SalvationInGod

Posts tonen met het label Serie. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Serie. Alle posts tonen

zondag 15 mei 2016

Bijbelse counseling [9] Tussen opdracht en ontmoeting

Over activisme in het geloofsleven

Lezen kan een gezegende bezigheid zijn. Lezen kan een gezegend instrument in Gods handen zijn. Lezen doet ons kennis vermeerderen en dat doet ons al snel deugd.
Lezen kan echter ook gevaarlijk zijn. Wat je leest en van wie je boeken leest, bepaalt hoe jij zelf gevormd wordt. Je gaat als het ware de geest ademen van de boeken die je opent en doorneemt. De vorming van het karakter kan mede worden bepaald door boeken.

Een open boekje
Een verzinsel? Nee, helemaal niet! Laat mij je meenemen naar het gezegende én gevaarlijke effect van lezen. Er zijn hoofdzakelijk twee stromingen die mij geestelijk gevormd hebben en die mij nog steeds vormen: het Puritanisme en het Nieuwe Calvinisme. Maar er is een opvallend verschil in het effect van de werken die zij voortbrengen – althans, in mijn leven.
De Nieuwe Calvinisten, met bekende vertegenwoordigers als John Piper, John MacArthur, Don Carson, Tim Keller en David Platt, timmeren stevig aan de weg een tegengeluid te laten horen met betrekking tot de staat van het huidige christendom in het Westen en zetten onderwerpen als discipelschap en zending in de schijnwerpers. Dat is een goede zaak. Het is nodig dat we als Westerse christenen uit de welvarende en efficiënte modus worden gehaald.
Het gevaar is echter dat we de activistische toonzetting van verschillende boeken in ons leven overnemen en dat de uitgangspunten van de boeken als een soort wet gaan gelden. Het gevolg: ontevredenheid, weinig lichtpuntjes zien en twijfels over de zaligheid. Ik zeg niet dat deze zaken per definitie fout zijn. Het hoeft niet slecht te zijn wanneer we een heilige ontevredenheid ervaren over een bepaalde zaak. En twijfels over de persoonlijke zaligheid is ook niet per definitie slecht. Er zijn mensen die dit anders zien, maar het is een logisch gevolg van verschillende levensfasen die we doormaken. De ene fase zien we weinig licht en weinig van Gods liefde voor Zijn kinderen; de andere fase stromen we over van de liefde van Christus. We zien vruchten, we zien groei en we zien duidelijk voortgang in heiligmaking. Het leven is een weg met storm en rust, regen en zonneschijn.

Leren van de Puriteinen
Iemand kan zich nu afvragen wat dit alles met Bijbelse counseling te maken heeft. Mijn antwoord is: meer dan je denkt! Een activistische geest ligt heel snel op de loer en is voor iedereen een reëel gevaar. Als jij iemand gaat begeleiden, of je gaat gesprekken met iemand voeren, vanuit welke houding doe je dit dan? Welke bronnen, boeken of predikers vertrouw je zozeer dat je dát onderwijs wilt overnemen en verwerken in je pastorale model? Zijn het de voorgangers met de mentaliteit die “Kom in actie!” uitschreeuwt? Of zijn het mensen die Gods verlossingswerk in Jezus Christus centraal stellen?
Misschien vinden sommige mensen deze vraag een valse tegenstelling. Immers, de mannen die “Kom in actie!” roepen, doen dit net zo goed vanuit het verlossingswerk door Christus. Dat is helemaal waar. En tóch heb ik gemerkt dat het effect van een dergelijk geluid anders is, dan wanneer de Persoon en het werk van Jezus Christus intensief bestudeerd worden. De ervaring heeft mij geleerd dat een boek als What Jesus Demands from the World (geschreven door John Piper) uiteraard gelezen kan worden, maar een andere uitwerking heeft dan Communion with the Triune God van John Owen. Ik denk oprecht dat dit alles te maken heeft met het accent die het boek uitstraalt. Uiteraard is het goed om ons te bepalen bij de gehoorzaamheid aan Christus en ik wil dan ook niet twijfelen aan de intentie van schrijvers als Piper. Maar ik heb ontdekt dat er een geweldige sleutel en zegen ligt in het overdenken van de Persoon en het werk van Jezus. Als Zijn volmaaktheid, Zijn waarheid, Zijn genade, Zijn barmhartigheid, Zijn liefde, Zijn almacht, Zijn heiligheid en Zijn trouw diepgaand bestudeerd worden, gaan er bijzondere dingen gebeuren. Mensen worden voller van Zijn liefde, genade, heiligheid, trouw, waarheid en barmhartigheid. Zijn almacht wordt concreter gezien en de kostbaarheid van Zijn volmaaktheid wordt groter. Van daaruit groeit de vrucht van de Heilige Geest.
De Puriteinen wisten goed de balans te bewaren tussen leer en praktijk. Ze verdedigden ferm de leer van de rechtvaardiging door het geloof alleen, maar schaamden zich er ook niet voor om te stellen dat rechtvaardigend geloof iemand doet groeien in heiligmaking. En dit altijd vanuit een bijzondere, gezegende geest die de Heere Jezus Christus en Zijn verlossingswerk centraal stelt. Wie kan nog langer weigeren te verlangen naar heiligmaking wanneer de heiligheid van Jezus Zelf zo bijzonder wordt beschreven?

Activistische counseling
Er bestaan uiteraard ook vele boeken over counseling. En soms hebben ook die in meer of mindere mate een activistische geest in zich. En activisme verwacht onmiddellijke en toegewijde gehoorzaamheid. Het geeft een heel beklemmend gevoel wanneer er toch wordt gefaald. Er moet direct iets gedaan worden. Wat moet een vrouw doen, die haar man niet altijd kan liefhebben? Wat moet iemand doen, die zich eenzaam voelt? Wat moet een man doen, die worstelt met boosheid? Er is een benadering die de gedachten achter al deze zaken wil vaststellen en vervolgens de Bijbelse waarheid ertegenover gaat zetten. Met andere woorden: iemand moet eigenlijk in een split second veranderen van gedachten om de genoemde zaken weer op de rit te krijgen. Er wordt echter een tussenstap vergeten. Wat we ons moeten realiseren, is dat gedachten invloed hebben op onze emoties en stemming. Als we een gedachte jarenlang koesteren, worden de emoties ook op die manier gereguleerd. Die emoties en stemmingen komen niet uit de lucht vallen, daar gaat een heel verhaal aan vooraf. Als iemand zich jaren genegeerd heeft gevoeld en zich steeds meer als eenzaam gaat wanen, is het dan gek dat dit gevoel bij elk volgend incident bovenkomt? Ik denk het niet. Is het dan redelijk om van iemand te vragen om “een Bijbelse waarheid” tegenover “de leugen” te plaatsen? Ik heb zo mijn twijfels. Allereerst zijn de gedachten die een counselor – en mogelijk ook geheel terecht – als “leugens” bestempelt, in bepaalde zin een concrete werkelijkheid voor de persoon. Dat er bij echte leugens veranderingen moeten komen, staat zonder meer vast. Maar dat regel je niet met het opdreunen van een Bijbelvers.

Jezus Christus: waarheid en genade
Zoals ik in deel 7 kort aanstipte, waren de gesprekken van Jezus met Schriftgeleerden en Farizeeën van geheel andere orde dan die met zondaren. Hij was snoeihard voor de Schriftgeleerden. Hij had hen heel wat te verwijten. Als religieuze leiders, die als het ware de voorgangers en beschermers van zuivere godsdienst moesten zijn, hadden zij hun verantwoordelijkheid verzaakt. Ze hadden hun eigen systeem opgebouwd met ondraaglijke lasten en normen. Het volk bezweek eronder. Het was onbarmhartig en ongenadig. En Jezus rekent hen dit zwaar aan. Lees Mattheüs 23 maar eens.

Maar dan komt Jezus in gesprek met een Samaritaanse vrouw (Johannes 4). Of Hij wil als Gast op bezoek komen bij Zacheüs (Lucas 19). Of Hij zit in het huis van Simon de Farizeeër en vergeeft een zondares (Lucas 7). Waren dit allemaal nette mensen? Niet bepaald. Hun levens bevatten stuk voor stuk elementen van leugens. Maar wat was nou de reden dat die Samartiaanse vrouw open en eerlijk werd over de puinhoop in haar leven op liefdesgebied? En om enthousiast het dorp in te gaan om te vertellen over de Messias? Wat vormde nu de aanleiding voor Zacheüs om zich te bekeren en allen die hij financieel bedrogen had, te compenseren? En waarom kwam die zondares ongevraagd het huis van Simon binnen om de voeten van Jezus te wassen met haar tranen?
Eén ding weet ik zeker: het was géén bewuste, actieve gedachtentraining om leugen van waarheid te onderscheiden. Al deze geschiedenissen hebben iets gemeen, namelijk liefde tot de verschijning van Jezus Christus. Zij zagen iets in Hem. Er begon licht te schijnen toen zij Hem ontmoetten. Zij begonnen iets in Hem te zien wat ze daarvoor nog nooit hadden gezien. Zuiverheid, oprechte liefde, barmhartigheid en genade. Ook waarheid, inderdaad! Maar het is waarheid in affectieve vorm en niet slechts een theologische, intellectuele vorm, zoals bij de Schriftgeleerden wel het geval was.

De verrassende aanpak van Jezus
Als een kerkenraad vandaag de dag geconfronteerd zou worden met een geval als de Samaritaanse vrouw, zou de eerste stap zijn om haar te overtuigen van zonde en om haar een Bijbelse visie van het huwelijk voor te houden. Deze visie betekent onder andere dat huwelijkspartners trouw blijven aan elkaar. Geen overspel, geen echtscheiding en geen ongehuwd samenwonen.
Christus pakt de zaak echter verrassend anders aan. Hij neemt haar situatie als wegbereider voor Zijn Zelfopenbaring. Hij zegt als het ware: “Vrouw, vertel Mij eens hoe het huwelijksleven ervoor staat. Vrouw, je drinkt van water dat steeds weer dorst geeft. Vrouw, je bouwt op ontrouw. Maar Ik ben Degene Die levend water schenkt; Ik ben de ware Bruidegom en Ik ben de Getrouwe.”
Ik zeg niet dat Jezus hier de zonde niet blootlegt; dat doet Hij wel. Maar Hij weet op een fenomenale wijze Zijn Persoon te laten schitteren in haar gebrokenheid. Vol genade en waarheid weet Hij tot de kern van het menselijke bestaan te komen, in die concrete situatie. Geen vraag over “Bijbelse huwelijksvorming” of een inprenting van het zevende gebod. Maar een hele persoonlijke ontmoeting waarin haar gebrokenheid en Zijn Persoon Zich in genade en waarheid ontmoeten.

Opdracht vanuit ontmoeting
Wanneer we gericht mensen willen helpen in Bijbelse counseling, zullen we hen vanuit de ontmoeting moeten benaderen. Zij zijn persoonlijkheden met een geheel eigen karakter, verleden, toekomstperspectief en boezemzonden. Het is een complexe opdracht om mensen op een Bijbelse manier steeds meer te zien functioneren zoals God het bedoeld heeft. Helaas zijn wij in dit gebroken bestaan gebonden aan de grenzen en mogelijkheden die we nu ervaren. We mogen bidden dat God die grenzen verlegt, maar er automatisch vanuit gaan dat Hij dit ook zal doen, is riskant.
Christenen – en eigenlijk de hele wereld – zijn het meest gebaad bij navolgers van Jezus, die Zijn karakter uitstralen en de hoop verankerd hebben in Zijn verlossingswerk.
Christen, praat met Jezus. Denk aan Jezus. Stel Jezus voor aan de ander. Laat iemand in nood niet allerlei activistische toeren uithalen, maar leer hem of haar op het karakter van Jezus te zien, op het offer dat Hij bracht, op de hemelse positie en arbeid die Hij bij Zijn hemelvaart ontvangen heeft. Niet het ijverig plannen van goede voornemens, maar ontmoetingen met de Genadige en Waarachtige Zoon van God zal het leven veranderen.

vrijdag 13 mei 2016

Bijbelse counseling [8] Tussen strijd en hypergeestelijkheid

Over gezonde geestelijke groei

We hebben al een aantal facetten van Bijbelse counseling bestudeerd en wat we hebben gezien, is dat het leven is zoals de Bijbel zegt dat het is: complex, gebroken, maar zeker ook hoopvol.
Juist omdat de Bijbel spreekt over de complexiteit en gebrokenheid van het leven, moeten we nauwkeurig en voorzichtig omgaan met de hoop die de Bijbel geeft.

Teleurgesteld in hoop?
Het is pijnlijk te constateren dat de hoop die je koestert, niet wordt vervuld. Dat doet wat met je. De vraag is of er zoiets bestaat als “teleurgesteld raken in God” of “teleurgesteld raken in de hoop die de Bijbel beschrijft” – zijn deze twee formuleringen legitiem? Mag je dit zo stellen?
Als mensen zeggen dat ze “teleurgesteld” zijn in God, wat bedoelen ze dan? En hoe kun je “teleurgesteld” worden in hoop?
Ik denk dat het onbijbels is om te stellen dat “God mij heeft teleurgesteld” of dat “de Bijbelse hoop mij beschaamd heeft gemaakt.” Er zijn twee belangrijke redenen waarom ik dat denk:

1. Teleurstelling duidt op verwachtingen die niet zijn waargemaakt
Als iemand stelt “teleurgesteld” te zijn, dan kan het niet anders of er zijn verwachtingen geweest. Men was er eigenlijk voor de volle honderd procent zeker van dat iets zou gebeuren. Toch gebeurde het niet. Wat is hier nou het probleem? We kunnen in een extreme situatie terechtkomen, waarin we gaan zeggen dat God het probleem is. Maar te stellen dat God het probleem is, dát is juist het probleem.
Christenen baseren hoop en verwachtingen op grond van Gods beloften in Zijn Woord. Wanneer die beloften echter onvoorzichtig worden gehanteerd, iedereen lukraak teksten gaat opdreunen en daar verwachtingen aan verbinden, wordt het gevaarlijk. Mijn vraag aan degenen die zeggen “teleurgesteld” te zijn in God, is deze: Heeft God werkelijk beloofd dat Hij jouw verwachting met betrekking tot deze specifieke situatie zou doen uitkomen?

