B.E.P.T. als pastoraal model
Enige tijd geleden heb ik vanuit Lucas 22:31-34 ontdekt dat de strijd tegen de zonde gericht kan worden gevoerd aan de hand van een specifiek model: B.E.P.T.. Dit is een afkorting van vier elementen:
• Behoefte
• Eer
• Persoonlijkheid
• Tijd
Exegese doen is schitterend, maar zou nutteloos zijn wanneer dit geen effect heeft voor de inrichting van ons leven en de praktische gehoorzaamheid aan het gedeelte wat zojuist bestudeerd is.
In de exegese laten wij God tot ons spreken. We onderzoeken de tekst, bekijken wat de oorspronkelijke boodschap is geweest voor de oorspronkelijke ontvanger(s), halen de universele waarden eruit en betrekken deze op ons persoonlijke leven.
Maar waar beginnen we? Want universele waarden bepalen, dat lukt ons over het algemeen wel. Hoe kunnen we er nu voor zorgen dat de boodschap handen en voeten in ons leven krijgt?
Allereerst is het van belang het gedeelte juist te interpreteren en dat de conclusies die worden getrokken uit het gedeelte zelf komen. We moeten weten wat het gedeelte over God zegt en in welke context Hij een specifieke boodschap geeft. Is het een bemoediging, een vermaning, een waarschuwing of een belofte?
Daarnaast is het belangrijk te weten wie je zelf bent. Jezelf kennen is eigenlijk minstens zo belangrijk als het juist kunnen interpreteren van een Bijbelgedeelte. Niet om hoogmoedig te worden (integendeel – hoe meer je over jezelf weet, hoe nederiger je wordt!), maar om de verbinding tussen de kennis over God en de kennis over jezelf te gebruiken om geestelijk te kunnen groeien.
Aanmoediging tot geestelijk én persoonlijk gesprek
Het is een leugen en vorm van valse geestelijkheid wanneer mensen denken dat in de Kerk alleen maar over Christus gesproken mag worden en dat het ik helemaal op de achtergrond verdwijnt. Ik bemerk een zekere verlegenheid wanneer dit onderwerp ter sprake komt. We weten onze “geestelijke bijeenkomsten” te vullen met allerlei clichés die voor de driehonderd en eerste keer worden uitgesproken en knikken vervolgens nog maar eens instemmend. Maar als het persoonlijk wordt, dan wordt het haast ongemakkelijk. En ik durf de stelling aan dat iedereen er behoefte aan heeft om persoonlijk te worden in gesprekken. Ten diepste willen wij ook onszelf aan de ander laten zien – de enige belemmering die veroorzaakt dat we dit niet doen is het ervaren van onveiligheid en het gebrek aan vertrouwelijkheid: durf ik mijzelf werkelijk te laten zien aan déze mensen?
Een pijnlijke, fundamentele vraag
Ongetwijfeld zijn er ook mensen die het nut van dergelijke gesprekken onzin vinden. Wat ze op zondag in de kerk horen is genoeg. Het is allemaal best. En volgens de theologie die zij omhelzen is het – op zijn zachtst gezegd – nogal overdreven om persoonlijk diep te gaan. Ze vegen het van tafel onder het mom van heiligingsdweperij. Te fanatiek. Te serieus. Te radicaal. Te moeilijk. En als jouw theologie zegt dat de rol van de zonde in het leven van gelovigen niets te maken heeft met de eeuwigheid (want – we zijn toch gerechtvaardigd door het geloof), dan zijn we, wat mij betreft, uitgepraat.
Maar ik wil – als het even kan – voor eens en voor altijd afrekenen met een dergelijke tegenwerping. Ik wil een uiterst pijnlijke en bovenal fundamentele vraag stellen:
Stel dat je er als gemeentelid of leider achter komt dat een bepaald huwelijk onder spanning staat en dat het stel een echtscheiding overweegt…
of stel dat je te horen krijgt dat een bepaald kind moeilijk op te voeden en corrigeren is…
of stel dat je weet van een gemeentelid dat werkloos is en in een depressie wegzakt en in het verleden ooit een zelfmoordpoging heeft ondernomen…
zou je het dan “heiligingsdweperij” willen noemen wanneer we hier serieus het persoonlijke gesprek aangaan?
Anders geformuleerd: is een huwelijk redden heiligingsdweperij? Is een kind op het rechte pad krijgen en hem ondersteunen zodat hij kan leren verstandige beslissingen te nemen heiligingsdweperij? Is het beschermen van een mensenleven heiligingsdweperij?
