SalvationInGod

woensdag 18 januari 2017

Read & Apply #44 Een onwankelbaar Evangelie

Galaten 4:28-31


In dit deel van Read & Apply gaan we verder met Paulus’ typologie, aan het einde van Galaten 4. In het vorige deel hebben we gezien hoe hij vanuit Oud Testamentische gebeurtenissen geestelijke lessen trekt met betrekking tot het Evangelie. In vers 28-31 zien we dat hij hiermee verder gaat, en er een nieuwe, actuele draai aan geeft.

1. Paulus geeft de Galaten het voordeel van de twijfel
We hebben het al vaker kunnen zien, maar ook in dit gedeelte spreekt Paulus zijn vertrouwen uit dat het geestelijk gezien goed zal komen met de Galaten (vers 28):

“Wij nu, broeders, zijn kinderen van de belofte, zoals Izak.”

Hier geen enkele twijfel in Paulus’ woorden. Wij zijn kinderen van de belofte. Hij spreekt niet van ‘waarschijnlijk’, ‘als jullie bijdraaien’, ‘niet meer, maar kan nog wel’ of ‘jullie kunnen het weer worden.’ We zien hier het pastorale hart van Paulus, die zo ontzettend graag de vertwijfelden en afdwalenden wil herstellen en bevestigen in het geloof. Dit is letterlijk bevestiging, op twee manieren. De ene manier is het kenbaar maken van het delen in de belofte (de positie bevestigen) en de andere is het aanmoedigen om vanuit die positie te gaan leven. Dit is precies de kant die Paulus op wil. Hij wil dat de Galaten weten dat zij zijn vrijgemaakt door het geloof in Jezus Christus, door de Belofte, en niet door iets anders. Hij bevestigd hen hier door erop te vertrouwen dat zij, ondanks de valse leer die daar is binnengekomen, weer bij Christus alleen uit zullen komen.

2. Vervolging heeft hier betrekking op jaloezie met betrekking tot de zegen
Gaat dat vanzelf? Allerminst! In vers 29 kunnen we lezen hoe Paulus de bemoeienis van wettische Joden uitlegt, en daarmee ook het conflict om de boodschap van het Evangelie:

“Maar zoals destijds hij die naar het vlees geboren was, hem vervolgde die naar de Geest geboren was, zo is het ook nu.”

Paulus trekt nu een andere lijn door: de lijn van vervolging. Dat klinkt hier nogal zwaar. Bij vervolging moeten we hier denken aan iemand het leven zuur maken en lastigvallen vanwege een gezegende staat of positie.
De apostel trekt opnieuw een vergelijking tussen Izak en Ismaël. We kunnen in Genesis 21:8-10 lezen dat Ismaël honend lacht om Izak; hij hoont zijn broer. In die zin noemt Paulus dat hier vervolging.
En hij trekt de lijn door naar de situatie van de Galaten. Hij zegt: “Het is nu nog zo, er is niets veranderd.” Met andere woorden: degene die de zegen wil verkrijgen door het vlees – en in dit geval door de gehoorzaamheid aan de Wet – maakt het leven zuur van hen die de zegen ontvangen hebben volgens de belofte. De vervolging waar Paulus op doelt is een strijd om het verkrijgen van de zegen die God heeft beloofd. Meerdere groepen, die op meerdere wijzen proberen de zegen te verkrijgen – dat is vragen om moeilijkheden en conflicten. Daarom zegt Paulus: het is in jullie situatie niet anders. Dit verhaal komt niet ineens opzetten, het speelt al langer. Het speelt al sinds Genesis 15!

3. Intimidatie zal Gods Woord nooit omver krijgen
Met dat Paulus duidelijk maakt dat deze strijd al oud is, laat hij ook zien dat de Bijbel zelf duidelijk is over de rechtmatige ontvanger van de zegen (vers 30-31):

“Wat de Schrift echter? Jaag de slavin en de zoon weg, want de zoon van de slavin zal beslist niet erven met de zoon van de vrije. Daarom, broeders wij zijn geen kinderen van de slavin, maar de vrije.”

