Gedicht naar aanleiding van Psalm 90
Wie is God dan Hij,
Die jouw leven formeerde –
en dat van mij?
Hij Die eeuwig is
en eeuwig zal bestaan
geeft het leven betekenis.
Ziende op Zijn eeuwigheid
begrijp ik niet, dat de mens
is begrensd met tijd.
Wat is nu toch het geheim,
dat de één hier twintig en de ander
hier wel tachtig jaar kan zijn?
Wat moeten nu die jaren,
wat moet dat korte leven,
toch aan het einde baren?
Wonderlijk aan elkaar gehecht,
het menselijk lichaam –
uiteindelijk weer in het stof gelegd.
Wat gaat er toch achter schuil
dat ook ik ooit het tijdelijke
voor het eeuwige verruil?
Wie, o mens, heeft laten blussen
jouw levenslust, en je ertoe verleid
de dood te kussen?
Wie heeft jou wijsgemaakt dat de dood
in het bittere uitzichtloze lijden
verlossing biedt uit de grote nood?
Niet het lijden, noch de pijn
is jouw grootste probleem, maar
dat je gescheiden van God wilt zijn.
Het lijden en de dood
zijn slechts heenwijzers
naar jouw diepste nood.
De dood is geen vriend
maar het oordeel van God,
omdat je Hem niet hebt gediend.
Jij wilt slechts ontwijken,
pijn en verdriet – zonder waardering
voor God te laten blijken.
Door het korte leven,
en het tellen van de dagen,
wordt een wijze les gegeven.
Echt geluk is geborgen,
in het hart van wie de Heer
zoekt in de morgen.
God bewijst Zijn kracht
aan hem die biddend
op Hem heeft gewacht.
God is jouw ware Vriend,
als jij Hem door Zijn Geest
in oprechtheid dient.
Leer dan in dit korte leven,
wat het is om wijsheid
gestalte te geven.
Bid, dwars door alle pijn,
tot de God van het leven en smeek
om in Zijn Naam van betekenis te mogen zijn:
“Heer, wees ons Leven –
anders zijn wij voor eeuwig
ten dode opgeschreven.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Reageren? Plaats hier uw vraag en/of opmerking.