SalvationInGod

woensdag 8 april 2015

Johannes' visioen op Patmos

Wanneer wij verschijnen voor Jezus Christus

Openbaring 1

Het boek Openbaring is een geweldige gift, schat en rijke zegen die God heeft geschonken aan Zijn volk.
Het doel van dit Bijbelboek wordt direct aan het begin duidelijk gemaakt:

“Openbaring van Jezus Christus, die God Hem gegeven heeft om Zijn dienstknechten te laten zien wat spoedig moet geschieden, en die Hij door Zijn engel gezonden en aan Zijn dienstknecht Johannes te kennen heeft gegeven.”
(Openbaring 1:1)

God is de uiteindelijke bron van deze openbaring, die door Johannes is opgeschreven en gezonden naar de zeven gemeenten in Asia (1:3 en 11).
God wilde Zijn volk niet in het ongewisse laten over de grote lijnen van de toekomst – specifieker: de grote lijnen van Zijn handelen in de toekomst, met als climax de verschijning van Zijn Koning in heerlijkheid en macht. Het feit dat God dit in Zijn welbehagen heeft gedaan, moet leiden tot troost, dankbaarheid en aanbidding bij Zijn kinderen. De Heere heeft dit boek allereerst gegeven aan Zijn Kerk.
Dit weerlegt de opvatting dat alleen de eerste drie hoofdstukken directe geldigheid zouden bezitten voor de Gemeente van Christus. Waarom zou God de gehele openbaring aan Zijn dienstknechten geven, als Hij weet dat er maar een beperkt gedeelte directe betrekking heeft op Zijn Kerk? Johannes schrijft duidelijk dat God wil dat Zijn dienstknechten weten wat er “spoedig moet geschieden”, maar tot welk nut zou dit zijn als de Gemeente zelf niet betrokken is bij de getoonde beelden? Bovendien doet deze opvatting geen recht aan het doel van Openbaring, dat hoofdzakelijk bestaat uit het bemoedigen en vertroosten van Gods volk. Het is misleidend te denken dat het boek meer te zeggen heeft voor de verloren wereld dan voor het lichaam van Christus.

Zegen
Dit wordt nog eens bevestigd door de woorden van vers 3:

“Zalig is hij die leest en zijn zij die horen de woorden van de profetie, en die in acht nemen wat daarin geschreven staat, want de tijd is nabij.”

Er is een geweldige zegen verbonden aan het (1) lezen van Openbaring, het (2) horen van de woorden van de profetieën die Openbaring geeft en (3) het in acht nemen van wat er in Openbaring geschreven staat. De reden is eenvoudig: “De tijd is nabij.”
We moeten Openbaring dus verstaan in combinatie met de ernst van de tijd. Er rust een bijzondere zegen op, als wij maar willen lezen, luisteren en gehoorzamen. Gehoorzaamheid van de gelovigen is van cruciaal belang in Openbaring. Het boek spoort keer op keer aan om trouw te blijven aan Jezus, het Evangelie en standvastig te zijn middenin de verdrukking. Daarom is het niet alleen belangrijk om dit Bijbelboek te lezen, de woorden ervan te horen, maar om het in acht te nemen, zodat wij trouw en toegewijd kunnen zijn in alle omstandigheden – tot in de dood. Niet voor niets wordt nadrukkelijk de zegen verbonden aan het oprecht ontvangen van de openbaring.
Dit is het punt waarop Gods Woord onze emoties moet overwinnen. Hier komt het aan op geloof. Hoe kunnen wij daadwerkelijk standvastig en verzekerd zijn, en zelfs sterven omwille van de Naam van Jezus wanneer God dit van ons vraagt? Het belang hiervan wordt al verkondigd in de zegen, omdat het een opvolgen is van praktische voorschriften die God geeft. Openbaring geeft als het ware praktische voorschriften aan gelovigen, te midden van vreselijke en hoopgevende visioenen, om zo de zekerheid van de overwinning te tonen, dwars door alle lijden en dood heen. De zekerheid van de overwinning wordt al direct gegeven, in de verschijning van de opgestane en verheerlijkte Christus.

