SalvationInGod

zondag 26 februari 2017

Gods voortgaande werk voor het heil van Zijn Kerk

Verlossing bezien vanuit Kolossenzen 3:1-17

1 “Als u nu met Christus opgewekt bent, zoek dan de dingen die boven zijn, waar Christus is, Die aan de rechterhand van God zit. 2 Bedenk de dingen die boven zijn en niet die op de aarde zijn, 3 want u bent gestorven en uw leven is met Christus verborgen in God.
4 Wanneer Christus geopenbaard zal worden, Die ons leven is, dan zult ook u met Hem geopenbaard worden in heerlijkheid. 5 Dood dan uw leden die op de aarde zijn: ontucht, onreinheid, hartstocht, kwade begeerte, en de hebzucht, die afgoderij is. 6 Door deze dingen komt de toorn van God over de ongehoorzamen. 7 In deze dingen hebt ook u voorheen gewandeld, toen u in die dingen leefde. 8 Maar nu, legt ook u dit alles af, namelijk toorn, woede, slechtheid, laster, en schandelijke taal uit uw mond. 9 Lieg niet tegen elkaar, aangezien u de oude mens met zijn daden uitgetrokken hebt, 10 en u met de nieuwe mens bekleed hebt, die vernieuwd wordt tot kennis, overeenkomstig het beeld van Hem Die hem geschapen heeft. 11 Daarbij is niet Griek en Jood van belang, besnedene en onbesnedene, barbaar en Scyth, slaaf en vrije, maar Christus is alles en in allen.
12 Bekleed u dan, als uitverkorenen van God, heiligen en geliefden, met innige gevoelens van ontferming, vriendelijkheid, nederigheid, zachtmoedigheid, geduld. 13 Verdraag elkaar en vergeef de een de ander, als iemand tegen iemand anders een klacht heeft; zoals ook Christus u vergeven heeft, zo moet ook u doen. 14 En doe boven dit alles de liefde aan, die de band van de volmaaktheid is. 15 En laat de vrede van God heersen in uw harten, waartoe u ook in één lichaam geroepen bent; en wees dankbaar. 16 Laat het woord van Christus in rijke mate in u wonen, in alle wijsheid; onderwijs elkaar en wijs elkaar terecht, met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen. Zing voor de Heere met dank in uw hart. 17 En alles wat u doet met woorden of met daden, doe dat alles in de Naam van de Heere Jezus, terwijl u God en de Vader dankt door Hem.”
(Kolossenzen 3:1-17)

Bij de Veritas-cursus in Eindhoven zijn we momenteel bezig met de exegese van Kolossenzen 3:1-17. Paulus spoort de gemeente in Kolosse aan om het nieuwe leven, ontvangen door het geloof in Jezus, gestalte te geven met een gezindheid die daarbij hoort. Tijdens de laatste avond stonden we stil bij de verzen 5-11.

Waarom eerst de positie en dan de oproep?
De avond werd ingeleid met de volgende vraag:

Waarom zou Paulus eerst het Evangelie benoemen, voordat hij opdrachten geeft aan de gelovigen?

We kunnen duidelijk zien dat Paulus in dit gedeelte aantal concrete opdrachten koppelt aan de positie van gelovigen: “Zoek de dingen die boven zijn…”, “Dood dan…”, “Leg af…” en “Bekleed u…” Dit doet hij echter ná het beschrijven van de Persoon en het werk van de Heere Jezus Christus. Maar waarom doet hij dat? Waarom eerst de positie benoemen en dan de opdracht geven? Mijns inziens zijn hier minstens drie redenen voor:

1. Het Evangelie is de boodschap waaraan de Heilige Geest Zijn heiligende werking verbindt
2. Het geestelijk leven kan alleen maar worden geleefd vanuit een juist zicht op de Verlosser, de Heere Jezus
3. Opdrachten uitvoeren zonder het Evangelie = wettisch

Al deze drie elementen zien we terugkomen in de hele brief aan de Kolossenzen. God heeft maar één boodschap voor een verloren wereld: het Evangelie. In dat Evangelie schenkt God maar één Persoon Die verlossing kan brengen: Jezus Christus. Kortom: buiten het Evangelie van Jezus Christus is er geen enkel geestelijk leven mogelijk! In het christelijk geloof is Christus het Centrum.
Als wij nu bedenken dat wij het christelijke leven zonder Hem kunnen leven, misleiden we onszelf. We gaan hard proberen goed te wandelen en te doen wat God van ons vraagt. Heiligmaking moet altijd gebeuren met het oog op Christus. Je kunt de heiligmaking van iemand toetsen aan de hand van deze vraag:

Wat doet het zien van Christus met deze persoon?

