SalvationInGod

zondag 18 september 2016

Read & Apply #20 Bijbelgebruik en vooringenomenheid (2)

Johannes 7:40-52


De vorige keer hebben we gezien dat er verdeeldheid heerst onder de Joden met betrekking tot Christus. Wie is Hij werkelijk? Mensen discussiëren en beroepen zich op Gods Woord. We hebben gezien dat dit positief is en dat we altijd studie moeten maken van het begrijpen van de Bijbel. We zien echter vanaf vers 44 dat de sfeer grimmiger wordt. Er blijkt sprake te zijn van een vooropgezet plan. Wat kunnen we uit dit gedeelte leren?

1. Jouw visie op Christus bepaalt jouw houding tegenover Hem
Het vooropgezette plan wordt geleidelijk duidelijk. We lezen in vers 44 en 45:

“En sommigen van hen wilden Hem grijpen, maar niemand sloeg de hand aan Hem. De dienaars kwamen tot de overpriesters en de Farizeeën, en die zeiden tegen hen: Waarom hebt u Hem niet meegebracht?”

Blijkbaar zijn er door de Farizeeën een aantal dienaren naar Christus gestuurd, met het doel Hem te arresteren. Dit plan mislukt echter. In vers 46 lezen we waarom:

“De dienaars antwoordden: Nooit heeft een mens zo gesproken als deze Mens.”

Wat heeft Jezus dan precies gezegd? We vinden het antwoord op deze vraag in vers 37 en 38:

“En op de laatste, grote dag van het feest, stond Jezus daar en riep: Als iemand dorst heeft, laat hij tot Mij komen en drinken. Wie in Mij gelooft, zoals de Schrift zegt: Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien.”

Christus spreekt hier over de Heilige Geest (zie Johannes’ uitleg in vers 39) en over het eeuwige leven dat alleen in Hem te vinden is. Blijkbaar zijn de dienaren getroffen door deze woorden en staan ze met de handen in het haar: “Hoe kunnen we Hem nu arresteren als Hij zulk prachtig en vertroostend onderwijs geeft?” En dus komen ze zonder Jezus terug bij de Farizeeën. Die zijn, op hun beurt, not amused. En dan komen we de ware aard van deze religieuze leiders tegen: Christus moet en zal gepakt worden, of Hij nu de waarheid spreekt of niet. Ze hebben het gehad met Hem. Die indruk geven ze al in hoofdstuk 5 vers 16. De visie van de Farizeeën op Christus staat vast. Ze tornen er niet meer aan, ze geven totaal geen mogelijkheid om er correctie op aan te brengen. Wat Jezus ook zegt en wat Hij ook doet, Hij doet het toch niet goed. Dat blijkt hier wel uit. En dat is gevaarlijk, want zo blijven we een karikatuur in stand houden dat nooit kan verdwijnen, al probeert de persoon in kwestie nog zo goed zijn best te doen om er vanaf te komen. Het ontneemt hen een zuiver zicht op Wie Christus is.

2. Vooringenomenheid maakt hard en weigert door te vragen
Typerend is ook dat de Farizeeën niet eens vragen wát Jezus precies heeft gezegd. Ze staan meteen met hun oordeel klaar:

“De Farizeeën dan antwoordden hun: Bent u soms ook misleid? Heeft iemand van onze leiders soms in Hem geloofd, of van de Farizeeën?”
(Johannes 7:47-48)

Niet doorvragen, maar keihard het oordeel in stand blijven houden. Je eigen hachje proberen te redden; het imperium der Farizeeën moet in stand gehouden worden en daar kun je helemaal geen overlopers bij gebruiken. Daarom maken zij zich onmiddellijk druk om de houding van de anderen.
Snoeihard zijn ze. Meedogenloos. Heb het lef niet om het voor Christus op te nemen, want je hangt. Dat is heel duidelijk de sfeer die uit dit gedeelte spreekt. Het wordt nog erger in vers 49:

“Maar deze menigte, die de Wet niet kent, is vervloekt.”

En hupsakee, een vloek erbovenop! Werkelijk alles wordt uit de kast getrokken om mensen aan het verstand te brengen dat het beter is je niet met Christus in te laten. Hier zie je de tragische gevolgen van onbuigzame vooringenomenheid. De Farizeeën stellen geen enkele vraag aan de dienaren. Ze willen niet weten wat Jezus heeft gezegd, ze willen niets onderzoeken. Ze toetsen niet meer op grond van Gods Woord, maar zijn alleen maar bezig hun eigen positie te verdedigen. Het is een schrijnend voorbeeld van mensen die de fout altijd bij anderen zoeken en nooit eens rustig en nuchter gaan bekijken of zij zelf niet gecorrigeerd moeten worden.

