SalvationInGod

vrijdag 13 mei 2016

Bijbelse counseling [8] Tussen strijd en hypergeestelijkheid

Over gezonde geestelijke groei

We hebben al een aantal facetten van Bijbelse counseling bestudeerd en wat we hebben gezien, is dat het leven is zoals de Bijbel zegt dat het is: complex, gebroken, maar zeker ook hoopvol.
Juist omdat de Bijbel spreekt over de complexiteit en gebrokenheid van het leven, moeten we nauwkeurig en voorzichtig omgaan met de hoop die de Bijbel geeft.

Teleurgesteld in hoop?
Het is pijnlijk te constateren dat de hoop die je koestert, niet wordt vervuld. Dat doet wat met je. De vraag is of er zoiets bestaat als “teleurgesteld raken in God” of “teleurgesteld raken in de hoop die de Bijbel beschrijft” – zijn deze twee formuleringen legitiem? Mag je dit zo stellen?
Als mensen zeggen dat ze “teleurgesteld” zijn in God, wat bedoelen ze dan? En hoe kun je “teleurgesteld” worden in hoop?
Ik denk dat het onbijbels is om te stellen dat “God mij heeft teleurgesteld” of dat “de Bijbelse hoop mij beschaamd heeft gemaakt.” Er zijn twee belangrijke redenen waarom ik dat denk:

1. Teleurstelling duidt op verwachtingen die niet zijn waargemaakt
Als iemand stelt “teleurgesteld” te zijn, dan kan het niet anders of er zijn verwachtingen geweest. Men was er eigenlijk voor de volle honderd procent zeker van dat iets zou gebeuren. Toch gebeurde het niet. Wat is hier nou het probleem? We kunnen in een extreme situatie terechtkomen, waarin we gaan zeggen dat God het probleem is. Maar te stellen dat God het probleem is, dát is juist het probleem.
Christenen baseren hoop en verwachtingen op grond van Gods beloften in Zijn Woord. Wanneer die beloften echter onvoorzichtig worden gehanteerd, iedereen lukraak teksten gaat opdreunen en daar verwachtingen aan verbinden, wordt het gevaarlijk. Mijn vraag aan degenen die zeggen “teleurgesteld” te zijn in God, is deze: Heeft God werkelijk beloofd dat Hij jouw verwachting met betrekking tot deze specifieke situatie zou doen uitkomen?

2. Hoop kan worden geïnterpreteerd voor de korte én lange termijn
Hieraan koppel ik direct een tweede vraag. Het kan inderdaad waar zijn dat God iets in Zijn Woord belooft, maar ook dan zijn we er nog niet. God heeft namelijk ook beloften gedaan waarvan we kunnen weten dat zij nooit in dit gebroken bestaan vervuld zullen worden. “God zal alle tranen van de ogen wissen” is een belofte die pas vervuld zal worden bij de wederkomt van de Heere Jezus. Niet eerder. Satan en zijn demonen zullen op een dag in het eeuwige vuur geworpen worden, maar ook dit zal niet gebeuren voor de wederkomst van Christus. De vraag is of de vervulling van een specifieke belofte van God binnen dít tijdperk ligt, of dat we moeten wachten tot “de voleinding van alle dingen” en op het moment dat de nieuwe hemel en nieuwe aarde er zullen zijn.

Pleidooi voor Bijbels realisme
De Bijbel is hoopvol – jazeker, glorieus hoopvol. Wat een heerlijke, geweldige, alle-verstand-te boven-gaande beloften staan daar in! En wat een heerlijk uitzicht biedt God: voor eeuwig bij Hem Zijn, dankzij Zijn Zoon, Die onze zonde op Zich nam. Voor eeuwig blijdschap voor Zijn aangezicht. Voor eeuwig juichen om Wie Hij is en wat Hij voor ons heeft gedaan. Het is onuitsprekelijk en onbeschrijflijk mooi.
Maar – we moeten als christenen een gezonde balans weten te vinden tussen de eeuwige hoop en realisme. Zeker in het rijke Westen, waar gezondheid het grootste goed lijkt te zijn, en de welvaart van de wolkenkrabbers spat, moeten we heel voorzichtig zijn en geen welvaartsevangelie creëren. Ook in Bijbelse counseling moeten we oppassen dat we niet méér beloven dan God voor dit moment aanreikt. Het zou zomaar kunnen zijn dat teleurstelling in God een gevolg is van menselijke beloften. En eerlijk gezegd moeten we de teleurstelling neerleggen waar hij hoort; bij degene die de belofte gedaan heeft. En als jij als mens meer belooft dan God beloofd heeft, ben je onverantwoord bezig; je pleegt echt een serieuze aanslag op het geloofsleven van de ander.

