijn, dan kan het niet anders of er zijn verwachtingen geweest. Men was er eigenlijk voor de volle honderd procent zeker van dat iets zou gebeuren. Toch gebeurde het niet. Wat is hier nou het probleem? We kunnen in een extreme situatie terechtkomen, waarin we gaan zeggen dat God het probleem is. Maar te stellen dat God het probleem is, dát is juist het probleem.
Christenen baseren hoop en verwachtingen op grond van Gods beloften in Zijn Woord. Wanneer die beloften echter onvoorzichtig worden gehanteerd, iedereen lukraak teksten gaat opdreunen en daar verwachtingen aan verbinden, wordt het gevaarlijk. Mijn vraag aan degenen die zeggen “teleurgesteld” te zijn in God, is deze: Heeft God werkelijk beloofd dat Hij jouw verwachting met betrekking tot deze specifieke situatie zou doen uitkomen?
2. Hoop kan worden geïnterpreteerd voor de korte én lange termijn
Hieraan koppel ik direct een tweede vraag. Het kan inderdaad waar zijn dat God iets in Zijn Woord belooft, maar ook dan zijn we er nog niet. God heeft namelijk ook beloften gedaan waarvan we kunnen weten dat zij nooit in dit gebroken bestaan vervuld zullen worden. “God zal alle tranen van de ogen wissen” is een belofte die pas vervuld zal worden bij de wederkomt van de Heere Jezus. Niet eerder. Satan en zijn demonen zullen op een dag in het eeuwige vuur geworpen worden, maar ook dit zal niet gebeuren voor de wederkomst van Christus. De vraag is of de vervulling van een specifieke belofte van God binnen dít tijdperk ligt, of dat we moeten wachten tot “de voleinding van alle dingen” en op het moment dat de nieuwe hemel en nieuwe aarde er zullen zijn.
Pleidooi voor Bijbels realisme
De Bijbel is hoopvol – jazeker, glorieus hoopvol. Wat een heerlijke, geweldige, alle-verstand-te boven-gaande beloften staan daar in! En wat een heerlijk uitzicht biedt God: voor eeuwig bij Hem Zijn, dankzij Zijn Zoon, Die onze zonde op Zich nam. Voor eeuwig blijdschap voor Zijn aangezicht. Voor eeuwig juichen om Wie Hij is en wat Hij voor ons heeft gedaan. Het is onuitsprekelijk en onbeschrijflijk mooi.
Maar – we moeten als christenen een gezonde balans weten te vinden tussen de eeuwige hoop en realisme. Zeker in het rijke Westen, waar gezondheid het grootste goed lijkt te zijn, en de welvaart van de wolkenkrabbers spat, moeten we heel voorzichtig zijn en geen welvaartsevangelie creëren. Ook in Bijbelse counseling moeten we oppassen dat we niet méér beloven dan God voor dit moment aanreikt. Het zou zomaar kunnen zijn dat teleurstelling in God een gevolg is van menselijke beloften. En eerlijk gezegd moeten we de teleurstelling neerleggen waar hij hoort; bij degene die de belofte gedaan heeft. En als jij als mens meer belooft dan God beloofd heeft, ben je onverantwoord bezig; je pleegt echt een serieuze aanslag op het geloofsleven van de ander.
Rekening houden met gebrokenheid is realisme
Zoals ik concludeerde in een artikel naar aanleiding van Johannes 8:31-38, is het Bijbels om realistisch te spreken over gebrokenheid. Oplossingsgerichte mensen willen het liefst direct problemen verhelpen. Dat zorgt soms voor problemen. Er worden verkeerde diagnoses gesteld, er worden oplossingen aangereikt die te snel, te gemakkelijk zijn en geen recht doen aan de complexiteit van de omstandigheden. Als iemand depressieve klachten heeft, staan sommigen zelfverzekerd te roepen dat dit “het werk van satan is.” En ook als mensen in zonde gevallen zijn, geven ze deze boze geest de schuld. En als het geloofsleven niet optimaal functioneert, moet je meer bidden, de duivel weerstaan, de strijd aangaan en op God vertrouwen.
Tja, was het allemaal maar zo gemakkelijk! Als we nu bij onze bekering in een soort quarantaine-ruimte geplaatst zouden zijn, heerlijk beschermd tegen aanvechtingen, lijden en verzoekingen, was het een heel ander verhaal. Maar we zijn nog even kwetsbaar als voorheen. Wij hebben weliswaar Degene in ons wonen, Die “sterker is dan hij die in de wereld is” (1 Johannes 4:4), maar daarmee is niet gezegd dat al het lijden en de aanvechtingen en de aantrekkingskracht van de zonde zijn weggenomen.
Hypergeestelijkheid: uit de hoogte mistasten
Uit eigen ervaring weet ik dat het een ontzettend groot risico is om iets waar ik zelf helemaal vol van ben, bij anderen door de strot te willen duwen. Je wilt zó graag dat mensen de Heere Jezus leren kennen zoals jij Hem zelf hebt leren kennen en elke keer opnieuw benadruk je dezelfde boodschap. Eindelijk heb je het licht gevonden – of beter gezegd: God heeft jou het licht geschonken (2 Korinthe 4:4-6). Dat licht is zó bevrijdend, dat moeten anderen gewoon horen! Prachtig, niets mis mee. Het gaat mis wanneer ik mijn eigen bekeringsgeschiedenis als norm ga nemen voor anderen. Ik las een boek, dus jij moet het ook doen. Ik ging naar een speciale kerkdienst, dus jij moet dat ook doen. In geloof nam ik een bepaalde stap, dus dat moet jij ook doen.
Deze houding kun je een tijdje volhouden, maar op een gegeven moment voel je aan dat het zo niet langer kan. Er blijven twee mogelijkheden over: óf jij buigt, óf de ander. Ik ben erachter gekomen dat het beter is om zelf te buigen, vanwege de geestelijke gezondheid van de ander. Je kunt wel met alle geweld proberen om een Bijbelse boodschap te verkondigen, maar je moet ook inschatten of de manier waarop je die boodschap afgeeft geen verdere schade toebrengt aan het geloofsleven van de ander.
Iemand die alles hypergeestelijk beoordeelt, vervalt al snel in deze rol. Op alle levensproblemen weet hij of zij wel een geestelijke oorzaak aan te wijzen en uiteraard ook een geestelijke oplossing. Of het is zonde, ongeloof, gebedsloosheid of satan. Onder het mom van “Christus is alles en in allen” moeten christenen veel Bijbellezen, bidden, blijmoedig zingen en dan zal God ervoor zorgen dat de huidige problemen worden weggenomen.
Maar wie zegt dat er altijd geestelijke oorzaken aan te wijzen zijn? Wie zegt dat er geen fysieke redenen zijn, die ervoor zorgen dat iemand iets niet kan of iets moeilijk vindt? De hypergeestelijke trots die zegt “dat Christus genoeg is” geeft een eenzijdige boodschap af.
Heb je er ooit eens bij stilgestaan dat er iets merkwaardigs in Genesis staat? God heeft Adam geschapen en dan lezen we in Genesis 2:18:
God is genoeg voor de mens – Amen! En toch is het niet goed voor de mens dat hij alleen is… Dat klinkt gek.
Hypergeestelijke mensen hebben de neiging om het geestelijke en het geschapene uit elkaar te trekken. Alle problemen zijn ten diepste geestelijk, dus de oplossing ook. Maar daarbij vergeten ze dat God net zo goed een materiële wereld heeft geschapen, net zoals Hij een geestelijke wereld heeft gemaakt. Deze twee moeten we niet tegen elkaar gaan uitspelen, maar bij elkaar houden. Ik kan elke dag vier uur bidden of de Heere mij in leven wil houden, maar als ik geen gebruikmaak van het door Hem geschapen brood, kom ik vanzelf een keer in het ziekenhuis terecht. Niet alles wat wij nodig hebben, wordt in het geestelijke uitgedrukt. Ook in fysiek opzicht zijn er elementen die we nodig hebben om in leven te blijven; zo heeft God het leven ontworpen. Alles in ons leven heeft een geestelijke betekenis en connectie. God heeft het geschapene en geestelijke aan elkaar verbonden en wij mogen het verband daartussen ontdekken. God is genoeg voor mij – ja, maar het door Hem geschapen brood net zo. En de door Hem gegeven huwelijkspartner ook. En het door Hem gegeven werk en geld ook. Paulus schrijft aan Timotheüs:
De vraag is dus niet óf we ons moeten onthouden van het huwelijk of voedsel, maar de vraag is of we dat wat wij wél tot ons nemen tot eer van God doen! Kunnen we Hem ervoor danken? Kunnen we Hem prijzen voor de middelen die Hij schenkt, zodat ons lichaam gevoed kan worden en tot op zekere hoogte gezond kan blijven? Bidden we Hem om een gezegende werking van alle middelen die Hij ons schenkt? Dát is de essentie. In het al eerder genoemde boek Duurzame en Integrale Geneeskunst van dr. Seldenrijk is een vragenlijst opgenomen met hele eenvoudige, praktische zaken. Factoren als daglicht, vitamines, werkomstandigheden, sociaal isolement en vriendenkring, eetpatronen hebben invloed op onze gezondheid en functioneren.
Het geestelijke is alledaags
We maken het elkaar lastig als we alleen de uitzonderlijke uitingen van ons geloof bestempelen als “geestelijk”. Paulus noemt in Galaten 5 de vrucht van de Geest en dát is echt geestelijk! Geestelijk zijn zit hem niet onthouding van zaken die God ons gegeven heeft om onder dankzegging gebruik van te maken; geestelijk zijn betekent niet slechts urenlang Bijbellezen; geestelijk zijn betekent niet dat we hier in de volle overwinning leven. Geestelijkheid is liefdevol zijn, trouw, barmhartig, genadig, vergevingsgezind, jezelf kunnen beheersen, vriendelijk zijn, blijdschap ervaren, geduld oefenen en zachtmoedigheid tonen. Deze vrucht moet groeien, niet de vrucht van allerlei extreme uitingen.
Zo zien we ook dat de vrucht van de Heilige Geest volmaakt inspeelt op de omstandigheden in ons leven. Wanneer we teleurgesteld zijn, kan de ander in vriendelijkheid geduld tonen. Wanneer we radeloos zijn, kan de ander vol zelfbeheersing verantwoording afleggen van de hoop die in hem is. Wanneer we onrecht ervaren, kan de ander het Evangelie van vergeving en verzoening laten schitteren. Wanneer we in nood verkeren, kan de ander barmhartigheid tonen. Zo werkt Gods Geest in de gebrokenheid van het bestaan en voorziet in het lijden van deze vrucht. Zalig is hij, die deze vrucht van de Geest kan tonen in het normale leven van alledag.
We hebben al een aantal facetten van Bijbelse counseling bestudeerd en wat we hebben gezien, is dat het leven is zoals de Bijbel zegt dat het is: complex, gebroken, maar zeker ook hoopvol.
Juist omdat de Bijbel spreekt over de complexiteit en gebrokenheid van het leven, moeten we nauwkeurig en voorzichtig omgaan met de hoop die de Bijbel geeft.
Teleurgesteld in hoop?
Het is pijnlijk te constateren dat de hoop die je koestert, niet wordt vervuld. Dat doet wat met je. De vraag is of er zoiets bestaat als “teleurgesteld raken in God” of “teleurgesteld raken in de hoop die de Bijbel beschrijft” – zijn deze twee formuleringen legitiem? Mag je dit zo stellen?
Als mensen zeggen dat ze “teleurgesteld” zijn in God, wat bedoelen ze dan? En hoe kun je “teleurgesteld” worden in hoop?
Ik denk dat het onbijbels is om te stellen dat “God mij heeft teleurgesteld” of dat “de Bijbelse hoop mij beschaamd heeft gemaakt.” Er zijn twee belangrijke redenen waarom ik dat denk:
1. Teleurstelling duidt op verwachtingen die niet zijn waargemaakt
Als iemand stelt “teleurgesteld” te zijn, dan kan het niet anders of er zijn verwachtingen geweest. Men was er eigenlijk voor de volle honderd procent zeker van dat iets zou gebeuren. Toch gebeurde het niet. Wat is hier nou het probleem? We kunnen in een extreme situatie terechtkomen, waarin we gaan zeggen dat God het probleem is. Maar te stellen dat God het probleem is, dát is juist het probleem.
Christenen baseren hoop en verwachtingen op grond van Gods beloften in Zijn Woord. Wanneer die beloften echter onvoorzichtig worden gehanteerd, iedereen lukraak teksten gaat opdreunen en daar verwachtingen aan verbinden, wordt het gevaarlijk. Mijn vraag aan degenen die zeggen “teleurgesteld” te zijn in God, is deze: Heeft God werkelijk beloofd dat Hij jouw verwachting met betrekking tot deze specifieke situatie zou doen uitkomen?
2. Hoop kan worden geïnterpreteerd voor de korte én lange termijn
Hieraan koppel ik direct een tweede vraag. Het kan inderdaad waar zijn dat God iets in Zijn Woord belooft, maar ook dan zijn we er nog niet. God heeft namelijk ook beloften gedaan waarvan we kunnen weten dat zij nooit in dit gebroken bestaan vervuld zullen worden. “God zal alle tranen van de ogen wissen” is een belofte die pas vervuld zal worden bij de wederkomt van de Heere Jezus. Niet eerder. Satan en zijn demonen zullen op een dag in het eeuwige vuur geworpen worden, maar ook dit zal niet gebeuren voor de wederkomst van Christus. De vraag is of de vervulling van een specifieke belofte van God binnen dít tijdperk ligt, of dat we moeten wachten tot “de voleinding van alle dingen” en op het moment dat de nieuwe hemel en nieuwe aarde er zullen zijn.