2. Hoop kan worden geïnterpreteerd voor de korte én lange termijn
Hieraan koppel ik direct een tweede vraag. Het kan inderdaad waar zijn dat God iets in Zijn Woord belooft, maar ook dan zijn we er nog niet. God heeft namelijk ook beloften gedaan waarvan we kunnen weten dat zij nooit in dit gebroken bestaan vervuld zullen worden. “God zal alle tranen van de ogen wissen” is een belofte die pas vervuld zal worden bij de wederkomt van de Heere Jezus. Niet eerder. Satan en zijn demonen zullen op een dag in het eeuwige vuur geworpen worden, maar ook dit zal niet gebeuren voor de wederkomst van Christus. De vraag is of de vervulling van een specifieke belofte van God binnen dít tijdperk ligt, of dat we moeten wachten tot “de voleinding van alle dingen” en op het moment dat de nieuwe hemel en nieuwe aarde er zullen zijn.

Pleidooi voor Bijbels realisme
De Bijbel is hoopvol – jazeker, glorieus hoopvol. Wat een heerlijke, geweldige, alle-verstand-te boven-gaande beloften staan daar in! En wat een heerlijk uitzicht biedt God: voor eeuwig bij Hem Zijn, dankzij Zijn Zoon, Die onze zonde op Zich nam. Voor eeuwig blijdschap voor Zijn aangezicht. Voor eeuwig juichen om Wie Hij is en wat Hij voor ons heeft gedaan. Het is onuitsprekelijk en onbeschrijflijk mooi.
Maar – we moeten als christenen een gezonde balans weten te vinden tussen de eeuwige hoop en realisme. Zeker in het rijke Westen, waar gezondheid het grootste goed lijkt te zijn, en de welvaart van de wolkenkrabbers spat, moeten we heel voorzichtig zijn en geen welvaartsevangelie creëren. Ook in Bijbelse counseling moeten we oppassen dat we niet méér beloven dan God voor dit moment aanreikt. Het zou zomaar kunnen zijn dat teleurstelling in God een gevolg is van menselijke beloften. En eerlijk gezegd moeten we de teleurstelling neerleggen waar hij hoort; bij degene die de belofte gedaan heeft. En als jij als mens meer belooft dan God beloofd heeft, ben je onverantwoord bezig; je pleegt echt een serieuze aanslag op het geloofsleven van de ander.

Rekening houden met gebrokenheid is realisme
Zoals ik concludeerde in een artikel naar aanleiding van Johannes 8:31-38, is het Bijbels om realistisch te spreken over gebrokenheid. Oplossingsgerichte mensen willen het liefst direct problemen verhelpen. Dat zorgt soms voor problemen. Er worden verkeerde diagnoses gesteld, er worden oplossingen aangereikt die te snel, te gemakkelijk zijn en geen recht doen aan de complexiteit van de omstandigheden. Als iemand depressieve klachten heeft, staan sommigen zelfverzekerd te roepen dat dit “het werk van satan is.” En ook als mensen in zonde gevallen zijn, geven ze deze boze geest de schuld. En als het geloofsleven niet optimaal functioneert, moet je meer bidden, de duivel weerstaan, de strijd aangaan en op God vertrouwen.
Tja, was het allemaal maar zo gemakkelijk! Als we nu bij onze bekering in een soort quarantaine-ruimte geplaatst zouden zijn, heerlijk beschermd tegen aanvechtingen, lijden en verzoekingen, was het een heel ander verhaal. Maar we zijn nog even kwetsbaar als voorheen. Wij hebben weliswaar Degene in ons wonen, Die “sterker is dan hij die in de wereld is” (1 Johannes 4:4), maar daarmee is niet gezegd dat al het lijden en de aanvechtingen en de aantrekkingskracht van de zonde zijn weggenomen.

Hypergeestelijkheid: uit de hoogte mistasten
Uit eigen ervaring weet ik dat het een ontzettend groot risico is om iets waar ik zelf helemaal vol van ben, bij anderen door de strot te willen duwen. Je wilt zó graag dat mensen de Heere Jezus leren kennen zoals jij Hem zelf hebt leren kennen en elke keer opnieuw benadruk je dezelfde boodschap. Eindelijk heb je het licht gevonden – of beter gezegd: God heeft jou het licht geschonken (2 Korinthe 4:4-6). Dat licht is zó bevrijdend, dat moeten anderen gewoon horen! Prachtig, niets mis mee. Het gaat mis wanneer ik mijn eigen bekeringsgeschiedenis als norm ga nemen voor anderen. Ik las een boek, dus jij moet het ook doen. Ik ging naar een speciale kerkdienst, dus jij moet dat ook doen. In geloof nam ik een bepaalde stap, dus dat moet jij ook doen.
Deze houding kun je een tijdje volhouden, maar op een gegeven moment voel je aan dat het zo niet langer kan. Er blijven twee mogelijkheden over: óf jij buigt, óf de ander. Ik ben erachter gekomen dat het beter is om zelf te buigen, vanwege de geestelijke gezondheid van de ander. Je kunt wel met alle geweld proberen om een Bijbelse boodschap te verkondigen, maar je moet ook inschatten of de manier waarop je die boodschap afgeeft geen verdere schade toebrengt aan het geloofsleven van de ander.
Iemand die alles hypergeestelijk beoordeelt, vervalt al snel in deze rol. Op alle levensproblemen weet hij of zij wel een geestelijke oorzaak aan te wijzen en uiteraard ook een geestelijke oplossing. Of het is zonde, ongeloof, gebedsloosheid of satan. Onder het mom van “Christus is alles en in allen” moeten christenen veel Bijbellezen, bidden, blijmoedig zingen en dan zal God ervoor zorgen dat de huidige problemen worden weggenomen.
Maar wie zegt dat er altijd geestelijke oorzaken aan te wijzen zijn? Wie zegt dat er geen fysieke redenen zijn, die ervoor zorgen dat iemand iets niet kan of iets moeilijk vindt? De hypergeestelijke trots die zegt “dat Christus genoeg is” geeft een eenzijdige boodschap af.
Heb je er ooit eens bij stilgestaan dat er iets merkwaardigs in Genesis staat? God heeft Adam geschapen en dan lezen we in Genesis 2:18:

“Ook zei de HEERE God: Het is niet goed dat de mens alleen is; Ik zal een hulp voor hem maken als iemand tegenover hem.”

God is genoeg voor de mens – Amen! En toch is het niet goed voor de mens dat hij alleen is… Dat klinkt gek.
Hypergeestelijke mensen hebben de neiging om het geestelijke en het geschapene uit elkaar te trekken. Alle problemen zijn ten diepste geestelijk, dus de oplossing ook. Maar daarbij vergeten ze dat God net zo goed een materiële wereld heeft geschapen, net zoals Hij een geestelijke wereld heeft gemaakt. Deze twee moeten we niet tegen elkaar gaan uitspelen, maar bij elkaar houden. Ik kan elke dag vier uur bidden of de Heere mij in leven wil houden, maar als ik geen gebruikmaak van het door Hem geschapen brood, kom ik vanzelf een keer in het ziekenhuis terecht. Niet alles wat wij nodig hebben, wordt in het geestelijke uitgedrukt. Ook in fysiek opzicht zijn er elementen die we nodig hebben om in leven te blijven; zo heeft God het leven ontworpen. Alles in ons leven heeft een geestelijke betekenis en connectie. God heeft het geschapene en geestelijke aan elkaar verbonden en wij mogen het verband daartussen ontdekken. God is genoeg voor mij – ja, maar het door Hem geschapen brood net zo. En de door Hem gegeven huwelijkspartner ook. En het door Hem gegeven werk en geld ook. Paulus schrijft aan Timotheüs:

“Maar de Geest zegt uitdrukkelijk dat in latere tijden sommigen afvallig zullen worden van het geloof en zich zullen wenden tot misleidende geesten en leringen van demonen, door huichelarij van leugenaars, die hun geweten als met een brandijzer hebben toegeschroeid. Zij verbieden te trouwen en gebieden zich te onthouden van voedsel, dat God geschapen heeft voor de gelovigen en voor hen die de waarheid hebben leren kennen, om onder dankzegging aanvaard te worden. Want alles wat God geschapen heeft, is goed en niets is verwerpelijk, wanneer het onder dankzegging aanvaard wordt. Want het wordt geheiligd door het Woord van God en door het gebed.” (1 Timotheüs 4:1-5)

De vraag is dus niet óf we ons moeten onthouden van het huwelijk of voedsel, maar de vraag is of we dat wat wij wél tot ons nemen tot eer van God doen! Kunnen we Hem ervoor danken? Kunnen we Hem prijzen voor de middelen die Hij schenkt, zodat ons lichaam gevoed kan worden en tot op zekere hoogte gezond kan blijven? Bidden we Hem om een gezegende werking van alle middelen die Hij ons schenkt? Dát is de essentie. In het al eerder genoemde boek Duurzame en Integrale Geneeskunst van dr. Seldenrijk is een vragenlijst opgenomen met hele eenvoudige, praktische zaken. Factoren als daglicht, vitamines, werkomstandigheden, sociaal isolement en vriendenkring, eetpatronen hebben invloed op onze gezondheid en functioneren.

Het geestelijke is alledaags
We maken het elkaar lastig als we alleen de uitzonderlijke uitingen van ons geloof bestempelen als “geestelijk”. Paulus noemt in Galaten 5 de vrucht van de Geest en dát is echt geestelijk! Geestelijk zijn zit hem niet onthouding van zaken die God ons gegeven heeft om onder dankzegging gebruik van te maken; geestelijk zijn betekent niet slechts urenlang Bijbellezen; geestelijk zijn betekent niet dat we hier in de volle overwinning leven. Geestelijkheid is liefdevol zijn, trouw, barmhartig, genadig, vergevingsgezind, jezelf kunnen beheersen, vriendelijk zijn, blijdschap ervaren, geduld oefenen en zachtmoedigheid tonen. Deze vrucht moet groeien, niet de vrucht van allerlei extreme uitingen.
Zo zien we ook dat de vrucht van de Heilige Geest volmaakt inspeelt op de omstandigheden in ons leven. Wanneer we teleurgesteld zijn, kan de ander in vriendelijkheid geduld tonen. Wanneer we radeloos zijn, kan de ander vol zelfbeheersing verantwoording afleggen van de hoop die in hem is. Wanneer we onrecht ervaren, kan de ander het Evangelie van vergeving en verzoening laten schitteren. Wanneer we in nood verkeren, kan de ander barmhartigheid tonen. Zo werkt Gods Geest in de gebrokenheid van het bestaan en voorziet in het lijden van deze vrucht. Zalig is hij, die deze vrucht van de Geest kan tonen in het normale leven van alledag.

zaterdag 7 mei 2016

Bijbelse counseling [7] Tussen theologie en godsvrucht

Over de rol van een Bijbelse visie

Bijbelse counseling moet worden gedaan vanuit een specifieke, op de Bijbel gebaseerde visie. Deze visie moet echter vooral tot uiting komen in de godsvrucht die zij voortbrengt. De reden dat er zoveel verschillende soorten kerken zijn, heeft te maken met een sterk accent op visie en theologie.

Theologie: een middel, geen einddoel
Ik zal nooit zeggen dat visie en theologie onbelangrijk zijn; goede theologie is juist onmisbaar. Het is de bedding waardoor het water van de Heilige Geest vloeiend kan stromen. Zo ontstaan de geestelijke vruchten in de kerk. Droge theologie, die op zichzelf blijft, kan echter niet overleven. Goede theologie is bedoeld om mensen te redden en hen op te voeden:

“Blijft u echter bij wat u geleerd hebt en waarvan u verzekerd bent, omdat u weet van wie u het geleerd hebt, en u van jongs af de heilige Schriften kent, die u wijs kunnen maken tot zaligheid, door het geloof dat in Christus Jezus is. Heel de Schrift is door God ingegeven en is nuttig om daarmee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de rechtvaardigheid, opdat de mens die God toebehoort, volmaakt zou zijn, tot elk goed werk volkomen toegerust.” (2 Timotheüs 3:14-16)

Het lezen van de Bijbel is dus geen doel op zich. Het Evangelie is geen doel op zich. Het geloof in Christus is geen doel op zich. De Bijbel, het Evangelie en Christus zijn ons allen geschonken, zodat wij in de goede werken zouden wandelen die God voor ons voorbereid heeft (Efeze 2:10). Theologie op zichzelf is slechts intellectuele verrijking, maar dient dan nergens voor.
Helaas zien we dat deze boodschap niet altijd goed begrepen is. Mensen zijn onder tucht geplaatst; niet omdat ze duidelijk in zonde leefden, maar omdat ze afweken van een verbonds –of doopleer (of iets anders). Het heeft geleid tot verdeeldheid, geruzie en nieuwe kerkverbanden. Is het ergens niet triest dat een Baptist in Alkmaar zijn schouders ophaalt wanneer hij in de krant leest dat de Gereformeerde Gemeente in Zierikzee geloofsopbouwende activiteiten organiseert? Want ja, hij behoort toch niet tot dat kerkverband, dus wat zou het hem boeien? Nou, er zitten wel broeders en zusters in die kerk! Kan dát hem niet boeien?
Dit is het punt waar ik naartoe wil. Ik pleit er niet voor om alle theologie overboord te kieperen. Zoals net gesteld, is dit onmogelijk. Ik pleit echter wel voor een gezonde, werkzame theologie die de vrucht van de Heilige Geest laat bloeien en groeien. Ten diepste gaat het leven van de kerk niet om kinderdoop, geloofsdoop of een juiste visie op de eindtijd (wie onder ons weet trouwens exact hoe de toekomst zal gaan?); het gaat om Gods zaligmakende genade, die ons leert “de goddeloosheid en de wereldse begeerten te verloochenen en in deze tegenwoordige wereld bezonnen, rechtvaardig en godvruchtig te leven” (Titus 2:11-12).

