SalvationInGod

zondag 8 maart 2020

Leiden als de Goede Herder

Ziende op Jezus zorgen voor medegelovigen

God heeft Zijn Gemeente de Goede Herder gegeven (Johannes 10:11). Geen kudde zonder herder; geen Kerk zonder Christus.
Toen Christus Zijn troon besteeg, na Zijn glorieuze overwinning over zonde, dood, demonische machten en hel, heeft Hij gaven aan de mensen gegeven. We lezen hierover in Efeze 4:7-15. Eén van deze gaven is de herder. De Goede Herder geeft Zelf herders – verloste zondaren, imperfecte mensen. Mensen die uit de macht van de duisternis getrokken zijn en leven onder de heerschappij van Koning Jezus, Die als Goede Herder genade en wijsheid geeft aan deze dienende, gebroken en verloste herders.
Leiderschap klinkt aantrekkelijk voor mensen die proberen zo hoog mogelijk op de maatschappelijke ladder te komen. Wie de leider is, heeft immers de top bereikt! In salaris, in positie, in aanzien en in het zijn van een boegbeeld.
Toch zijn het niet de mensen met dit soort ambities die de Heere Jezus als gave voor Zijn Gemeente geeft. Dienen in Gods Koninkrijk heeft namelijk niets met persoonlijke ambities te maken. Het gaat er niet om dat iemand klimt op de geestelijke ladder. De herder legt zijn leven af – in navolging van de Goede Herder – om het belang van de lokale kerkgemeenschap te dienen. Dienen in de Kerk van Jezus Christus heeft helemaal niets te maken met wie meer waard of belangrijker is. Het gaat erom wie welke gave heeft gekregen.
Dit is exact de houding die zichtbaar wordt in Petrus’ aansporing in het vijfde hoofdstuk van zijn eerste brief. In 1 Petrus 5:1-4 lezen we:

“De ouderlingen onder u roep ik ertoe op, als medeouderling en getuige van het lijden van Christus en deelgenoot van de heerlijkheid die geopenbaard zal worden: Hoed de kudde van God die bij u is en houd daar toezicht op, niet gedwongen, maar vrijwillig; niet uit winstbejag, maar bereidwillig; ook niet als mensen die heerschappij voeren over het erfdeel van de Heere, maar als mensen die voorbeelden voor de kudde geworden zijn. En als de Opperherder verschijnt, zult u de onverwelkbare krans van de heerlijkheid verkrijgen.”

We lezen hier een aantal fundamentele basisprincipes die door leiders binnen de lokale gemeente moeten worden toegepast.

Leiders dienen – ziende op het lijden en de verheerlijking van Christus
Petrus had iets bijzonders. Hij heeft het lijden van Christus gezien. Hij was getuige in de uren van duisternis, toen Christus aan het kruis “een vloek voor ons werd” (Galaten 3:13) en Hij “de zonde van de wereld droeg” (Johannes 1:29).
Wat ik keer op keer fascinerend vind, is dat iemand als Petrus – en dit geldt voor alle discipelen van de Heere Jezus – niet schroomt om te vertellen dat hij Christus werkelijk heeft gehoord en gezien én dat hij tegelijkertijd niet hoogmoedig wordt. Hoewel hij getuige was van Christus’ onderwijs en machtige (verlossings)daden, noemt hij zichzelf in 1 Petrus 5:1 “medeouderling” en “deelgenoot van de heerlijkheid die geopenbaard zal worden.” Heeft Petrus Christus fysiek aangeraakt? Ja. Heeft Petrus persoonlijke gesprekken met Christus gevoerd? Ja. Heeft Petrus aan het kruis het bloed zien vloeien dat Gods Kerk vrijmaakt van de zonde? Ja. Heeft dit alles Petrus hoogmoedig gemaakt? Nee!
Vandaag de dag worden grootse gebeurtenissen in iemands leven verkocht – in boekvorm of als verfilming. Mensenlevens worden economisch gewogen en bekeken. Als jouw levensverhaal een uitzonderlijke successtory is, staan uitgevers in de rij om deze geschiedenis in boekvorm te publiceren. Petrus moet niets van deze marketingstrategie hebben. Sterker nog, hij waarschuwt er in vers 2 tegen:

“Hoed de kudde van God die bij u is en houd daar toezicht op, niet gedwongen, maar vrijwillig; niet uit winstbejag, maar bereidwillig…”

Het is niet zonder reden dat Petrus de aansporing in 5:2 vooraf laat gaan door het benadrukken dat hij getuige is geweest van het lijden van Christus. De gelovigen aan wie hij zijn brief schrijft, verkeren in een aantal Romeinse provincies (gelegen in wat wij nu kennen als Turkije) en ervaren verdrukking en vervolging omwille van het geloof in Jezus.

Leiders volharden in het lijden – ziende op het lijden en de verheerlijking van Christus
Wat moet je zeggen tegen christenen die lijden en in verdrukking verkeren? Er is maar één manier om hen te bemoedigen – en dat is door keer op keer het Evangelie van Christus aan hen te verkondigen. Niet als een zwaktebod – alsof zij te weinig kennis van het Evangelie en de Goede Herder Zelf zouden hebben – maar omdat zij in hun eigen lijden de Goede Herder volgen, Die Zelf voor hen geleden heeft. Petrus brengt het Evangelie en de Persoon Jezus Christus ter sprake als Identificatie, of – anders gezegd – als Voorbeeld. We moeten de betekenis van de woorden in vers 1 niet onderschatten. Lijdende christenen – en ook niet te vergeten: lijdende leiders – dienen de Verlosser Die Zelf geleden heeft. Christus weet wat lijden is. Niet alleen rationeel, maar ook omdat Hij dit Zelf aan den lijve ondervonden heeft. Hij heeft werkelijk lijden doorstaan.
Petrus’ woorden in vers 1 zijn bedoeld als bemoediging. Christenen moeten niet vreemd opkijken als zij worden geconfronteerd met lijden, want Degene Die voor hen uitgaat, heeft geleden. Christenen mogen met twee lenzen naar Christus kijken: de lens die Zijn lijden laat zien, en de lens die Zijn verheerlijking laat zien.
De troost, bemoediging en kracht om te volharden in het geloof – dwars door het lijden heen – komt voort uit het zicht op het lijden en de verheerlijking van Christus. We weten dat Christus geleden heeft en we weten dat Hij is opgestaan uit de dood. Wie ziet op Hem, weet: ik deel in Zijn lijden én in de heerlijkheid die Hij ontvangen heeft.

Leiders hoeden de kudde van God – ziende op het lijden en de verheerlijking van Christus
Degene die zijn blik afwendt van de gestorven en verheerlijkte Christus, verliest het enige doel van christelijk leiderschap uit het oog. En dat doel lezen we in 1 Petrus 5:2-3:

“Hoed de kudde van God die bij u is en houd daar toezicht op, niet gedwongen, maar vrijwillig; niet uit winstbejag, maar bereidwillig; ook niet als mensen die heerschappij voeren over het erfdeel van de Heere, maar als mensen die voorbeelden voor de kudde geworden zijn.”

