SalvationInGod

dinsdag 5 juni 2012

De heerlijkheid van Christus [6] // Triomfator Die is, Die was en Die komen zal

Lezen: 1 Korintiërs 15; Kolossenzen 2:8-15; Hebreeën 2:5-18; Openbaring 5; 12; 20-22

Ten geleide: Theodicee
Door de eeuwen heen heeft de realiteit van het kwaad mensen beziggehouden, zonder dat hier een sluitend antwoord op is geformuleerd. Dat is ook niet mogelijk. Wat echter wél vaak gebeurt, is dat gelovigen verantwoording af moeten leggen voor het feit dat de goede God, waarin zij zeggen te geloven, het kwaad maar zijn gang laat gaan zonder daar iets aan te doen. Het staat bekend als het ‘trilemma van het kwaad’ of ‘Theodicee’:

1. God is goed
2. God is almachtig
3. Er is kwaad in de wereld

Deze drie stellingen zijn volgens gelovigen allemaal juist, maar onze ratio kan dat niet bevatten. Want als God goed is, maar er is kwaad in deze wereld, hoe goed is Hij dan werkelijk? En als God almachtig is en het kwaad tegelijkertijd zijn plek in de wereld heeft, waarom grijpt Hij dan niet in? Is dat niet wreed?
Gelovigen hebben volgens seculiere groeperingen een probleem, omdat zij geloven in een ‘Hogere Macht’ die met onze zintuigen niet waarneembaar is. We zien God niet, we horen Hem niet en we kunnen Hem niet voelen. Daarom komen sommigen tot de conclusie dat God een verzinsel van religieuze fanatici is, die het spoor aardig bijster zijn geraakt. Maar laten we de zaak nu eens omdraaien: over het algemeen laten humanisten zich erop voorstaan te geloven in de ‘kracht’ en ‘goedheid’ van mensen. Maar alle journaalbulletins worden overspoeld met schokkende berichtgeving over wat mensen elkaar allemaal aandoen: moord, zinloos geweld, terreur, antisemitisme, racisme, etnische zuiveringen, oorlogen en corruptie – het is allemaal aan de orde van de dag. Als gelovigen zich zogenaamd moeten verantwoorden voor Gods handelen, mag zeker ook de wedervraag gesteld worden hoe het mogelijk is dat iemand kan geloven in de goedheid van de mens, terwijl het diezelfde mens is die zoveel chaos aanricht. Bovendien blijkt uit de geschiedenis dat niemand van het menselijk ras in staat is dit probleem op te lossen.

De essentiële vraag: wat is ‘kwaad’?
Als het goed is hebben alle mensen moeite met het kwaad. Het is niet gezond om er geen problemen mee te hebben. De vraag is alleen waarom en tot op welk niveau mensen moeite met het kwaad hebben. In bijna alle gevallen betreft het egocentrisme. Als de Griekse regering de boel heeft bedonderd, noemen wij het corrupt, maar als wij een keer de waarheid niet vertellen, dan is het een leugentje om bestwil en moet de rest er maar begrip voor hebben! Mensen gaan er vaak pas een probleem in zien als zij zelf een vorm van kwaad aan den lijve ervaren. Het zou daarom wel eens kunnen dat als bepaalde mensen uitroepen: ‘God, waarom laat U het kwaad toe in deze wereld?’ zij eigenlijk bedoelen: ‘God, waarom laat U mij dit kwaad ondergaan?’
Mensen moeten echter niet roomser dan de paus willen zijn, alsof zij grotere problemen met het kwaad zouden hebben dan God Zelf. Dit is – gezien onze selectieve verontwaardiging – helemaal niet juist.
Wanneer mensen praten over het kwaad, stuiten we op het probleem dat zij de uiterlijke kenmerken ervan benoemen – en helaas is er aan voorbeelden geen gebrek. We hebben het over corruptie, terrorisme, afpersing, ziekte en rampspoed. Op zichzelf zijn dit kwade verschijnselen en slechts zelden wordt de kern van het kwaad benoemd.