Gekibbel en geruzie
Wil je snel ruzie? Word dan een starre theoloog die géén oog heeft voor godsvrucht. Dat is de snelste manier om conflicten te veroorzaken. Ga je vooral bezighouden met zaken die er niet toe doen, zoals het analyseren van geslachtsregisters. Of ga zaken interpreteren en gebruiken voor doelen waarvoor ze nooit opgeschreven zijn. Het eerste hoofdstuk van Paulus’ eerste brief aan Timotheüs laat dit duidelijk zien.
Bijbelse counseling heeft daarentegen een solide fundament nodig, een theologisch fundament dat gebaseerd is op de Bijbel én leidt tot godsvrucht. Christenen zijn snel geneigd hun geloof vorm te geven in denkbeelden en visies. De één vindt dit, de ander denkt dat. En juist in die omstandigheden kan de godsvrucht wel eens het slachtoffer worden. Mensen worden ongeduldig, luisteren niet meer naar elkaar, worden onvriendelijk, de vrede is weg, de liefde bekoelt, mensen schieten uit de slof en verliezen hun zelfbeheersing en omstanders staan erbij te kijken en zich te verwonderen waar de Heilige Geest nu precies werkzaam is. En het doel om godsvrucht te bevorderen wordt hopeloos gemist. Dit is verreweg het grootste kwaad van onzorgvuldig gebruik van visies en standpunten.
Zeker wanneer we te maken hebben met mensen die lijden of worstelen met concrete zaken in het (geloofs)leven is een starre visie (“Het moet op mijn manier”, “Ik vind dat je dit zo moet doen”) absoluut funest. Het is ronduit schadelijk. De persoon die counseling krijgt heeft dan meer het idee dat de counselor zijn eigen programma uitwerkt en tegenover hem staat, in plaats van naast hem. Je raakt de worstelende broeder of zuster op deze manier absoluut kwijt.

Wat is de rol van persoonlijke ervaringen?
Het ontwikkelen van een visie is op zich niet moeilijk. Er zijn talloze boeken die je op ideeën kunnen brengen, er zijn genoeg preken voorhanden en er worden genoeg conferenties belegd om inspiratie op te doen. De vraag die echter ook gesteld moet worden is, in hoeverre wij onze visies laten bepalen door hetgeen wij wel of niet hebben meegemaakt in ons eigen leven. Dit is een redelijke vraag om te stellen. Ervaringen die we bij elkaar optellen, leveren een bepaalde som op. Een tussenstand. Een soort conclusie. Als we altijd succes hebben ervaren in ons leven, kunnen we al snel denken dat de niet-succesvolle persoon harder zijn best moet doen om dat succes te grijpen. Als we zelf altijd heel tevreden zijn geweest met de cadeaus die we kregen, denken we dat we teleurgestelde mensen kunnen bemoedigen door ze op een “tevreden spoor” te zetten. Met andere woorden: ik denk dat het zeer aannemelijk is wanneer er wordt gesteld dat een deel van onze visies wordt bepaald door eigen ervaringen. En hier schuilt juist het gevaar. Want God werkt nooit op één manier. Persoon A komt tot Christus door het lezen van een boek; persoon B wordt gered tijdens het luisteren van een preek en persoon C ontvangt verlossing dankzij een christelijke kunsttentoonstelling waarin het lijden en de opstanding van Christus centraal staat. Voor mij persoonlijk is het een valkuil te denken dat iedereen veel zou moeten lezen. Helaas, iedereen is anders en niet iedereen kan niet evenveel of goed lezen. Prima. Als God mensen wil verlossen, dan zal Hij dat doen door de middelen die Hij hier Zelf voor uitgekozen heeft. Ik heb daar niets over te zeggen. We moeten rekening houden met Gods verrassende handelen. Er is wat dat betreft echt diversiteit. En juist die diversiteit verdiept de hoop. God is absoluut niet gebonden aan iets om mensen tot Zijn Zoon te brengen. Muziek, boeken, verschillende levensvragen, unieke ontmoetingen en wat al niet meer: het is voor Hem allemaal geschikt en bruikbaar om personen te verlossen voor de eeuwigheid. En hen op te voeden in godsvrucht.

Godsvrucht in het gesprek bevordert godsvrucht na het gesprek
Een belangrijk principe in Bijbelse counseling is dat niet alleen het effect van een gesprek godsvrucht dient te zijn, maar ook de aard van het gesprek zelf. Als ik met iemand in gesprek ben, dien ik zelf godsvrucht in het gesprek te leggen. Wat betekent dit? Het betekent dat ik tijdens het gesprek de ander benader vanuit de vrucht die de Heilige Geest in mij gewerkt heeft. Deze zaken komen dan naar voren (naar Galaten 5:22):

- Liefde
- Blijdschap
- Vrede
- Geduld
- Vriendelijkheid
- Goedheid
- Geloof
- Zachtmoedigheid
- Zelfbeheersing

De échte test van de godsvrucht in jouw leven is dit: kun jij het uithouden met een christen die lijdt, op zo’n manier dat niet jouw visie het gesprek bepaalt, maar jouw vriendelijkheid? Ben je in staat om al je succesverhalen op te geven en vriendelijk te getuigen van je geloof? Kun je geduldig met iemand optrekken, ook wanneer diegene zoveel moet doorworstelen dat het lijkt alsof er geen stap vooruit gezet wordt?
De test is absoluut niet of jouw visie deze casus kan doorstaan. Als dit jouw doel is, heeft het de schijn van trots en hoogmoed. Een belangrijke graadmeter voor gezonde, Bijbelse counseling is dat het mensen onderling dichterbij God én elkaar brengt en er geen verwijdering ontstaat.

In gesprek met Jezus
Laten we eens kijken naar het Voorbeeld in de Bijbel: de Heere Jezus Christus. Hij kan als geen ander mensen in nood aan Zich binden. En ik schrijf bewust mensen in nood.
Het paradoxale wil namelijk dat Zijn optreden voor verwijdering zorgde tussen Hemzelf een specifieke groep: de Farizeeën. Deze mensen vonden namelijk niet dat ze in acute nood verkeerden. Zij verzetten zich fel tegen de prediking van Jezus en dat zorgde voor de verwijdering. Het was de starre, Farizeïsche houding, die hen ervan weerhield serieuze toenadering tot Christus te zoeken. Zoals zij het zagen, zo moest het gebeuren. Een andere mogelijkheid was ondenkbaar.
Lezen we echter over ontmoetingen van Jezus met verstotelingen, zondaars en mensen die door de maatschappij veracht werden, dan zien we een heel ander beeld. En dat komt omdat Jezus het gesprek niet aanging vanuit een bepaalde visie, maar vanuit godsvrucht. Is het niet ontroerend om te lezen hoe scherpzinnig mild Hij de Samaritaanse vrouw wijst op haar zonde én op de Verlosser? En getuigt de uitspraak “Wie van u zonder zonde is, laat die als eerste de steen op haar werpen” niet van magistrale tact (Johannes 8:7)? In veel gevallen gaat Jezus anders om met mensen dan wij in eerste instantie zouden vermoeden.
Christus had als Schepper en Koning van het heelal hooghartig naar deze aarde kunnen komen en ons de les kunnen lezen. Dat deed Hij echter niet. Hier leren we iets van Zijn woorden in Mattheüs 11:28-30:

“Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast bent, en Ik zal u rust geven. Neem Mijn juk op u, en leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en u zult rust vinden voor uw ziel; want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht.”

Geen starre Theoloog, geen uiterste poging om aan een “hemelse visie” vast te houden, maar zachtmoedig en nederig mensen de weg naar verlossing voorgaan. Dát is de ware godsvrucht.

Counseling is voor de ander én jezelf
Wanneer je met mensen optrekt die moeite in het leven ervaren, is het verstandig om voor jezelf de volgende zaken op een rij te zetten:

STAP I Contextbepaling
- Ga na wat de situatie is en over welk onderwerp het in de kern gaat (zonde, lijden, ethisch vraagstuk?).

STAP II Theologische visie
- Onderzoek wat jouw visie of standpunt is met betrekking tot dit thema. Onderbouw dit met zorgvuldige Bijbelinterpretatie.
- Bepaal voor jezelf welke praktische afwegingen jij voor jezelf zou maken wanneer deze situatie zich in jouw leven voor zou doen.
- Weeg af of jouw standpunt van doorslaggevend belang kan zijn tot bevordering van de godsvrucht bij de ander.
- Ga na of jouw visie zowel Bijbels is als rekening houdt met de realiteit van dit leven. Probeer valkuilen te ontdekken (ben je met een bepaalde visie bijvoorbeeld sneller vatbaar voor onvriendelijkheid, ongeduld of liefdeloosheid?).

STAP III Bevordering van de godsvrucht
- Onderzoek het Nieuwe Testament en probeer in te schatten hoe de Heere Jezus het gesprek aan zou gaan met iemand die in een dergelijke situatie zit. Het zijn juist de onverwachtse handelingen en woorden van Christus die ons kunnen corrigeren en op het juiste spoor kunnen zetten.
- Streef naar gezond inlevingsvermogen; dat betekent niet ruw over gevoelens heen walsen en ook geen zonde tolereren of goedpraten.
- Kijk naar het actuele thema en hoe jij de vrucht van de Geest praktisch tot uiting kunt laten komen.
- Als je een standpunt over een bepaalde kwestie hebt gevormd, leg het zwaartepunt van je argumentatie op de godsvrucht en houd het niet slechts bij “Ik vind dit nu eenmaal zo” of “De Bijbel zegt het” (waarom is het voor deze persoon tot bevordering van de godsvrucht om jouw raad op te volgen?).

Theologie is prachtig. Het is omgaan met Gods Zelfopenbaring. Maar het is ook gevaarlijk. Want als wij Gods Zelfopenbaring in eigen handen gaan nemen, gaan misvormen tot ons eigen denkbeeld en dit misvormde beeld als last bij anderen neerleggen, dienen we niet Gods doel met Zijn Zelfopenbaring: de verheerlijking van Zijn Naam door heiligmaking en godsvrucht.

Tot slot, nu ik het toch over theologie heb: onderstaande boeken hebben mij persoonlijk gesterkt en bemoedigd, vanwege het accent op de Persoon en het werk van Jezus Christus. Maar ook hiervoor geldt: God werkt óók buiten deze boeken om!

Communion with the Triune God, John Owen
Overcoming Sin & Temptation, John Owen
Concerning the Holy Spirit, John Owen
The Glory of Christ, John Owen
The Death of Death, John Owen
The Method of Grace, John Flavel
The End for Which God Created the World, Jonathan Edwards
The Religious Affections, Jonathan Edwards
The Christian in Complete Armour, William Gurnall
Christ Set Forth and the Heart of Christ in Heaven Towards Sinners on Earth, Thomas Goodwin
Gospel Mystery of Sanctification, Walter Marshall
The Intercession of Christ, John Bunyan
The Life of Faith, Thomas Manton
Human Nature in its Fourfold State, Thomas Boston
Glorious Freedom, Richard Sibbes
The Christian’s Great Interest, William Guthrie


Dit artikel is onderdeel van een serie. Lees hier de andere delen:
Deel 1
Deel 2
Deel 3
Deel 4
Deel 5
Deel 6

woensdag 4 mei 2016

Bijbelse counseling [6] Tussen schuld en verzoening

Over de kern van het Evangelie

Het leven als uniek geschapen mens draait om relaties. We zijn geschapen in relatie tot God, anderen en onszelf. We kunnen onszelf niet isoleren en opsluiten in een hutje op de hei; zo heeft God Zijn schepping ook nooit bedoeld. We zijn geschapen om omgang met God en anderen te hebben.
Helaas zien we in de wereld om ons heen – en zeer waarschijnlijk ook in ons eigen leven – dat juist de omgang die God bedoeld heeft, bedorven is. Relaties zijn verstoord. Relaties zijn verbroken, en dan in de ruimste zin van het woord. Mensen die ooit goed met elkaar konden opschieten, liggen nu al jaren overhoop en hebben slecht of zelfs geen enkel contact meer. De lijnen zijn doorgeknipt; er is een lange pieptoon te horen die lijkt aan te geven dat je voor de ander niet meer bestaat.
Mensen kunnen teleurgesteld raken wanneer anderen het contact verbreken; mensen worden boos wanneer achter hun rug om allerlei containers vol stinkende leugens en laster worden leeg gekieperd en ervoor zorgt dat zelfs vrienden hen in de steek laten. Dat maakt het leven moeilijk, complex en in sommige opzichten kom je terecht in een cirkel van nieuwe pogingen en machteloosheid.
Het zal geen verrassing zijn dat in Bijbelse counseling relatieproblematiek veelvuldig aan bod komt. Niet alle problemen hoeven een relationele achtergrond te hebben, maar omdat we als mens sociale wezens zijn, is de kans groot dat iets van dit aspect naar voren komt.
En wat is dan de oplossing? Hoe bieden we Bijbelse hulp aan mensen die in een verstoorde relatie leven? Als we naar de mensen zélf gaan luisteren die middenin deze problematiek zitten, horen we over het algemeen deze twee reacties (en varianten hierop):

1. “De ander moet nu ook maar eens laten zien dat hij het goed wil hebben.”
Deze uitspraak verraad twee dingen: de persoon die dit zegt beweert minstens zelf altijd het beste beentje voor te hebben gezet. Hij wilde het altijd goed hebben, maar de ander pikte die signalen niet op of, nog erger: ging er bewust niet op in. Mensen raken moegestreden van het steeds maar weer bewijzen dat zij alles op orde willen hebben en zijn er een keer klaar mee. Menselijk gesproken is dit een logisch gevoel. Er wordt nu een beroep gedaan op de bereidwilligheid van de tegenpartij.