Vreselijke beelden, gegeven door de glorieuze God
De aanhef, groet en het visioen van Openbaring zijn volmaakt en voortreffelijk in het licht van alles wat Johannes te zien zal krijgen – en wij met hem. Openbaring is een mix van heerlijke vooruitzichten en vreselijke, schokkende beelden. En als er één ding is wat wij als lezers mee moeten krijgen uit hoofdstuk 1, dan is het dit:

“En toen ik Hem zag, viel ik als dood aan Zijn voeten, en Hij legde Zijn rechterhand op mij en zei tegen mij: Wees niet bevreesd, Ik ben de Eerste en de Laatste, en de Levende, en Ik ben dood geweest en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheid. Amen. En Ik heb de sleutels van het rijk van de dood en van de dood zelf. Schrijf nu op wat u hebt gezien, en wat is,
en wat hierna zal geschieden.”
(Openbaring 1:17-19)

“Wees niet bevreesd.” Wees niet bevreesd! Jezus is de Levende! Hij is gestorven, maar ook opgestaan uit de dood – Hij leeft voor eeuwig! Hij kan niet meer sterven; waarom zouden wij nog bevreesd zijn in Zijn tegenwoordigheid?
De betekenis van de verschijning van de verheerlijkte Christus is van groot belang. Allereerst is het een geweldige troost te weten dat deze Jezus gestorven én opgewekt is, dat Hij leeft tot in eeuwigheid en dat Hij de macht heeft over alle koningen en heersers van de aarde. Kortom: de beelden die Johannes te zien zal krijgen, worden gegeven door de Almachtige en de Almachtige heerst over wat de beelden ons tonen.
Bovendien kunnen gelovigen met vertrouwen “getrouw zijn tot de dood,” doordat Gods onbetwistbare almacht in de visioenen wordt getoond.
Voor Johannes zelf moet Jezus’ verschijning daarom ook een enorme troost zijn geweest, omdat hij in vers 9 schrijft dat hij zich, net als de zeven gemeenten, in verdrukking bevindt. Hij is op het eiland Patmos, vanwege Gods Woord en het getuigenis over Jezus.
En er is nog iets. In vers 10 en 11 lezen we dit:

“En ik was in de Geest op de dag des Heeren en ik hoorde achter mij een luide stem, als van een bazuin, die zei: Ik ben de Alfa en de Omega, de Eerste en de Laatste, en: Wat u ziet, schrijf dat op een boekrol en stuur het aan de zeven gemeenten die in Asia zijn: naar Efeze, naar Smyrna, naar Pergamus, naar Thyatira, naar Sardis, naar Filadelfia en naar Laodicea.”

Johannes beschrijft hier zijn unieke voorrecht. Hij heeft namelijk de wederkomst van de Heere Jezus gezien – in de Geest. Fysiek heeft het nog niet plaatsgevonden, maar de apostel heeft dit indrukwekkende beeld in een visioen waargenomen. Door Gods genade heeft hij mogen zien wat er zal gebeuren als Jezus terugkomt. In vers 7 lezen we dat Jezus “komt met de wolken, en elk oog zal Hem zien, ook zij die Hem doorstoken hebben.” Dit betekent dat de komst van Christus voor iedereen en op hetzelfde moment zichtbaar zal zijn. Er wordt hier gesproken over een grootse, massale en publieke verschijning; de hele wereld zal getuige zijn.
Te geloven en erkennen dat de Kerk in de visioenen op aarde wordt getoond, doet daarom het meest recht aan de urgentie en doel van het Bijbelboek in zijn geheel.

De liefde van Christus voor Zijn volk
Ik ben mij ervan bewust dat mensen dit anders zien. Zij zullen de vraag stellen: “Wat is het voor liefde wanneer God Zijn volk door een grote verdrukking laat gaan?” Waarom moeten zij een diep en afschuwelijk lijden doorstaan? Is dit werkelijk liefde? De vraag naar het lijden van gelovigen in combinatie met de goedheid van God roept spanning op.
We lezen van Jezus’ liefde in vers 5b. En dan zien we dat het lijden niet iets is wat Hem voorbij is gegaan.
Zijn volgelingen volgen Hem juist in het spoor van vervolging en verdrukking. Hij heeft Zelf afschuwelijk geleden. Zijn liefde blijkt hier juist uit Zijn lijden, omdat Hij “met Zijn bloed ons [Zijn Kerk] heeft bevrijdt van onze zonde en ons tot Zijn Koninkrijk heeft gemaakt.”
In Gods plan kunnen liefde en lijden dus blijkbaar op een mysterieuze wijze samengaan.
Dit is geen feit om lichtvaardig te lezen. We moeten hier stoppen en bedenken wat dit betekent.
Nogmaals: de proloog, groet en het visioen zijn geweldige blijken van Gods genade voor Zijn volk. Voordat de afschuwelijke beelden worden gegeven, wordt de groet overgebracht van “Hem die is, die was en die komen zal.” Hij heeft ons liefgehad! En hoe heeft Hij dit laten zien? Door te sterven aan het kruis en op te staan uit de dood. Juist deze kennis, deze historische feiten moeten in geloof worden ontvangen in het licht van de beelden die volgen. Te weten dat de almachtige, liefdevolle Christus de beelden geeft en hierover heerst, is een bemoedigende boodschap. En wanneer die boodschap door de Heilige Geest wordt toegepast aan het hart, zal de persoon de wereld overwinnen door het geloof (1 Johannes 5:1-5).