Ik ga ervan uit dat niemand, die zichzelf een oprecht christen noemt, deze vragen met “ja” beantwoordt. Maar ik wil wel het punt gemaakt hebben dat een gesprek waarin de geestelijke waarheden van Gods Woord en het persoonlijke verhaal van de mens niet voor de lol worden samengevoegd. Ze horen bij elkaar. Gods Woord kan onmogelijk krachtig werken als wij niet bereid zijn onze persoonlijke context onder de loep te nemen.
Dit maakt een pastoraal model als B.E.P.T. ook noodzakelijk. Hierbij moet wel gezegd worden dat dit een hulpmiddel is, en geen standaardformule. Ik verplicht niemand om dit concept exact zo over te nemen. Ik hoop alleen dat het bijdraagt aan het persoonlijke gesprek, in verbinding met de Bijbelse exegese.
Maar hoe doe je dit? Ter illustratie neem ik een gedeelte waarover ik eerder geschreven heb, Maleachi 1:1-5. Stapsgewijs zullen we dan ontdekken wat de kracht is van het verbinden van Bijbelse exegese en onze persoonlijke context.
Stap 1: Onderzoek het thema van een Bijbelgedeelte
Het Bijbelboek Maleachi behandelt verschillende onderwerpen. Allen zijn ze praktisch en dus kunnen ze worden toegepast op het B.E.P.T.-model. Eén van de terugkerende thema’s in Maleachi is het ongegrond aanklagen en gevoel van miskenning door het Joodse volk. God wordt aangeklaagd.
Stap 2: Betrek dit thema op jezelf
Als je een thema in een Bijbelgedeelte hebt gevonden, ga je erover nadenken. In dit geval moet ik mijzelf de vraag stellen of ik het ongegrond aanklagen en gevoel van miskenning in mijn eigen leven herken en in welke mate dit aanwezig is. Is het een groot thema, dan moet ik er ook een hoge prioriteit aan geven om hier verandering in te brengen.
Stap 3: Identificeer de zonde aan de hand van B.E.P.T.
Wanneer we hebben ontdekt dat een thema een pijnlijke en zwakke plek blootlegt in ons leven, is het goed om te bekijken wat de zwakte is en in welke vorm zij tot uiting komt. We gaan nu een soort geestelijk inwendig onderzoek starten. Dit betekent dat we niet alleen ons handelen kritisch tegen het licht houden, maar dat we ook gaan kijken wat dit handelen heeft veroorzaakt. En op dit punt komen de vier specifieke “toetsstenen” in beeld:
• Behoefte – ontdek welke behoefte ten grondslag ligt aan specifiek zondig gedrag
Mensen hebben behoeften. Behoeften zijn verlangens die een stevige duw of impuls geven aan onze gevoelens en wil. Door de zondeval en inwonende zonde zijn onze behoeften uit koers geraakt en verlangen we niet naar God en Zijn wil, maar naar de vervulling van onze eigen wil. Juist op het moment dat de vervulling van onze eigen verlangens verhinderd wordt, wordt ons gevoel en wil sterker om die vervulling tóch te bereiken. Dit kan resulteren in allerlei zonden. We worden boos, verliezen onze zelfbeheersing, gaan liegen of stelen.
Kunnen we het ongegrond klagen door en het gevoel van miskenning bij de Israëlieten plaatsen in het licht van behoefte? Wellicht speelt in die context een behoefte aan gemakzucht mee. Het is overduidelijk dat zij God van alles verwijten, terwijl zijzelf de kantjes van het godsdienstige leven aflopen.
En hoe zit dit bij mij?
• Eerzucht – ontdek of er een bepaalde vorm van geldingsdrang, trots of eigen verdienste aanwezig is die zonde aanwakkert
Door de inwonende zonde zijn we geneigd alles te doen vanuit eigenbelang. Wij willen de eer, wij willen de resultaten, wij willen met trots iets kunnen presteren! Eerzucht maakt dat wij alleen maar denken aan ons eigen belang, het voedt ons egoïsme. Het geniepige van dit egoïsme is dat het ten diepste zonde is, terwijl velen dit over het hoofd zien vanwege de indrukwekkende resultaten die mensen boeken. Het maakt niet uit wat een mens bereikt, maar met welk oogmerk hij dit doet.
Als we dit overzetten naar de context van Maleachi, dan komen we tot de stuitende ontdekking dat Israël ongepast trots is en God ter verantwoording roept. Dit heeft alles met eerzucht te maken. Eerzucht was in die situatie een grote bron van zonde.