2. “Wat hij toen gezegd en gedaan heeft, kan ik hem echt niet vergeven.”
Deze uitspraak verraad innerlijke pijn bij de persoon; hij is behoorlijk gekwetst. Maar ook hier geldt dat er een beroep wordt gedaan op de bereidwilligheid van de ander: die moet nu maar eens met een schuldbelijdenis voor de dag gaan komen, anders is de zaak voor de gekwetste persoon niet opgelost.

Een lens die verder kijkt
Deze relatieverstoringen zijn niet eenvoudig op te lossen. Een brug leggen tussen twee partijen kan enorm viel moeite kosten. Sommigen nemen niet eens de moeite één steen aan de brug bij te dragen. Wat kunnen we mensen bieden in Bijbelse counseling, die te maken hebben het vraagstuk “vergeving”? Want uiteindelijk komt het neer op vergeving en verzoening.
Laten we allereerst een verbroken menselijke relatie eens als metafoor of heenwijzer gebruiken voor onze positie ten opzichte van God. Ook dat schetst een onthutsend beeld. Ook die relatie is verstoord. Het zit niet goed tussen God en ons. Wat nu? Een heerlijk Evangelie komt in beeld! En het is weliswaar een heerlijk Evangelie, maar ook een confronterende boodschap. Zeker als je Gods Goede Nieuws één op één gaat overzetten naar verbroken menselijke relaties.

1. Het Evangelie als ontwerp: God neemt het initiatief
Het Evangelie is een plan; het is Gods verlossingsplan. Hij neemt het initiatief, en niet wij. Dit neemt elke grond voor onze trots weg. Wij zijn niet degene die het herstel in gang hebben gezet, het is God Die dat heeft gedaan. En dat terwijl Hij geen enkele reden heeft gehad om iets goed te maken! Wij hebben het fout gedaan. Dit is het confronterende van het Evangelie:

“Wij zijn dan gezanten namens Christus, alsof God Zelf door ons smeekt. Namens Christus smeken wij: laat u met God verzoenen. Want Hem Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid van God in Hem.” (2 Korinthe 5:20-21)

2. Het Evangelie als uitvoering: God legt onze zonden op Jezus Christus
God heeft Zichzelf met ons verzoend, terwijl wij dit niet wilden. Maar hoe heeft Hij dit gedaan? Hij heeft de straf voor onze zonde, Zijn toorn, op Jezus Christus gelegd toen Hij vrijwillig voor ons het lijden verdroeg en stierf aan het kruis. Hij heeft Zijn leven, Zijn bloed gegeven als perfect offer om ons te reinigen van onze zonden. Door Zijn bloed kunnen wij alle geestelijke zegeningen van het Evangelie ontvangen. Het is Zijn bloed dat ons vergeving, verzoening en reinig schenkt.

3. Het Evangelie als toepassing: God roept ons op tot bekering en geloof
God heeft in Jezus Christus Zijn verzoening voorgesteld aan deze wereld en roept ons op hieraan gehoor te geven. Hoe moeten wij dat doen? Door ons te bekeren en te geloven in dit heerlijke Evangelie. Ik moet erkennen dat ik schuldig voor God sta, dat ik Zijn vijand ben en dat Hij in Jezus Christus verzoening gebracht heeft voor die vijandschap en voor die zonde. Ik moet mijn vijandschap neerleggen en de Heere Jezus ontvangen als Degene Die voor mij verzoening met God heeft gebracht.

De worsteling met het onvoorwaardelijke
Punt 3 is van wezenlijk belang. Het laat namelijk zien dat er geen werkelijke verzoening kan zijn als één van beide partijen willens en wetens blijft volharden in vijandschap. Geen bekering betekent geen verzoening en geen verzoening betekent geen eeuwig leven. Niemand die volhardt in vijandschap zal verlossing ontvangen. Hoe gaan we hiermee om in Bijbelse counseling?
Ik moet eerlijk bekennen dat ik een hele tijd heb gedacht dat iedereen, in elke casus, op elk moment dient te vergeven, ongeacht de tegenwerpingen. Maar dat zit bij nader inzien toch iets ingewikkelder in elkaar. Want wat doe je met mensen die zich niet willen verzoenen? Je kunt zeggen: “Jezus stierf voor jou,” maar diegene kan dan net zo goed in lachen uitbarsten; het zal hem niets doen. “Goedkope vergeving,” kan hij gaan denken. Dit spoor volgt het Evangelie uitdrukkelijk niet.
Toch roept de Heere Jezus Zijn volgelingen op om goed te zijn voor vijanden. Hoe zit dit? Moeten we altijd vergeven, of zitten er voorwaarden aan verbonden? Hebben de mensen die met tegenwerpingen komen tóch ergens een punt?

Liefhebben betekent de ander tot bekering brengen
Ik zou bijna “ja” antwoorden. Mensen met tegenwerpingen hebben ergens een punt. Maar laten we ook hier voorzichtig mee omgaan. Want dit “ja” geeft op geen enkele manier het recht om door te gaan met voortzetten van de strijd. De vraag is hoe we op het punt van onverzoenlijkheid het vraagstuk van vergeving ter sprake kunnen brengen.

1. God vergeeft niet iedereen
Hoewel Paulus schrijft dat God Zichzelf met de wereld verzoend heeft, bedoelt hij niet dat God iedereen zal vergeven en eeuwig leven zal ontvangen. God vergeeft niet onvoorwaardelijk; dit is bijna het meest geliefde woord van deze tijd, maar onvoorwaardelijke vergeving komt niet in de Bijbel voor. Vergeving gaat altijd gepaard met berouw en de intentie om zaken goed te maken en te veranderen. Als mensen onverzoenlijk blijven, moeten we niet lukraak tegen hen zeggen dat we hen vergeven, maar allereerst de waarschuwing geven dat zij zich moeten bekeren en op Christus moeten vertrouwen voor de vergeving van zonden. Als het tussen God en mij niet goed zit, en ik volhard hierin, komt het in eeuwigheid niet goed met mij.

2. God brengt zondaren tot bekering door het tonen Zijn goedertierenheid
Hoogst opmerkelijk is dat Paulus in Romeinen 2:4 schrijft dat het Gods goedertierenheid is, die zondaren tot bekering brengt:

“Of veracht u de rijkdom van Zijn goedertierenheid, verdraagzaamheid en geduld, zonder te weten dat de goedertierenheid van God u tot bekering leidt?”

Wat een prachtige eigenschappen van God worden hier genoemd! Geduld, goedertierenheid, verdraagzaamheid tonen ons hoezeer God het goed met ons wil hebben. Hij beoordeelt ons niet op grond van één dag, één daad, maar heeft geduld met ons. Hij heeft onze zonden verdragen, waar Hij ons ook had kunnen doden. Wat een geduld en genade!
Hier ligt de sleutel voor het omgaan met mensen die zich vijandig blijven opstellen. Paulus zegt in dit gedeelte niet dat het Gods vergeving is, die tot bekering brengt, maar Zijn uitnodigende houding om het in orde te maken. Dát is het doel wanneer we optrekken met mensen die in verstoorde relaties leven. Hen niet verplichten om onwillige mensen te vergeven, maar om hen te leren geduld te hebben en het goede te blijven doen. Ook in Romeinen 12:17-21 wijst Paulus de gelovigen hierop:

“Vergeld niemand kwaad met kwaad. Wees bedacht op wat goed is voor alle mensen. Leef, zo mogelijk, voor zover het van u afhangt, in vrede met alle mensen. Wreek uzelf niet, geliefden, maar laat ruimte voor de toorn, want er staat geschreven: Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden, zegt de Heere. Als dan uw vijand honger heeft, geef hem te eten, als hij dorst heeft, geef hem te drinken, want door dat te doen, zult u vurige kolen op zijn hoofd hopen. Word niet overwonnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede.”

De intentie is dit: als wij goed zorgen voor onze vijanden, kan het gebeuren dat hij zich na verloop van tijd gaat schamen voor zijn gedrag tegenover ons, zodat hij tot bekering komt en oprecht om vergeving vraagt. En dát is het juiste tijdstip om te zeggen: “Ik aanvaard je zoals Christus mij aanvaard heeft en vergeef je.”

3. God zal iedereen oordelen
Het kan echter ook zijn dat een vijand nooit tot bekering komt en tot het einde toe vijandig doet. Ook dan vraagt God van ons dat we het goede blijven zoeken voor hen, want het oordeel is niet aan ons, maar aan God. Bovendien zullen ook wijzelf geoordeeld worden.

Het is belangrijk deze drie aspecten als uitgangspunt te nemen. Het geeft ons een realistische kijk op de complexe situatie en schept tegelijk ruimte voor gevoelens en emoties. Het gaat niet werken wanneer we oprechte teleurstelling en verdriet weg moeten stoppen omwille van verplichte vergeving. Hoe kunnen we met mensen in gesprek gaan?

STAP I Contextbepaling
- Laat iemand zijn verhaal vertellen
- Ga, voor zover mogelijk, na wat de rol van iedereen is geweest. Dus van beide partijen.
- Krijg helder wat de kern van het probleem is en hoe dit in stand wordt gehouden. Kijk ook naar de rol van degene met wie je in gesprek bent.
- Geef ruimte om gevoelens te uiten; deze zijn authentiek en oprecht.

STAP II Het karakter van God in het Evangelie
- Verkondig het Evangelie; God heeft Zijn Zoon als verzoening voorgesteld aan de hele wereld.
- Maak de kaders van het Evangelie duidelijk. God heeft Zichzelf verzoend met de wereld, maar vergeeft niet iedereen. Leg uit dat je daarom niet aanmoedigt om verplicht vergeven te schenken, maar om verzoening te zoeken.

STAP III Streven naar verzoening
- Geef handreikingen voor het actief zoeken naar verzoeking. Wat zou diegene praktisch kunnen doen om het goede voor de tegenpartij te zoeken?
- Geef de waarschuwing dat getoonde goedheid misbruikt kan worden en dat getoonde goedheid niet altijd resulteert in bekering van de ander. Dit is slechts een nuchtere constatering, die te hoge verwachtingen tempert.
- Moedig de persoon aan door te gaan met het zoeken van het goede voor de tegenpartij; God zal vergelden en zal degene belonen die zegent en goeddoet (zie 1 Petrus 3:8-17).

STAP IV Ga in gebed tot Degene Die Zichzelf met de wereld verzoend heeft
- Benoem de besproken zaken eerlijk.
- Bid dat God Zijn Evangelie en verzoeningswerk, verworven door Jezus, uitwerkt in deze specifieke situatie, voor de glorie van Zijn Naam.

Worstelende ontspanning
Christenen mogen in de ontspanning leven dat elk onrecht tegen hen zal worden vergolden en rechtgezet. God zál rechtdoen. Alleen al dat vooruitzicht mag ons ontspannen maken; wij hoeven ons recht niet hier en nu te halen. Wij mogen het in Gods handen leggen en het daar laten.
Is dit gemakkelijk? Absoluut niet. We hebben genade nodig om dit te kunnen. Het is een intense worsteling. Maar als we ons al worstelend richten op het geduld, de goedertierenheid en verdraagzaamheid die God ons heeft bewezen in Christus, zullen we door Zijn Woord en Geest genade ontvangen om deze schitterende eigenschappen door te geven – ook aan onze vijanden.


Dit artikel is onderdeel van een serie. Lees hier de andere delen:
Deel 1
Deel 2
Deel 3
Deel 4
Deel 5
Deel 7

dinsdag 3 mei 2016

Bijbelse counseling [5] Tussen hart en handen

Over zonde in het leven van de christen

In deel 3 hebben we gezien dat elk mens leeft vanuit het verlangen dat in zijn hart leeft. Verlangens op zich zijn goed, omdat wij ermee zijn geschapen door God, maar door de zondeval zijn ze zelfgericht geworden en gebruiken we deze verlangens voor de eer van onze eigen naam, en niet voor de glorie van God.

Het hart: het centrum van de mens
Het is belangrijk stil te staan bij de centrale rol die de Bijbel toekent aan het menselijk hart, omdat volgens de Heere Jezus al onze daden – en dus ook al onze zonden – voortkomen uit het hart. In Marcus 7:19-23 somt Christus de werken op die uit ons zondige hart worden voortgebracht. Hij zegt: “Wat de mens uitkomt, dat verontreinigt de mens. Want van binnenuit, uit het hart van de mensen, komen voort…

- Kwade overwegingen
- Overspel
- Ontucht
- Moord
- Diefstal
- Hebzucht
- Allerlei kwaadaardigheid
- Bedrog
- Losbandigheid
- Afgunst (letterlijk: een boos oog)
- Lastering
- Hoogmoed
- Dwaasheid

Al deze slechte dingen komen van binnenuit en verontreinigen de mens.”