Pleidooi voor Bijbels realisme
De Bijbel is hoopvol – jazeker, glorieus hoopvol. Wat een heerlijke, geweldige, alle-verstand-te boven-gaande beloften staan daar in! En wat een heerlijk uitzicht biedt God: voor eeuwig bij Hem Zijn, dankzij Zijn Zoon, Die onze zonde op Zich nam. Voor eeuwig blijdschap voor Zijn aangezicht. Voor eeuwig juichen om Wie Hij is en wat Hij voor ons heeft gedaan. Het is onuitsprekelijk en onbeschrijflijk mooi.
Maar – we moeten als christenen een gezonde balans weten te vinden tussen de eeuwige hoop en realisme. Zeker in het rijke Westen, waar gezondheid het grootste goed lijkt te zijn, en de welvaart van de wolkenkrabbers spat, moeten we heel voorzichtig zijn en geen welvaartsevangelie creëren. Ook in Bijbelse counseling moeten we oppassen dat we niet méér beloven dan God voor dit moment aanreikt. Het zou zomaar kunnen zijn dat teleurstelling in God een gevolg is van menselijke beloften. En eerlijk gezegd moeten we de teleurstelling neerleggen waar hij hoort; bij degene die de belofte gedaan heeft. En als jij als mens meer belooft dan God beloofd heeft, ben je onverantwoord bezig; je pleegt echt een serieuze aanslag op het geloofsleven van de ander.
Rekening houden met gebrokenheid is realisme
Zoals ik concludeerde in een artikel naar aanleiding van Johannes 8:31-38, is het Bijbels om realistisch te spreken over gebrokenheid. Oplossingsgerichte mensen willen het liefst direct problemen verhelpen. Dat zorgt soms voor problemen. Er worden verkeerde diagnoses gesteld, er worden oplossingen aangereikt die te snel, te gemakkelijk zijn en geen recht doen aan de complexiteit van de omstandigheden. Als iemand depressieve klachten heeft, staan sommigen zelfverzekerd te roepen dat dit “het werk van satan is.” En ook als mensen in zonde gevallen zijn, geven ze deze boze geest de schuld. En als het geloofsleven niet optimaal functioneert, moet je meer bidden, de duivel weerstaan, de strijd aangaan en op God vertrouwen.
Tja, was het allemaal maar zo gemakkelijk! Als we nu bij onze bekering in een soort quarantaine-ruimte geplaatst zouden zijn, heerlijk beschermd tegen aanvechtingen, lijden en verzoekingen, was het een heel ander verhaal. Maar we zijn nog even kwetsbaar als voorheen. Wij hebben weliswaar Degene in ons wonen, Die “sterker is dan hij die in de wereld is” (1 Johannes 4:4), maar daarmee is niet gezegd dat al het lijden en de aanvechtingen en de aantrekkingskracht van de zonde zijn weggenomen.
Hypergeestelijkheid: uit de hoogte mistasten
Uit eigen ervaring weet ik dat het een ontzettend groot risico is om iets waar ik zelf helemaal vol van ben, bij anderen door de strot te willen duwen. Je wilt zó graag dat mensen de Heere Jezus leren kennen zoals jij Hem zelf hebt leren kennen en elke keer opnieuw benadruk je dezelfde boodschap. Eindelijk heb je het licht gevonden – of beter gezegd: God heeft jou het licht geschonken (2 Korinthe 4:4-6). Dat licht is zó bevrijdend, dat moeten anderen gewoon horen! Prachtig, niets mis mee. Het gaat mis wanneer ik mijn eigen bekeringsgeschiedenis als norm ga nemen voor anderen. Ik las een boek, dus jij moet het ook doen. Ik ging naar een speciale kerkdienst, dus jij moet dat ook doen. In geloof nam ik een bepaalde stap, dus dat moet jij ook doen.
Deze houding kun je een tijdje volhouden, maar op een gegeven moment voel je aan dat het zo niet langer kan. Er blijven twee mogelijkheden over: óf jij buigt, óf de ander. Ik ben erachter gekomen dat het beter is om zelf te buigen, vanwege de geestelijke gezondheid van de ander. Je kunt wel met alle geweld proberen om een Bijbelse boodschap te verkondigen, maar je moet ook inschatten of de manier waarop je die boodschap afgeeft geen verdere schade toebrengt aan het geloofsleven van de ander.
Iemand die alles hypergeestelijk beoordeelt, vervalt al snel in deze rol. Op alle levensproblemen weet hij of zij wel een geestelijke oorzaak aan te wijzen en uiteraard ook een geestelijke oplossing. Of het is zonde, ongeloof, gebedsloosheid of satan. Onder het mom van “Christus is alles en in allen” moeten christenen veel Bijbellezen, bidden, blijmoedig zingen en dan zal God ervoor zorgen dat de huidige problemen worden weggenomen.
Maar wie zegt dat er altijd geestelijke oorzaken aan te wijzen zijn? Wie zegt dat er geen fysieke redenen zijn, die ervoor zorgen dat iemand iets niet kan of iets moeilijk vindt? De hypergeestelijke trots die zegt “dat Christus genoeg is” geeft een eenzijdige boodschap af.
Heb je er ooit eens bij stilgestaan dat er iets merkwaardigs in Genesis staat? God heeft Adam geschapen en dan lezen we in Genesis 2:18:
“Ook zei de HEERE God: Het is niet goed dat de mens alleen is; Ik zal een hulp voor hem maken als iemand tegenover hem.”
God is genoeg voor de mens – Amen! En toch is het niet goed voor de mens dat hij alleen is… Dat klinkt gek.
Hypergeestelijke mensen hebben de neiging om het geestelijke en het geschapene uit elkaar te trekken. Alle problemen zijn ten diepste geestelijk, dus de oplossing ook. Maar daarbij vergeten ze dat God net zo goed een materiële wereld heeft geschapen, net zoals Hij een geestelijke wereld heeft gemaakt. Deze twee moeten we niet tegen elkaar gaan uitspelen, maar bij elkaar houden. Ik kan elke dag vier uur bidden of de Heere mij in leven wil houden, maar als ik geen gebruikmaak van het door Hem geschapen brood, kom ik vanzelf een keer in het ziekenhuis terecht. Niet alles wat wij nodig hebben, wordt in het geestelijke uitgedrukt. Ook in fysiek opzicht zijn er elementen die we nodig hebben om in leven te blijven; zo heeft God het leven ontworpen. Alles in ons leven heeft een geestelijke betekenis en connectie. God heeft het geschapene en geestelijke aan elkaar verbonden en wij mogen het verband daartussen ontdekken. God is genoeg voor mij – ja, maar het door Hem geschapen brood net zo. En de door Hem gegeven huwelijkspartner ook. En het door Hem gegeven werk en geld ook. Paulus schrijft aan Timotheüs:
“Maar de Geest zegt uitdrukkelijk dat in latere tijden sommigen afvallig zullen worden van het geloof en zich zullen wenden tot misleidende geesten en leringen van demonen, door huichelarij van leugenaars, die hun geweten als met een brandijzer hebben toegeschroeid. Zij verbieden te trouwen en gebieden zich te onthouden van voedsel, dat God geschapen heeft voor de gelovigen en voor hen die de waarheid hebben leren kennen, om onder dankzegging aanvaard te worden. Want alles wat God geschapen heeft, is goed en niets is verwerpelijk, wanneer het onder dankzegging aanvaard wordt. Want het wordt geheiligd door het Woord van God en door het gebed.” (1 Timotheüs 4:1-5)
De vraag is dus niet óf we ons moeten onthouden van het huwelijk of voedsel, maar de vraag is of we dat wat wij wél tot ons nemen tot eer van God doen! Kunnen we Hem ervoor danken? Kunnen we Hem prijzen voor de middelen die Hij schenkt, zodat ons lichaam gevoed kan worden en tot op zekere hoogte gezond kan blijven? Bidden we Hem om een gezegende werking van alle middelen die Hij ons schenkt? Dát is de essentie. In het al eerder genoemde boek Duurzame en Integrale Geneeskunst van dr. Seldenrijk is een vragenlijst opgenomen met hele eenvoudige, praktische zaken. Factoren als daglicht, vitamines, werkomstandigheden, sociaal isolement en vriendenkring, eetpatronen hebben invloed op onze gezondheid en functioneren.
Het geestelijke is alledaags
We maken het elkaar lastig als we alleen de uitzonderlijke uitingen van ons geloof bestempelen als “geestelijk”. Paulus noemt in Galaten 5 de vrucht van de Geest en dát is echt geestelijk! Geestelijk zijn zit hem niet onthouding van zaken die God ons gegeven heeft om onder dankzegging gebruik van te maken; geestelijk zijn betekent niet slechts urenlang Bijbellezen; geestelijk zijn betekent niet dat we hier in de volle overwinning leven. Geestelijkheid is liefdevol zijn, trouw, barmhartig, genadig, vergevingsgezind, jezelf kunnen beheersen, vriendelijk zijn, blijdschap ervaren, geduld oefenen en zachtmoedigheid tonen. Deze vrucht moet groeien, niet de vrucht van allerlei extreme uitingen.
Zo zien we ook dat de vrucht van de Heilige Geest volmaakt inspeelt op de omstandigheden in ons leven. Wanneer we teleurgesteld zijn, kan de ander in vriendelijkheid geduld tonen. Wanneer we radeloos zijn, kan de ander vol zelfbeheersing verantwoording afleggen van de hoop die in hem is. Wanneer we onrecht ervaren, kan de ander het Evangelie van vergeving en verzoening laten schitteren. Wanneer we in nood verkeren, kan de ander barmhartigheid tonen. Zo werkt Gods Geest in de gebrokenheid van het bestaan en voorziet in het lijden van deze vrucht. Zalig is hij, die deze vrucht van de Geest kan tonen in het normale leven van alledag.
Labels:
Bijbel,
Bijbelse counseling,
God,
Jezus Christus,
Serie
zaterdag 7 mei 2016
Bijbelse counseling [7] Tussen theologie en godsvrucht
Over de rol van een Bijbelse visie
Bijbelse counseling moet worden gedaan vanuit een specifieke, op de Bijbel gebaseerde visie. Deze visie moet echter vooral tot uiting komen in de godsvrucht die zij voortbrengt. De reden dat er zoveel verschillende soorten kerken zijn, heeft te maken met een sterk accent op visie en theologie.
Theologie: een middel, geen einddoel
Ik zal nooit zeggen dat visie en theologie onbelangrijk zijn; goede theologie is juist onmisbaar. Het is de bedding waardoor het water van de Heilige Geest vloeiend kan stromen. Zo ontstaan de geestelijke vruchten in de kerk. Droge theologie, die op zichzelf blijft, kan echter niet overleven. Goede theologie is bedoeld om mensen te redden en hen op te voeden:
Het lezen van de Bijbel is dus geen doel op zich. Het Evangelie is geen doel op zich. Het geloof in Christus is geen doel op zich. De Bijbel, het Evangelie en Christus zijn ons allen geschonken, zodat wij in de goede werken zouden wandelen die God voor ons voorbereid heeft (Efeze 2:10). Theologie op zichzelf is slechts intellectuele verrijking, maar dient dan nergens voor.
Helaas zien we dat deze boodschap niet altijd goed begrepen is. Mensen zijn onder tucht geplaatst; niet omdat ze duidelijk in zonde leefden, maar omdat ze afweken van een verbonds –of doopleer (of iets anders). Het heeft geleid tot verdeeldheid, geruzie en nieuwe kerkverbanden. Is het ergens niet triest dat een Baptist in Alkmaar zijn schouders ophaalt wanneer hij in de krant leest dat de Gereformeerde Gemeente in Zierikzee geloofsopbouwende activiteiten organiseert? Want ja, hij behoort toch niet tot dat kerkverband, dus wat zou het hem boeien? Nou, er zitten wel broeders en zusters in die kerk! Kan dát hem niet boeien?
Dit is het punt waar ik naartoe wil. Ik pleit er niet voor om alle theologie overboord te kieperen. Zoals net gesteld, is dit onmogelijk. Ik pleit echter wel voor een gezonde, werkzame theologie die de vrucht van de Heilige Geest laat bloeien en groeien. Ten diepste gaat het leven van de kerk niet om kinderdoop, geloofsdoop of een juiste visie op de eindtijd (wie onder ons weet trouwens exact hoe de toekomst zal gaan?); het gaat om Gods zaligmakende genade, die ons leert “de goddeloosheid en de wereldse begeerten te verloochenen en in deze tegenwoordige wereld bezonnen, rechtvaardig en godvruchtig te leven” (Titus 2:11-12).
Gekibbel en geruzie
Wil je snel ruzie? Word dan een starre theoloog die géén oog heeft voor godsvrucht. Dat is de snelste manier om conflicten te veroorzaken. Ga je vooral bezighouden met zaken die er niet toe doen, zoals het analyseren van geslachtsregisters. Of ga zaken interpreteren en gebruiken voor doelen waarvoor ze nooit opgeschreven zijn. Het eerste hoofdstuk van Paulus’ eerste brief aan Timotheüs laat dit duidelijk zien.
Bijbelse counseling heeft daarentegen een solide fundament nodig, een theologisch fundament dat gebaseerd is op de Bijbel én leidt tot godsvrucht. Christenen zijn snel geneigd hun geloof vorm te geven in denkbeelden en visies. De één vindt dit, de ander denkt dat. En juist in die omstandigheden kan de godsvrucht wel eens het slachtoffer worden. Mensen worden ongeduldig, luisteren niet meer naar elkaar, worden onvriendelijk, de vrede is weg, de liefde bekoelt, mensen schieten uit de slof en verliezen hun zelfbeheersing en omstanders staan erbij te kijken en zich te verwonderen waar de Heilige Geest nu precies werkzaam is. En het doel om godsvrucht te bevorderen wordt hopeloos gemist. Dit is verreweg het grootste kwaad van onzorgvuldig gebruik van visies en standpunten.
Zeker wanneer we te maken hebben met mensen die lijden of worstelen met concrete zaken in het (geloofs)leven is een starre visie (“Het moet op mijn manier”, “Ik vind dat je dit zo moet doen”) absoluut funest. Het is ronduit schadelijk. De persoon die counseling krijgt heeft dan meer het idee dat de counselor zijn eigen programma uitwerkt en tegenover hem staat, in plaats van naast hem. Je raakt de worstelende broeder of zuster op deze manier absoluut kwijt.
