SalvationInGod

zondag 1 oktober 2017

De Geest van Christus (2)

De boodschap van Romeinen 8

De vorige keer hebben we vijf contrasten bekeken die Paulus in Romeinen 8:1-11 naar voren brengt. Kenmerkend en van doorslaggevend belang is de aanwezigheid en werking van de Heilige Geest in het leven van iemand. Heeft iemand de Geest niet, dan behoort hij Christus niet toe en is hij ook niet in staat God te behagen door gehoorzaam te zijn aan de Wet. Heeft iemand de Heilige Geest wel ontvangen, dan behoort hij Christus toe en mag weten gestorven te zijn aan de zonde, in de verwachting dat eens de zonde volledig teniet gedaan zal worden bij de opstanding wanneer de Heere Jezus terugkomt.

Hoe groot is de bevrijding werkelijk?
Het lijden, sterven en de opstanding van Jezus Christus heeft een impact die zijn weerga niet kent. Daar is werkelijk iets gebeurt, daar zijn de machtsverhoudingen tussen zonde en gerechtigheid, tussen licht en duisternis werkelijk beslissend omgedraaid. Jezus Christus heeft daar de zonde een allesbeslissende, vermorzelende genadeklap gegeven.
Hoe ingrijpend Christus’ verzoeningswerk is, wordt duidelijk wanneer we verder lezen in Romeinen 8:12-17. Paulus vervolgt in dit gedeelte zijn “triomftheologie” en maakt in niet mis te verstane woorden duidelijk dat de behaalde overwinning van Jezus Christus ontzagwekkend groot is – zelfs zó groot, dat een christen geen enkel excuus meer heeft om te voldoen aan de dodelijke eis van de zonde (vers 12)! Kortom: een christen is dermate vrijgemaakt, dat hij niet meer hoeft te zondigen. Helaas kan een christen nog zondigen, maar de vrijheid die hij in Christus en door de Heilige Geest ontvangen heeft, is zo groot, dat de zonde niet langer over hem heerst, maar hij over de zonde. Opnieuw zien we dat Paulus een aantal contrasten naar voren laat komen. Dit keer zijn het er twee.

1. Het contrast tussen wandelen naar het vlees en wandelen door de Geest (vers 12-14)
Allereerst lezen we in vers 12 tot en met 14, dat Paulus verstrekkende consequenties verbindt aan iemand levensstijl. Dit zagen we ook al in vers 1-11, waar hij met name de gerichtheid van de gedachten benoemt. Hier schrijft hij over wandelen, dus de werken die de gedachten voortbrengen. Óf je wandelt volgens de zondige begeerten, óf je wandelt overeenkomstig de geboden van Christus, door de kracht van Zijn Geest. Het zijn twee manieren van leven, met twee gevolgen:

“Welnu, broeders, wij zijn aan het vlees niet verplicht om naar het vlees te leven. Want als u naar het vlees leeft, zult u sterven. Als u echter door de Geest de daden van het lichaam doodt, zult u leven. Immers, zovelen als er door de Geest van God geleid worden, die zijn kinderen van God.”

Kort samengevat zegt Paulus hier: laat jouw zondige begeerten leven, en ze zal als vrucht de dood hebben; doodt de zondige begeerten en je zult leven. Opnieuw zien we hier een les heilige geestelijke wiskunde. Het leven van de zonde is de dood en de dood van de zonde is leven. Let wel: volgens Paulus is dit niet weggelegd voor een select clubje, de superchristenen of de hogere, geestelijke christenen. Dit is de norm voor élke christen! Vers 12 is de sleutel om te begrijpen waarom Paulus hier zo stellig over schrijft: een christen – zo hebben we net gesteld – hoeft niet meer te zondigen. Ga hier niet te snel aan voorbij. Sta hier eens bij stil. Deze waarheid, tot stand gebracht door het verlossingswerk van Christus, heeft verstrekkende gevolgen. Jij kunt je nu namelijk niet meer verschuilen achter allerlei excuses wanneer jij structureel in zonde leeft en de begeerten van het vlees vervult. Wanneer je dit doet, minacht je het verzoeningswerk van Christus én de krachtige werking van Zijn Heilige Geest. Het is een grote indicatie wat de uiteindelijke vrucht van jouw leven zal zijn: dood of leven.