Later geeft de apostel Paulus een haast identieke lijst, die hij eveneens toeschrijft aan het zondige vlees, aangestuurd door de verlangens in het hart (Galaten 5:19-21):

- Overspel
- Hoererij
- Onreinheid
- Losbandigheid
- Afgoderij
- Toverij
- Vijanschappen
- Ruzie
- Afgunst
- Woede-uitbarstingen
- Egoïsme
- Onenigheid
- Afwijkingen in de leer
- Jaloersheid
- Moord
- Dronkenschap
- Zwelgpartijen

Het mes erin!
Wat is het doel van Bijbelse counseling wanneer het gaat om zonde in iemands leven? Paulus brengt een pijnlijk, maar uiterst noodzakelijke oplossing naar voren: het mes moet erin. Kort gezegd: we moeten de oorlog aan de zonde verklaren en we moeten actief werken aan haar dood.
Toen Jezus Christus stierf aan het kruis en opstond uit de dood, heeft Hij de macht van de zonde gebroken voor iedereen die in Hem gelooft. Toen Christus Zich vrijwillig liet slachten als het Lam van God, slachtte Hij daarmee mijn zonde. Dat is de opstandingskracht waaruit christenen mogen leven. Het verhaal is echter gemakkelijker op papier gezet dan in praktijk gebracht. En dat komt door de verlangens in ons hart.
Bijbelse counseling werkt niet met het principe van oppervlakkige oplossingen. Niemand is erbij gebaat slechts het uiterlijk aanzien te verbeteren. Willen we effectief de werken van het vlees kunnen doden, dan zullen we het mes er diep in moeten zetten. Niet slechts in het vlees, maar ook in ons hart.

Als voorbeeld wil ik Davids manier van schrijven nemen, in Psalm 4:3-6:

“Aanzienlijken, hoelang zult u mijn eer te schande maken? Hoelang zult u het lege liefhebben, de leugen zoeken? Sela.
Weet toch: de Heere heeft Zich een gunsteling afgezonderd; de HEERE hoort als ik tot Hem roep.
Wees ontzet, maar zondig niet; spreek in uw hart wanneer u op uw slaapplaats ligt, en wees stil. Sela.
Breng offers van gerechtigheid en vertrouw op de HEERE.”

De manier waarop David hier schrijft, is hoogst opmerkelijk. Hij schrijft hier tegen zijn vijanden. Hij schrijft tegen mensen die opzichtig zondigen. Je zou verwachten dat hij hen een figuurlijke draai om de oren zou willen verkopen. Maar tegen de verwachting in doet hij dat niet. Hij maakt zijn vijanden een drietal zaken duidelijk.

1. De zonde benoemen en ertegen waarschuwen
Als eerste zegt David: “Hoelang zult u het lege liefhebben, de leugen zoeken?” Hier wijst hij de concrete zonde aan: een vals getuigenis spreken over een naaste. Merk op dat dit ook volgens de Heere Jezus en Paulus een duidelijke overtreding van Gods Woord is.
Zonde benoemen en aanwijzen kan meteen heel groots klinken. Belangrijk is dat we de zonde als ernstig en serieus beschouwen (Mattheüs 18:15-20), maar deze bespreekbaar maken in een geest zacht van zachtmoedigheid (Galaten 6:1). Als mensen zijn we namelijk elkaars gelijke en geen mens is volmaakt. Paulus schrijft aan de Galaten dat zij iemand op hun zonde moeten aanspreken met in het achterhoofd dat zij ook zelf in dezelfde zonde kunnen vallen. Vandaar de waarschuwing: “Houd intussen uzelf in het oog, opdat ook u niet in dezelfde verzoeking komt” (vers 1).

2. Aanzetten tot zelfonderzoek
De zonde benoemen is een goede, eerste stap. Toch is dit niet toereikend. En David wijst zijn vijanden hierop. Hij wil dat ze stil worden. Stil worden en nadenken over de vraag waarom zij hiermee bezig zijn. Waarom spreken zij een vals getuigenis over David? Zijn ze jaloers? Kunnen ze hem niet uitstaan? Heeft hij iets gedaan waarvan God heeft gezegd dat het goed is, maar wat tegen de wensen van deze mensen in is gegaan?
Hier komen we terecht bij het hart. Dat schrijft David ook: “Spreek in uw hart…” (vers 5) Wat is de motivatie achter deze zonde? Welke verlangens hebben deze mensen? Onder welke omstandigheden wordt deze zonde begaan? David wil dat deze mensen bij zichzelf te rade gaan en de vraag stellen waarom zij dit eigenlijk doen.

3. Actief aanmoedigen op God te vertrouwen
Het meest ontroerende aan dit gedeelte is dat David zijn vijanden het medicijn voorschrijft tegen de zonde waar zij in leven: God Zelf. Er is maar één oplossing voor het afkeren van zonde en leven voor de gerechtigheid: God zoeken, God vinden en met Hem wandelen. Wat een geweldige genade laat David hier zien: hij weet dat God hem zal verdedigen ten opzichte van zijn vijanden, maar toch roept hij hen op Diezelfde God te zoeken!

Bijbelse counseling: benoemen, blootleggen, bekeren
Wanneer we iemand zien zondigen, moeten we allereerst de vraag stellen of dit een incident is dat op zichzelf staat, of dat dit het zoveelste geval in een reeks van velen is. Als dit laatste het geval is, benoem dan ook op zachtmoedige wijze wat je hebt geconstateerd. Geef aan dat je er over door wilt praten. Wanneer het gaat over counseling, is het ook goed mogelijk dat mensen zelf met het probleem bij je aankloppen.
Wanneer iemand bij je komt, omdat hij of zij geen overwinning krijgt over een specifieke zonde, is het belangrijk om het bovenstaande model in acht te nemen en in drie stappen te doorlopen:

STAP I Benoem de zonde concreet
- Stel vast onder welke noemer de Bijbel de daad plaatst.
- Stel vast in welke context het plaatsvond (zijn er andere mensen bij betrokken, is het in het geheim gebeurd? Thuis of op het werk?).
- Stel vast onder welke omstandigheden het gebeurd is (als iemand gedwongen werd een zondige handeling te verrichten, wordt de gehele casus anders).

STAP II Leg de verlangens van het hart bloot
- Ga na wat iemand heeft overwogen om deze zonde te doen (wat zijn gedachten of denkbeelden?).
- Ga na of er een patroon valt te ontdekken waarop deze zonde wordt begaan (bijvoorbeeld een specifiek tijdstip op de dag, in een steeds terugkerende situatie, stressfactoren of juist doelloosheid in het dagelijks leven).
- Ga na vanaf welk moment deze zonde zichtbaar in het leven van iemand aanwezig is (is er in het verleden iets gebeurd dat dit gestimuleerd of versterkt heeft? Vanaf welk moment is deze zonde prominent aanwezig?).
- Ga na in hoeverre de zonde gemakkelijker tot stand komt door de aard en karakter van de persoon (is iemand vanuit zijn persoonlijkheid sneller geneigd boos te worden of heeft iemand van jongs af aan al veel gelogen?).

STAP III Wijs op het verlossingswerk van Jezus Christus
- Verkondig het Evangelie en vertel dat er hoop is voor iedereen die gelooft in het verlossingswerk van Jezus Christus.
- Maak duidelijk dat geen mens uit zichzelf in staat is om de zonde in eigen kracht te overwinnen; het is een ongelijke en uitputtende strijd die de frustratie alleen maar groter maakt. Belangrijk: op dit moment is het een waardevolle toevoeging wanneer jij jouw eigen worstelingen deelt om de relatie tussen jullie als gelijkwaardig neer te zetten; hij worstelt met die specifieke zonde, jij met deze. Dit voorkomt een ongemakkelijke vraag-en-antwoordsessie.
- Maak ook duidelijk dat het lijden en sterven van Jezus de doodsteek voor deze specifieke zonde betekent. Hij heeft het werk volbracht (Johannes 19:30).
- Moedig de persoon aan slechts tevreden te zijn met het verlossingswerk van God in Christus, juist omdat het een compleet, volmaakt en volbracht werk is; er hoeft niets meer aan toegevoegd te worden.
- Erken dat het menselijke vlees zwak is, niet volmaakt en dat het daarom kan gebeuren dat de persoon in dezelfde zonde kan vallen. Bemoedig degene met het nuchtere besef dat dit kán gebeuren, maar geef ook de waarschuwing dat het een probleem is wanneer het structureel wordt. Christusgelijkvormigheid is een proces en het kan een hele tijd kosten voordat gedragspatronen veranderd zijn.

STAP IV Ga in gebed tot Hem Die het verlossingswerk volbracht heeft
- Benoem in het gebed concreet de zonde.
- Spreek de verlangens van het hart, de omstandigheden waarin de zonde is begaan en de motivatie voor het gedrag naar God toe uit.
- Loof en prijs God voor het werk dat Hij in Zijn Zoon heeft volbracht.
- Bid dat Gods Geest de kracht geeft om in het vervolg de zonde te doden door te zien op de Gekruisigde en Opgewekte Christus.
- Bid ook om realistisch geduld; verandering is een proces en wordt niet in één dag of uur afgerond.

Zonde en de vrijheid van het geweten
Wanneer een specifieke zonde wordt besproken tijdens het proces van counseling, is het belangrijk vast te houden aan de lijst van zonden die de Heere Jezus en de apostel Paulus hebben opgesteld (zie hierboven).
Er is heden ten dage namelijk een tendens aan het ontstaan die méér aan deze lijst toevoegt en daarom vooral problematisch is voor mensen met psychische klachten en stoornissen. Mensen die deze lijst langer maken, zullen bijvoorbeeld ook met name emotionele zaken als zonde benoemen, die bij deze groep mensen verstoord zijn, zoals angst. Maar zover gaan Christus en Paulus niet. Het is waar dat Jezus in specifieke gevallen Zijn discipelen berispt vanwege angst, veroorzaakt door ongeloof. Wanneer we echter omgaan met mensen die een psychiatrische diagnose hebben, moeten we uiterst voorzichtig zijn met onze benadering – zeker als we op dat punt leken zijn en er weinig kennis van hebben. We kunnen mensen ontzettend veel pijn doen wanneer we hun ongrijpbare, emotionele stoornis gaan behandelen alsof het een doelbewuste zonde is. Zij vinden het ook al moeilijk genoeg om hiermee te leren leven en als we er nog een berg schuldgevoel bovenop gooien, zijn de troost en het licht helemaal ver te zoeken. Pas op dat je mensen niet opzadelt met extra, onnodige lasten.
In dit kader vind ik Romeinen 14 helpend. Er zijn in de christelijke wereld verschillende visies op psychologie, psychiatrie en het gebruik van medicatie. Dat mag, dat is ook niet erg; het zorgt ervoor dat we niet klakkeloos achter alles aanlopen wat we horen. Er zit echter één grote “maar” bij: de discussie over, en nog belangrijker, de omgang met mensen die een psychiatrische diagnose hebben, moet worden gekenmerkt door een houding van aanvaarding. Paulus zegt in Romeinen 14:1-2:

“Aanvaard wie zwak is in het geloof, maar niet om over meningsverschillen te strijden. De een gelooft wel dat hij alles eten mag, maar wie zwak is, eet plantaardig voedsel. Wie wel alles eet, moet hem niet minder achten die niet alles eet. En wie niet alles eet, moet hem niet veroordelen die alles eet. God immers heeft u aanvaard. Wie bent u, dat u de huisslaaf van een ander oordeelt? Of hij staat of valt, gaat alleen zijn eigen heer aan. Hij zal echter staande gehouden worden, want God is bij machte hem staande te houden.”

Wat Paulus hier doet, is ruimte laten voor verschillende interpretaties met betrekking tot specifieke onderwerpen. Hier noemt hij voedsel en het onderhouden van bijzondere dagen, maar we kunnen het vandaag de dag evenzeer toepassen op zaken waar de Bijbel geen specifieke dingen over zegt. De Bijbel prijst het gebruik van antidepressiva niet aan, maar spreekt zich er ook niet uitdrukkelijk tegen uit. Als dat zo is, wie zijn wij dan dat we hen die te maken hebben met neerslachtigheid en depressiviteit zouden veroordelen, enkel omdat zij medicatie slikken? Zijn er dan geen bezwaren tegen medicijnen? Die zijn er zeker, maar we kunnen nooit iemand wegzetten als “ongeestelijk”, omdat hij of zij iets doet, waar wij een andere visie op hebben. Als de Bijbel ruimte geeft aan meerdere interpretaties, dienen wij elkaar te aanvaarden zolang onze beslissingen verantwoord kunnen worden binnen deze grenzen. Wij hoeven elkaar namelijk niet te beoordelen: wij zijn als christenen al aanvaard door God in Christus en Hij is bij machte ons te bewaren. Met of zonder psychische klachten; met of zonder medicatie.
Wij vinden het moeilijk om te gaan met zwakkeren in het geloof, omdat hun zwakte impact heeft op ons geloofsleven. Dat willen wij liever niet. Het punt is echter niet dat we onszelf moeten beschermen tegen de zwakte van de ander, het gaat er juist om dat een sterk geloof Bijbels kan omgaan met de zwakte van de ander.

Zonde: moreel kwaad
In het verlengde hiervan is het belangrijk in te zien wat zonde in de kern is. Emotionele onbalans of stoornissen zijn géén zonde; immorele handelingen zijn dat wel. Wat we altijd moeten beseffen is dat ook mensen met een psychiatrische achtergrond hun vertrouwen op Christus kunnen stellen. Laten we daarom niet het psychische probleem wijten aan een gebrek aan vertrouwen op de Heere Jezus. Als we dit gaan doen, maken we de situatie voor de persoon alleen maar instabieler, schaamtevoller en bezorgen we hen onterecht meer schuldgevoelens.
Terechte schuldgevoelens komen voort uit handelingen die de Bijbel aanwijst als zonde. Daar moet ook als zodanig over doorgepraat worden. Het verschil tussen een stoornis en zonde is dat een stoornis een verstoring in het karakter van iemand kan zijn, waar diegene zelf niet mee wil leven, terwijl de zonde iets is wat hij met overwegingen doet. In Bijbelse counseling is het van belang twee zaken als uitgangspunt te nemen:

1. Elk mens is moreel verantwoordelijk voor wat hij doet
Iedereen wordt door God verantwoordelijk gehouden voor zijn eigen handelen. Niemand kan zich verschuilen achter het gedrag van anderen, opvoeding of aanleg. De zonde mag nooit goedgepraat worden. We moeten altijd kijken welke invloeden leiden tot daadwerkelijke zonden en door middel van het Woord en Gods Geest Christusgelijkvormigheid na jagen.