Wat is de rol van persoonlijke ervaringen?
Het ontwikkelen van een visie is op zich niet moeilijk. Er zijn talloze boeken die je op ideeën kunnen brengen, er zijn genoeg preken voorhanden en er worden genoeg conferenties belegd om inspiratie op te doen. De vraag die echter ook gesteld moet worden is, in hoeverre wij onze visies laten bepalen door hetgeen wij wel of niet hebben meegemaakt in ons eigen leven. Dit is een redelijke vraag om te stellen. Ervaringen die we bij elkaar optellen, leveren een bepaalde som op. Een tussenstand. Een soort conclusie. Als we altijd succes hebben ervaren in ons leven, kunnen we al snel denken dat de niet-succesvolle persoon harder zijn best moet doen om dat succes te grijpen. Als we zelf altijd heel tevreden zijn geweest met de cadeaus die we kregen, denken we dat we teleurgestelde mensen kunnen bemoedigen door ze op een “tevreden spoor” te zetten. Met andere woorden: ik denk dat het zeer aannemelijk is wanneer er wordt gesteld dat een deel van onze visies wordt bepaald door eigen ervaringen. En hier schuilt juist het gevaar. Want God werkt nooit op één manier. Persoon A komt tot Christus door het lezen van een boek; persoon B wordt gered tijdens het luisteren van een preek en persoon C ontvangt verlossing dankzij een christelijke kunsttentoonstelling waarin het lijden en de opstanding van Christus centraal staat. Voor mij persoonlijk is het een valkuil te denken dat iedereen veel zou moeten lezen. Helaas, iedereen is anders en niet iedereen kan niet evenveel of goed lezen. Prima. Als God mensen wil verlossen, dan zal Hij dat doen door de middelen die Hij hier Zelf voor uitgekozen heeft. Ik heb daar niets over te zeggen. We moeten rekening houden met Gods verrassende handelen. Er is wat dat betreft echt diversiteit. En juist die diversiteit verdiept de hoop. God is absoluut niet gebonden aan iets om mensen tot Zijn Zoon te brengen. Muziek, boeken, verschillende levensvragen, unieke ontmoetingen en wat al niet meer: het is voor Hem allemaal geschikt en bruikbaar om personen te verlossen voor de eeuwigheid. En hen op te voeden in godsvrucht.
Godsvrucht in het gesprek bevordert godsvrucht na het gesprek
Een belangrijk principe in Bijbelse counseling is dat niet alleen het effect van een gesprek godsvrucht dient te zijn, maar ook de aard van het gesprek zelf. Als ik met iemand in gesprek ben, dien ik zelf godsvrucht in het gesprek te leggen. Wat betekent dit? Het betekent dat ik tijdens het gesprek de ander benader vanuit de vrucht die de Heilige Geest in mij gewerkt heeft. Deze zaken komen dan naar voren (naar Galaten 5:22):
- Liefde
- Blijdschap
- Vrede
- Geduld
- Vriendelijkheid
- Goedheid
- Geloof
- Zachtmoedigheid
- Zelfbeheersing
De échte test van de godsvrucht in jouw leven is dit: kun jij het uithouden met een christen die lijdt, op zo’n manier dat niet jouw visie het gesprek bepaalt, maar jouw vriendelijkheid? Ben je in staat om al je succesverhalen op te geven en vriendelijk te getuigen van je geloof? Kun je geduldig met iemand optrekken, ook wanneer diegene zoveel moet doorworstelen dat het lijkt alsof er geen stap vooruit gezet wordt?
De test is absoluut niet of jouw visie deze casus kan doorstaan. Als dit jouw doel is, heeft het de schijn van trots en hoogmoed. Een belangrijke graadmeter voor gezonde, Bijbelse counseling is dat het mensen onderling dichterbij God én elkaar brengt en er geen verwijdering ontstaat.
In gesprek met Jezus
Laten we eens kijken naar het Voorbeeld in de Bijbel: de Heere Jezus Christus. Hij kan als geen ander mensen in nood aan Zich binden. En ik schrijf bewust mensen in nood.
Het paradoxale wil namelijk dat Zijn optreden voor verwijdering zorgde tussen Hemzelf een specifieke groep: de Farizeeën. Deze mensen vonden namelijk niet dat ze in acute nood verkeerden. Zij verzetten zich fel tegen de prediking van Jezus en dat zorgde voor de verwijdering. Het was de starre, Farizeïsche houding, die hen ervan weerhield serieuze toenadering tot Christus te zoeken. Zoals zij het zagen, zo moest het gebeuren. Een andere mogelijkheid was ondenkbaar.
Lezen we echter over ontmoetingen van Jezus met verstotelingen, zondaars en mensen die door de maatschappij veracht werden, dan zien we een heel ander beeld. En dat komt omdat Jezus het gesprek niet aanging vanuit een bepaalde visie, maar vanuit godsvrucht. Is het niet ontroerend om te lezen hoe scherpzinnig mild Hij de Samaritaanse vrouw wijst op haar zonde én op de Verlosser? En getuigt de uitspraak “Wie van u zonder zonde is, laat die als eerste de steen op haar werpen” niet van magistrale tact (Johannes 8:7)? In veel gevallen gaat Jezus anders om met mensen dan wij in eerste instantie zouden vermoeden.
Christus had als Schepper en Koning van het heelal hooghartig naar deze aarde kunnen komen en ons de les kunnen lezen. Dat deed Hij echter niet. Hier leren we iets van Zijn woorden in Mattheüs 11:28-30:
Geen starre Theoloog, geen uiterste poging om aan een “hemelse visie” vast te houden, maar zachtmoedig en nederig mensen de weg naar verlossing voorgaan. Dát is de ware godsvrucht.
Counseling is voor de ander én jezelf
Wanneer je met mensen optrekt die moeite in het leven ervaren, is het verstandig om voor jezelf de volgende zaken op een rij te zetten:
STAP I Contextbepaling
- Ga na wat de situatie is en over welk onderwerp het in de kern gaat (zonde, lijden, ethisch vraagstuk?).
STAP II Theologische visie
- Onderzoek wat jouw visie of standpunt is met betrekking tot dit thema. Onderbouw dit met zorgvuldige Bijbelinterpretatie.
- Bepaal voor jezelf welke praktische afwegingen jij voor jezelf zou maken wanneer deze situatie zich in jouw leven voor zou doen.
- Weeg af of jouw standpunt van doorslaggevend belang kan zijn tot bevordering van de godsvrucht bij de ander.
- Ga na of jouw visie zowel Bijbels is als rekening houdt met de realiteit van dit leven. Probeer valkuilen te ontdekken (ben je met een bepaalde visie bijvoorbeeld sneller vatbaar voor onvriendelijkheid, ongeduld of liefdeloosheid?).
STAP III Bevordering van de godsvrucht
- Onderzoek het Nieuwe Testament en probeer in te schatten hoe de Heere Jezus het gesprek aan zou gaan met iemand die in een dergelijke situatie zit. Het zijn juist de onverwachtse handelingen en woorden van Christus die ons kunnen corrigeren en op het juiste spoor kunnen zetten.
- Streef naar gezond inlevingsvermogen; dat betekent niet ruw over gevoelens heen walsen en ook geen zonde tolereren of goedpraten.
- Kijk naar het actuele thema en hoe jij de vrucht van de Geest praktisch tot uiting kunt laten komen.
- Als je een standpunt over een bepaalde kwestie hebt gevormd, leg het zwaartepunt van je argumentatie op de godsvrucht en houd het niet slechts bij “Ik vind dit nu eenmaal zo” of “De Bijbel zegt het” (waarom is het voor deze persoon tot bevordering van de godsvrucht om jouw raad op te volgen?).
Theologie is prachtig. Het is omgaan met Gods Zelfopenbaring. Maar het is ook gevaarlijk. Want als wij Gods Zelfopenbaring in eigen handen gaan nemen, gaan misvormen tot ons eigen denkbeeld en dit misvormde beeld als last bij anderen neerleggen, dienen we niet Gods doel met Zijn Zelfopenbaring: de verheerlijking van Zijn Naam door heiligmaking en godsvrucht.
Tot slot, nu ik het toch over theologie heb: onderstaande boeken hebben mij persoonlijk gesterkt en bemoedigd, vanwege het accent op de Persoon en het werk van Jezus Christus. Maar ook hiervoor geldt: God werkt óók buiten deze boeken om!
Dit artikel is onderdeel van een serie. Lees hier de andere delen:
Deel 1
Deel 2
Deel 3
Deel 4
Deel 5
Deel 6
Bijbelse counseling moet worden gedaan vanuit een specifieke, op de Bijbel gebaseerde visie. Deze visie moet echter vooral tot uiting komen in de godsvrucht die zij voortbrengt. De reden dat er zoveel verschillende soorten kerken zijn, heeft te maken met een sterk accent op visie en theologie.
Theologie: een middel, geen einddoel
Ik zal nooit zeggen dat visie en theologie onbelangrijk zijn; goede theologie is juist onmisbaar. Het is de bedding waardoor het water van de Heilige Geest vloeiend kan stromen. Zo ontstaan de geestelijke vruchten in de kerk. Droge theologie, die op zichzelf blijft, kan echter niet overleven. Goede theologie is bedoeld om mensen te redden en hen op te voeden:
“Blijft u echter bij wat u geleerd hebt en waarvan u verzekerd bent, omdat u weet van wie u het geleerd hebt, en u van jongs af de heilige Schriften kent, die u wijs kunnen maken tot zaligheid, door het geloof dat in Christus Jezus is. Heel de Schrift is door God ingegeven en is nuttig om daarmee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de rechtvaardigheid, opdat de mens die God toebehoort, volmaakt zou zijn, tot elk goed werk volkomen toegerust.” (2 Timotheüs 3:14-16)
Het lezen van de Bijbel is dus geen doel op zich. Het Evangelie is geen doel op zich. Het geloof in Christus is geen doel op zich. De Bijbel, het Evangelie en Christus zijn ons allen geschonken, zodat wij in de goede werken zouden wandelen die God voor ons voorbereid heeft (Efeze 2:10). Theologie op zichzelf is slechts intellectuele verrijking, maar dient dan nergens voor.
Helaas zien we dat deze boodschap niet altijd goed begrepen is. Mensen zijn onder tucht geplaatst; niet omdat ze duidelijk in zonde leefden, maar omdat ze afweken van een verbonds –of doopleer (of iets anders). Het heeft geleid tot verdeeldheid, geruzie en nieuwe kerkverbanden. Is het ergens niet triest dat een Baptist in Alkmaar zijn schouders ophaalt wanneer hij in de krant leest dat de Gereformeerde Gemeente in Zierikzee geloofsopbouwende activiteiten organiseert? Want ja, hij behoort toch niet tot dat kerkverband, dus wat zou het hem boeien? Nou, er zitten wel broeders en zusters in die kerk! Kan dát hem niet boeien?
Dit is het punt waar ik naartoe wil. Ik pleit er niet voor om alle theologie overboord te kieperen. Zoals net gesteld, is dit onmogelijk. Ik pleit echter wel voor een gezonde, werkzame theologie die de vrucht van de Heilige Geest laat bloeien en groeien. Ten diepste gaat het leven van de kerk niet om kinderdoop, geloofsdoop of een juiste visie op de eindtijd (wie onder ons weet trouwens exact hoe de toekomst zal gaan?); het gaat om Gods zaligmakende genade, die ons leert “de goddeloosheid en de wereldse begeerten te verloochenen en in deze tegenwoordige wereld bezonnen, rechtvaardig en godvruchtig te leven” (Titus 2:11-12).
Gekibbel en geruzie
Wil je snel ruzie? Word dan een starre theoloog die géén oog heeft voor godsvrucht. Dat is de snelste manier om conflicten te veroorzaken. Ga je vooral bezighouden met zaken die er niet toe doen, zoals het analyseren van geslachtsregisters. Of ga zaken interpreteren en gebruiken voor doelen waarvoor ze nooit opgeschreven zijn. Het eerste hoofdstuk van Paulus’ eerste brief aan Timotheüs laat dit duidelijk zien.
Bijbelse counseling heeft daarentegen een solide fundament nodig, een theologisch fundament dat gebaseerd is op de Bijbel én leidt tot godsvrucht. Christenen zijn snel geneigd hun geloof vorm te geven in denkbeelden en visies. De één vindt dit, de ander denkt dat. En juist in die omstandigheden kan de godsvrucht wel eens het slachtoffer worden. Mensen worden ongeduldig, luisteren niet meer naar elkaar, worden onvriendelijk, de vrede is weg, de liefde bekoelt, mensen schieten uit de slof en verliezen hun zelfbeheersing en omstanders staan erbij te kijken en zich te verwonderen waar de Heilige Geest nu precies werkzaam is. En het doel om godsvrucht te bevorderen wordt hopeloos gemist. Dit is verreweg het grootste kwaad van onzorgvuldig gebruik van visies en standpunten.
Zeker wanneer we te maken hebben met mensen die lijden of worstelen met concrete zaken in het (geloofs)leven is een starre visie (“Het moet op mijn manier”, “Ik vind dat je dit zo moet doen”) absoluut funest. Het is ronduit schadelijk. De persoon die counseling krijgt heeft dan meer het idee dat de counselor zijn eigen programma uitwerkt en tegenover hem staat, in plaats van naast hem. Je raakt de worstelende broeder of zuster op deze manier absoluut kwijt.
Wat is de rol van persoonlijke ervaringen?