Paulus haalt hier Genesis 21:10 aan (zie punt 2, hierboven) om te bewijzen dat mensen als Ismaël de zegen niet beërven. Let wel, het gaat hier om mensen die in het vlees proberen de zegen te verkrijgen. Want ook Ismaël heeft beloften van God ontvangen (zie Genesis 21:12-21). Het toont opnieuw aan dat we in Gods weg moeten wandelen overeenkomstig de beloften die Hij doet.
Ons eigen vlees, ons ego, onze trots en grootheidswaanzin zorgen ervoor dat wij proberen zegeningen te verkrijgen die nooit door onszelf tot stand gebracht kunnen worden. Dit geldt eveneens voor de zegeningen van het Evangelie. Alles wordt geschonken in Jezus Christus; geen enkele inspanning van onze kant voegt hier iets aan toe.
Vers 30 doet denken aan de woorden van Jezus Zelf, Die in Johannes 6:37 zegt:

“Alles wat de Vader Mij geeft, zal tot Mij komen; en wie tot Mij komt, zal Ik beslist niet uitwerpen.”

Mensen die rechtvaardig verklaard willen worden voor God door gehoorzaamheid aan de Wet, hebben een hekel aan een dergelijke boodschap. Zij ergeren zich hieraan en vanuit die ergernis vallen ze de kinderen van de belofte lastig en gaan zij zich intimiderend gedragen.
Paulus maakt hier echter duidelijk dat welk intimidatiemiddel ook wordt ingezet, Gods Woord van kracht blijft en deze intimidatie het hoofd kan bieden. Om het plat uit te drukken: mensen kunnen op hun kop gaan staan, zo hoog en zo laag springen als zij maar willen, maar uiteindelijk zullen de dingen op Gods wijze gaan.
Daarom moet een christen heel goed voor zichzelf weten wat het Evangelie inhoudt en hoe God werkt. We zien in de Schrift een prachtige openbaring van Gods verlossingsplan. Er wordt naartoe gewerkt, naartoe geleefd en uiteindelijk wordt het volle licht van verlossing geopenbaard in de Persoon van Jezus Christus. God heeft naar dát moment toegewerkt en wij allen zullen geoordeeld worden op grond van onze houding naar die openbaring. Wanneer we dit goed begrijpen, zijn we minder snel vatbaar voor allerlei vreemde leringen. Als we goed gefundeerd zijn, onze wortels groeien vanuit het Evangelie, doen afwijkende meningen en opmerkingen van anderen – intimiderend of niet – ons veel minder. God zál de kracht van Zijn Woord bewijzen. Hoe intimiderend een ander zich ook opstelt, wie vasthoudt aan Gods belofte in Christus zal onwankelbaar zijn!

4. Houd de geestelijke lijn van een gedeelte vast
Het is ontzettend belangrijk om de waarheid van het Evangelie helder te hebben en te beseffen dat God in Zijn heilsplan consequent werkt. Hij werkt altijd op grond van beloften en heeft nooit gezegd dat onze eigen inspanningen enige bijdrage kunnen leveren. We moeten bij het interpreteren van dit soort teksten altijd oppassen voor het gevaar de situatie direct toe te passen op de tijd waarin wij zelf leven. De strekking van een gedeelte bepaald in haar betekenis. Sommigen denken bij dit vers aan het conflict tussen Joden en moslims of Arabieren, maar dit kun je in met de context in gedachten totaal niet onderbouwen. Het conflict is er, maar Paulus spreekt hier over een heel ander conflict. Hij spreekt hier namelijk niet over een etnisch, maar over een geestelijk conflict. En bovendien zijn degenen die hier vervolgd of gehoond worden geen Joden, maar christenen, de kinderen van de belofte. De ironie is dat juist deze vervolging te wijten is aan de opstelling van bepaalde Joden!
Het is daarom van belang altijd de geestelijke strekking van een dergelijke tekst in de gaten te houden. Paulus duidt de geschiedenis van Abraham, Izak en Ismaël hier geheel geestelijk. En als wij dit hem hier zien doen, moeten wij bij de uitleg van dit gedeelte vasthouden aan dit principe.
Het is mogelijk om Oud Testamentische geschriften Christocentrisch te benaderen. Paulus bewijst dit. Wanneer je een gedeelte uit het Oude Testament bestudeert, kijk dan altijd eerst naar Gods werk met betrekking tot Zijn verlossingsplan en zoek verwijzingen naar Jezus Christus. De Bijbel gaat in de kern niet om Israël, noch om de kerk. De Bijbel gaat om Gods verlossingswerk in Jezus Christus. Houd hieraan vast en beleef het wonder van eenheid wanneer je de Schrift als gemeenschap op deze wijze benadert. In Jezus Christus ligt de vrijheid om door het geloof te leven én de vrijheid om dit geloof in eenheid te beleven. Zo heeft God het bedoeld!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Reageren? Plaats hier uw vraag en/of opmerking.

Blogarchief