Het cruciale antwoord: wat is er mis?
Uit het Bijbelse getuigenis weten we dat geschapen wezens ‘eigen heerlijkheid’ zochten boven die van God. De eerste die zich hier aan waagde was de engel Lucifer, die wij nu kennen als satan. Vervolgens heeft hij de mens overgehaald Gods heerlijkheid in te ruilen voor eigen heerlijkheid, door Eva voor te houden dat wij ‘als God zouden zijn, kennende goed en kwaad’ (Genesis 3:5). Wij hebben de kennis van goed en kwaad verkozen boven de heerlijkheid van God – en dit is de kern van het probleem. Kwaad is niet slechts kwaad omdat er slechte dingen in de wereld gebeuren, maar omdat Gods heerlijkheid geweld wordt aangedaan en wordt ingeruild voor een andere ‘heerlijkheid’ die de term helemaal niet waard is! Wij leven in een gebroken wereld, omdat wij Gods heerlijkheid missen (Romeinen 3:23). Dit maakt de vraag naar het kwaad echter niet van minder belang of gering. Sterker nog, hij wordt nog urgenter. Want als we het kwaad vanuit Gods perspectief bekijken, worden we ertoe gedwongen de vraag te stellen waarom God toestaat dat Zijn heerlijke Naam onteerd wordt.

Geen onmiddellijk knock-out, maar een kruis
Deze vraag is onvermijdelijk, omdat wij sinds Adam leven in een gebroken wereld waarin wij Gods heerlijkheid missen. God laat op dit moment nog steeds ruimte voor het onteren van Zijn Naam in deze wereld; Hij heeft het kwaad nog steeds niet uitgebannen – iets wat veel mensen wel zouden wensen. De implicaties van een dergelijke wens zijn echter verstrekkend en het valt te betwijfelen of velen zich bewust zijn van deze implicaties; het zou namelijk betekenen dat God de aarde zou oordelen, zonder ook maar één mens in leven te laten! Omdat wij ervoor kozen ons af te wenden van Gods heerlijkheid, heeft God primair een probleem met ons. En het is hier dat wij, gevallen mensen, deel krijgen aan een WONDER. Het is niet alleen Gods bovennatuurlijke geduld en lankmoedigheid dat Hij ons tot op dit moment in leven laat, maar Hij heeft Zijn genade en liefde getoond door Zelf als mens onder ons te komen in de persoon van Christus. Hoewel wij ons hebben afgewend van Gods heerlijkheid, heeft Hij ons een tweede kans gegeven door Zijn Zoon te zenden, zodat wij alsnog voor eeuwig van Zijn heerlijkheid kunnen genieten. Dit kan met recht GENADE genoemd worden –
Genade! Genade! Genade!
De impact van het kruis is met geen pen te beschrijven. God heeft het als radicale markering in de wereldgeschiedenis geplaatst. Aan het kruis van Christus heeft God het doodvonnis getekend van alles wat met het kwaad te maken heeft: de zonde en de boze machten. De dood is nu niet meer automatisch de deur naar het verderf, maar kan dankzij het offer van Jezus de deur naar Gods eeuwige heerlijkheid zijn! Jezus heeft de dodelijke wapens van de duistere machten uit handen genomen. Zij zijn ontwapend. De satan is ontwapend. Hij is zijn macht over de dood kwijt. De Puritein John Owen schreef ooit een werk met de veelzeggende titel The Death of Death in the Death of Christ. De manier waarop God afrekent met het kwaad is volstrekt bovennatuurlijk; geen mens heeft dit ooit zo kunnen bedenken. De dood leeft niet meer dankzij de dood [en opstanding] van de Rechtvaardige! Dieper dan dit kon de God-mens Jezus Christus niet gaan. Er was geen andere manier om de heerlijkheid van Zijn genade, liefde en gerechtigheid aan de wereld te tonen dan door Zelf dwars door het kwaad van lijden en dood heen te gaan: geen mens kan nu nog beweren dat het kwaad in de wereld God koud laat.