Het ontwikkelen van een visie is op zich niet moeilijk. Er zijn talloze boeken die je op ideeën kunnen brengen, er zijn genoeg preken voorhanden en er worden genoeg conferenties belegd om inspiratie op te doen. De vraag die echter ook gesteld moet worden is, in hoeverre wij onze visies laten bepalen door hetgeen wij wel of niet hebben meegemaakt in ons eigen leven. Dit is een redelijke vraag om te stellen. Ervaringen die we bij elkaar optellen, leveren een bepaalde som op. Een tussenstand. Een soort conclusie. Als we altijd succes hebben ervaren in ons leven, kunnen we al snel denken dat de niet-succesvolle persoon harder zijn best moet doen om dat succes te grijpen. Als we zelf altijd heel tevreden zijn geweest met de cadeaus die we kregen, denken we dat we teleurgestelde mensen kunnen bemoedigen door ze op een “tevreden spoor” te zetten. Met andere woorden: ik denk dat het zeer aannemelijk is wanneer er wordt gesteld dat een deel van onze visies wordt bepaald door eigen ervaringen. En hier schuilt juist het gevaar. Want God werkt nooit op één manier. Persoon A komt tot Christus door het lezen van een boek; persoon B wordt gered tijdens het luisteren van een preek en persoon C ontvangt verlossing dankzij een christelijke kunsttentoonstelling waarin het lijden en de opstanding van Christus centraal staat. Voor mij persoonlijk is het een valkuil te denken dat iedereen veel zou moeten lezen. Helaas, iedereen is anders en niet iedereen kan niet evenveel of goed lezen. Prima. Als God mensen wil verlossen, dan zal Hij dat doen door de middelen die Hij hier Zelf voor uitgekozen heeft. Ik heb daar niets over te zeggen. We moeten rekening houden met Gods verrassende handelen. Er is wat dat betreft echt diversiteit. En juist die diversiteit verdiept de hoop. God is absoluut niet gebonden aan iets om mensen tot Zijn Zoon te brengen. Muziek, boeken, verschillende levensvragen, unieke ontmoetingen en wat al niet meer: het is voor Hem allemaal geschikt en bruikbaar om personen te verlossen voor de eeuwigheid. En hen op te voeden in godsvrucht.
Godsvrucht in het gesprek bevordert godsvrucht na het gesprek
Een belangrijk principe in Bijbelse counseling is dat niet alleen het effect van een gesprek godsvrucht dient te zijn, maar ook de aard van het gesprek zelf. Als ik met iemand in gesprek ben, dien ik zelf godsvrucht in het gesprek te leggen. Wat betekent dit? Het betekent dat ik tijdens het gesprek de ander benader vanuit de vrucht die de Heilige Geest in mij gewerkt heeft. Deze zaken komen dan naar voren (naar Galaten 5:22):
- Liefde
- Blijdschap
- Vrede
- Geduld
- Vriendelijkheid
- Goedheid
- Geloof
- Zachtmoedigheid
- Zelfbeheersing
De échte test van de godsvrucht in jouw leven is dit: kun jij het uithouden met een christen die lijdt, op zo’n manier dat niet jouw visie het gesprek bepaalt, maar jouw vriendelijkheid? Ben je in staat om al je succesverhalen op te geven en vriendelijk te getuigen van je geloof? Kun je geduldig met iemand optrekken, ook wanneer diegene zoveel moet doorworstelen dat het lijkt alsof er geen stap vooruit gezet wordt?
De test is absoluut niet of jouw visie deze casus kan doorstaan. Als dit jouw doel is, heeft het de schijn van trots en hoogmoed. Een belangrijke graadmeter voor gezonde, Bijbelse counseling is dat het mensen onderling dichterbij God én elkaar brengt en er geen verwijdering ontstaat.
In gesprek met Jezus
Laten we eens kijken naar het Voorbeeld in de Bijbel: de Heere Jezus Christus. Hij kan als geen ander mensen in nood aan Zich binden. En ik schrijf bewust mensen in nood.
Het paradoxale wil namelijk dat Zijn optreden voor verwijdering zorgde tussen Hemzelf een specifieke groep: de Farizeeën. Deze mensen vonden namelijk niet dat ze in acute nood verkeerden. Zij verzetten zich fel tegen de prediking van Jezus en dat zorgde voor de verwijdering. Het was de starre, Farizeïsche houding, die hen ervan weerhield serieuze toenadering tot Christus te zoeken. Zoals zij het zagen, zo moest het gebeuren. Een andere mogelijkheid was ondenkbaar.
Lezen we echter over ontmoetingen van Jezus met verstotelingen, zondaars en mensen die door de maatschappij veracht werden, dan zien we een heel ander beeld. En dat komt omdat Jezus het gesprek niet aanging vanuit een bepaalde visie, maar vanuit godsvrucht. Is het niet ontroerend om te lezen hoe scherpzinnig mild Hij de Samaritaanse vrouw wijst op haar zonde én op de Verlosser? En getuigt de uitspraak “Wie van u zonder zonde is, laat die als eerste de steen op haar werpen” niet van magistrale tact (Johannes 8:7)? In veel gevallen gaat Jezus anders om met mensen dan wij in eerste instantie zouden vermoeden.
Christus had als Schepper en Koning van het heelal hooghartig naar deze aarde kunnen komen en ons de les kunnen lezen. Dat deed Hij echter niet. Hier leren we iets van Zijn woorden in Mattheüs 11:28-30:
“Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast bent, en Ik zal u rust geven. Neem Mijn juk op u, en leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en u zult rust vinden voor uw ziel; want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht.”
Geen starre Theoloog, geen uiterste poging om aan een “hemelse visie” vast te houden, maar zachtmoedig en nederig mensen de weg naar verlossing voorgaan. Dát is de ware godsvrucht.
Counseling is voor de ander én jezelf
Wanneer je met mensen optrekt die moeite in het leven ervaren, is het verstandig om voor jezelf de volgende zaken op een rij te zetten:
STAP I Contextbepaling
- Ga na wat de situatie is en over welk onderwerp het in de kern gaat (zonde, lijden, ethisch vraagstuk?).
STAP II Theologische visie
- Onderzoek wat jouw visie of standpunt is met betrekking tot dit thema. Onderbouw dit met zorgvuldige Bijbelinterpretatie.
- Bepaal voor jezelf welke praktische afwegingen jij voor jezelf zou maken wanneer deze situatie zich in jouw leven voor zou doen.
- Weeg af of jouw standpunt van doorslaggevend belang kan zijn tot bevordering van de godsvrucht bij de ander.
- Ga na of jouw visie zowel Bijbels is als rekening houdt met de realiteit van dit leven. Probeer valkuilen te ontdekken (ben je met een bepaalde visie bijvoorbeeld sneller vatbaar voor onvriendelijkheid, ongeduld of liefdeloosheid?).
STAP III Bevordering van de godsvrucht
- Onderzoek het Nieuwe Testament en probeer in te schatten hoe de Heere Jezus het gesprek aan zou gaan met iemand die in een dergelijke situatie zit. Het zijn juist de onverwachtse handelingen en woorden van Christus die ons kunnen corrigeren en op het juiste spoor kunnen zetten.
- Streef naar gezond inlevingsvermogen; dat betekent niet ruw over gevoelens heen walsen en ook geen zonde tolereren of goedpraten.
- Kijk naar het actuele thema en hoe jij de vrucht van de Geest praktisch tot uiting kunt laten komen.
- Als je een standpunt over een bepaalde kwestie hebt gevormd, leg het zwaartepunt van je argumentatie op de godsvrucht en houd het niet slechts bij “Ik vind dit nu eenmaal zo” of “De Bijbel zegt het” (waarom is het voor deze persoon tot bevordering van de godsvrucht om jouw raad op te volgen?).
Theologie is prachtig. Het is omgaan met Gods Zelfopenbaring. Maar het is ook gevaarlijk. Want als wij Gods Zelfopenbaring in eigen handen gaan nemen, gaan misvormen tot ons eigen denkbeeld en dit misvormde beeld als last bij anderen neerleggen, dienen we niet Gods doel met Zijn Zelfopenbaring: de verheerlijking van Zijn Naam door heiligmaking en godsvrucht.
Tot slot, nu ik het toch over theologie heb: onderstaande boeken hebben mij persoonlijk gesterkt en bemoedigd, vanwege het accent op de Persoon en het werk van Jezus Christus. Maar ook hiervoor geldt: God werkt óók buiten deze boeken om!
Communion with the Triune God, John Owen
Overcoming Sin & Temptation, John Owen
Concerning the Holy Spirit, John Owen
The Glory of Christ, John Owen
The Death of Death, John Owen
The Method of Grace, John Flavel
The End for Which God Created the World, Jonathan Edwards
The Religious Affections, Jonathan Edwards
The Christian in Complete Armour, William Gurnall
Christ Set Forth and the Heart of Christ in Heaven Towards Sinners on Earth, Thomas Goodwin
Gospel Mystery of Sanctification, Walter Marshall
The Intercession of Christ, John Bunyan
The Life of Faith, Thomas Manton
Human Nature in its Fourfold State, Thomas Boston
Glorious Freedom, Richard Sibbes
The Christian’s Great Interest, William Guthrie
Dit artikel is onderdeel van een serie. Lees hier de andere delen:
Deel 1
Deel 2
Deel 3
Deel 4
Deel 5
Deel 6
Labels:
Bijbel,
Bijbelse counseling,
God,
godsvrucht,
Jezus Christus,
Serie,
Theologie
woensdag 4 mei 2016
Bijbelse counseling [6] Tussen schuld en verzoening
Over de kern van het Evangelie
Het leven als uniek geschapen mens draait om relaties. We zijn geschapen in relatie tot God, anderen en onszelf. We kunnen onszelf niet isoleren en opsluiten in een hutje op de hei; zo heeft God Zijn schepping ook nooit bedoeld. We zijn geschapen om omgang met God en anderen te hebben.
Helaas zien we in de wereld om ons heen – en zeer waarschijnlijk ook in ons eigen leven – dat juist de omgang die God bedoeld heeft, bedorven is. Relaties zijn verstoord. Relaties zijn verbroken, en dan in de ruimste zin van het woord. Mensen die ooit goed met elkaar konden opschieten, liggen nu al jaren overhoop en hebben slecht of zelfs geen enkel contact meer. De lijnen zijn doorgeknipt; er is een lange pieptoon te horen die lijkt aan te geven dat je voor de ander niet meer bestaat.
Mensen kunnen teleurgesteld raken wanneer anderen het contact verbreken; mensen worden boos wanneer achter hun rug om allerlei containers vol stinkende leugens en laster worden leeg gekieperd en ervoor zorgt dat zelfs vrienden hen in de steek laten. Dat maakt het leven moeilijk, complex en in sommige opzichten kom je terecht in een cirkel van nieuwe pogingen en machteloosheid.
Het zal geen verrassing zijn dat in Bijbelse counseling relatieproblematiek veelvuldig aan bod komt. Niet alle problemen hoeven een relationele achtergrond te hebben, maar omdat we als mens sociale wezens zijn, is de kans groot dat iets van dit aspect naar voren komt.
En wat is dan de oplossing? Hoe bieden we Bijbelse hulp aan mensen die in een verstoorde relatie leven? Als we naar de mensen zélf gaan luisteren die middenin deze problematiek zitten, horen we over het algemeen deze twee reacties (en varianten hierop):
1. “De ander moet nu ook maar eens laten zien dat hij het goed wil hebben.”
Deze uitspraak verraad twee dingen: de persoon die dit zegt beweert minstens zelf altijd het beste beentje voor te hebben gezet. Hij wilde het altijd goed hebben, maar de ander pikte die signalen niet op of, nog erger: ging er bewust niet op in. Mensen raken moegestreden van het steeds maar weer bewijzen dat zij alles op orde willen hebben en zijn er een keer klaar mee. Menselijk gesproken is dit een logisch gevoel. Er wordt nu een beroep gedaan op de bereidwilligheid van de tegenpartij.
2. “Wat hij toen gezegd en gedaan heeft, kan ik hem echt niet vergeven.”
Deze uitspraak verraad innerlijke pijn bij de persoon; hij is behoorlijk gekwetst. Maar ook hier geldt dat er een beroep wordt gedaan op de bereidwilligheid van de ander: die moet nu maar eens met een schuldbelijdenis voor de dag gaan komen, anders is de zaak voor de gekwetste persoon niet opgelost.
Een lens die verder kijkt
Deze relatieverstoringen zijn niet eenvoudig op te lossen. Een brug leggen tussen twee partijen kan enorm viel moeite kosten. Sommigen nemen niet eens de moeite één steen aan de brug bij te dragen. Wat kunnen we mensen bieden in Bijbelse counseling, die te maken hebben het vraagstuk “vergeving”? Want uiteindelijk komt het neer op vergeving en verzoening.
Laten we allereerst een verbroken menselijke relatie eens als metafoor of heenwijzer gebruiken voor onze positie ten opzichte van God. Ook dat schetst een onthutsend beeld. Ook die relatie is verstoord. Het zit niet goed tussen God en ons. Wat nu? Een heerlijk Evangelie komt in beeld! En het is weliswaar een heerlijk Evangelie, maar ook een confronterende boodschap. Zeker als je Gods Goede Nieuws één op één gaat overzetten naar verbroken menselijke relaties.
1. Het Evangelie als ontwerp: God neemt het initiatief
Het Evangelie is een plan; het is Gods verlossingsplan. Hij neemt het initiatief, en niet wij. Dit neemt elke grond voor onze trots weg. Wij zijn niet degene die het herstel in gang hebben gezet, het is God Die dat heeft gedaan. En dat terwijl Hij geen enkele reden heeft gehad om iets goed te maken! Wij hebben het fout gedaan. Dit is het confronterende van het Evangelie:
2. Het Evangelie als uitvoering: God legt onze zonden op Jezus Christus
God heeft Zichzelf met ons verzoend, terwijl wij dit niet wilden. Maar hoe heeft Hij dit gedaan? Hij heeft de straf voor onze zonde, Zijn toorn, op Jezus Christus gelegd toen Hij vrijwillig voor ons het lijden verdroeg en stierf aan het kruis. Hij heeft Zijn leven, Zijn bloed gegeven als perfect offer om ons te reinigen van onze zonden. Door Zijn bloed kunnen wij alle geestelijke zegeningen van het Evangelie ontvangen. Het is Zijn bloed dat ons vergeving, verzoening en reinig schenkt.
