SalvationInGod

zondag 18 september 2011

De geestelijke dimensie achter de verzoeking

En de vrouw zag dat die boom goed was tot spijze, en dat hij een lust was voor de ogen, ja, een boom die begeerlijk was om verstandig te maken; en zij nam van zijn vrucht en at; en zij gaf ook haar man met haar, en hij at. Toen werden hun beider ogen geopend, en zij werden gewaar, dat zij naakt waren; en zij hechtten vijgenboombladeren tezamen en maakten zich schorten. En zij hoorden de stem van den HEERE God, wandelende in den hof, aan den wind des daags. Toen verborg zich Adam en zijn vrouw voor het aangezicht van den HEERE God in het midden van het geboomte des hofs. En de HEERE God riep Adam en zeide tot hem: Waar zijt gij?
(Genesis 3:6-9, Statenvertaling)

‘Kijk verder dan je neus lang is’, zo luidt een bekend spreekwoord (en voor de pinokkio’s onder ons is dat nog een heel karwei!) Het komt er gewoonweg op neer, dat we, wanneer we bijvoorbeeld een hypotheek afsluiten, de kleine lettertjes niet vergeten en die ook dienen te lezen.

Als de Bijbel spreekt van de zondeval, wil het zeggen dat dát moment het allereerste in de hele geschiedenis is geweest, waarop de mens gefaald heeft te gehoorzamen wat God had bevolen. Maar hoe kon dat ooit gebeuren?

In ieder geval hadden Adam en Eva genoeg kennis om de consequentie van ongehoorzaamheid in te schatten. God heeft niet in het verborgene gesproken en gezegd waar het op stond: indien men zou eten van de boom van kennis van goed en kwaad, zou men sterven. Onwetendheid was het probleem dus niet.

In Genesis 3:6 lezen we de feitelijke aanleiding, die uiteindelijk geresulteerd heeft in de val van het mensdom. We hebben een hekel gekregen aan die verschrikkelijke boom, en we hebben een hekel gekregen aan die ellendige slang. En toch zag die boom er niet slecht uit. Eva zag dat de boom goed was tot spijze, meer nog, een lust voor de ogen, een boom die begeerlijk was om verstandig te maken. De slang heeft het op een hele subtiele wijze voor elkaar gekregen om de vrouw ertoe aan te zetten toch te eten van die boom. Deze subtiele wijze is tweeledig:

a. God voorstellen als een leugenaar
Zijn eerste probleem is dat God de mens het verhaal achter de boom heeft verteld. Hij heeft niet zomaar gezegd: ‘je mag niet van die boom eten, want dat is niet toegestaan’. Nee, Hij heeft aangegeven dat de mens zijn eigen leven zou riskeren, indien hij er toch van zou eten. Kortom: het verhaal omtrent de boom van de kennis van goed en kwaad is reeds bekend bij zowel Adam als Eva. De slang moet dus er allereerst voor zien te zorgen dat de geloofwaardigheid van dit verhaal ernstig in twijfel getrokken wordt. De enige oplossing is niet zozeer de boodschap in diskrediet brengen, maar de Persoon die de boodschap gebracht heeft – want als de Boodschapper niet meer geloofd wordt, zal er ook geen waarde meer gehecht worden aan de boodschap. Hij begint zijn aanval ook met de woorden: ‘Heeft God niet gezegd dat…?’ En hij stelt Eva ‘gerust’ met de gedachte dat ze heus niet zal sterven. ‘Dat zegt God alleen maar, omdat Hij jaloers is en niet wil hebben dat anderen zouden weten wat hij weet…’ De eerste moord in de hele geschiedenis is niet begaan met een bijl, niet met een kapmes en ook niet met een machinegeweer – maar met een leugen.

b. Fixatie op de uiterlijke verschijning
Er staat, dat Eva zag, dat de boom goed was tot spijze en dat het een lust was voor de ogen. Je zou dus kunnen zeggen dat de slang met een geraffineerd staaltje gezichtsbedrog te werk is gegaan. Plotseling lijkt het Eva weinig meer te boeien en te interesseren wat er schuilgaat achter die boom – wat ziet hij er begerig uit! En dan neemt ze een hap. Hier ligt de oorsprong van alle ellende. Het is niet fout gegaan in Griekenland, het is niet fout gegaan in New York, het is niet fout gegaan in Londen en het is ook niet fout gegaan in Amsterdam – het ging mis in Eden.

De dimensie achter elke verzoeking is hetzelfde: de presentatie geeft geen enkel signaal van de dood – en toch ligt ze erachter. Het blindstaren op macht en wellustige genotsmiddelen is altijd de reden dat mensen in de val lopen. Altijd. Nog nooit is een mens beter geworden van een satanische influistering of advies. Satan is meedogenloos en keihard. Om een vergelijking te maken: mocht je de duivel ooit tegenkomen op een doodlopende weg, die je, als je toch door zou rijden, in een ravijn laat storten, dan zou hij steevast beweren: ‘nee meneer, deze weg loopt prima door! Uw routekaart is alleen gedateerd. Die wekt nog de suggestie dat de weg doodloopt, maar onlangs is er een verbinding gemaakt met de overkant.’ Mooi niet dus!

We kunnen stellen dat de satan een moordenaar en een leugenaar is, maar het feit dat zo velen zijn arglistige aanwijzingen volgen, toont toch ook iets van de sluwheid waarmee hij te werk gaat. Omdat niet alle mensen altijd een verzoeking herkennen, is het het beste om uzelf de korte maar hele simpele vraag te stellen: wat betekent het voor mijn ZIEL als ik dit doe? Eva zag dat het goed tot spijs was, maar spijs is voor het LICHAAM! De duivel zorgt nóóit voor je ziel! Hij vermoordt je ziel, door je uit te dagen het lichaam te gebruiken als een werktuig voor de zonde. God waarschuwde Adam en Eva voor de gevolgen van de zonde met betrekking tot hun ziel – naar het lichaam stierven zij niet onmiddellijk.

Denk na over de volgende vragen: Wat gebeurt er met mijn ziel? Welk effect heeft het op mijn ziel, als ik dit of gene doe? Blijft mijn ziel gericht op God, of juist niet? Blijft mijn ziel zich verheugen in de HEERE, of juist niet? Blijft mijn ziel zich verlustigen in het heil des HEEREN, of juist niet? Blijft mijn ziel trouw aan het Woord van God als ik op een bepaalde wijze handel? En een andere vraag: Als mij iets aangeboden wordt, of ik word naar iets toe gelokt, wie of wat zit er achter hetgeen mij aangeboden wordt?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Reageren? Plaats hier uw vraag en/of opmerking.

Blogarchief