2. De complexiteit van de persoonlijkheid nodigt ons uit om met anderen te sympathiseren
Wanneer we nadenken over het gedrag van mensen, moeten we erkennen dat wij allemaal complex in elkaar zitten. Het is nog niet zo eenvoudig om mensen gemakkelijk tot verandering aan te zetten. Dan is het goed om onszelf de spiegel voor te houden. Wij hebben ook onze zwakheden en wij hebben zelf ook jaren rondgelopen met eenzelfde probleem. Misschien lopen we er nog wel mee rond. Dit moet ons nederig maken wanneer we optrekken met anderen. In Hebreeën 2 en 4 staat dat Jezus kan “sympathiseren” met onze zwakheden, doordat Hij in Zijn menselijke natuur heeft deelgenomen aan het bestaan met lijden en dood. Wanneer we in gesprek zijn met anderen, is inlevingsvermogen onmisbaar.

De zonde blijft in ons totdat we sterven, of totdat Jezus terugkomt. We zullen er altijd mee te worstelen en strijden hebben. Maar als we de juiste context, aard, aanleiding en verlangens kennen waarin de zonde wordt gedaan, kunnen we in de kracht van Gods Woord en Geest effectief het vlees doden en overwinning ervaren. En wanneer we vol inlevingsvermogen naast iemand kunnen staan met een barmhartige en genadige houding – “sympathiseren” – kunnen er prachtige wonderen gebeuren in het leven van gebroken mensen.


Dit artikel is onderdeel van een serie. Lees hier de andere delen:
Deel 1
Deel 2
Deel 3
Deel 4
Deel 6
Deel 7

vrijdag 22 april 2016

Bijbelse counseling [3] Tussen verlossing en afgoderij

Over tevredenheid met God in Christus alleen

Bijbelse counseling is een geweldig middel om te ontdekken wat er in je leeft (zie deel 1). Het legt bloot wat je verlangt, wat je wil, wie je ten diepste wilt zijn en welke doelstellingen je hebt.

Het belang van zelfkennis
Ieder mens leeft eruit: verlangen. Iedereen wil iets, maar niet iedereen wil hetzelfde. De één wil meer geld, de ander een groter huis; de één wil een goede reputatie, de ander van betekenis zijn voor deze wereld.
Er lijkt geen probleem te zijn met onze persoonlijkheid wanneer deze verlangens worden beantwoordt. Het geld komt binnen, en Klaas is tevreden. Na wat rekenwerk geeft de makelaar groen licht voor het kopen van dat grotere huis waar Wim zo hard voor gewerkt heeft en ook hij is helemaal in zijn nopjes. Piet krijgt op zijn werk steeds meer opdrachten van zijn baas en voelt zich helemaal gestreeld en gewaardeerd. Henk is voor een grote, humanitaire organisatie afgereisd naar een sloppenwijk om de mensen te voorzien van de primaire levensbehoeften, ziet hen opfleuren en leest de dankbaarheid in hun ogen: “Hier doe ik het voor!”

Maar wat wanneer dit alles niet gebeurt? Wat gebeurt er met Klaas wanneer zijn loon niet meer stijgt, of zelfs ontslag krijgt? Hoe verwerkt Wim de boodschap dat hij de droom over dat grotere huis toch uit het hoofd moet zetten? En Piet: wat doet hij als andere collega’s meer gezien lijken te worden dan hijzelf? Hij doet toch gewoon zijn best? En wat denkt Henk bij zichzelf, wanneer de reis niet gemaakt kan worden?
Wat je wilt en waarnaar je verlangt, geeft voor een aanzienlijk deel de essentie van jouw levensdoel weer. Daar draait jouw leven om. Wanneer ben je blij? Wanneer ben je gelukkig? Laat deze vraag eens op je inwerken en wanneer je deze beantwoordt hebt, heb je jouw doel voor jouw leven te pakken.

Afgoden: een wankele basis
Vooropgesteld, de zaken in de vier genoemde voorbeelden zijn niet per definitie verkeerd. Geld verdienen is niet per definitie verkeerd. Een groter huis kopen is niet per definitie verkeerd. Meer willen participeren op je werk is niet per definitie verkeerd. Meewerken aan humanitaire projecten is niet per definitie verkeerd.
Het gaat verkeerd, wanneer deze zaken het middel worden om jouw identiteit te vormen en tevredenheid te bereiken. Deze zaken zijn voor jou dan middelen om jezelf op een voetstuk te plaatsen en te laten zien wie jij bent. Als je op dit punt aanbeland bent, heb jij je leven feitelijk in dienst gesteld van een afgod.

En afgoden zijn wreed.

Ze willen altijd meer van je. Het is nooit genoeg. Ze suggereren dat je niet gelukkig kunt zijn wanneer je dat geld of dat huis niet hebt, maar als je dat geld en dat huis wél hebt, verleiden ze je om voor nóg meer en nóg groter te gaan. Ze laten je simpelweg nooit met rust. Het tevreden gevoel is maar voor even. Je hebt geen rust. Je bent aan het jagen. Soms vol goede moed, op andere momenten wanhopig en vertwijfeld. Je kunt pas tevreden zijn wanneer je het volgende succes binnen hebt; voor minder doe je het niet. En het wordt een gevaarlijke bezigheid. Want als het niet komt zoals het zou moeten, dan moet het maar zoals het kan. Je begint te knoeien met getallen. Je begint te liegen. Je begint feiten te verdraaien. Je begint iemand te worden die thuis heel anders is dan buitenshuis. Je doet er echt alles aan om je doel te bereiken, wettig of niet.

Tot zover de afglijdende mens. Wat moeten we hiervan zeggen? Allereerst: iedereen kent dit in zijn leven. We kunnen hevig verontwaardigd zijn wanneer we slechte berichten over de buurman horen, maar zelf doen we er even hard aan mee – zij het op ander gebied.
Ten tweede: het is helemaal niet verkeerd om verlangens te hebben. Zo zijn we gemaakt door God. Hij heeft ons gemaakt met gevoel, met emotie en met verlangens. Dat is goed. Het probleem is dat ons wezen – wie we zijn en wat we willen – is besmet met de zonde. Onze verlangens zijn op onszelf gericht en onze wil is op onszelf gericht. God houden we daarbuiten. We leven alsof we zelf God zijn. Ons kleine wereldje draait om onszelf. Als jij jouw eigen verlangens en wil gaat toetsen, zal je dit gaan ontdekken. Als je niet met God leeft, neem je tien van de tien keer beslissingen zonder Zijn goedkeuring te vragen. En ook als je wél met God leeft, komen deze momenten voor.

Werken aan de basis
Is onze situatie dan hopeloos? Gelukkig niet! Dat is het geweldige, ook in counseling. Hoe gefrustreerd of teleurgesteld je op dit moment ook bent, er is hoop. Maar die hoop kost wel veel; het kost je alles. Daarom is counseling ook een complex gebeuren, waarbij fijngevoeligheid belangrijk is. Als iemand namelijk wil vasthouden aan zijn eigen kernwaarden en niet gecorrigeerd wenst te worden door Gods Woord, houdt het op. De eerste stap die gezet moet worden, is een onderzoek naar de verhouding van de persoon ten opzichte van God. Is de persoon behouden? Is hij een christen? Of niet? Of zégt hij een christen te zijn, maar valt daar ernstig over te twijfelen? Hier komt het aan op onderscheidingsvermogen: christenen worstelen net zo met deze problematiek als niet-gelovigen. Maar waar ligt de grens? Om dit te kunnen bepalen, moeten we verschillende factoren onderzoeken en als totaalplaatje bij elkaar leggen.

DEEL I Wie is de persoon waar je naast mag staan?

- Christen? Niet-christen?
- Wat is zijn achtergrond? Verleden? Vormende en belangrijke gebeurtenissen?
- Persoonlijkheid? Wat zijn kenmerkende karaktereigenschappen?
- Dagbesteding? Vrijgezel? Relatie? Getrouwd? Kinderen? Student? Werk? Zo ja, wat voor werk? Toekomstplannen?

SOCIALE ASPECTEN
- Veel/weinig vrienden/kennissen?
- Maatschappelijke/kerkelijke betrokkenheid?

MEDISCHE ASPECTEN
- Staat van de gezondheid? Zijn er risico’s?
- Lichamelijke en/of geestelijke beperkingen of handicaps?
- Structurele zorg nodig, op wat voor gebied dan ook?
- Is er sprake van behandelingen?
- Medicatie? Zo ja, waarvoor?

Tip: het boek Duurzame en Integrale Geneeskunst van dr. Seldenrijk is een zeer uitgebreide en behulpzame bron voor het bestuderen van dit aspect, met toepassingen en richtlijnen voor christenen.

GEESTELIJKE ASPECTEN
- Leven met God?
- Worstelingen in het geestelijke leven?
- Boezemzonde?
- Visie op God? Visie op Jezus Christus?
- Visie op zichzelf in relatie tot God?

DEEL II Wie is de God Die verlossing schenkt?

- Rechtvaardig
- Heilig
- Barmhartig
- Toornig over de zonde
- Liefdevol
- Genadig
- Trouw
- Meevoelend in onze zwakheden (Jezus Christus)
- Almachtig / Soeverein
- Wijs
- Alwetend
- Goed
- Eeuwig
- Alomtegenwoordig

DEEL III Welk verlossingswerk van God heeft de persoon nodig?

- Zoek verbinding tussen afgoden en worstelingen van de persoon en Gods eigenschappen in het Evangelie


Het kan zijn dat er door deze lijst heel wat op tafel komt. Dat is goed. Geef de persoon ook vooral de ruimte om vrijmoedig te delen hoe het leven er op dat moment uitziet. Daar valt nu niet direct iets aan te veranderen en de persoon moet niet het gevoel hebben bij voorbaat al beoordeeld te worden op de staat van zijn leven. Het is bedoeld om een goed beeld te krijgen.

God: de sterke Rots
Er zijn mensen met heftige levensverhalen. Er zijn mensen met pijnlijke verhalen. Wij weten daar niet goed mee om te gaan. En dat is logisch. Wat zeg je tegen zo iemand? Je wilt niet nóg meer pijn veroorzaken dan er al is. Opnieuw wil ik hier benadrukken dat je niet voor de directe oplossing moet gaan. “Ga dit eens doen! Je moet dat eens proberen!” Ga ook niets bagatelliseren. Dan steekt de pijn alleen maar dieper. Er is namelijk iets belangrijkers. De innerlijke mens moet tot rust komen. De persoon zelf moet eerst tot rust en tevredenheid komen, hoe de situatie ook is. Wij hebben altijd de neiging te kijken naar het probleem en daar een praktische oplossing voor te bedenken. Maar dat lukt gewoon niet altijd. Wees daar nuchter in. De oplossing ligt daar ook niet, omdat sommige praktische zaken óf niet snel veranderd kunnen worden (er is bijvoorbeeld niet direct werk voorhanden), óf zo zullen blijven totdat iemand sterft (bijvoorbeeld iemand met een handicap). Het belangrijkste is dat iemand leert om in alle omstandigheden Gods rust en vrede in zijn binnenste ervaren en vandaaruit leert leven (Filippenzen 4:4-7). Dit is wat Paulus uitstraalt in zijn brief aan de Filippenzen, geschreven in de gevangenis. Hij had reden genoeg om te klagen, maar toch zie je de sporen van Gods vrede in de inkt. Hij is Gods instrument om te laten zien dat je heel veel kunt lijden omwille van Christus, maar tegelijkertijd een onuitsprekelijke en een – voor de wereld – onverklaarbare vrede en blijdschap kunt bezitten.
We zijn allemaal geneigd vrede te baseren op wie we zijn of wat we doen vanuit onszelf. “Ik verdien mijn eigen geld”, “Ik heb goed carrière gemaakt”, “Ik ben al twintig jaar gelukkig getrouwd.” Dat doen we niet alleen op zakelijk gebied, maar ook geestelijk. We lezen onze Bijbel, we bidden, we gaan naar de kerk, we spreken met broeders en zusters en daar voelen we ons tevreden over.
Maar wat gebeurt er wanneer dit allemaal niet lukken wil? Of als je dit moeilijk vindt? Wat gebeurt er op een dag wanneer geestelijk alles mis lijkt te gaan? Raken we dan in paniek? Worden we boos op onszelf? We moeten niet te snel denken dat alleen “wereldse zaken” als werk, geld, huwelijk of een huis kunnen uitgroeien tot een afgod. Ons geestelijk leven kan ook een afgod worden. Zo heeft God het nooit bedoeld. Hij heeft Zijn Zoon nooit gegeven met het doel dat je volledig gaat navelstaren en gaat zien hoe goed jij met Hem omgaat. Hij wil dat je met Hém omgaat en daar voldoening in vindt, niet dat je voldoening vindt in jouw voldoening in Hem. Dan ben je uiteindelijk toch weer op jezelf gericht. Waar leg jij het accent op?

• Jouw rechtvaardiging of de rechtvaardigende Christus?
• Jouw heiligingswerken of de heilige en heiligende Christus?
• Jouw Bijbellezen of de God van de Bijbel?
• Jouw gebeden of de God Die gebeden verhoort?

Ook hier kun je ontdekken waar je in je eigen geestelijk leven het meest op vertrouwt: op jezelf of Christus.
Maar hoe ga je dan om met je verlangens? Verlangens die vooralsnog onvervuld blijven? Verlangens naar veranderingen in je leven? Nogmaals: al deze verlangens zijn goed en laten ook iets van God zien – mits zij dienen tot Zijn eer.