3. Het Evangelie als toepassing: God roept ons op tot bekering en geloof
God heeft in Jezus Christus Zijn verzoening voorgesteld aan deze wereld en roept ons op hieraan gehoor te geven. Hoe moeten wij dat doen? Door ons te bekeren en te geloven in dit heerlijke Evangelie. Ik moet erkennen dat ik schuldig voor God sta, dat ik Zijn vijand ben en dat Hij in Jezus Christus verzoening gebracht heeft voor die vijandschap en voor die zonde. Ik moet mijn vijandschap neerleggen en de Heere Jezus ontvangen als Degene Die voor mij verzoening met God heeft gebracht.
De worsteling met het onvoorwaardelijke
Punt 3 is van wezenlijk belang. Het laat namelijk zien dat er geen werkelijke verzoening kan zijn als één van beide partijen willens en wetens blijft volharden in vijandschap. Geen bekering betekent geen verzoening en geen verzoening betekent geen eeuwig leven. Niemand die volhardt in vijandschap zal verlossing ontvangen. Hoe gaan we hiermee om in Bijbelse counseling?
Ik moet eerlijk bekennen dat ik een hele tijd heb gedacht dat iedereen, in elke casus, op elk moment dient te vergeven, ongeacht de tegenwerpingen. Maar dat zit bij nader inzien toch iets ingewikkelder in elkaar. Want wat doe je met mensen die zich niet willen verzoenen? Je kunt zeggen: “Jezus stierf voor jou,” maar diegene kan dan net zo goed in lachen uitbarsten; het zal hem niets doen. “Goedkope vergeving,” kan hij gaan denken. Dit spoor volgt het Evangelie uitdrukkelijk niet.
Toch roept de Heere Jezus Zijn volgelingen op om goed te zijn voor vijanden. Hoe zit dit? Moeten we altijd vergeven, of zitten er voorwaarden aan verbonden? Hebben de mensen die met tegenwerpingen komen tóch ergens een punt?
Liefhebben betekent de ander tot bekering brengen
Ik zou bijna “ja” antwoorden. Mensen met tegenwerpingen hebben ergens een punt. Maar laten we ook hier voorzichtig mee omgaan. Want dit “ja” geeft op geen enkele manier het recht om door te gaan met voortzetten van de strijd. De vraag is hoe we op het punt van onverzoenlijkheid het vraagstuk van vergeving ter sprake kunnen brengen.
1. God vergeeft niet iedereen
Hoewel Paulus schrijft dat God Zichzelf met de wereld verzoend heeft, bedoelt hij niet dat God iedereen zal vergeven en eeuwig leven zal ontvangen. God vergeeft niet onvoorwaardelijk; dit is bijna het meest geliefde woord van deze tijd, maar onvoorwaardelijke vergeving komt niet in de Bijbel voor. Vergeving gaat altijd gepaard met berouw en de intentie om zaken goed te maken en te veranderen. Als mensen onverzoenlijk blijven, moeten we niet lukraak tegen hen zeggen dat we hen vergeven, maar allereerst de waarschuwing geven dat zij zich moeten bekeren en op Christus moeten vertrouwen voor de vergeving van zonden. Als het tussen God en mij niet goed zit, en ik volhard hierin, komt het in eeuwigheid niet goed met mij.
2. God brengt zondaren tot bekering door het tonen Zijn goedertierenheid
Hoogst opmerkelijk is dat Paulus in Romeinen 2:4 schrijft dat het Gods goedertierenheid is, die zondaren tot bekering brengt:
Wat een prachtige eigenschappen van God worden hier genoemd! Geduld, goedertierenheid, verdraagzaamheid tonen ons hoezeer God het goed met ons wil hebben. Hij beoordeelt ons niet op grond van één dag, één daad, maar heeft geduld met ons. Hij heeft onze zonden verdragen, waar Hij ons ook had kunnen doden. Wat een geduld en genade!
Hier ligt de sleutel voor het omgaan met mensen die zich vijandig blijven opstellen. Paulus zegt in dit gedeelte niet dat het Gods vergeving is, die tot bekering brengt, maar Zijn uitnodigende houding om het in orde te maken. Dát is het doel wanneer we optrekken met mensen die in verstoorde relaties leven. Hen niet verplichten om onwillige mensen te vergeven, maar om hen te leren geduld te hebben en het goede te blijven doen. Ook in Romeinen 12:17-21 wijst Paulus de gelovigen hierop:
De intentie is dit: als wij goed zorgen voor onze vijanden, kan het gebeuren dat hij zich na verloop van tijd gaat schamen voor zijn gedrag tegenover ons, zodat hij tot bekering komt en oprecht om vergeving vraagt. En dát is het juiste tijdstip om te zeggen: “Ik aanvaard je zoals Christus mij aanvaard heeft en vergeef je.”
3. God zal iedereen oordelen
Het kan echter ook zijn dat een vijand nooit tot bekering komt en tot het einde toe vijandig doet. Ook dan vraagt God van ons dat we het goede blijven zoeken voor hen, want het oordeel is niet aan ons, maar aan God. Bovendien zullen ook wijzelf geoordeeld worden.
Het is belangrijk deze drie aspecten als uitgangspunt te nemen. Het geeft ons een realistische kijk op de complexe situatie en schept tegelijk ruimte voor gevoelens en emoties. Het gaat niet werken wanneer we oprechte teleurstelling en verdriet weg moeten stoppen omwille van verplichte vergeving. Hoe kunnen we met mensen in gesprek gaan?
STAP I Contextbepaling
- Laat iemand zijn verhaal vertellen
- Ga, voor zover mogelijk, na wat de rol van iedereen is geweest. Dus van beide partijen.
- Krijg helder wat de kern van het probleem is en hoe dit in stand wordt gehouden. Kijk ook naar de rol van degene met wie je in gesprek bent.
- Geef ruimte om gevoelens te uiten; deze zijn authentiek en oprecht.
STAP II Het karakter van God in het Evangelie
- Verkondig het Evangelie; God heeft Zijn Zoon als verzoening voorgesteld aan de hele wereld.
- Maak de kaders van het Evangelie duidelijk. God heeft Zichzelf verzoend met de wereld, maar vergeeft niet iedereen. Leg uit dat je daarom niet aanmoedigt om verplicht vergeven te schenken, maar om verzoening te zoeken.
STAP III Streven naar verzoening
- Geef handreikingen voor het actief zoeken naar verzoeking. Wat zou diegene praktisch kunnen doen om het goede voor de tegenpartij te zoeken?
- Geef de waarschuwing dat getoonde goedheid misbruikt kan worden en dat getoonde goedheid niet altijd resulteert in bekering van de ander. Dit is slechts een nuchtere constatering, die te hoge verwachtingen tempert.
- Moedig de persoon aan door te gaan met het zoeken van het goede voor de tegenpartij; God zal vergelden en zal degene belonen die zegent en goeddoet (zie 1 Petrus 3:8-17).
STAP IV Ga in gebed tot Degene Die Zichzelf met de wereld verzoend heeft
- Benoem de besproken zaken eerlijk.
- Bid dat God Zijn Evangelie en verzoeningswerk, verworven door Jezus, uitwerkt in deze specifieke situatie, voor de glorie van Zijn Naam.
Worstelende ontspanning
Christenen mogen in de ontspanning leven dat elk onrecht tegen hen zal worden vergolden en rechtgezet. God zál rechtdoen. Alleen al dat vooruitzicht mag ons ontspannen maken; wij hoeven ons recht niet hier en nu te halen. Wij mogen het in Gods handen leggen en het daar laten.
Is dit gemakkelijk? Absoluut niet. We hebben genade nodig om dit te kunnen. Het is een intense worsteling. Maar als we ons al worstelend richten op het geduld, de goedertierenheid en verdraagzaamheid die God ons heeft bewezen in Christus, zullen we door Zijn Woord en Geest genade ontvangen om deze schitterende eigenschappen door te geven – ook aan onze vijanden.
Dit artikel is onderdeel van een serie. Lees hier de andere delen:
Deel 1
Deel 2
Deel 3
Deel 4
Deel 5
Deel 7
Het leven als uniek geschapen mens draait om relaties. We zijn geschapen in relatie tot God, anderen en onszelf. We kunnen onszelf niet isoleren en opsluiten in een hutje op de hei; zo heeft God Zijn schepping ook nooit bedoeld. We zijn geschapen om omgang met God en anderen te hebben.
Helaas zien we in de wereld om ons heen – en zeer waarschijnlijk ook in ons eigen leven – dat juist de omgang die God bedoeld heeft, bedorven is. Relaties zijn verstoord. Relaties zijn verbroken, en dan in de ruimste zin van het woord. Mensen die ooit goed met elkaar konden opschieten, liggen nu al jaren overhoop en hebben slecht of zelfs geen enkel contact meer. De lijnen zijn doorgeknipt; er is een lange pieptoon te horen die lijkt aan te geven dat je voor de ander niet meer bestaat.
Mensen kunnen teleurgesteld raken wanneer anderen het contact verbreken; mensen worden boos wanneer achter hun rug om allerlei containers vol stinkende leugens en laster worden leeg gekieperd en ervoor zorgt dat zelfs vrienden hen in de steek laten. Dat maakt het leven moeilijk, complex en in sommige opzichten kom je terecht in een cirkel van nieuwe pogingen en machteloosheid.
Het zal geen verrassing zijn dat in Bijbelse counseling relatieproblematiek veelvuldig aan bod komt. Niet alle problemen hoeven een relationele achtergrond te hebben, maar omdat we als mens sociale wezens zijn, is de kans groot dat iets van dit aspect naar voren komt.
En wat is dan de oplossing? Hoe bieden we Bijbelse hulp aan mensen die in een verstoorde relatie leven? Als we naar de mensen zélf gaan luisteren die middenin deze problematiek zitten, horen we over het algemeen deze twee reacties (en varianten hierop):
1. “De ander moet nu ook maar eens laten zien dat hij het goed wil hebben.”
Deze uitspraak verraad twee dingen: de persoon die dit zegt beweert minstens zelf altijd het beste beentje voor te hebben gezet. Hij wilde het altijd goed hebben, maar de ander pikte die signalen niet op of, nog erger: ging er bewust niet op in. Mensen raken moegestreden van het steeds maar weer bewijzen dat zij alles op orde willen hebben en zijn er een keer klaar mee. Menselijk gesproken is dit een logisch gevoel. Er wordt nu een beroep gedaan op de bereidwilligheid van de tegenpartij.
2. “Wat hij toen gezegd en gedaan heeft, kan ik hem echt niet vergeven.”
Deze uitspraak verraad innerlijke pijn bij de persoon; hij is behoorlijk gekwetst. Maar ook hier geldt dat er een beroep wordt gedaan op de bereidwilligheid van de ander: die moet nu maar eens met een schuldbelijdenis voor de dag gaan komen, anders is de zaak voor de gekwetste persoon niet opgelost.
Een lens die verder kijkt
Deze relatieverstoringen zijn niet eenvoudig op te lossen. Een brug leggen tussen twee partijen kan enorm viel moeite kosten. Sommigen nemen niet eens de moeite één steen aan de brug bij te dragen. Wat kunnen we mensen bieden in Bijbelse counseling, die te maken hebben het vraagstuk “vergeving”? Want uiteindelijk komt het neer op vergeving en verzoening.
Laten we allereerst een verbroken menselijke relatie eens als metafoor of heenwijzer gebruiken voor onze positie ten opzichte van God. Ook dat schetst een onthutsend beeld. Ook die relatie is verstoord. Het zit niet goed tussen God en ons. Wat nu? Een heerlijk Evangelie komt in beeld! En het is weliswaar een heerlijk Evangelie, maar ook een confronterende boodschap. Zeker als je Gods Goede Nieuws één op één gaat overzetten naar verbroken menselijke relaties.
1. Het Evangelie als ontwerp: God neemt het initiatief
Het Evangelie is een plan; het is Gods verlossingsplan. Hij neemt het initiatief, en niet wij. Dit neemt elke grond voor onze trots weg. Wij zijn niet degene die het herstel in gang hebben gezet, het is God Die dat heeft gedaan. En dat terwijl Hij geen enkele reden heeft gehad om iets goed te maken! Wij hebben het fout gedaan. Dit is het confronterende van het Evangelie:
“Wij zijn dan gezanten namens Christus, alsof God Zelf door ons smeekt. Namens Christus smeken wij: laat u met God verzoenen. Want Hem Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid van God in Hem.” (2 Korinthe 5:20-21)
2. Het Evangelie als uitvoering: God legt onze zonden op Jezus Christus
God heeft Zichzelf met ons verzoend, terwijl wij dit niet wilden. Maar hoe heeft Hij dit gedaan? Hij heeft de straf voor onze zonde, Zijn toorn, op Jezus Christus gelegd toen Hij vrijwillig voor ons het lijden verdroeg en stierf aan het kruis. Hij heeft Zijn leven, Zijn bloed gegeven als perfect offer om ons te reinigen van onze zonden. Door Zijn bloed kunnen wij alle geestelijke zegeningen van het Evangelie ontvangen. Het is Zijn bloed dat ons vergeving, verzoening en reinig schenkt.
3. Het Evangelie als toepassing: God roept ons op tot bekering en geloof
God heeft in Jezus Christus Zijn verzoening voorgesteld aan deze wereld en roept ons op hieraan gehoor te geven. Hoe moeten wij dat doen? Door ons te bekeren en te geloven in dit heerlijke Evangelie. Ik moet erkennen dat ik schuldig voor God sta, dat ik Zijn vijand ben en dat Hij in Jezus Christus verzoening gebracht heeft voor die vijandschap en voor die zonde. Ik moet mijn vijandschap neerleggen en de Heere Jezus ontvangen als Degene Die voor mij verzoening met God heeft gebracht.
De worsteling met het onvoorwaardelijke
Punt 3 is van wezenlijk belang. Het laat namelijk zien dat er geen werkelijke verzoening kan zijn als één van beide partijen willens en wetens blijft volharden in vijandschap. Geen bekering betekent geen verzoening en geen verzoening betekent geen eeuwig leven. Niemand die volhardt in vijandschap zal verlossing ontvangen. Hoe gaan we hiermee om in Bijbelse counseling?