2. Het contrast tussen een angstvallige, slaafse gezindheid en aanneming (vers 15-16)
In vers 15 en 16 zien we nog een contrast. Het contrast tussen een slaafse en bevreesde houding om God te gehoorzamen – in de hoop door Hem aanvaard te worden – en het zich aanvaard weten voor God door de Heilige Geest.
Christen zijn betekent niet alleen dat je door de Heilige Geest de zonde overwint, het betekent ook dat je een vertrouwelijke omgang met God hebt. Hij is niet meer de toornige, rechtvaardige Rechter Die jou moet veroordelen vanwege jouw zonde, maar Hij is jouw Vader omwille van het verlossingswerk van Jezus Christus. Alleen op grond van Christus’ verzoeningswerk kan God een zondaar aanvaarden. De Heere Jezus heeft Gods toorn over jouw zonde gedragen en dus weggenomen. Aan de andere kant neemt de Heilige Geest jouw angst en slaafse pogingen om acceptatie bij God te verdienen weg. Je hoeft niet meer voor Hem te presteren, je hoeft niet zelf de Wet te vervullen door jouw zwakke inspanningen in het vlees. Het Evangelie is wat dit betreft tegendraads: God aanvaard mij omwille van Christus en geeft mij dan Zijn Heilige Geest om Hem te kunnen gehoorzamen en niet andersom! We hoeven niet eerst te gehoorzamen om bij God aangenomen te worden. Dat kan niet, want geen mens is in staat de Wet te vervullen (zie vers 3-4). Wie dit desondanks blijft proberen, zal ondervinden dat hij een slaafse gezindheid behoudt, met angst en vrees voor Gods oordeel.
De gelovige in Christus mag echter weten dat God zijn Vader is, voor Wie hij niet bang hoeft te zijn. Wel is het zo dat een christen door de Heilige Geest ontzag voor God zal hebben en in dit gedeelte zien we dat dit uitdrukkelijk tot uiting komt in de gehoorzaamheid aan Gods rechtvaardige wil.

Verbondenheid met Christus
Paulus schrijft nog meer over het werk van de Geest in het leven van de gelovige. Niet alleen is een christen door Christus’ verlossingswerk en het ontvangen van de Heilige Geest een kind van God, maar ook een erfgenaam. God laat Zijn kinderen delen in alles wat Hij bezit! Opnieuw zien we de cruciale rol die Christus hier vervult. God deelt niets buiten Jezus Christus om. Waarom niet? Omdat God Zijn heerlijkheid aan Christus heeft gegeven (zie Johannes 17:20-24). Er is géén toegang tot Gods heerlijkheid buiten Jezus Christus om. Daarom schrijft Paulus ook dat christenen mede-erfgenamen met Christus zijn. Christus deelt de heerlijkheid die Hij van God de Vader ontvangen heeft met Zijn volk, dat Hij heeft gekocht en betaald met Zijn bloed.

Wat moeten we met de voorwaardelijkheid van Paulus’ woorden?
Tot zover is alles helder. Dit is het heerlijke, pure Evangelie. Er blijft echter een belangrijke vraag over. Paulus lijkt namelijk met meerdere monden te spreken wanneer hij schrijft over de verlossing in Christus. In Romeinen 5:1 schrijft hij dat wij zijn gerechtvaardigd en vrede met God hebben door het geloof in Jezus Christus, maar hier zegt hij dat een christen zal leven wanneer hij door de Heilige Geest de werken van het zondige vlees doodt. En aan het einde schrijft hij dat een christen met Christus verheerlijkt zal worden wanneer hij met Hem lijdt. Dit in tegenstelling tot Romeinen 5:2, waar staat dat wij door Christus de toegang tot de genade hebben verkregen door het geloof en dat wij roemen in de hoop op de heerlijkheid van God. Hoe zit dit? Waarom lijkt Paulus in Romeinen 8:12-17 het doden van de zondige begeerten en het lijden met Christus tot voorwaarden te stellen om behouden te worden en dus het leven te ontvangen? Spreekt hij zichzelf tegen? Ik denk van niet. Het antwoord op deze vraag moet worden gezocht in vers 14-16.