Wettische christenen zijn altijd maar bezig met de opdracht. Ze zijn druk met regels en nieuwe initiatieven, maar spreken zelden over de lieflijkheid van de Heere Zelf. Ze praten niet over de karaktereigenschappen van Jezus. Ze wijzen altijd maar aan wat moet of wat niet mag. Je zou Paulus nooit van dergelijk gedrag kunnen betichten. Lees de hele Kolossenzenbrief maar eens door, en je ziet hoe hij van de lieflijkheid van Christus naar de verandering en vernieuwing van gelovigen overgaat.

Waarom gelovigen waarschuwen voor iets wat geen betrekking meer heeft op hen?
Toen kwamen we bij het gedeelte van de avond, Kolossenzen 3:5-11. Hier heb je een gedeelte, waar Paulus duidelijk de verandering en vernieuwing van christenen op het oog heeft. Het is een pittig gedeelte, waarin allerlei zonden opgesomd worden. Niet alleen zo’n akelig concrete lijst is confronterend, maar ook de opmerking van Paulus in vers 6 en 7. Dit is de lijst:

• Ontucht
• Onreinheid
• Hartstocht
• Kwade begeerte
• Hebzucht, die afgoderij is

En dan in vers 6 en 7 deze conclusie:

“Door deze dingen komt de toorn van God over de ongehoorzamen. In deze dingen hebt ook u voorheen gewandeld, toen u in die dingen leefde.”

Toen werd deze vraag in het midden gelegd:

Waarom schrijft Paulus hier aan gelovigen over de gevolgen van de zonden die de ongelovigen bedrijven? Waarom schrijft Paulus aan gelovigen uitdrukkelijk dat Gods toorn over de ongehoorzamen komen zal, die in deze zonden leven?

Is het niet gek, dat Paulus zijn lezers wijst op ongelovigen? Zou het niet meer voor de hand liggen om de gelovigen in Kolosse te bemoedigen, bevestigen, aan te sporen? Waarom schrijft hij hier bewust over Gods toorn over de ongehoorzamen?
Wij zouden een geheel andere benadering zoeken. Een sussende benadering. Een pais-en-vree-benadering. Ja, natuurlijk – christenen zondigen ook! Maar vooral – christenen zijn verlost! Hoezo, praten over Gods toorn? Dat is voor de wereld! Niet voor ons… Wij zijn christenen…

Klopt dit? Heeft Gods toorn over de zonde niets meer te zeggen voor christenen? Is het nu alleen nog maar “Hosanna! Halleluja!” voor een gelovige in Christus?
Absoluut niet. We vinden in dit gedeelte een radicale verandering in het leven van degenen die met Jezus Christus zijn gestorven en opgewekt.
Paulus wordt hier heel concreet. Hij zegt: “Als jullie zijn gestorven en opgewekt met Christus, dan behoor je deze zaken geen enkele ruimte meer te geven in jouw leven.” Dat woord “als” is een belangrijk woord. Het geeft een voorwaardelijk en oorzakelijk verband aan. Ten eerste zegt het dat wij de opdracht never nooit kunnen uitvoeren als wij niet met Christus gestorven en opgewekt zijn.
Daarnaast maakt het ons duidelijk dat, nu christenen met Christus gestorven en opgewekt zijn, geacht worden hun leven in te richten overeenkomstig deze opdracht!

Je zou kunnen zeggen dat vers 6 en 7 samen een medaille vormen. Aan de ene kant is daar de waarschuwing (“Pas op! Zo behoor je niet meer te leven!”) en aan de andere kant is er de bemoediging (“Dit waren jullie, maar jullie zijn het niet meer!”). Waarschuwingen en bemoedigingen in de Bijbel vormen altijd een perfecte eenheid om gelovigen te bewaren op de weg naar de heerlijkheid. Een gelovige wordt nooit alleen maar voortgedreven door positieve woorden; op sommige momenten moeten er ook waarschuwende, kritische en harde woorden gesproken worden.

Heiligmaking: Gods beeld in ons
Maar waarom zijn waarschuwingen dan zo belangrijk in de Bijbel? Waarom moeten ook gelovigen gewaarschuwd worden? Om dit te begrijpen, moeten we kijken naar de aard van de heiligmaking. Wat doet God precies wanneer Hij christenen verandert? We lezen in vers 10 dat God christenen tot nieuwe mensen heeft gemaakt, die nu bekleed moeten worden met de eigenschappen van dat nieuwe leven. Maar hoe ziet dat er precies uit? Om dat duidelijk te maken, komt Paulus met een nieuwe lijst:

• Innige gevoelens van ontferming
• Vriendelijkheid
• Nederigheid
• Zachtmoedigheid
• Geduld
• Verdraagzaamheid
• Vergevingsgezindheid
• Liefde
• Eensgezindheid
• Dankbaarheid