Ik moet eerlijk bekennen dat ik een hele tijd heb gedacht dat iedereen, in elke casus, op elk moment dient te vergeven, ongeacht de tegenwerpingen. Maar dat zit bij nader inzien toch iets ingewikkelder in elkaar. Want wat doe je met mensen die zich niet willen verzoenen? Je kunt zeggen: “Jezus stierf voor jou,” maar diegene kan dan net zo goed in lachen uitbarsten; het zal hem niets doen. “Goedkope vergeving,” kan hij gaan denken. Dit spoor volgt het Evangelie uitdrukkelijk niet.
Toch roept de Heere Jezus Zijn volgelingen op om goed te zijn voor vijanden. Hoe zit dit? Moeten we altijd vergeven, of zitten er voorwaarden aan verbonden? Hebben de mensen die met tegenwerpingen komen tóch ergens een punt?
Liefhebben betekent de ander tot bekering brengen
Ik zou bijna “ja” antwoorden. Mensen met tegenwerpingen hebben ergens een punt. Maar laten we ook hier voorzichtig mee omgaan. Want dit “ja” geeft op geen enkele manier het recht om door te gaan met voortzetten van de strijd. De vraag is hoe we op het punt van onverzoenlijkheid het vraagstuk van vergeving ter sprake kunnen brengen.
1. God vergeeft niet iedereen
Hoewel Paulus schrijft dat God Zichzelf met de wereld verzoend heeft, bedoelt hij niet dat God iedereen zal vergeven en eeuwig leven zal ontvangen. God vergeeft niet onvoorwaardelijk; dit is bijna het meest geliefde woord van deze tijd, maar onvoorwaardelijke vergeving komt niet in de Bijbel voor. Vergeving gaat altijd gepaard met berouw en de intentie om zaken goed te maken en te veranderen. Als mensen onverzoenlijk blijven, moeten we niet lukraak tegen hen zeggen dat we hen vergeven, maar allereerst de waarschuwing geven dat zij zich moeten bekeren en op Christus moeten vertrouwen voor de vergeving van zonden. Als het tussen God en mij niet goed zit, en ik volhard hierin, komt het in eeuwigheid niet goed met mij.
2. God brengt zondaren tot bekering door het tonen Zijn goedertierenheid
Hoogst opmerkelijk is dat Paulus in Romeinen 2:4 schrijft dat het Gods goedertierenheid is, die zondaren tot bekering brengt:
“Of veracht u de rijkdom van Zijn goedertierenheid, verdraagzaamheid en geduld, zonder te weten dat de goedertierenheid van God u tot bekering leidt?”
Wat een prachtige eigenschappen van God worden hier genoemd! Geduld, goedertierenheid, verdraagzaamheid tonen ons hoezeer God het goed met ons wil hebben. Hij beoordeelt ons niet op grond van één dag, één daad, maar heeft geduld met ons. Hij heeft onze zonden verdragen, waar Hij ons ook had kunnen doden. Wat een geduld en genade!
Hier ligt de sleutel voor het omgaan met mensen die zich vijandig blijven opstellen. Paulus zegt in dit gedeelte niet dat het Gods vergeving is, die tot bekering brengt, maar Zijn uitnodigende houding om het in orde te maken. Dát is het doel wanneer we optrekken met mensen die in verstoorde relaties leven. Hen niet verplichten om onwillige mensen te vergeven, maar om hen te leren geduld te hebben en het goede te blijven doen. Ook in Romeinen 12:17-21 wijst Paulus de gelovigen hierop:
“Vergeld niemand kwaad met kwaad. Wees bedacht op wat goed is voor alle mensen. Leef, zo mogelijk, voor zover het van u afhangt, in vrede met alle mensen. Wreek uzelf niet, geliefden, maar laat ruimte voor de toorn, want er staat geschreven: Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden, zegt de Heere. Als dan uw vijand honger heeft, geef hem te eten, als hij dorst heeft, geef hem te drinken, want door dat te doen, zult u vurige kolen op zijn hoofd hopen. Word niet overwonnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede.”
De intentie is dit: als wij goed zorgen voor onze vijanden, kan het gebeuren dat hij zich na verloop van tijd gaat schamen voor zijn gedrag tegenover ons, zodat hij tot bekering komt en oprecht om vergeving vraagt. En dát is het juiste tijdstip om te zeggen: “Ik aanvaard je zoals Christus mij aanvaard heeft en vergeef je.”
3. God zal iedereen oordelen
Het kan echter ook zijn dat een vijand nooit tot bekering komt en tot het einde toe vijandig doet. Ook dan vraagt God van ons dat we het goede blijven zoeken voor hen, want het oordeel is niet aan ons, maar aan God. Bovendien zullen ook wijzelf geoordeeld worden.
Het is belangrijk deze drie aspecten als uitgangspunt te nemen. Het geeft ons een realistische kijk op de complexe situatie en schept tegelijk ruimte voor gevoelens en emoties. Het gaat niet werken wanneer we oprechte teleurstelling en verdriet weg moeten stoppen omwille van verplichte vergeving. Hoe kunnen we met mensen in gesprek gaan?
STAP I Contextbepaling
- Laat iemand zijn verhaal vertellen
- Ga, voor zover mogelijk, na wat de rol van iedereen is geweest. Dus van beide partijen.
- Krijg helder wat de kern van het probleem is en hoe dit in stand wordt gehouden. Kijk ook naar de rol van degene met wie je in gesprek bent.
- Geef ruimte om gevoelens te uiten; deze zijn authentiek en oprecht.
STAP II Het karakter van God in het Evangelie
- Verkondig het Evangelie; God heeft Zijn Zoon als verzoening voorgesteld aan de hele wereld.
- Maak de kaders van het Evangelie duidelijk. God heeft Zichzelf verzoend met de wereld, maar vergeeft niet iedereen. Leg uit dat je daarom niet aanmoedigt om verplicht vergeven te schenken, maar om verzoening te zoeken.
STAP III Streven naar verzoening
- Geef handreikingen voor het actief zoeken naar verzoeking. Wat zou diegene praktisch kunnen doen om het goede voor de tegenpartij te zoeken?
- Geef de waarschuwing dat getoonde goedheid misbruikt kan worden en dat getoonde goedheid niet altijd resulteert in bekering van de ander. Dit is slechts een nuchtere constatering, die te hoge verwachtingen tempert.
- Moedig de persoon aan door te gaan met het zoeken van het goede voor de tegenpartij; God zal vergelden en zal degene belonen die zegent en goeddoet (zie 1 Petrus 3:8-17).
STAP IV Ga in gebed tot Degene Die Zichzelf met de wereld verzoend heeft
- Benoem de besproken zaken eerlijk.
- Bid dat God Zijn Evangelie en verzoeningswerk, verworven door Jezus, uitwerkt in deze specifieke situatie, voor de glorie van Zijn Naam.
Worstelende ontspanning
Christenen mogen in de ontspanning leven dat elk onrecht tegen hen zal worden vergolden en rechtgezet. God zál rechtdoen. Alleen al dat vooruitzicht mag ons ontspannen maken; wij hoeven ons recht niet hier en nu te halen. Wij mogen het in Gods handen leggen en het daar laten.
Is dit gemakkelijk? Absoluut niet. We hebben genade nodig om dit te kunnen. Het is een intense worsteling. Maar als we ons al worstelend richten op het geduld, de goedertierenheid en verdraagzaamheid die God ons heeft bewezen in Christus, zullen we door Zijn Woord en Geest genade ontvangen om deze schitterende eigenschappen door te geven – ook aan onze vijanden.
Dit artikel is onderdeel van een serie. Lees hier de andere delen:
Deel 1
Deel 2
Deel 3
Deel 4
Deel 5
Deel 7
Labels:
Bijbelse counseling,
God,
Jezus Christus,
Serie,
Vergeving
dinsdag 3 mei 2016
Bijbelse counseling [5] Tussen hart en handen
Over zonde in het leven van de christen
In deel 3 hebben we gezien dat elk mens leeft vanuit het verlangen dat in zijn hart leeft. Verlangens op zich zijn goed, omdat wij ermee zijn geschapen door God, maar door de zondeval zijn ze zelfgericht geworden en gebruiken we deze verlangens voor de eer van onze eigen naam, en niet voor de glorie van God.
Het hart: het centrum van de mens
Het is belangrijk stil te staan bij de centrale rol die de Bijbel toekent aan het menselijk hart, omdat volgens de Heere Jezus al onze daden – en dus ook al onze zonden – voortkomen uit het hart. In Marcus 7:19-23 somt Christus de werken op die uit ons zondige hart worden voortgebracht. Hij zegt: “Wat de mens uitkomt, dat verontreinigt de mens. Want van binnenuit, uit het hart van de mensen, komen voort…
- Kwade overwegingen
- Overspel
- Ontucht
- Moord
- Diefstal
- Hebzucht
- Allerlei kwaadaardigheid
- Bedrog
- Losbandigheid
- Afgunst (letterlijk: een boos oog)
- Lastering
- Hoogmoed
- Dwaasheid
Al deze slechte dingen komen van binnenuit en verontreinigen de mens.”
Later geeft de apostel Paulus een haast identieke lijst, die hij eveneens toeschrijft aan het zondige vlees, aangestuurd door de verlangens in het hart (Galaten 5:19-21):
- Overspel
- Hoererij
- Onreinheid
- Losbandigheid
- Afgoderij
- Toverij
- Vijanschappen
- Ruzie
- Afgunst
- Woede-uitbarstingen
- Egoïsme
- Onenigheid
- Afwijkingen in de leer
- Jaloersheid
- Moord
- Dronkenschap
- Zwelgpartijen
Het mes erin!
Wat is het doel van Bijbelse counseling wanneer het gaat om zonde in iemands leven? Paulus brengt een pijnlijk, maar uiterst noodzakelijke oplossing naar voren: het mes moet erin. Kort gezegd: we moeten de oorlog aan de zonde verklaren en we moeten actief werken aan haar dood.
Toen Jezus Christus stierf aan het kruis en opstond uit de dood, heeft Hij de macht van de zonde gebroken voor iedereen die in Hem gelooft. Toen Christus Zich vrijwillig liet slachten als het Lam van God, slachtte Hij daarmee mijn zonde. Dat is de opstandingskracht waaruit christenen mogen leven. Het verhaal is echter gemakkelijker op papier gezet dan in praktijk gebracht. En dat komt door de verlangens in ons hart.
Bijbelse counseling werkt niet met het principe van oppervlakkige oplossingen. Niemand is erbij gebaat slechts het uiterlijk aanzien te verbeteren. Willen we effectief de werken van het vlees kunnen doden, dan zullen we het mes er diep in moeten zetten. Niet slechts in het vlees, maar ook in ons hart.
Als voorbeeld wil ik Davids manier van schrijven nemen, in Psalm 4:3-6:
De manier waarop David hier schrijft, is hoogst opmerkelijk. Hij schrijft hier tegen zijn vijanden. Hij schrijft tegen mensen die opzichtig zondigen. Je zou verwachten dat hij hen een figuurlijke draai om de oren zou willen verkopen. Maar tegen de verwachting in doet hij dat niet. Hij maakt zijn vijanden een drietal zaken duidelijk.
1. De zonde benoemen en ertegen waarschuwen
Als eerste zegt David: “Hoelang zult u het lege liefhebben, de leugen zoeken?” Hier wijst hij de concrete zonde aan: een vals getuigenis spreken over een naaste. Merk op dat dit ook volgens de Heere Jezus en Paulus een duidelijke overtreding van Gods Woord is.
Zonde benoemen en aanwijzen kan meteen heel groots klinken. Belangrijk is dat we de zonde als ernstig en serieus beschouwen (Mattheüs 18:15-20), maar deze bespreekbaar maken in een geest zacht van zachtmoedigheid (Galaten 6:1). Als mensen zijn we namelijk elkaars gelijke en geen mens is volmaakt. Paulus schrijft aan de Galaten dat zij iemand op hun zonde moeten aanspreken met in het achterhoofd dat zij ook zelf in dezelfde zonde kunnen vallen. Vandaar de waarschuwing: “Houd intussen uzelf in het oog, opdat ook u niet in dezelfde verzoeking komt” (vers 1).
2. Aanzetten tot zelfonderzoek
De zonde benoemen is een goede, eerste stap. Toch is dit niet toereikend. En David wijst zijn vijanden hierop. Hij wil dat ze stil worden. Stil worden en nadenken over de vraag waarom zij hiermee bezig zijn. Waarom spreken zij een vals getuigenis over David? Zijn ze jaloers? Kunnen ze hem niet uitstaan? Heeft hij iets gedaan waarvan God heeft gezegd dat het goed is, maar wat tegen de wensen van deze mensen in is gegaan?
Hier komen we terecht bij het hart. Dat schrijft David ook: “Spreek in uw hart…” (vers 5) Wat is de motivatie achter deze zonde? Welke verlangens hebben deze mensen? Onder welke omstandigheden wordt deze zonde begaan? David wil dat deze mensen bij zichzelf te rade gaan en de vraag stellen waarom zij dit eigenlijk doen.
3. Actief aanmoedigen op God te vertrouwen
Het meest ontroerende aan dit gedeelte is dat David zijn vijanden het medicijn voorschrijft tegen de zonde waar zij in leven: God Zelf. Er is maar één oplossing voor het afkeren van zonde en leven voor de gerechtigheid: God zoeken, God vinden en met Hem wandelen. Wat een geweldige genade laat David hier zien: hij weet dat God hem zal verdedigen ten opzichte van zijn vijanden, maar toch roept hij hen op Diezelfde God te zoeken!
