De boodschap van Maleachi
De komende weken hoop ik – zo de Heere wil en ik leef en kan schrijven – stap voor stap door het Bijbelboek Maleachi te gaan. Net zoals met het geweldige, achtste hoofdstuk uit Paulus’ brief aan de Romeinen, hoop ik nieuwe ontdekkingen te doen en te groeien in de kennis van de Heere God.
Halfslachtige aanbidding – een waarschuwing voor de kerk
De reden dat ik het Bijbelboek Maleachi bestudeer, heeft te maken met mijn eigen geestelijke leven. Er zijn een aantal zaken in mijn hart en houding waarvan ik ondervind dat de Heere Zijn licht erover laat schijnen om het weg te nemen. De vraag van een lezer is dan wellicht: “Moet je dit per se allemaal delen?”
Delen hoeft niet per se. Maar ik merk een dieperliggend probleem. Een probleem dat in de tijd van Maleachi overduidelijk aanwezig was en dat de kerk van de eenentwintigste eeuw bedreigt: halfslachtige aanbidding. Als je alleen deze term kunt onthouden en koppelen aan het boek Maleachi, ben je al een heel eind.
Halfslachtige aanbidding is met name in het Westen werkelijk een plaag als onkruid. En geen enkele christen in het Westen – de oprechten van hart en de “serieuze radicalen” – zal ontkennen dat het gevaar van halfslachtige aanbidding dichterbij is dan men hij zou wensen. Een christen die beweert nooit last te hebben van een bedwelmende dreiging of invloed van werelds denken of het zich aanmeten van een onbijbels levensmodel, moet nog maar eens kritisch in de spiegel van Gods Woord kijken hoe het er werkelijk voor staat.
De boodschap van een profeet
Met deze laatste, schokkende opmerking zijn we, wat mij betreft, bij de kern van Oud Testamentische profetie. Keer op keer stuurt God Zijn boodschappers (Maleachi betekent lettelijk “mijn boodschapper”) om Zijn verbondsvolk de spiegel voor te houden: “Hoe staat het ermee? Dien je God van harte, of loop je de kantjes ervan af? Of – nog erger – heb je Hem de rug toegekeerd?”
Vaak denken mensen dat de profeten Gods spreekbuis zijn voor wat betreft eschatologische boodschappen. In deze visie profeteren zij vooral over tijden in de verre toekomst. Mensen zijn snel geneigd profetieën te betrekken op de eindtijd en de wederkomst van Christus. Maar als je de profetische literatuur bestudeert, kom je tot de conclusie dat dit beeld onjuist is. De profetische boodschappen zijn uiterst actueel; niet alleen toen, maar ook nu. En daarmee vormen zij een heilig gevaar voor het verwende hart van de Westerse christen of kerkganger. De profeten laten je enerzijds gechoqueerd achter; je voelt je haast verraden door zo’n scherpzinnig inzicht. Het is een inzicht dat geen moeite heeft het hart te doorgronden. En dit inzicht komt uiteraard niet van de profeet zelf, maar van de God Die hem gezonden heeft.
Aan de andere kant zien we ook dat aan degenen die zich oprecht de ernst van de boodschap aantrekken, verlossing en vernieuwing wordt aangeboden.