Als we deze lijst naast vers 10 leggen, komen we tot de ontdekking dat Paulus in wezen schrijft over het karakter van God Zelf – zichtbaar in de Heere Jezus Christus. En het is dit karakter – Gods eigen karakter – dat Hij in Zijn gelovigen aan het uitwerken is. Let goed op: Hij is het aan het uitwerken. Het is een proces. Het is niet in één keer klaar. En omdat het een proces is, is ook een waarschuwing terecht. Want:

1. God redt zondaren die Hem haten
2. God reinigt deze geredden zondaren van hun schuld door het bloed van Jezus Christus
3. God werkt Zijn karakter uit in het leven van deze geredde zondaren door Zijn Heilige Geest

Paulus’ waarschuwing gaat als volgt: het is niet moeilijk om te beweren dat God punt 1 en 2 in jouw leven gerealiseerd heeft. De waarschuwing heeft betrekking op punt 3: jij die belijdt gestorven en opgewekt te zijn met Christus, wordt Jezus’ karakter meer zichtbaar in jou? Of blijf je leven zoals je altijd al deed? Als het laatste het geval is, moet jij je zorgen maken: Gods toorn zal dan ook over jou komen. God werkt Zijn verlossing helemaal uit. Het is absolute flauwekul te beweren dat God bij de één meer “fasen” bereikt dan bij een ander. Iedere christen wordt geheiligd. Een christen heeft niet de keuze om wel of niet geheiligd te worden. En Paulus legt hier de bewijslast voor een bewering neer bij de praktijk. Als in jouw leven niet zichtbaar wordt dat je wordt veranderd naar het beeld van Christus, dan is er iets grondig mis. Paulus zegt hier als het ware: als jouw leven nog steeds gekenmerkt wordt door de zonden waarin je leefde, is dit een goede reden om aan te nemen dat je nog nooit echt tot geloof gekomen bent!

Verlossing is een gemeenschappelijke zaak
Komende dinsdagavond zullen we stilstaan bij de verzen 12- 17. Wat opvalt aan deze verzen, is dat Paulus de hele gemeente aanspreekt. Hiermee wordt direct duidelijk dat heiligmaking geen individuele zaak is. De apostel benadrukt twee middelen tot opbouw van het geloof: het Woord van Christus en liederen. Het Woord is het onderwijs over en van Jezus Christus, dus het Evangelie en de opdrachten die Hij geeft. Geestelijke liederen hebben tot doel om eensgezind de Naam van Christus te loven en prijzen. Hier doorheen wil Gods Geest de liefde voor Christus én medechristenen verdiepen in de harten van Gods kinderen.
Merkwaardig is wel dat Paulus hier het zingen van Psalmen, lofzangen en geestelijke liederen in verband brengt met terechtwijzing. Alsof je een medechristen moet aansporen tot gehoorzaamheid met een specifiek lied. Stel dat een broeder de kantjes van zijn geestelijk leven afloopt, moet je dan “Geloofd zij God met diepst ontzag” aanheffen? En als iemand de ruime uitnodiging van Gods genade betwijfelt, moet je dan met zijn allen “Genade zo oneindig groot” inzetten? Ik denk niet dat Paulus dit bedoelt.
Hij wil vooral het belang van eensgezinde dankbaarheid benadrukken, die op een geweldig krachtige manier tot uitdrukking komt in het zingen van geestelijke liederen. Juist het gemeenschappelijk prijzen van de Heere Jezus is een geweldige stimulans voor het geloofsleven. Het is enerzijds een uitdrukking van onze dankbaarheid en anderzijds een verdiepen ervan. En het is van cruciaal belang om dit als geloofsgemeenschap vast te houden. We moeten samen de Bijbel bestuderen en we moeten samen onze dankbaarheid uiten in het zingen van geestelijke liederen. Christenen zijn geroepen om elkaar op de smalle weg te houden. We hebben gezien dat het mogelijk is dat mensen denken op de smalle weg te zijn, terwijl ze in werkelijkheid nog niet wedergeboren zijn. Als het goed is, biedt de Gemeente van Christus bescherming – niet om in de zonde te blijven leven, maar om een zondaar tot inkeer te brengen en op te roepen in Christus te geloven, om met Christus te sterven en op te staan.
Laten wij als christenen deze roeping met ernst ter harte nemen. Wij zijn geroepen elkaar te beschermen in het geloof. Verlossing is een gemeenschappelijke zaak. Vervul jouw roeping trouw, door samen de Bijbel te lezen en de Heere te prijzen met geestelijke liederen!

Bekijk hier een indringende preek van John Piper over het belang van de rol die de geloofsgemeenschap speelt in het aansporen van gelovigen met betrekking tot volharding.



1 opmerking:

  1. Dank je wel Robert Heel duidelijk. Vooral dit: Het geestelijk leven kan alleen maar worden geleefd vanuit een juist zicht op de Verlosser, de Heere Jezus.

    BeantwoordenVerwijderen

Reageren? Plaats hier uw vraag en/of opmerking.

Blogarchief