Bijbelse counseling: benoemen, blootleggen, bekeren
Wanneer we iemand zien zondigen, moeten we allereerst de vraag stellen of dit een incident is dat op zichzelf staat, of dat dit het zoveelste geval in een reeks van velen is. Als dit laatste het geval is, benoem dan ook op zachtmoedige wijze wat je hebt geconstateerd. Geef aan dat je er over door wilt praten. Wanneer het gaat over counseling, is het ook goed mogelijk dat mensen zelf met het probleem bij je aankloppen.
Wanneer iemand bij je komt, omdat hij of zij geen overwinning krijgt over een specifieke zonde, is het belangrijk om het bovenstaande model in acht te nemen en in drie stappen te doorlopen:
STAP I Benoem de zonde concreet
- Stel vast onder welke noemer de Bijbel de daad plaatst.
- Stel vast in welke context het plaatsvond (zijn er andere mensen bij betrokken, is het in het geheim gebeurd? Thuis of op het werk?).
- Stel vast onder welke omstandigheden het gebeurd is (als iemand gedwongen werd een zondige handeling te verrichten, wordt de gehele casus anders).
STAP II Leg de verlangens van het hart bloot
- Ga na wat iemand heeft overwogen om deze zonde te doen (wat zijn gedachten of denkbeelden?).
- Ga na of er een patroon valt te ontdekken waarop deze zonde wordt begaan (bijvoorbeeld een specifiek tijdstip op de dag, in een steeds terugkerende situatie, stressfactoren of juist doelloosheid in het dagelijks leven).
- Ga na vanaf welk moment deze zonde zichtbaar in het leven van iemand aanwezig is (is er in het verleden iets gebeurd dat dit gestimuleerd of versterkt heeft? Vanaf welk moment is deze zonde prominent aanwezig?).
- Ga na in hoeverre de zonde gemakkelijker tot stand komt door de aard en karakter van de persoon (is iemand vanuit zijn persoonlijkheid sneller geneigd boos te worden of heeft iemand van jongs af aan al veel gelogen?).
STAP III Wijs op het verlossingswerk van Jezus Christus
- Verkondig het Evangelie en vertel dat er hoop is voor iedereen die gelooft in het verlossingswerk van Jezus Christus.
- Maak duidelijk dat geen mens uit zichzelf in staat is om de zonde in eigen kracht te overwinnen; het is een ongelijke en uitputtende strijd die de frustratie alleen maar groter maakt. Belangrijk: op dit moment is het een waardevolle toevoeging wanneer jij jouw eigen worstelingen deelt om de relatie tussen jullie als gelijkwaardig neer te zetten; hij worstelt met die specifieke zonde, jij met deze. Dit voorkomt een ongemakkelijke vraag-en-antwoordsessie.
- Maak ook duidelijk dat het lijden en sterven van Jezus de doodsteek voor deze specifieke zonde betekent. Hij heeft het werk volbracht (Johannes 19:30).
- Moedig de persoon aan slechts tevreden te zijn met het verlossingswerk van God in Christus, juist omdat het een compleet, volmaakt en volbracht werk is; er hoeft niets meer aan toegevoegd te worden.
- Erken dat het menselijke vlees zwak is, niet volmaakt en dat het daarom kan gebeuren dat de persoon in dezelfde zonde kan vallen. Bemoedig degene met het nuchtere besef dat dit kán gebeuren, maar geef ook de waarschuwing dat het een probleem is wanneer het structureel wordt. Christusgelijkvormigheid is een proces en het kan een hele tijd kosten voordat gedragspatronen veranderd zijn.
STAP IV Ga in gebed tot Hem Die het verlossingswerk volbracht heeft
- Benoem in het gebed concreet de zonde.
- Spreek de verlangens van het hart, de omstandigheden waarin de zonde is begaan en de motivatie voor het gedrag naar God toe uit.
- Loof en prijs God voor het werk dat Hij in Zijn Zoon heeft volbracht.
- Bid dat Gods Geest de kracht geeft om in het vervolg de zonde te doden door te zien op de Gekruisigde en Opgewekte Christus.
- Bid ook om realistisch geduld; verandering is een proces en wordt niet in één dag of uur afgerond.
Zonde en de vrijheid van het geweten
Wanneer een specifieke zonde wordt besproken tijdens het proces van counseling, is het belangrijk vast te houden aan de lijst van zonden die de Heere Jezus en de apostel Paulus hebben opgesteld (zie hierboven).
Er is heden ten dage namelijk een tendens aan het ontstaan die méér aan deze lijst toevoegt en daarom vooral problematisch is voor mensen met psychische klachten en stoornissen. Mensen die deze lijst langer maken, zullen bijvoorbeeld ook met name emotionele zaken als zonde benoemen, die bij deze groep mensen verstoord zijn, zoals angst. Maar zover gaan Christus en Paulus niet. Het is waar dat Jezus in specifieke gevallen Zijn discipelen berispt vanwege angst, veroorzaakt door ongeloof. Wanneer we echter omgaan met mensen die een psychiatrische diagnose hebben, moeten we uiterst voorzichtig zijn met onze benadering – zeker als we op dat punt leken zijn en er weinig kennis van hebben. We kunnen mensen ontzettend veel pijn doen wanneer we hun ongrijpbare, emotionele stoornis gaan behandelen alsof het een doelbewuste zonde is. Zij vinden het ook al moeilijk genoeg om hiermee te leren leven en als we er nog een berg schuldgevoel bovenop gooien, zijn de troost en het licht helemaal ver te zoeken. Pas op dat je mensen niet opzadelt met extra, onnodige lasten.
In dit kader vind ik Romeinen 14 helpend. Er zijn in de christelijke wereld verschillende visies op psychologie, psychiatrie en het gebruik van medicatie. Dat mag, dat is ook niet erg; het zorgt ervoor dat we niet klakkeloos achter alles aanlopen wat we horen. Er zit echter één grote “maar” bij: de discussie over, en nog belangrijker, de omgang met mensen die een psychiatrische diagnose hebben, moet worden gekenmerkt door een houding van aanvaarding. Paulus zegt in Romeinen 14:1-2:
Wat Paulus hier doet, is ruimte laten voor verschillende interpretaties met betrekking tot specifieke onderwerpen. Hier noemt hij voedsel en het onderhouden van bijzondere dagen, maar we kunnen het vandaag de dag evenzeer toepassen op zaken waar de Bijbel geen specifieke dingen over zegt. De Bijbel prijst het gebruik van antidepressiva niet aan, maar spreekt zich er ook niet uitdrukkelijk tegen uit. Als dat zo is, wie zijn wij dan dat we hen die te maken hebben met neerslachtigheid en depressiviteit zouden veroordelen, enkel omdat zij medicatie slikken? Zijn er dan geen bezwaren tegen medicijnen? Die zijn er zeker, maar we kunnen nooit iemand wegzetten als “ongeestelijk”, omdat hij of zij iets doet, waar wij een andere visie op hebben. Als de Bijbel ruimte geeft aan meerdere interpretaties, dienen wij elkaar te aanvaarden zolang onze beslissingen verantwoord kunnen worden binnen deze grenzen. Wij hoeven elkaar namelijk niet te beoordelen: wij zijn als christenen al aanvaard door God in Christus en Hij is bij machte ons te bewaren. Met of zonder psychische klachten; met of zonder medicatie.
Wij vinden het moeilijk om te gaan met zwakkeren in het geloof, omdat hun zwakte impact heeft op ons geloofsleven. Dat willen wij liever niet. Het punt is echter niet dat we onszelf moeten beschermen tegen de zwakte van de ander, het gaat er juist om dat een sterk geloof Bijbels kan omgaan met de zwakte van de ander.
Zonde: moreel kwaad
In het verlengde hiervan is het belangrijk in te zien wat zonde in de kern is. Emotionele onbalans of stoornissen zijn géén zonde; immorele handelingen zijn dat wel. Wat we altijd moeten beseffen is dat ook mensen met een psychiatrische achtergrond hun vertrouwen op Christus kunnen stellen. Laten we daarom niet het psychische probleem wijten aan een gebrek aan vertrouwen op de Heere Jezus. Als we dit gaan doen, maken we de situatie voor de persoon alleen maar instabieler, schaamtevoller en bezorgen we hen onterecht meer schuldgevoelens.
Terechte schuldgevoelens komen voort uit handelingen die de Bijbel aanwijst als zonde. Daar moet ook als zodanig over doorgepraat worden. Het verschil tussen een stoornis en zonde is dat een stoornis een verstoring in het karakter van iemand kan zijn, waar diegene zelf niet mee wil leven, terwijl de zonde iets is wat hij met overwegingen doet. In Bijbelse counseling is het van belang twee zaken als uitgangspunt te nemen:
1. Elk mens is moreel verantwoordelijk voor wat hij doet
Iedereen wordt door God verantwoordelijk gehouden voor zijn eigen handelen. Niemand kan zich verschuilen achter het gedrag van anderen, opvoeding of aanleg. De zonde mag nooit goedgepraat worden. We moeten altijd kijken welke invloeden leiden tot daadwerkelijke zonden en door middel van het Woord en Gods Geest Christusgelijkvormigheid na jagen.
2. De complexiteit van de persoonlijkheid nodigt ons uit om met anderen te sympathiseren
Wanneer we nadenken over het gedrag van mensen, moeten we erkennen dat wij allemaal complex in elkaar zitten. Het is nog niet zo eenvoudig om mensen gemakkelijk tot verandering aan te zetten. Dan is het goed om onszelf de spiegel voor te houden. Wij hebben ook onze zwakheden en wij hebben zelf ook jaren rondgelopen met eenzelfde probleem. Misschien lopen we er nog wel mee rond. Dit moet ons nederig maken wanneer we optrekken met anderen. In Hebreeën 2 en 4 staat dat Jezus kan “sympathiseren” met onze zwakheden, doordat Hij in Zijn menselijke natuur heeft deelgenomen aan het bestaan met lijden en dood. Wanneer we in gesprek zijn met anderen, is inlevingsvermogen onmisbaar.
De zonde blijft in ons totdat we sterven, of totdat Jezus terugkomt. We zullen er altijd mee te worstelen en strijden hebben. Maar als we de juiste context, aard, aanleiding en verlangens kennen waarin de zonde wordt gedaan, kunnen we in de kracht van Gods Woord en Geest effectief het vlees doden en overwinning ervaren. En wanneer we vol inlevingsvermogen naast iemand kunnen staan met een barmhartige en genadige houding – “sympathiseren” – kunnen er prachtige wonderen gebeuren in het leven van gebroken mensen.
Dit artikel is onderdeel van een serie. Lees hier de andere delen:
Deel 1
Deel 2
Deel 3
Deel 4
Deel 6
Deel 7
In deel 3 hebben we gezien dat elk mens leeft vanuit het verlangen dat in zijn hart leeft. Verlangens op zich zijn goed, omdat wij ermee zijn geschapen door God, maar door de zondeval zijn ze zelfgericht geworden en gebruiken we deze verlangens voor de eer van onze eigen naam, en niet voor de glorie van God.
Het hart: het centrum van de mens
Het is belangrijk stil te staan bij de centrale rol die de Bijbel toekent aan het menselijk hart, omdat volgens de Heere Jezus al onze daden – en dus ook al onze zonden – voortkomen uit het hart. In Marcus 7:19-23 somt Christus de werken op die uit ons zondige hart worden voortgebracht. Hij zegt: “Wat de mens uitkomt, dat verontreinigt de mens. Want van binnenuit, uit het hart van de mensen, komen voort…
- Kwade overwegingen
- Overspel
- Ontucht
- Moord
- Diefstal
- Hebzucht
- Allerlei kwaadaardigheid
- Bedrog
- Losbandigheid
- Afgunst (letterlijk: een boos oog)
- Lastering
- Hoogmoed
- Dwaasheid
Al deze slechte dingen komen van binnenuit en verontreinigen de mens.”
Later geeft de apostel Paulus een haast identieke lijst, die hij eveneens toeschrijft aan het zondige vlees, aangestuurd door de verlangens in het hart (Galaten 5:19-21):
- Overspel
- Hoererij
- Onreinheid
- Losbandigheid
- Afgoderij
- Toverij
- Vijanschappen
- Ruzie
- Afgunst
- Woede-uitbarstingen
- Egoïsme
- Onenigheid
- Afwijkingen in de leer
- Jaloersheid
- Moord
- Dronkenschap
- Zwelgpartijen
Het mes erin!
Wat is het doel van Bijbelse counseling wanneer het gaat om zonde in iemands leven? Paulus brengt een pijnlijk, maar uiterst noodzakelijke oplossing naar voren: het mes moet erin. Kort gezegd: we moeten de oorlog aan de zonde verklaren en we moeten actief werken aan haar dood.
Toen Jezus Christus stierf aan het kruis en opstond uit de dood, heeft Hij de macht van de zonde gebroken voor iedereen die in Hem gelooft. Toen Christus Zich vrijwillig liet slachten als het Lam van God, slachtte Hij daarmee mijn zonde. Dat is de opstandingskracht waaruit christenen mogen leven. Het verhaal is echter gemakkelijker op papier gezet dan in praktijk gebracht. En dat komt door de verlangens in ons hart.
Bijbelse counseling werkt niet met het principe van oppervlakkige oplossingen. Niemand is erbij gebaat slechts het uiterlijk aanzien te verbeteren. Willen we effectief de werken van het vlees kunnen doden, dan zullen we het mes er diep in moeten zetten. Niet slechts in het vlees, maar ook in ons hart.
Als voorbeeld wil ik Davids manier van schrijven nemen, in Psalm 4:3-6:
“Aanzienlijken, hoelang zult u mijn eer te schande maken? Hoelang zult u het lege liefhebben, de leugen zoeken? Sela.
Weet toch: de Heere heeft Zich een gunsteling afgezonderd; de HEERE hoort als ik tot Hem roep.
Wees ontzet, maar zondig niet; spreek in uw hart wanneer u op uw slaapplaats ligt, en wees stil. Sela.
Breng offers van gerechtigheid en vertrouw op de HEERE.”