De Kerk bepaalt niet haar eigen agenda. De Kerk drukt niet koste wat het kost haar eigen visie door. De Kerk onderwerpt zich aan haar Hoofd – Christus. Leiders binnen de Gemeente hebben de verantwoordelijkheid gekregen om Gods agenda te volgen. Leiders binnen de Gemeente dienen Gods visie voor ogen te houden. Boven alles dienen leiders te beseffen dat zij niet slechts bestuurlijk actief moeten zijn (alsof het alleen maar om visie en beleid gaat). Zij dienen zich goed te realiseren dat aan hen zielen zijn toevertrouwd die Christus toebehoren. Een geestelijk leider beseft dat de mensen die hij mag dienen niet bezit. Leiders binnen de Kerk dienen Gods volk, maar zij bezitten de kudde niet; God is eigendom van Zijn kudde. Christus’ Kerk is Gods erfdeel. Degene die de gemeente leidt alsof het zijn bezit is, zou onmiddellijk een stap terug moeten doen en zijn positie terug moeten geven. Het is niet erg als je erachter komt dat je geen leider bent; het is erg als je als leider erachter komt dat je geen leider bent en je blijft je desondanks gehecht aan jouw positie. Dat is ronduit verwoestend. Het bewijst dat jij je positie bekleedt voor eigen eer en niet tot eer van God, noch tot bevordering van het welzijn van de zielen die aan jou toevertrouwd zijn. Geestelijke leiders dienen in de kern niet voor zichzelf. Zij weten zich door God geroepen om deze taak te vervullen. Niet omdat zij zich als zodanig profileren, maar omdat de gemeente de gave ziet die God aan deze personen heeft gegeven.

Leiders zijn voorbeelden – ziende op het lijden en de verheerlijking van Christus
Geestelijke leiders binnen een kerkelijke gemeente worden door Petrus omschreven als voorbeelden. Het zijn niet enkel mannen met kennis; het zijn mannen met karakter – Christusgelijkvormig karakter.
Geestelijk leiderschap dat de gezindheid en het karakter van Jezus Christus niet weerspiegelt, faalt hopeloos. Een geestelijk leider is niet door God geroepen om mensen aan zichzelf te binden, maar om mensen door Christus met God te verbinden!
In de tijd van social media en de like-cultuur op Facebook is het gevaar groot dat mensen de grote leiders volgen – ook in de christelijke wereld. Eén van mijn grote zorgen van deze cultuur is dat mensen in kerkelijke kringen grote-leiders-papagaaien worden. Men leest een boek, men hoort een populaire spreker, maar men is niet in staat om met exegetische vaardigheden een Bijbels standpunt in te nemen. We refereren sneller aan wat een bekende christelijke leider zegt of wat we in onze omgeving waarnemen en hebben ons onvoldoende toegelegd om vanuit de Schrift vraagstukken te beantwoorden. Geestelijk leiderschap is niet bedoeld om bekendheid voor jezelf te verwerven. Geestelijk leiderschap wijst op Christus. De geestelijke leider binnen de Gemeente van Christus is geroepen om de mensen dichterbij Christus te brengen.
De geestelijke leider zal zich in moeten spannen om de zielen te leren kennen die God aan hem heeft toevertrouwd. De volgende vragen helpen hem om een goed beeld van de kudde te krijgen:

1. Wie zijn de mensen die ik mag dienen?
2. Waar bevinden mensen zich in geestelijk opzicht?
3. Wat hebben mensen nodig om dichterbij Christus te komen?
4. Hoe kan ik mensen helpen om geestelijk te groeien?

Geestelijk leiderschap betekent je leven afleggen voor degenen die God aan jou heeft toevertrouwd. Het betekent investeren in mensen. Tijd doorbrengen met hen. Willen leren wie ze zijn. Zoeken naar wegen en kijken naar mogelijkheden om hen verder te helpen in het geestelijk leven en de omgang met God.
De geestelijk leider die meent dat preken alleen ervoor zullen zorgen dat mensen geestelijk zullen groeien, komt bedrogen uit. Prediking en pastoraat horen bij elkaar. We kunnen de mensen onmogelijk effectief helpen en geestelijk richting wijzen, als we hen niet kennen. In de Evangeliën lezen we dat Christus in Zijn ontmoeting met mensen fenomenaal liet zien dat Hij deze personen kende. Voor de één was het bedreigend, voor de ander bevrijdend. De opdracht voor geestelijke leiders in de Gemeente van de Goede Herder in 2020 is niet anders – ken je mensen en voed hen met Christus.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Reageren? Plaats hier uw vraag en/of opmerking.

Blogarchief