SalvationInGod

dinsdag 7 juni 2011

Het aanzien van de vergankelijkheid

Starend naar foto’s van personen uit vorige generaties, begin ik mij er steeds meer van doordrongen te raken wat de dood in deze wereld betekent en welke impact het heeft. Het blijft een vreemde gewaarwording dat mensen jarenlang tastbaar vastgehouden en geknuffeld kunnen worden – tot hen de levensadem ontnomen wordt. Wat rest, is een foto aan de muur – het enige dat je kan doen is de persoon aankijken en teruggaan naar herinneringen. Feitelijk betekent vergankelijkheid niets anders dan dit: het bewijs voor je bestaan wordt een korte periode bepaald door je aanwezigheid in vlees en bloed, na die tijd zal men het uitsluitend met fotoalbums en nagelaten werken moeten doen.

Dit brengt ons bij de vraag: wat is de dood? Ze ligt zo snel op de loer en slaat genadeloos en gemakkelijk toe. Elk moment kan ze je – naar men zegt – ‘ophalen’. Maar tegen deze uitspraak verzet ik mij. Het is niet de dood, die mij ophaalt, het is God Die mij mijn levensadem weder tot Zich neemt. Wat Hij eens aan mij geschonken heeft, neemt Hij nu weer terug. En dat recht heeft Hij. Worstelend, tastend, zoekend en vragend wikken mensen over het overlijden van dierbaren.

Maar hoe goedkoop is het, om te zeggen, dat God de levensadem terugneemt? Met vrome conclusies wek je de doden immers niet tot leven; een dierbare naaste komt er niet mee terug. We moeten iets begrijpen van de majesteit van God, willen we op een Bijbelse, pastorale en duurzame wijze omgaan met ingrijpende omstandigheden als deze. Denk je eens in: als Christus de ziel roept, is het aardse leven voorbij. Wie ben ik, om mij te verzetten tegen Zijn soevereine stem? Ik heb geen macht tegen Hem. Denk je eens in: een hele familie rond het ziekbed van een ernstig ziek persoon. De longen nemen geen nieuwe zuurstof meer op, maar hebben het voor het laatst uitgeblazen – het leven zit erop. De familie was getuige, hoe Christus de persoon bij naam riep. Men mag dan verontwaardigd roepen: ‘wij hoorden geen stem!’ maar de ziel hoorde de Alpha en Omega en gehoorzaamde. De overledene is niet meer onder ons, maar in handen van Christus de Heer. En dat is de grootste troost. Of het nu gaat om de apostel Paulus, John F. Kennedy, Michael Jackson, Freddie Mercury, Charles Darwin, Osama bin Laden, Pim Fortuyn, Theo van Gogh, Adolf Hitler, prinses Diana of Willem Duys – allen die gestorven zijn, zijn in handen van Christus. Zij zullen door Hem behandeld worden, zoals zij behandeld dienen te worden volgens Zijn Koninklijke wetten. En Zijn Koninklijke wetten vormen de normen en waarden voor het heelal. Onrecht kent Hij niet en gerechtigheid is Zijn eer. Tot op zekere hoogte zit er ook een waarschuwing in de dood: we kunnen ons niet voor eeuwig afzijdig houden van God. Ooit zullen we zichtbaar en bewust met Hem geconfronteerd worden – of we het willen of niet.

Alles wat mij rest, is om door geschonken genade te leven in geloof – in gehoorzaamheid achter Jezus aangaan. Totdat Hij mij bij name roept. Dan zal ik Hem zien – meer nog, ik zal in Zijn handen zijn. En wat Hij ook met mij doen zal, het zal zijn, naar Zijn eeuwig welbehagen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Reageren? Plaats hier uw vraag en/of opmerking.

Blogarchief