Waarom de boodschap van Maleachi ertoe doet
De boodschap van de profeten – en ook die van Maleachi – moet ook vandaag de dag gehoord worden. Hoewel Maleachi 1:1 begint met de mededeling dat het “woord van de HEERE aan Israël” is gericht, ben ik ervan overtuigd dat ook de Nieuw Testamentische Kerk zich aangesproken moet voelen. Ik heb hier minstens twee redenen voor:
1. De Kerk is Gods Nieuw Testamentische verbondsvolk, geënt op het Oud Testamentische Joodse verbondsvolk
Ik vrees dat ik met deze stelling een zeker probleem over mijzelf afroep, maar dat zij dan maar zo. Ik zie Israël en de Kerk van Christus niet als twee, strikt gescheiden volken. Lees Paulus’ brief aan de Galaten, en je ontdekt hoe God het verlossingsplan in Jezus Christus in het héél klein is begonnen. Hij begint steeds met individuen. Noach, Jakob, Abraham, Jozef en Mozes. Het volk van gelovigen – waarvan Abraham de eerste als zodanig wordt genoemd – wordt gaandeweg steeds groter. Israël heeft genade ontvangen om het licht van deze wereld te zijn, dat Gods verlossingsdaden mag verkondigen. God sluit Verbonden met Mozes en David, en belooft een Nieuw Verbond in Jeremia en Ezechiël. Zo werkt Hij toe naar het beslissende moment in de wereldgeschiedenis: de verschijning van Zijn Zoon, Jezus Christus. De poorten van de heerlijkheid staan open voor mensen uit alle volken. Zo verzamelt God voor Zichzelf een volk dat heel klein begon, maar door het verlossingswerk van Christus is uitgegroeid tot een schare, die niemand tellen kan. Als Nieuw Testamentische gelovige mag ik mij rekenen tot de familie van Abraham (zie Galaten 3:1-9, 15-29). Dit is niet iets hoogmoedigs, of het innemen van de plaats van Israël, dit is voluit het Nieuw Testamentische getuigenis. Mijn geestelijke oorsprong als christen ligt in dat verbondsvolk Israël en ik ben als christen – als lid van Gods verbondsvolk – verplicht kennis te nemen van mijn geestelijke voorouders. En dit heeft alles te maken met de tweede reden dat de Kerk zich door de Oud Testamentische profeten aangesproken moet voelen.
2. De profeten stellen hartelijke ongerechtigheid en veronachtzaming van Gods verbond aan de kaak
Mijn geestelijke ouders hebben fouten gemaakt. Ze zijn wegen gegaan die niet Gods wegen waren en ze zijn ongehoorzaam geweest aan de opdracht die God hen gegeven heeft. Als lid van Gods verbondsvolk ben ik er daarom toe verplicht te leren van de fouten van mijn geestelijke voorouders. Laten we als kerk niet te gemakkelijk denken dat wij niet meer kunnen afdwalen van Gods weg, omdat wij nu eenmaal de kerk zijn en de Heilige Geest ontvangen hebben. Natuurlijk, met de komst en het verlossingswerk van Christus is er wel degelijk iets veranderd, en ook de uitstorting van de Heilige Geest op de Pinksterdag is een belangrijk en nooit eerder vertoonde gebeurtenis in de geschiedenis. Toch zou het te gemakkelijk zijn om als kerk op grond van deze feiten de hangmat op te zoeken en in slaap te dommelen; ‘God zorgt wel voor ons, Hij zal er wel voor zorgen dat het goede werk in ons voltooid zal worden.’
De profeten verkondigen van tijd tot tijd een snoeiharde boodschap voor Gods eigen volk. Als er iets is wat de kerk meer dan ooit moet beseffen dan is dat deze waarheid. Gods profetische boodschap is niet allereerst gericht tot de wereld, maar tot Zijn eigen volk. Waarom? Omdat Zijn volk beter zou moeten weten. Het is al erg genoeg dat er ongerechtigheid en afgoderij in de wereld zijn, wat is het dan voor een aanfluiting zijn als Gods eigen volk hiervan nauwelijks te onderscheiden is? Opnieuw: als je dit onthoudt, heb je de kern te pakken van een doorsnee profetische boodschap. Het gaat niet alleen om heerlijk engelengezang bij Christus’ wederkomst, de ondergang van het beest, de vrede van Jeruzalem en de ondergang van de vijanden van Israël. Het gaat in de allereerste plaats om een reiniging van Gods eigen volk. Een blootleggen van de gruwelijke en lelijke ongerechtigheid die de ware godsdienst imagoschade bezorgt en de Naam van God te grabbel gooit.
Durf jij het aan?
Maleachi is zo’n profeet die al deze zaken namens God aankaart. Hij heeft ons iets te zeggen. Het wordt tijd dat de Gemeente van Christus zich bezint op haar roeping en haar handel en wandel kritisch voor het voetlicht houdt. Iemand moet het zeggen, iemand moet het voortouw nemen. Durf jij het aan? Durf jij de pijnlijke reis te ondernemen door dit profetische boek, dat de ongerechtigheid van jouw hart blootlegt en de halfslachtige aanbidding aanwijst? Reis dan de komende weken mee en vraag de Heere in nederigheid om Zijn Woord te gebruiken als drijvende kracht achter jouw dienst aan Hem.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Reageren? Plaats hier uw vraag en/of opmerking.