Rekening houden met gebrokenheid is realisme
Zoals ik concludeerde in een artikel naar aanleiding van Johannes 8:31-38, is het Bijbels om realistisch te spreken over gebrokenheid. Oplossingsgerichte mensen willen het liefst direct problemen verhelpen. Dat zorgt soms voor problemen. Er worden verkeerde diagnoses gesteld, er worden oplossingen aangereikt die te snel, te gemakkelijk zijn en geen recht doen aan de complexiteit van de omstandigheden. Als iemand depressieve klachten heeft, staan sommigen zelfverzekerd te roepen dat dit “het werk van satan is.” En ook als mensen in zonde gevallen zijn, geven ze deze boze geest de schuld. En als het geloofsleven niet optimaal functioneert, moet je meer bidden, de duivel weerstaan, de strijd aangaan en op God vertrouwen.
Tja, was het allemaal maar zo gemakkelijk! Als we nu bij onze bekering in een soort quarantaine-ruimte geplaatst zouden zijn, heerlijk beschermd tegen aanvechtingen, lijden en verzoekingen, was het een heel ander verhaal. Maar we zijn nog even kwetsbaar als voorheen. Wij hebben weliswaar Degene in ons wonen, Die “sterker is dan hij die in de wereld is” (1 Johannes 4:4), maar daarmee is niet gezegd dat al het lijden en de aanvechtingen en de aantrekkingskracht van de zonde zijn weggenomen.

Hypergeestelijkheid: uit de hoogte mistasten
Uit eigen ervaring weet ik dat het een ontzettend groot risico is om iets waar ik zelf helemaal vol van ben, bij anderen door de strot te willen duwen. Je wilt zó graag dat mensen de Heere Jezus leren kennen zoals jij Hem zelf hebt leren kennen en elke keer opnieuw benadruk je dezelfde boodschap. Eindelijk heb je het licht gevonden – of beter gezegd: God heeft jou het licht geschonken (2 Korinthe 4:4-6). Dat licht is zó bevrijdend, dat moeten anderen gewoon horen! Prachtig, niets mis mee. Het gaat mis wanneer ik mijn eigen bekeringsgeschiedenis als norm ga nemen voor anderen. Ik las een boek, dus jij moet het ook doen. Ik ging naar een speciale kerkdienst, dus jij moet dat ook doen. In geloof nam ik een bepaalde stap, dus dat moet jij ook doen.
Deze houding kun je een tijdje volhouden, maar op een gegeven moment voel je aan dat het zo niet langer kan. Er blijven twee mogelijkheden over: óf jij buigt, óf de ander. Ik ben erachter gekomen dat het beter is om zelf te buigen, vanwege de geestelijke gezondheid van de ander. Je kunt wel met alle geweld proberen om een Bijbelse boodschap te verkondigen, maar je moet ook inschatten of de manier waarop je die boodschap afgeeft geen verdere schade toebrengt aan het geloofsleven van de ander.
Iemand die alles hypergeestelijk beoordeelt, vervalt al snel in deze rol. Op alle levensproblemen weet hij of zij wel een geestelijke oorzaak aan te wijzen en uiteraard ook een geestelijke oplossing. Of het is zonde, ongeloof, gebedsloosheid of satan. Onder het mom van “Christus is alles en in allen” moeten christenen veel Bijbellezen, bidden, blijmoedig zingen en dan zal God ervoor zorgen dat de huidige problemen worden weggenomen.
Maar wie zegt dat er altijd geestelijke oorzaken aan te wijzen zijn? Wie zegt dat er geen fysieke redenen zijn, die ervoor zorgen dat iemand iets niet kan of iets moeilijk vindt? De hypergeestelijke trots die zegt “dat Christus genoeg is” geeft een eenzijdige boodschap af.
Heb je er ooit eens bij stilgestaan dat er iets merkwaardigs in Genesis staat? God heeft Adam geschapen en dan lezen we in Genesis 2:18:

“Ook zei de HEERE God: Het is niet goed dat de mens alleen is; Ik zal een hulp voor hem maken als iemand tegenover hem.”