Gethsemané: de angst van Jezus
Het geloof is de daad waarmee een mens zich aan Christus vastgrijpt. Jezus wordt door de zondaar omhelsd. De Zoon van God wordt volledig ontvangen op alle terreinen van zijn leven. Gods geestelijke zegeningen worden in Christus zijn deel. Maar de gelovige mag en zal nooit vergeten dat Gods gave van het eeuwige leven en alle geestelijke zegeningen nooit tot hem hebben kunnen komen, als Jezus niet de weg van lijden, dood en opstanding zou zijn gegaan.
De weg die Christus ging, was niet gemakkelijk. En ook Hij heeft angst gekend. Hij weet wat het is om de dood in de ogen te kijken; Hij weet wat het is om verdrukking tegemoet te zien. In Gethsemane ervoer Hij de diepste bedroefdheid in Zijn ziel; vlak voordat Hij werd gearresteerd worstelde Hij intens met de wil van Zijn Vader.
God had een beker voor Zijn Zoon klaargezet, gevuld met heilige toorn. Toorn over de zonde van de wereld. Wanneer Jezus deze beker drinkt, wordt Gods toorn over Hem uitgegoten. Jezus is van God verlaten (zie Psalm 22:1).
Het wonder van dit feit bestaat uit twee zaken. Ten eerste werd Jezus door God verlaten, zodat wij voor eeuwig bij Hem mogen zijn. Christus’ plaatsvervangend lijden onder Gods toorn opende de weg voor alle zondaren naar Gods genadetroon. Daarnaast is het bijzonder dat Christus met volle zekerheid die weg kon gaan. Dit betekent dat Hij geweten moet hebben wat het lijden en sterven Hem zouden brengen, wat erna zou komen. Hij moet een geweldig vooruitzicht op de eeuwigheid hebben gehad en hebben gezien dat de weg van het lijden en sterven vreugde zou opleveren. Hij moet zo’n vertrouwen in Zijn Vader hebben gehad, dat Hij verzekerd de weg kon gaan.
Dit is een belangrijke les voor allen die Hem na willen volgen. We kunnen momenten hebben dat we worstelen met Gods wil, omdat we lijden en verdrukking tegemoet zien, maar net zoals Jezus weten ook wij Wie wij vertrouwen, Wie de beloften heeft gedaan en Wie de werkelijke heerschappij toebehoort. Dit is in de kern de hoop van Openbaring: wij kunnen de weg afleggen die Jezus ging, omdat Hijzelf – en dus God – onze Zekerheid is. Het is een geweldige bemoediging!

De ware bemoediging
De kerk – en dan met name de kerk in het verwende, zogenaamd beschaafde, tolerante, welvarende Westen – moet haar verstaan van het woord “bemoediging” radicaal herzien, zodat ze verder komt dan clichés als “God houdt van jou” en “Hij heeft een plan met je leven.” Wat wij “bemoediging” vinden is niet altijd wat de Bijbel bemoediging noemt.
Wanneer de Bijbel spreekt over bemoediging, dan is dit altijd gericht op de groei van het geloofsleven; het zoekt de versterking van de omgang die iemand met God heeft en het eeuwige leven. Bemoediging in de Bijbel heeft daarom een sterk vooruitziend karakter en bereidt de gelovige voor om de eeuwigheid met de Heere Jezus door te brengen.
Dit eeuwige leven begint hier, in deze wereld, dwars door het lijden heen. Het is bepaald niet “bemoedigend” wanneer mensen stellen dat een christen niet meer hoeft te lijden. Het is valse hoop, die de Bijbel niet geeft.
Wat Openbaring feitelijk meegeeft aan de lezer, is Gods realiteit. Deze realiteit wordt voor ons blikveld verbonden met hoop enerzijds en de oproep tot standvastigheid anderzijds. Juist de hoop is voeding voor standvastigheid.
De functie van bemoediging en opbouw is om de gelovige te wijzen op Christus’ almacht, juist als wrede dictators mensen laten ombrengen. Als lezer zie je de dictator, maar in geloof zie je Jezus daarboven staan. Zo heeft God Openbaring bedoeld.
Ook wanneer het lijden ter sprake komt. Als wij met angst en beven lezen dat het beest in Openbaring 13 macht krijgt om “de heiligen te overwinnen” door hen te doden, dan zien we Jezus Zelf, Die leed en stierf – maar ook opstond uit de dood!
De visioenen moeten telkens weer worden gelezen in het licht van Christus’ almacht, lijden en opstanding. Het is daarom Gods voorzienigheid dat het boek Openbaring begint zoals het begint: met de almachtige, gestorven en opgestane Christus.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Reageren? Plaats hier uw vraag en/of opmerking.

Blogarchief