3. Wie de waarheid oprecht zoekt, wordt niet altijd gewaardeerd
En dan, in het heetst van de strijd, komt er één iemand naar voren die de moed heeft om deze houding aan de tand te voelen (vers 50-51). Het is Nicodemus, die volgens Johannes 3 een persoonlijk gesprek heeft gehad met de Heere Jezus:

“Nicodemus, die ’s nachts bij Hem gekomen was, die één van hen was, zei tegen hen: Veroordeelt soms onze wet de mens, als zij hem niet eerst hoort en kennis genomen heeft van wat hij doet?”

Kijk, dát is de juiste spirit! Onderzoek! Ga vragen stellen! Ga in gesprek! Maar ga niet rondstrooien met vloeken en beschuldigingen en ongegronde en denigrerende aantijgingen. Probeer een zo compleet en eerlijk mogelijk beeld van iets of iemand te krijgen en kom daarna pas met je bevindingen en commentaar.
Maar helaas: ook Nicodemus – nota bene zelf een Farizeeër, er waren dus heus niet alleen maar slechte figuren – moet het ontgelden:

“Zij antwoordden en zeiden tegen hem: Bent u soms ook uit Galilea? Onderzoek en zie dat in Galilea geen profeet is opgestaan.”

Hier zie je hoe vergevorderd de vooringenomenheid bij de Farizeeën is. Nicodemus komt met een redelijk, logisch en nuchter voorstel. Hij vraagt niets bijzonders, alleen het juiste protocol voor eerlijke waarheidsvinding. En nu krijgt hij voor zijn voeten geworpen dat hij op eigen eer uit is! Je kunt er lang of kort over praten, feit is dat het lang niet altijd wordt gewaardeerd wanneer je, net als Nicodemus, de waarheid boven tafel probeert te krijgen.

4. Vooringenomen mensen zullen je nooit snel uitnodigen samen te Bijbel te bestuderen
Wat de Farizeeën betreft mag Nicodemus zelf Gods Woord bestuderen om te ontdekken dat er uit Galilea geen profeet opstaat. Ook dat is tekenend. Ze zullen dus nooit aanbieden om samen Gods Woord te bestuderen. Vooringenomen mensen gooien alleen maar met een paar losse flodders en losse Bijbelteksten en de rest mag je zelf uitzoeken. Het heeft een soort hoogmoedig karakter, alsof ze willen zeggen: “Wij zijn uitgestudeerd, wij hebben het allemaal op een rijtje – nu jij nog.” Maar helpen? Ho maar! Als je het op een rijtje hebt, dan wil je toch juist laten zien hoe iets in elkaar steekt? Je wilt een ander dan toch juist helpen? Als jij van mening bent dat het een ander aan inzicht ontbreekt, dan wil je toch juist begeleiding bieden om iets te gaan begrijpen? Kennelijk denken de Farizeeën hier anders over.

5. Vooringenomen mensen beschuldigen anderen van problemen waar zij zelf last van hebben
Je hoort in de woorden van vers 52 de rancune, de hoon. “Jij wenst zeker dat deze zogenaamde Christus óók uit Galilea komt, hè vriend? Dan kun je er vast trots op zijn dat je dezelfde afkomst hebt!” De Farizeeën leggen het probleem nu bij Nicodemus, alsof zijn eerzucht hem in de weg zit. In werkelijkheid is het precies andersom. Dit is het geniepige van de hele situatie. Zodra vooringenomen mensen worden geconfronteerd met oprecht naar waarheid zoekende mensen, gaan ze het op de man spelen: “Oh, jij bent zeker dit, of dat…” Ook dit is een teken dat iemand niet bereid is met een open blik te onderzoeken en correctie te aanvaarden. Wanneer deze mensen het niet op inhoud kunnen winnen, gaan ze het persoonlijk spelen. En dat moet ten alle tijden voorkomen worden. Daarom is het van het allergrootste belang om degelijke Bijbelstudie te doen, of dat nu Read & Apply heet of de Veritas cursus. Vergeet de naam, maar koester het onderwijs!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Reageren? Plaats hier uw vraag en/of opmerking.

Blogarchief