Wat met het ‘nu’?
We zouden hier kunnen stoppen en met triomfalisme concluderen dat de duivel een verslagen vijand is. Maar dat is slechts de ene kant van de medaille. Het doodvonnis van de boze mag weliswaar aan het kruis van Golgotha getekend zijn, hij is nog steeds actief. Dit is de constante spanning die christenen ondervinden. We hebben te maken met een vijand die ooit onze vorst was, maar door het geloof in Jezus hebben wij ons radicaal afgewend van onszelf, van de macht der duisternis en zijn wij gericht op de heerlijkheid van de Allerhoogste – en toch ervaren wij nog steeds inmenging van satanische machten. Het is heel verleidelijk om tegen een medebroeder te zeggen: ‘Joh, die zonde waar je mee worstelt… de vijand is reeds verslagen!’ Die broeder zal dan waarschijnlijk zeggen: ‘De vijand kan dan wel verslagen zijn, maar hij probeert mij te misleiden door nu iets voor mijn ogen te presenteren waarvan ik weet dat het mij triggert en dat ik geneigd ben er op in te gaan.’ Deze ervaring is niet vreemd. Nu het doodvonnis van satan getekend is, Christus regeert en aan de rechterhand van de Vader is, weet de boze dat hem nog maar weinig tijd rest en is hij ontstoken in nietsontziende woede. Het is daarom belangrijk ervan doordrongen te raken dat de manier waarop God met het kwaad afrekent systematisch is. En dit doet Hij met een reden, schrijft Petrus. God wil dat allen tot bekering komen en daarom toont Hij ook vandaag Zijn lankmoedigheid, geduld en genade (2 Petrus 3:8). Evengoed kan Hij deze morgen intrekken en dan zal het getekende vonnis uitgevoerd worden.
En met het noemen van dit vonnis komen we weer terug bij Golgotha. Het kruis van Christus staat zo radicaal in het centrum van Gods heilsplan, dat alleen vanwege het werk van Jezus Christus de wereldgeschiedenis ontvouwd kan worden: het gekruisigde Lam van God is de Enige die gemachtigd is om de zegels van Gods geschiedenisboek te verbreken. Als de Messias nooit gekomen was, zou de geschiedenis volkomen op slot hebben gezeten. Het beeld dat het boek Openbaring ons geeft (maar ook andere Bijbelboeken), is dat God het kwaad bewust opneemt in de verloop van de geschiedenis en het gebruikt om tot Zijn doel te komen. Ook dit kunnen wij niet bevatten. Thans geeft Hij ruimte aan de duistere machten om Zijn heerlijkheid geweld aan te doen, maar de Almachtige zal met een finaal slotakkoord de wereld ontdoen van alles wat die heerlijkheid niet weerspiegelt en eert.

De heerlijkheid van Christus’ overwinning
Het is niet aan ons de verborgen dingen van God te ontrafelen. Het is onze taak om elke dag te roemen in het kruis en in niets anders – want dáár is het doodvonnis getekend van alles wat Zijn heerlijkheid tegenstaat. Wij zullen ons tot in alle eeuwigheid verheugen in het kruis van Jezus Christus. Gods heerlijkheid heeft zonde, dood, en duivel overwonnen aan het kruis van Golgotha. En als Gods kinderen de poorten van het Nieuwe Jeruzalem binnengaan, zal er geen traan meer te vinden zijn; geen dood, geen jammerklacht en geen pijn – want dat wat nu nog is, zal er dan niet meer zijn. Gods heerlijkheid zal geen geweld meer aangedaan worden. Christenen willen niet zozeer naar de hemel omdat ze dan geen pijn meer hebben, en ook niet omdat ze dan geen verdriet meer zullen hebben. Christenen willen naar de hemel omdat zij de heerlijkheid Gods hebben aanschouwd in het kruis van Christus en zij hier voor eeuwig in willen en zullen roemen. Zij weten dat het herstel van wat nu nog gebroken is enkel tot stand kan komen door niets anders dan het martelwerktuig, waar de eeuwige Zoon van God Zijn leven gaf als een losprijs voor velen – omdat God in onvoorstelbare genade de mens een tweede kans heeft gegeven voor eeuwig van Hem te genieten en volkomen vreugde in Hem alléén te vinden. Hij die de belofte heeft gedaan, is getrouw. Hij zal spoedig komen – Maranatha! Kom, Heere Jezus!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Reageren? Plaats hier uw vraag en/of opmerking.

Blogarchief