De manier waarop David hier schrijft, is hoogst opmerkelijk. Hij schrijft hier tegen zijn vijanden. Hij schrijft tegen mensen die opzichtig zondigen. Je zou verwachten dat hij hen een figuurlijke draai om de oren zou willen verkopen. Maar tegen de verwachting in doet hij dat niet. Hij maakt zijn vijanden een drietal zaken duidelijk.
1. De zonde benoemen en ertegen waarschuwen
Als eerste zegt David: “Hoelang zult u het lege liefhebben, de leugen zoeken?” Hier wijst hij de concrete zonde aan: een vals getuigenis spreken over een naaste. Merk op dat dit ook volgens de Heere Jezus en Paulus een duidelijke overtreding van Gods Woord is.
Zonde benoemen en aanwijzen kan meteen heel groots klinken. Belangrijk is dat we de zonde als ernstig en serieus beschouwen (Mattheüs 18:15-20), maar deze bespreekbaar maken in een geest zacht van zachtmoedigheid (Galaten 6:1). Als mensen zijn we namelijk elkaars gelijke en geen mens is volmaakt. Paulus schrijft aan de Galaten dat zij iemand op hun zonde moeten aanspreken met in het achterhoofd dat zij ook zelf in dezelfde zonde kunnen vallen. Vandaar de waarschuwing: “Houd intussen uzelf in het oog, opdat ook u niet in dezelfde verzoeking komt” (vers 1).
2. Aanzetten tot zelfonderzoek
De zonde benoemen is een goede, eerste stap. Toch is dit niet toereikend. En David wijst zijn vijanden hierop. Hij wil dat ze stil worden. Stil worden en nadenken over de vraag waarom zij hiermee bezig zijn. Waarom spreken zij een vals getuigenis over David? Zijn ze jaloers? Kunnen ze hem niet uitstaan? Heeft hij iets gedaan waarvan God heeft gezegd dat het goed is, maar wat tegen de wensen van deze mensen in is gegaan?
Hier komen we terecht bij het hart. Dat schrijft David ook: “Spreek in uw hart…” (vers 5) Wat is de motivatie achter deze zonde? Welke verlangens hebben deze mensen? Onder welke omstandigheden wordt deze zonde begaan? David wil dat deze mensen bij zichzelf te rade gaan en de vraag stellen waarom zij dit eigenlijk doen.
3. Actief aanmoedigen op God te vertrouwen
Het meest ontroerende aan dit gedeelte is dat David zijn vijanden het medicijn voorschrijft tegen de zonde waar zij in leven: God Zelf. Er is maar één oplossing voor het afkeren van zonde en leven voor de gerechtigheid: God zoeken, God vinden en met Hem wandelen. Wat een geweldige genade laat David hier zien: hij weet dat God hem zal verdedigen ten opzichte van zijn vijanden, maar toch roept hij hen op Diezelfde God te zoeken!
Bijbelse counseling: benoemen, blootleggen, bekeren
Wanneer we iemand zien zondigen, moeten we allereerst de vraag stellen of dit een incident is dat op zichzelf staat, of dat dit het zoveelste geval in een reeks van velen is. Als dit laatste het geval is, benoem dan ook op zachtmoedige wijze wat je hebt geconstateerd. Geef aan dat je er over door wilt praten. Wanneer het gaat over counseling, is het ook goed mogelijk dat mensen zelf met het probleem bij je aankloppen.
Wanneer iemand bij je komt, omdat hij of zij geen overwinning krijgt over een specifieke zonde, is het belangrijk om het bovenstaande model in acht te nemen en in drie stappen te doorlopen:
STAP I Benoem de zonde concreet
- Stel vast onder welke noemer de Bijbel de daad plaatst.
- Stel vast in welke context het plaatsvond (zijn er andere mensen bij betrokken, is het in het geheim gebeurd? Thuis of op het werk?).
- Stel vast onder welke omstandigheden het gebeurd is (als iemand gedwongen werd een zondige handeling te verrichten, wordt de gehele casus anders).
STAP II Leg de verlangens van het hart bloot
- Ga na wat iemand heeft overwogen om deze zonde te doen (wat zijn gedachten of denkbeelden?).
- Ga na of er een patroon valt te ontdekken waarop deze zonde wordt begaan (bijvoorbeeld een specifiek tijdstip op de dag, in een steeds terugkerende situatie, stressfactoren of juist doelloosheid in het dagelijks leven).
- Ga na vanaf welk moment deze zonde zichtbaar in het leven van iemand aanwezig is (is er in het verleden iets gebeurd dat dit gestimuleerd of versterkt heeft? Vanaf welk moment is deze zonde prominent aanwezig?).
- Ga na in hoeverre de zonde gemakkelijker tot stand komt door de aard en karakter van de persoon (is iemand vanuit zijn persoonlijkheid sneller geneigd boos te worden of heeft iemand van jongs af aan al veel gelogen?).
STAP III Wijs op het verlossingswerk van Jezus Christus
- Verkondig het Evangelie en vertel dat er hoop is voor iedereen die gelooft in het verlossingswerk van Jezus Christus.
- Maak duidelijk dat geen mens uit zichzelf in staat is om de zonde in eigen kracht te overwinnen; het is een ongelijke en uitputtende strijd die de frustratie alleen maar groter maakt. Belangrijk: op dit moment is het een waardevolle toevoeging wanneer jij jouw eigen worstelingen deelt om de relatie tussen jullie als gelijkwaardig neer te zetten; hij worstelt met die specifieke zonde, jij met deze. Dit voorkomt een ongemakkelijke vraag-en-antwoordsessie.
- Maak ook duidelijk dat het lijden en sterven van Jezus de doodsteek voor deze specifieke zonde betekent. Hij heeft het werk volbracht (Johannes 19:30).
- Moedig de persoon aan slechts tevreden te zijn met het verlossingswerk van God in Christus, juist omdat het een compleet, volmaakt en volbracht werk is; er hoeft niets meer aan toegevoegd te worden.
- Erken dat het menselijke vlees zwak is, niet volmaakt en dat het daarom kan gebeuren dat de persoon in dezelfde zonde kan vallen. Bemoedig degene met het nuchtere besef dat dit kán gebeuren, maar geef ook de waarschuwing dat het een probleem is wanneer het structureel wordt. Christusgelijkvormigheid is een proces en het kan een hele tijd kosten voordat gedragspatronen veranderd zijn.
STAP IV Ga in gebed tot Hem Die het verlossingswerk volbracht heeft
- Benoem in het gebed concreet de zonde.
- Spreek de verlangens van het hart, de omstandigheden waarin de zonde is begaan en de motivatie voor het gedrag naar God toe uit.
- Loof en prijs God voor het werk dat Hij in Zijn Zoon heeft volbracht.
- Bid dat Gods Geest de kracht geeft om in het vervolg de zonde te doden door te zien op de Gekruisigde en Opgewekte Christus.
- Bid ook om realistisch geduld; verandering is een proces en wordt niet in één dag of uur afgerond.
Zonde en de vrijheid van het geweten
Wanneer een specifieke zonde wordt besproken tijdens het proces van counseling, is het belangrijk vast te houden aan de lijst van zonden die de Heere Jezus en de apostel Paulus hebben opgesteld (zie hierboven).
Er is heden ten dage namelijk een tendens aan het ontstaan die méér aan deze lijst toevoegt en daarom vooral problematisch is voor mensen met psychische klachten en stoornissen. Mensen die deze lijst langer maken, zullen bijvoorbeeld ook met name emotionele zaken als zonde benoemen, die bij deze groep mensen verstoord zijn, zoals angst. Maar zover gaan Christus en Paulus niet. Het is waar dat Jezus in specifieke gevallen Zijn discipelen berispt vanwege angst, veroorzaakt door ongeloof. Wanneer we echter omgaan met mensen die een psychiatrische diagnose hebben, moeten we uiterst voorzichtig zijn met onze benadering – zeker als we op dat punt leken zijn en er weinig kennis van hebben. We kunnen mensen ontzettend veel pijn doen wanneer we hun ongrijpbare, emotionele stoornis gaan behandelen alsof het een doelbewuste zonde is. Zij vinden het ook al moeilijk genoeg om hiermee te leren leven en als we er nog een berg schuldgevoel bovenop gooien, zijn de troost en het licht helemaal ver te zoeken. Pas op dat je mensen niet opzadelt met extra, onnodige lasten.
In dit kader vind ik Romeinen 14 helpend. Er zijn in de christelijke wereld verschillende visies op psychologie, psychiatrie en het gebruik van medicatie. Dat mag, dat is ook niet erg; het zorgt ervoor dat we niet klakkeloos achter alles aanlopen wat we horen. Er zit echter één grote “maar” bij: de discussie over, en nog belangrijker, de omgang met mensen die een psychiatrische diagnose hebben, moet worden gekenmerkt door een houding van aanvaarding. Paulus zegt in Romeinen 14:1-2:
“Aanvaard wie zwak is in het geloof, maar niet om over meningsverschillen te strijden. De een gelooft wel dat hij alles eten mag, maar wie zwak is, eet plantaardig voedsel. Wie wel alles eet, moet hem niet minder achten die niet alles eet. En wie niet alles eet, moet hem niet veroordelen die alles eet. God immers heeft u aanvaard. Wie bent u, dat u de huisslaaf van een ander oordeelt? Of hij staat of valt, gaat alleen zijn eigen heer aan. Hij zal echter staande gehouden worden, want God is bij machte hem staande te houden.”
Wat Paulus hier doet, is ruimte laten voor verschillende interpretaties met betrekking tot specifieke onderwerpen. Hier noemt hij voedsel en het onderhouden van bijzondere dagen, maar we kunnen het vandaag de dag evenzeer toepassen op zaken waar de Bijbel geen specifieke dingen over zegt. De Bijbel prijst het gebruik van antidepressiva niet aan, maar spreekt zich er ook niet uitdrukkelijk tegen uit. Als dat zo is, wie zijn wij dan dat we hen die te maken hebben met neerslachtigheid en depressiviteit zouden veroordelen, enkel omdat zij medicatie slikken? Zijn er dan geen bezwaren tegen medicijnen? Die zijn er zeker, maar we kunnen nooit iemand wegzetten als “ongeestelijk”, omdat hij of zij iets doet, waar wij een andere visie op hebben. Als de Bijbel ruimte geeft aan meerdere interpretaties, dienen wij elkaar te aanvaarden zolang onze beslissingen verantwoord kunnen worden binnen deze grenzen. Wij hoeven elkaar namelijk niet te beoordelen: wij zijn als christenen al aanvaard door God in Christus en Hij is bij machte ons te bewaren. Met of zonder psychische klachten; met of zonder medicatie.
Wij vinden het moeilijk om te gaan met zwakkeren in het geloof, omdat hun zwakte impact heeft op ons geloofsleven. Dat willen wij liever niet. Het punt is echter niet dat we onszelf moeten beschermen tegen de zwakte van de ander, het gaat er juist om dat een sterk geloof Bijbels kan omgaan met de zwakte van de ander.
Zonde: moreel kwaad
In het verlengde hiervan is het belangrijk in te zien wat zonde in de kern is. Emotionele onbalans of stoornissen zijn géén zonde; immorele handelingen zijn dat wel. Wat we altijd moeten beseffen is dat ook mensen met een psychiatrische achtergrond hun vertrouwen op Christus kunnen stellen. Laten we daarom niet het psychische probleem wijten aan een gebrek aan vertrouwen op de Heere Jezus. Als we dit gaan doen, maken we de situatie voor de persoon alleen maar instabieler, schaamtevoller en bezorgen we hen onterecht meer schuldgevoelens.
Terechte schuldgevoelens komen voort uit handelingen die de Bijbel aanwijst als zonde. Daar moet ook als zodanig over doorgepraat worden. Het verschil tussen een stoornis en zonde is dat een stoornis een verstoring in het karakter van iemand kan zijn, waar diegene zelf niet mee wil leven, terwijl de zonde iets is wat hij met overwegingen doet. In Bijbelse counseling is het van belang twee zaken als uitgangspunt te nemen:
1. Elk mens is moreel verantwoordelijk voor wat hij doet
Iedereen wordt door God verantwoordelijk gehouden voor zijn eigen handelen. Niemand kan zich verschuilen achter het gedrag van anderen, opvoeding of aanleg. De zonde mag nooit goedgepraat worden. We moeten altijd kijken welke invloeden leiden tot daadwerkelijke zonden en door middel van het Woord en Gods Geest Christusgelijkvormigheid na jagen.
2. De complexiteit van de persoonlijkheid nodigt ons uit om met anderen te sympathiseren
Wanneer we nadenken over het gedrag van mensen, moeten we erkennen dat wij allemaal complex in elkaar zitten. Het is nog niet zo eenvoudig om mensen gemakkelijk tot verandering aan te zetten. Dan is het goed om onszelf de spiegel voor te houden. Wij hebben ook onze zwakheden en wij hebben zelf ook jaren rondgelopen met eenzelfde probleem. Misschien lopen we er nog wel mee rond. Dit moet ons nederig maken wanneer we optrekken met anderen. In Hebreeën 2 en 4 staat dat Jezus kan “sympathiseren” met onze zwakheden, doordat Hij in Zijn menselijke natuur heeft deelgenomen aan het bestaan met lijden en dood. Wanneer we in gesprek zijn met anderen, is inlevingsvermogen onmisbaar.
De zonde blijft in ons totdat we sterven, of totdat Jezus terugkomt. We zullen er altijd mee te worstelen en strijden hebben. Maar als we de juiste context, aard, aanleiding en verlangens kennen waarin de zonde wordt gedaan, kunnen we in de kracht van Gods Woord en Geest effectief het vlees doden en overwinning ervaren. En wanneer we vol inlevingsvermogen naast iemand kunnen staan met een barmhartige en genadige houding – “sympathiseren” – kunnen er prachtige wonderen gebeuren in het leven van gebroken mensen.
Dit artikel is onderdeel van een serie. Lees hier de andere delen:
Deel 1
Deel 2
Deel 3
Deel 4
Deel 6
Deel 7
Labels:
Bijbelse counseling,
God,
Jezus Christus,
Serie,
zonde
Abonneren op:
Posts (Atom)