SalvationInGod

vrijdag 5 augustus 2011

'Ziet, hoe grote dingen Hij bij ulieden gedaan heeft'

Toen zeide Samuel tot het volk: Vreest niet, gij hebt al dit kwaad gedaan; doch wijkt niet van achter den HEERE af, maar dient den HEERE met uw ganse hart. En wijkt niet af; want gij zoudt de ijdelheden na [volgen], die niet bevorderlijk zijn, noch verlossen, want zij zijn ijdelheden. Want de HEERE zal Zijn volk niet verlaten, om Zijns groten Naams wil, dewijl het den HEERE beliefd heeft, ulieden Zich tot een volk te maken. Wat ook mij aangaat, het zij verre van mij, dat ik tegen den HEERE zou zondigen, dat ik zou aflaten voor ulieden te bidden; maar ik zal u den goeden en rechten weg leren. Vreest slechts den HEERE, en dient Hem trouwelijk met uw ganse hart; want ziet, hoe grote dingen Hij bij ulieden gedaan heeft! Maar indien gij voortaan kwaad doet, zo zult gijlieden, als ook uw koning, omkomen.
(1 Samuel 12:20-25, Statenvertaling)


Mijmerend over de woorden van Samuel in vers 24 gaan de gedachten uit naar het verleden. Kijk toch eens, wat God onder u gedaan heeft!

Er zijn twee dodelijke gedachten die vermeden moeten worden. De eerste is dat de mens rechten heeft en de tweede is dat God verplicht is tot ook maar enig iets. Dat mag gek klinken voor sommigen, omdat God immers beloften heeft gegeven, waar wij op mogen pleiten – beloften waar God niet op terugkomt: beloofd is beloofd. Maar God heeft nooit iets geschonken uit dwang of plicht, maar naar Zijn welbehagen: Hij wenst het te doen zoals Hij het doet en daar is niets mis mee. Christus is gegeven omdat het Gods welbehagen was, maar niet omdat God genoodzaakt was Hem te zenden – het bloed van deze gevallen schepping is niet aan Gods hand, maar aan die van ons. In die zin heeft niemand het recht om Christus te ontvangen, maar aan de andere kant is het ook waar dat niemand een excuus heeft om Hem te weigeren, aangezien God Hem op een perfecte manier heeft gegeven. Dat heet genade.

Evenzo is het ook dwaas te roepen dat God uit noodzaak de mens geschapen heeft. Geen noodzaak, maar welbehagen. Daar kun je heerlijk over mijmeren! Wij bestaan niet omdat we daar recht op hebben, maar omdat het naar het eeuwige welbehagen van God is; het staat ook veel mooier. Bij plichtmatigheid komt er weinig vurige vreugde bij kijken, maar bij welbehagen des te meer. Het doet de verwondering groeien. Waarom heeft God ons hier geplaatst? Om Hem te leren kennen en daarvan te genieten! Als God in Zichzelf algenoegzaam is, waarom zouden wij dan gelukkig worden van iets anders? We moeten oppassen om te strooien met romantische scheppingsmotieven, als zou God Zich eenzaam hebben gevoeld, of dat er strikt gedacht wordt vanuit de relatiegedachte. Het lijkt erop dat deze generatie het profetisch denken heeft ingewisseld voor profijtisch denken – dat we God moeten zoeken omdat dit het beste voor ons is en niet omdat er buiten Hem totaal geen leven is. De vraag is echter in welke termen van het beste hier gedacht wordt.

De gedachte dat de mens rechten zou hebben, vermoordt de blik op Gods genade. Als wij het normaal gaan vinden dat wij hier zijn, als wij gezondheid normaal vinden, als wij voorspoed en zegeningen als normaal gaan zien, verduisteren we ons blikveld op de genadegaven van God. Als we deze genadegaven van God niet meer op deze wijze waarderen, zal de klap des te groter aankomen wanneer we geconfronteerd worden met tegenslag en rampspoed. Misschien is dit wel de reden dat waarom-vragen geregeld met de gebalde vuist worden gesteld. Misschien zijn we teveel gaan denken in termen van ‘mensenrechten’; het leven is geen formaliteit. Het leven is niet ‘gewoon’. Het leven is geen ‘plichtmatigheid’. Het leven is een uiting van Gods welbehagen; ons persoonlijk bestaan is een uiting van Gods welbehagen; het verzoeningswerk van Christus is een uiting van Gods welbehagen - al wat God geschapen heeft en alles wat Hij doet is een uitdrukking van Zijn welbehagen!

Met Samuel kunnen we terugkijken. Wat zien we van Gods welbehagen in ons leven? Kunnen wij ons verwonderen over het kleinste of ogenschijnlijk meest normale aspect in ons leven? Gods eerste weldaad aan ons persoonlijk, was om ons te scheppen. Ondanks dat we in zonden geboren zijn, heeft God naar Zijn welbehagen een volk voor Zichzelf verzameld – het Joodse volk. Het was eveneens Zijn welbehagen om de heidenen, die verre van Hem waren, naderbij te doen brengen door Jezus Christus – de scheidsmuur is afgebroken: naar Zijn welbehagen is het Evangelie voor de Jood en de Griek, de vrije en de slaaf.

Deze God heeft uit eeuwig welbehagen prachtige dingen geschapen en gegeven. Zouden wij Hem hierom dan niet met eer en trouw naderen? Is het dan ook niet terecht dat allen, die dit alles verachten en vertrappen, zelf vertrapt en veracht zullen worden onder Gods toorn? Er bestaat zoiets tragisch als slordig omgaan met Gods welbehagen en vrije gaven uit genade. Niets moest Hij, niets hoefde Hij en toch – Hij deed het. Ongewoon, naar Zijn welbehagen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Reageren? Plaats hier uw vraag en/of opmerking.

Blogarchief