En hoe zit dit bij mij?
• Persoonlijkheid – onderzoek of bepaald gedrag kan worden herleid tot een karaktereigenschap
De persoonlijkheid is een complex thema. Iedereen is anders, iedereen heeft een ander karakter. Dit is de reden waarom het onmogelijk is om elke situatie op exact dezelfde manier aan te pakken. Dit is gewoonweg niet mogelijk. Daar waar de één een stevige preek nodig heeft, moet de ander met tact en bemoedigende woorden worden gestimuleerd. De één is stil, de ander impulsief.
Na verloop van tijd merk je hoe jouw karakter in elkaar zit. Het is jouw eerste natuur. Inwonende zonde heeft invloed op deze eerste natuur. Trots is de uiting van inwonende zonde. Korte lontjes zijn de uiting van inwonende zonde. Het is problematisch voor mensen die moeten constateren dat dit een onderdeel van het karakter is. Het is in de context van Maleachi ondoenlijk om iedereen over een kam te scheren en te zeggen dat de problemen daar te maken hadden met de karakters van de mensen. Wellicht is het in groepsverband beter om te spreken over tijdgeest of groepsdynamiek. Toch blijft de vraag naar het ongegrond beschuldigen en gevoelde miskenning voor jezelf staan. Zou het een karaktertrek kunnen zijn?
Hoe zit het bij mij?
• Tijd – onderzoek of er overeenkomsten zijn in het tijdstip waarop het zondige gedrag tot uiting komt
Tijd is een belangrijke factor, die zeker niet over het hoofd gezien mag worden. Met tijd wordt hier specifieke veranderingen in de omstandigheden bedoeld. Hoe reageren we bij zekere gebeurtenissen? Let maar op, jouw gedrag verandert op momenten wanneer de omstandigheden veranderen. En om het verwarrend te maken: je reageert bij dezelfde veranderingen niet altijd hetzelfde. De ene keer reageer je rustig. De andere keer reageer je verontwaardigd en verlies je de zelfbeheersing. Dit kan te maken hebben met bijvoorbeeld stress.
Als alles goed gaat, hoor je niemand. Maar wanneer tegenslagen komen, dan wordt het protest luider. Zo ook in de tijd van Maleachi. De tijd is duidelijk een factor in het gedrag van de Israëlieten. Ze ervoeren de zegen van God niet meer, terwijl ze erop rekenden dat die wel aanwezig zou zijn. En hier komen we een patroon tegen. Gaat het goed? Dan is Israël stil. Gaat het fout? Dan begint Israël te klagen.
En hoe zit het bij mij?
Stap 4: deel je conclusies met anderen, maak een plan en bid ervoor
Als het goed is, heeft dit onderzoek nieuwe inzichten opgeleverd. En het is nu zaak om deze inzichten te op een rijtje te zetten en te verbinden met het Bijbelgedeelte. Dat betekent: ik moet Gods wil verkiezen boven mijn behoeften. Ik moet mijn eer ondergeschikt maken aan Gods eer. Ik moet mijn karakter enerzijds met dankbaarheid aanvaarden als Gods scheppingswerk, en anderzijds moet ik leren de zondige bron en gedragingen te doden en voor dood te houden. Ik moet bedacht zijn op de omstandigheden en tijdstippen dat mijn zwaktes zichtbaar worden.
Deze strijd is een strijd tot dit leven voorbij is. En deze strijd kun je niet succesvol in je eentje voeren. Je hebt anderen nodig. Daarom bestaan er kringen. Daarom worden binnen de kerkelijke gemeenten groepen gevormd, om ruimte te geven voor het delen van deze ontdekkingen en het elkaar versterken in het geloof.
Maar dan moet deze ruimte wel worden benut. En het tragische is dat naar alle waarschijnlijkheid het grootste deel van deze ruimte onbenut wordt gelaten en wordt gevuld met theologische clichés. Wat kan het een geweldige stimulans zijn om jouw ontdekkingen te delen en samen met andere christenen te bidden om verandering en geestelijke groei! En wat laten wij op dit punt zo ontzettend veel mogelijkheden liggen!
Bijbelkringen en groepen in kerkelijke gemeenten kunnen letterlijk levens redden.
En als dit B.E.P.T.-model hieraan kan bijdragen – in welke vorm dan ook – dan mogen we God prijzen voor Zijn wonderlijke en onmetelijke genade.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Reageren? Plaats hier uw vraag en/of opmerking.