God is genoeg voor de mens – Amen! En toch is het niet goed voor de mens dat hij alleen is… Dat klinkt gek.
Hypergeestelijke mensen hebben de neiging om het geestelijke en het geschapene uit elkaar te trekken. Alle problemen zijn ten diepste geestelijk, dus de oplossing ook. Maar daarbij vergeten ze dat God net zo goed een materiële wereld heeft geschapen, net zoals Hij een geestelijke wereld heeft gemaakt. Deze twee moeten we niet tegen elkaar gaan uitspelen, maar bij elkaar houden. Ik kan elke dag vier uur bidden of de Heere mij in leven wil houden, maar als ik geen gebruikmaak van het door Hem geschapen brood, kom ik vanzelf een keer in het ziekenhuis terecht. Niet alles wat wij nodig hebben, wordt in het geestelijke uitgedrukt. Ook in fysiek opzicht zijn er elementen die we nodig hebben om in leven te blijven; zo heeft God het leven ontworpen. Alles in ons leven heeft een geestelijke betekenis en connectie. God heeft het geschapene en geestelijke aan elkaar verbonden en wij mogen het verband daartussen ontdekken. God is genoeg voor mij – ja, maar het door Hem geschapen brood net zo. En de door Hem gegeven huwelijkspartner ook. En het door Hem gegeven werk en geld ook. Paulus schrijft aan Timotheüs:

“Maar de Geest zegt uitdrukkelijk dat in latere tijden sommigen afvallig zullen worden van het geloof en zich zullen wenden tot misleidende geesten en leringen van demonen, door huichelarij van leugenaars, die hun geweten als met een brandijzer hebben toegeschroeid. Zij verbieden te trouwen en gebieden zich te onthouden van voedsel, dat God geschapen heeft voor de gelovigen en voor hen die de waarheid hebben leren kennen, om onder dankzegging aanvaard te worden. Want alles wat God geschapen heeft, is goed en niets is verwerpelijk, wanneer het onder dankzegging aanvaard wordt. Want het wordt geheiligd door het Woord van God en door het gebed.” (1 Timotheüs 4:1-5)

De vraag is dus niet óf we ons moeten onthouden van het huwelijk of voedsel, maar de vraag is of we dat wat wij wél tot ons nemen tot eer van God doen! Kunnen we Hem ervoor danken? Kunnen we Hem prijzen voor de middelen die Hij schenkt, zodat ons lichaam gevoed kan worden en tot op zekere hoogte gezond kan blijven? Bidden we Hem om een gezegende werking van alle middelen die Hij ons schenkt? Dát is de essentie. In het al eerder genoemde boek Duurzame en Integrale Geneeskunst van dr. Seldenrijk is een vragenlijst opgenomen met hele eenvoudige, praktische zaken. Factoren als daglicht, vitamines, werkomstandigheden, sociaal isolement en vriendenkring, eetpatronen hebben invloed op onze gezondheid en functioneren.

Het geestelijke is alledaags
We maken het elkaar lastig als we alleen de uitzonderlijke uitingen van ons geloof bestempelen als “geestelijk”. Paulus noemt in Galaten 5 de vrucht van de Geest en dát is echt geestelijk! Geestelijk zijn zit hem niet onthouding van zaken die God ons gegeven heeft om onder dankzegging gebruik van te maken; geestelijk zijn betekent niet slechts urenlang Bijbellezen; geestelijk zijn betekent niet dat we hier in de volle overwinning leven. Geestelijkheid is liefdevol zijn, trouw, barmhartig, genadig, vergevingsgezind, jezelf kunnen beheersen, vriendelijk zijn, blijdschap ervaren, geduld oefenen en zachtmoedigheid tonen. Deze vrucht moet groeien, niet de vrucht van allerlei extreme uitingen.
Zo zien we ook dat de vrucht van de Heilige Geest volmaakt inspeelt op de omstandigheden in ons leven. Wanneer we teleurgesteld zijn, kan de ander in vriendelijkheid geduld tonen. Wanneer we radeloos zijn, kan de ander vol zelfbeheersing verantwoording afleggen van de hoop die in hem is. Wanneer we onrecht ervaren, kan de ander het Evangelie van vergeving en verzoening laten schitteren. Wanneer we in nood verkeren, kan de ander barmhartigheid tonen. Zo werkt Gods Geest in de gebrokenheid van het bestaan en voorziet in het lijden van deze vrucht. Zalig is hij, die deze vrucht van de Geest kan tonen in het normale leven van alledag.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Reageren? Plaats hier uw vraag en/of opmerking.

Blogarchief