Jezus Christus: Gods Centrum van verlossing
Eén ding mogen we nooit uit het oog verliezen: God heeft Christus aangewezen als Redder en Heere. Hij moet mij redden, elke keer weer opnieuw. Hij moet mij tevreden stellen, elke keer weer opnieuw. Hij moet mij Zijn rust en vrede schenken, elke keer weer opnieuw. Als ik denk dat ik er ook maar één voorbereidend werk aan moet toevoegen, morrel ik aan het onwankelbare fundament van Gods verlossingsplan. Het uiteindelijke geheim is om tevreden te zijn met Gods verlossingswerk in Jezus Christus alléén. Dit klinkt algemeen, dat is waar. Maar counseling is er juist op gericht om dat wat algemeen is concreet te maken. Denk na en praat over verlangens, doelen, de wil, worstelingen en teleurstellingen. En breng Gods verlossingswerk in Jezus concreet dichtbij. Toon Zijn karakter. Toon Zijn goedheid, genade, barmhartigheid en Zijn liefdevolle strengheid. Hij duldt geen andere heerser in ons leven, want Hij weet dat het dan verkeerd met ons zal aflopen. Toon Zijn lieflijk aangezicht en verkondig de hoop van wat Hij heeft gedaan en wie Hij in die situatie wil zijn.


Dit artikel is onderdeel van een serie. Lees hier de andere delen:
Deel 1
Deel 2
Deel 4
Deel 5

dinsdag 23 februari 2016

Rechtvaardig in Christus [1] Rechtvaardigheid en vrede door Jezus

Wij dan, gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede bij God door onze Heere Jezus Christus. (Romeinen 5:1)

Romeinen 5:1-11 is een geweldig gedeelte om het fundament van het Evangelie te kunnen begrijpen. Het bepaalt ons bij de basis van ons geloof, het bepaalt ons bij Wie God is en het bepaalt ons bij wat Jezus voor Zijn Kerk gedaan heeft.
We zullen in dit eerste deel stilstaan bij de volgende drie zaken:

De personen waarover Paulus schrijft: “Wij dan,…”
De status van deze personen: “gerechtvaardigd uit het geloof en vrede bij God…”
Het Middel waardoor deze status hebben verkregen: “…door onze Heere Jezus Christus.”

Contextbepaling
Om een vers in zijn verband te kunnen begrijpen, moeten we weten wat Paulus hiervoor heeft gezegd. Wat schrijft hij in Romeinen 4?
In Romeinen 4 staat het leven van Abraham centraal. Specifieker: de rechtvaardiging van Abraham. Paulus gebruikt het leven van deze geloofsheld als voorbeeld voor gelovigen in Christus en laat zien dat, zoals Abraham vertrouwde op Gods beloften, dit ook geldt voor alle Nieuw Testamentische gelovigen (vgl. Hebreeën 11:8-10). Het verband tussen Abraham en gelovigen in Jezus is goed te zien in Romeinen 4:23-25:

Nu is het niet alleen ter wille van hem [Abraham] geschreven dat het hem toegerekend is, maar ook ter wille van ons, aan wie het zal worden toegerekend, ons namelijk die geloven in Hem Die Jezus, onze Heere, uit de doden opgewekt heeft, Die om onze overtredingen is overgeleverd, en opgewekt om onze rechtvaardiging.

En dan komt Romeinen 5:1.

De geadresseerden: gerechtvaardigde gelovigen in Jezus
In Romeinen 5:1 begint Paulus met het aanspreken van een specifieke groep. “Wij dan…” Wie zijn dit? Zoals we net in Romeinen 4:23-25 hebben kunnen lezen, stapt Paulus van Abraham over op ons. Maar wie is hier precies “ons”? Romeinen 4:24 geeft het antwoord:

“…maar ook ter wille van ons, aan wie het zal worden toegerekend, aan ons namelijk die geloven in Hem Die Jezus, onze Heere, uit de doden opgewekt heeft…”

Paulus heeft hier een duidelijke doelgroep voor ogen: het zijn gelovigen in Jezus Christus. Nog exacter: het zijn mensen die geloven in Gods verlossingsplan dat in Jezus Christus vervuld is – door Zijn dood en opstanding. Paulus maakt dus radicaal scheiding tussen twee groepen mensen: zij die wel in Jezus geloven en zij die niet in Jezus geloven. Er bestaat geen middenweg. Hier moeten we het mee doen. Hier dringt de onvermijdelijke vraag zich op: ben jij een gelovige in Jezus? Ben jij rechtvaardig in Hem?

De status: Gerechtvaardigd door het geloof en vrede met God
Misschien vraag jij je wel af wat het betekent om “gerechtvaardigd” te zijn en om “vrede” met God te hebben. Dat schrijft Paulus namelijk ook:

“Wij dan, gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede bij God…”

Het woord “gerechtvaardigd” verwijst naar Paulus uitleg van het leven van Abraham. In Romeinen 4:20-22 schrijft hij:

“En hij [Abraham] heeft aan de belofte van God [dat Abraham een vader van vele volken zou worden, 4:17] niet getwijfeld door ongeloof, maar werd gesterkt in het geloof, terwijl hij God de eer gaf. Hij was er ten volle van overtuigd dat God ook machtig was te doen wat beloofd was. Daarom ook is het hem tot gerechtigheid gerekend.”

Het woord “gerechtvaardigd” in Romeinen 5:1 kun je omschrijven met de woorden van Romeinen 4:22, “tot gerechtigheid gerekend.” Zowel voor Abraham als gelovigen in Jezus geldt dat de gerechtigheid hen is toegerekend. Dit is een gerechtigheid die zij zelf niet bezitten. Er moet iets gebeuren, wil ik voor God rechtvaardig zijn. En dat is exact wat Paulus in dit gedeelte behandelt.

Het Middel: “Door Jezus Christus, onze Heere”
Wanneer we Romeinen 1, 2 en 3 lezen, zien we dat Paulus een donkerzwart beeld schetst van de mensheid in het algemeen. Deze duisternis wordt alleen maar bevestigd door de berichten in het journaal. Paulus zet de mens in de beklaagdenbank: ze hebben gezondigd, ze hebben God niet gedankt, ze hebben God niet de eer gegeven die Hem toekomt, ze zijn volledig gaan leven voor schepselen in plaats van de Schepper, ze schieten allemaal tekort, niemand is goed – zelfs niet één (Romeinen 1:18-32; 3:10-11).
Hier moet een antwoord op komen. Er moet een oplossing komen. Óf God moet alle mensen rechtvaardig voor eeuwig verloren laten gaan, óf Hij moet de mens op zo’n manier redden, dat aan alle rechtvaardige eisen voldaan wordt. Er moet een rechtvaardig oordeel komen. En voor de mens ziet dit er kansloos uit: hij is schuldig. Hij is ten dode opgeschreven.

Maar dan gaat Paulus verder: “Wij dan, gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede bij God…” Er is een oplossing gekomen! Het licht is in de duisternis gaan schijnen! Hoe? Paulus gaat verder: “Wij dan, gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede bij God door onze Heere Jezus Christus.” Wat heeft Christus precies gedaan om dit mogelijk te maken? Nogmaals Romeinen 4:24-25:

“…maar ook ter wille van ons, aan wie het zal worden toegerekend, aan ons namelijk die geloven in Hem Die Jezus, onze Heere, uit de doden opgewekt heeft, Die om onze overtredingen is overgeleverd, en opgewekt om onze rechtvaardiging.”

Jezus Christus is naar deze wereld gekomen en heeft een perfect, volmaakt leven geleid. En niet alleen dat, Hij heeft Zijn leven afgelegd voor Zijn volk en met de prijs van Zijn leven en bloed betaald voor alle zonden van Zijn volk! Hij droeg op het kruis van Golgotha de toorn van God over de zonde, waardoor aan Gods eis van gerechtigheid is voldaan. En niet alleen dat, nu is het ook mogelijk voor ons om de gerechtigheid te ontvangen die Jezus bezit. Dit noemt de Bijbel de toegerekende gerechtigheid. Christus heeft dit alles mogelijk gemaakt door Zijn dood en opstanding!

#1 Geloof
Even een stapje terug. Want we worden uit “geloof” gerechtvaardigd, maar wat is dit geloof? Hoe herken je dit? Wat is het kenmerk van het geloof dat de gerechtigheid toegerekend krijgt? Paulus geeft het antwoord op deze vraag heel kernachtig in Romeinen 4:18:

“En hij [Abraham] heeft tegen alles in gehoopt [letterlijk: op hoop tegen hoop] en geloofd dat hij een vader van vele volken zou worden, overeenkomstig wat gezegd was: Zo zal uw nageslacht zijn.”

Abraham geloofde dat wat God tegen hem heeft gezegd. Abraham vertrouwde op Gods belofte. Ook al kon hij het zich moeilijk voorstellen, zoals Paulus het laat zien met de woorden “op hoop tegen hoop.” Dit klinkt als: “Ik weet dat God het beloofd heeft, maar als ik naar mijn dagelijkse realiteit kijk, zie ik niet in hoe het moet gaan gebeuren.” Dat vraagt geloof! En misschien lees jij dit en ken je het Evangelie, maar vraag jij je af hoe het met jou ooit goed moet komen. Heb je dat wel eens? Die twijfel, die onzekerheid, die angst: “Ik bezit geen gerechtigheid, ik ben verloren, het is hopeloos gesteld met mij…” En dan komt Jezus Christus naar jou toe: totale volmaaktheid, totale perfectie, totale gerechtigheid. Hij is de Gekruisigde en Opgestane Heere. En Hij biedt jou Zijn totale, volmaakte gerechtigheid aan.
God wil dat je Zijn belofte in Christus gelooft en ontvangt. Hij heeft Jezus gegeven om jou eeuwig leven, vergeving van zonden en gerechtigheid te schenken. Hij biedt het aan. De vraag is: open jij jouw handen om het te ontvangen?

Nog iets over geloof: er is in dit vers iets merkwaardigs aan de hand. Enerzijds zegt Paulus dat wij zijn gerechtvaardigd uit het geloof, maar anderzijds schrijft hij alles toe aan Jezus. Rechtvaardiging en vrede door Jezus. “Ja, maar,” zal iemand zeggen, “het is toch omdat ik geloof dat ik gerechtvaardigd ben?” Hoe zit dat?
Hier moeten we iets belangrijks leren. Geloven is alleen maar vertrouwen op Gods belofte in Jezus Christus. Kijk naar Jezus, zoals Hij in het Evangelie wordt aangeboden door God: gestorven voor onze ongerechtigheden, opgewekt voor onze rechtvaardiging. Vertrouwen op de belofte die God heeft geschonken in Christus, dát is geloof. Je hoop volledig stellen op Jezus en op niemand anders.
Het betekent ook dat jij niet jouw hoop moet aflezen aan jouw geloof. Het is Jezus Die alles door Zijn bloed verworven heeft en ik moet tot Hem gaan om dat alles te ontvangen.
Vandaag de dag hebben mensen de neiging het geloof als een actief, groots, spectaculair iets – een soort “kracht in ons” – neer te zetten. Ik moet mijn geloof aan het werk zetten en dan zullen de bergen wijken. Ik moet mijn geloof aan het werk zetten, het liefst op volle kracht en vervolgens moet ik met dat “krachtgeloof” naar God toe om op grond daarvan een belofte op te eisen of te proclameren. Maar dit is juist het tegenovergestelde van geloof! Geloof spant zich niet met volle kracht in om beloften gerealiseerd te krijgen; geloof komt met lege handen de beloften verkrijgen door het bloed van Jezus Christus! Er is helemaal niets van ons bij, het is alles door Jezus en Jezus alleen. En dat is wat Paulus in dit vers duidelijk wil maken. Het is alles door Jezus. Aan Jezus Christus komt eeuwig de lof, de eer en de dank toe!

#2 Vrede
Naast geloof noemt Paulus nog iets: vrede. Wij hebben vrede met God. Het werk van Jezus aan het kruis is volmaakt. Zijn opstanding bewijst dat. Als het werk van Christus onvolledig zou zijn geweest, zou God Hem niet uit de dood opgewekt hebben. Maar Hij ís opgewekt en daarom mogen we er zeker van Zijn dat de beloofde gerechtigheid verkrijgbaar en reëel is. Gods toorn over de zonde is door Jezus gedragen, de straf op zonde is op Hem gekomen. De weg naar God is weer open. God heeft in Christus vrede verkondigd (zie Efeze 2:17). God heeft Zichzelf verzoend met ons door Jezus. En nu vraagt Hij aan ons: “Laat u met God verzoenen!” (2 Korinte 5:20) Het vraagt van ons geloof, dat alleen de gerechtigheid van Christus genoeg is. Dat we ons afkeren van de ongerechtigheid én van de eigengerechtigheid. In Christus is alles gereedgemaakt en liggen alle beloften voor het eeuwige leven. Vertrouw daarom op Zijn belofte, Die Hij verzegeld heeft door Zijn dood en opstanding.
In het volgende deel zullen we zien wat andere vruchten van Christus’ werk zijn.


zondag 24 januari 2016

Vrijheid in Christus [8] De Bron van Jezus

Ik spreek over wat Ik bij Mijn Vader gezien heb; u doet dus ook wat u bij uw vader gezien hebt. (Johannes 8:38)

In het vorige deel zagen we dat Jezus, door persoonlijk te worden en de Joden te wijzen op de hartgesteldheid, heeft blootgelegd dat zij niet écht vrij zijn. Ook degenen die zogenaamd in Jezus zijn gaan geloven (zie vers 31) zijn niet vrij. Op grond van de context moeten we vaststellen dat het hier niet gaat om wedergeboren volgelingen van Jezus. Dat is gewoon niet mogelijk, gelet op het feit dat het woord van Christus geen plaats bij hen krijgt. Mensen die niet ontvankelijk zijn voor Gods Woord, zijn niet wedergeboren. Deze waarschuwing klinkt door in Jezus’ woorden (zie vers 31, 32 en 37).
Maar als deze mensen niet echt tot geloof zijn gekomen, als zij niet werkelijk volgelingen van Jezus zijn geworden, wat zijn zij dan wel? Zoals we in de delen 4 en 5 hebben kunnen zien, zijn deze mensen zondaren. Als zij niet vrijgemaakt worden door Jezus, betekent dit dat zij niet in Gods Koninkrijk zullen worden verwelkomd, maar – zoals Jezus dat zegt in 8:21 – dat zij “in [hun] zonden zullen sterven.” De slaaf van de zonde blijft immers niet voor eeuwig, maar allen die door Jezus zijn vrijgemaakt tot het eeuwige leven, zullen het Koninkrijk van God beërven (zie Mattheüs 25:34-36; 1 Korinthe 6:9-10 en Galaten 5:21). In dit slotdeel zullen we zien dat Jezus deze tegenstelling uitwerkt met betrekking tot Hemzelf en de Joden waarmee Hij in gesprek is.