Het getuigenis van de Heilige Geest
Vers 16 lijkt op het eerste gezicht een mysterieus vers: “De Geest Zelf getuigt met onze geest dat wij kinderen van God zijn.” Hoe doet de Geest dat? Ik denk hoofdzakelijk op twee manieren. De eerste staat vermeld in vers 15:

“Want u hebt niet de Geest van slavernij ontvangen, die opnieuw tot angst leidt, maar u hebt de Geest van aanneming tot kinderen ontvangen, door Wie wij roepen: Abba, Vader!”

De Geest werkt in ons dat wij God als Vader aanroepen. Dit is niet ons eigen werk, maar het werk van Gods Geest in ons. Er is werkelijk een wonder nodig om iemand die God haat te veranderen in iemand die een vertrouwelijke omgang met God heeft en Hem oprecht als Vader aanroept. Je zou kunnen zeggen dat dit de positionele verandering is die de Heilige Geest door het geloof in Christus werkt.

Een andere manier waarop de Heilige Geest met onze geest getuigt dat wij kinderen van God zijn, staat vermeld in vers 14:

“Immers, zo velen als er door de Geest van God geleid worden, die zijn kinderen van God.”

Niet alleen het aanroepen van God als Vader, maar ook de werkelijke ervaring van de heiligmaking is een belangrijk aspect van het getuigenis dat de Geest geeft. Het is immers de Geest door Wie wij de zonde kunnen overwinnen en kunnen leven voor de gerechtigheid.

Eén verlossing, meerdere aspecten
Maar wat betekent dit getuigenis van de Heilige Geest voor het antwoord op de vraag hoe wij Paulus’ voorwaardelijke woorden van vers 13 en 17 moeten opvatten?
Ik zou het woord voorwaardelijkheid willen vervangen door vrucht. Je zou de verzen 13 en 17 kunnen interpreteren als voorwaarden om verlossing te ontvangen en in zekere zin is dit ook zo. Maar het begrijpen van het getuigende werk van de Heilige Geest is de sleutel om deze verzen te verstaan. Het doden van de zonde en groeien in het proces van heiligmaking is een vrucht dan wel noodzakelijke gevolg voor de uiteindelijke verheerlijking die voor de christen is weggelegd. Paulus spreekt zichzelf hier niet tegen. Hij laat hier zien dat Gods verlossingswerk in Jezus Christus meerdere lagen, meerdere aspecten kent. Vergelijk het met een prachtige puzzel waarvan elk stukje op de juiste plek ligt. De rechtvaardiging ligt er als fundament, waarop wordt gebouwd aan de heiligmaking door de Heilige Geest. Beide zijn noodzakelijk voor de verheerlijking van Gods kinderen. Als één van de twee ontbreekt, zal er uiteindelijk geen verheerlijking zijn.
Zo is het ook met het lijden om Christus’ wil. Het is geen voorwaarde om verheerlijkt te worden, maar een gevolg van het feit dat je door het geloof met Hem verbonden bent. Zo getuigt ook de Heilige Geest op meerdere manieren dat wij kinderen van God zijn. Houd deze manieren zorgvuldig bij elkaar. Kijk naar jouw houding naar God toe: hoe benader je Hem? Als toornige Rechter, of als Vader? Kijk ook naar jouw houding met betrekking tot de zonde: haat je de zonde en zie je groei in heiligmaking? Dan bezit je twee grote en kostbare elementen van het getuigende werk van de Heilige Geest. Wat een rijke, diepe, heerlijke en onovertroffen verlossing heeft God ons geschonken in Zijn Zoon, Jezus Christus!






By John Piper. © Desiring God Foundation. Source: desiringGod.org

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Reageren? Plaats hier uw vraag en/of opmerking.

Blogarchief