Jezus’ onderwijs: “Ik spreek…”
De Bron van Jezus’ onderwijs: “over wat Ik bij Mijn Vader gezien heb…”
De tegenstelling met de Joden: “…u doet dus ook wat u bij uw vader gezien hebt.”

De genade van onderwijs
Jezus spreekt. Als Hij spreekt geeft Hij onderwijs. En Hij heeft ons met klem geboden alleen Zijn woord, Zijn onderwijs te volgen. Het is enkel en alleen Zijn woord dat kan vrijmaken van de zonde. Alleen Gods Woord kan van dode zondaren levende kinderen van God maken. Wat een voorrecht om in het bezit te zijn van Gods eigen onderwijs! Wat een voorrecht te weten wat de Heere Jezus heeft gezegd! En wat een genade dat Zijn volgelingen Zijn onderwijs hebben vastgelegd met inkt en papier! “Ik spreek,” zegt Jezus. En zoals we hebben gezien in deel 2, gebeurt dit spreken met kracht. Jezus’ woord heeft beslissende kracht. Als Hij tegen een dode zondaar zegt: “Leef!”, dan leeft hij. Als Hij tegen een overleden persoon zegt: “Sta op!”, dan staat hij op. Als Hij zegt: “Werp uw net uit aan de andere kant van de boot,” dan zal er een geweldige vangst zijn. Als Hij tegen een verlamd persoon zegt: “Sta op en loop!”, dan staat diegene op en loopt. Dit is de kracht van Gods Zoon. Hij heeft de allesbeslissende macht om leven te schenken, ziekte te genezen, gebrokenheid te herstellen en Zijn kinderen toegang te verlenen tot Zijn eeuwigdurende Koninkrijk. Daarom heeft Hij het recht te zeggen dat Zijn woord vrijmaakt. Hij maakt vrij. Hij redt ons door de kracht van Zijn Woord. En zelfs als Hij waarschuwt, of een scherp contrast schetst tussen Hemzelf en ons – zoals Hij dit doet in vers 38 – spreekt Hij vol gezag en kracht. Hij nodigt ons uit om alleen van Zijn woorden te leven, omdat daarin werkelijk de verlossende macht ligt.

Jezus onderwijst Gods werken
Maar hoe kan het dat de verlossingskracht alleen in Jezus gevonden kan worden? Hoe is het mogelijk dat alleen Zijn woorden kunnen vrijmaken en een dode zondaar voor eeuwig kan verlossen? Hoe kan het, dat alleen Zijn woorden ervoor kunnen zorgen dat iemand het Koninkrijk van God binnen gaat? Wanneer we verder lezen in vers 38 zien we dat Jezus’ onderwijs een specifieke bron kent: “Ik spreek over wat Ik bij Mijn Vader gezien heb…” Het geheim van Jezus’ onderwijs zit in de werken van Zijn Vader. Als de Zoon van God is Hij eeuwig bij Zijn Vader geweest en heeft alles nauwkeurig gevolgd. Hij zag hoe Zijn Vader het heelal schiep; sterker nog, de evangelist Johannes vertelt dat Jezus Zelf ook heeft meegewerkt aan de schepping (Johannes 1:1-3). De Vader en de Zoon werken volmaakt samen. De Vader gaat als het ware voorop en laat al Zijn glorieuze daden zien aan Zijn Zoon. En deze glorieuze werken van God verkondigt Hij. Met kracht. Wanneer de Geest van God met kracht inwerkt op het verstand en hart van een persoon, wordt het verlicht en gaat de werkelijkheid zien zoals God dat werkt. Gods Woord verkondigt Zijn grootse daden van verlossing en oordeel.
Jezus zegt tegen deze Joden – en zo ook tot ons – dat God de Bron is van alles wat Hij onderwijst. Jezus’ waarheid is krachtig, omdat Gods werken krachtig zijn. Als wij naar Jezus luisteren, horen we God werken. En als Jezus dus spreekt over vrijheid en vrijmaking, zien wij God de Vader aan het werk als Degene Die dit alles door het woord van Jezus en door de kracht van de Heilige Geest werkt. Als Jezus spreekt over vrijheid, mogen we God zien bevrijden.
Telkens wanneer wij de Bijbel lezen, horen we God Zelf spreken over de daden die Hij doet. Wij lezen op dat moment waar Hij nu mee bezig is. Zó ontzagwekkend groot is Hij! Zelfs als wij in de Bijbel geboden lezen, waarvoor wij onze verantwoordelijkheid moeten nemen, zien we God die werken doen. Dit verklaart ook dat Paulus in Filippenzen 2:12-13 schrijft:

“Daarom, mijn geliefden, zoals u altijd gehoorzaam geweest bent, niet alleen zoals in mijn aanwezigheid, maar nu veelmeer in mijn afwezigheid, werk aan uw eigen zaligheid met vrees en beven, want het is God, Die in u werkt zowel het willen als het werken, naar Zijn welbehagen.”

De gelovigen krijgen de opdracht en het is God Die de opdracht door Zijn kracht vervult! Daarom spoort Paulus de gelovigen aan dit met “vrees en beven” te doen, omdat zij in feite meewerken met Gods werk in hun eigen ziel.

Het drama van de tegenstelling
Tot zover het indrukwekkende zicht op Gods soevereine werk. Jezus zet ons namelijk met beide benen terug op de grond. Hij heeft slecht nieuws voor de Joden waarmee Hij in gesprek is. Want “u doet dus ook wat u bij uw vader gezien hebt.” En wat hebben zij bij hun vader gezien? Wie is eigenlijk die vader van deze Joden? Laten we beginnen met het beantwoorden van de eerste vraag. Wat doen de Joden? Het antwoord vinden we in vers 37: “U probeert Mij te doden, omdat Mijn woord in u geen plaats krijgt.” De Joden proberen Jezus te doden. Dit is iets wat al langer speelt, zo zagen we in het vorige deel. Deze Joden maken zich dus schuldig aan twee zaken: ze laten het onderwijs van Jezus – waar God levendmakende kracht aan verbonden heeft – niet toe in hun hart en ze proberen Hem te doden. Zij verzetten zich fel tegen Christus. Dit verzet kan onmogelijk het gevolg zijn van het zien van de werken van God de Vader: “Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft” (Johannes 3:16). Als God Zijn Zoon gegeven heeft tot verlossing van ons leven, is het onmogelijk dat Hij het verzet tégen Jezus in onze harten werkt. Maar dit brengt ons bij een gevoelig thema. Gods soevereiniteit in het verlossen, maar ook het verharden van mensen.

De zonde tegen de Heilige Geest
Wat is dat, verharding? Verharding is het proces waarbij het hart van de mens steeds minder ontvankelijk wordt voor het onderwijs van Jezus Christus. Iemand hoort het Evangelie en weigert zich te bekeren. Hij hoort het vaker, maar ook dan weigert hij door Jezus te worden vrijgemaakt. De Bijbel waarschuwt heel duidelijk voor het punt waarop een mens zó ongevoelig en zó hard is geworden, zó vijandig ten aanzien van het Evangelie, dat God Zijn genade intrekt en Zelf de persoon gaat verharden. God laat het hart alleen maar harder worden. Een bekend voorbeeld in de Bijbel is de farao van Egypte, die stelselmatig weigerde het Israëlitische volk te laten gaan (Exodus 8-14). Het is aangrijpend en ontzagwekkend te zien dat God zijn hart als het ware in Zijn hand neemt en het definitief verzettelijk tegen de boodschap van Mozes maakt – en daarmee Zijn eigen boodschap. Nog voordat Mozes zijn opdracht begint, staat al vast dat farao’s hart verhard zal worden. Hij kan niet anders dan zich blijven verzetten. Hij is verloren. Hij laat het Joodse volk wel gaan, maar heeft daar snel spijt van en probeert het alsnog tegen te houden. Maar zijn plan mislukt: hij sterft.
In het Nieuwe Testament zien we dat de apostel Paulus ook spreekt van verharding door God. Ook hij neemt farao als voorbeeld voor Gods soevereine handelen in het leven van personen. In Romeinen 9:17-23 schrijft hij:

“Want de Schrift zegt tegen de farao: Juist hiertoe heb Ik u verwekt: dat Ik in u Mijn kracht bewijzen zou, en dat Mijn Naam verkondigd zou worden op de hele aarde. Dus Hij ontfermt Zich over wie Hij wil, en Hij verhardt wie Hij wil. U zult dan tegen mij zeggen: Wat heeft Hij dan nog aan te merken? Want wie heeft Zijn wil weerstaan? Maar, o mens, wie bent u toch dat u God tegenspreekt? Zal ook het maaksel tegen hem die het gemaakt heeft, zeggen: Waarom hebt u mij zó gemaakt? Of heeft de pottenbakker geen macht over het leem, om uit dezelfde klomp klei het ene voorwerp tot een eervol, het andere tot een oneervol voorwerp te maken? En is het niet zo dat God, omdat Hij Zijn toorn wilde bewijzen en Zijn macht bekendmaken, met veel geduld de voorwerpen van Zijn toorn, voor het verderf gereedgemaakt, verdragen heeft? En dat met het doel om de rijkdom van Zijn heerlijkheid bekend te maken over de voorwerpen van Zijn ontferming, die Hij van tevoren bereid heeft tot heerlijkheid?”

Dit zijn geen waarheden om grappen over te maken of om persoonlijk uit te proberen. In de brief aan de Hebreeën komen we drie indringende waarschuwingen tegen over de verharding van het hart door de zonde, dat – indien dit niet aangepakt wordt – uiteindelijk zal leiden tot geloofsafval en verderf (zie Hebreeën 6:4-8; 10:19-39; 12:15-17).
Daarom is Jezus ook zo direct en serieus tegen deze Joden. Ze zijn heel dicht bij wat de Bijbel de zonde tegen de Heilige Geest noemt: structurele afwijzing van Gods aanbod van verlossing en vrijheid in Jezus Christus.

De vader van het goddeloze verzet
Dan nu de tweede vraag: wie is volgens Jezus de vader van de Joden? Van wie hebben zij geleerd om te doden? Van wie hebben zij geleerd zich te verzetten tegen de boodschap van Jezus? Jezus Zelf geeft het antwoord in vers 44: “U bent uit uw vader de duivel, en wilt de begeerten van uw vader doen; die was een mensenmoordenaar van het begin af, en staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid.” Dat is pijnlijk! In vers 37 typeert Jezus deze Joden op exact dezelfde wijze als de duivel! Dat moet uiterst pijnlijk zijn geweest voor hen. Zij worden hier neergezet als het evenbeeld van satan. Ze worden niet alleen zo neergezet, Jezus bewijst dat zij het ook zijn. Als er stelselmatig, vastbesloten wordt vastgehouden aan zonde, ben je uit jouw vader, de duivel. Je lijkt op hem in je doen en laten. Alleen een kind van satan zou de Zoon van God willen doden. Wie in de macht van satan is, verzet zich actief tegen Gods Woord en Gods wil, al lijken sommigen van hen aan de buitenkant nog zo tolerant. Immers: “Wie met Mij niet is, die is tegen Mij; wie met Mij niet verzamelt, die drijft uiteen,” zei Jezus (Lucas 11:23). Je bent óf voor Hem, óf tegen Hem. Er is geen grijs gebied op dit punt.

De scheiding
Zo komen zijn we aangekomen bij het slot van dit Bijbelgedeelte. We sluiten af met vers 38, waar Jezus de scheiding aanbrengt tussen allen die God gehoorzaam zijn en allen die onderworpen zijn aan de macht van satan. De vraag is: waar sta jij? Ben jij een kind van God of van de duivel? Gehoorzaam jij het Woord van God of verzet jij jezelf ertegen? Leef jij in de zonde? Ben je bezig jouw hart te verharden, zodat het Evangelie er nauwelijks ingang heeft? Dit zijn de vragen die het antwoord geven op de vraag aan welke kant je staat.
Jezus maakt hier duidelijk dat jij je niet kunt verschuilen achter satan. Dat is enerzijds het mooie van dit Bijbelgedeelte: willen we roemen in een goede voorvader (zoals Abraham), dan wijst Jezus dat af. Maar willen we ons verschuilen achter het karakter van de slechte vader (satan), ook dan wijst Jezus het af. Wij zijn volledig verantwoordelijk voor ons eigen gedrag. Wij zijn verantwoordelijk voor onze eigen zonde. We kunnen niet naar anderen wijzen als de bron van ons probleem.
Daarom luidt de slotoproep van deze serie: onderneem de stappen die nodig zijn om dit probleem op te lossen, als je dat nog niet gedaan hebt: ga naar Jezus Christus en laat je door Hem vrijmaken. Bekeer je van je zonden en geloof in Hem als Degene Die jouw zonde op Zich heeft genomen aan het kruis van Golgotha. Verzet je niet langer tegen Hem, maar ervaar echte vrijheid. Ga naar Hem om de genezing te ontvangen die alleen bij Hem te verkrijgen is: genezing van een zinloze, zondige levenswandel.

Blogarchief