Niets is zo vervelender als meegaandheid die op een bepaald moment niet meer verantwoord is. Wie kent het niet? Uit beleefdheid vriendelijk knikken en instemmen met opvattingen van anderen, omdat zij verbaal enorme druk uitoefenen en sterke taal gebruiken waar het geweten haast nauwelijks tegen bestand is. Er klinkt een vastberadenheid in door, die waarschijnlijk de grootste twijfelaar nog doet twijfelen aan zijn eigen twijfel. Je moet echter wel weten wanneer je hiermee moet ophouden. In sommige situaties is het niet langer geoorloofd. Het kan je leven negatief beïnvloeden.
Ik heb momenten in mijn leven gekend, dat ik uit beleefdheid dingen heb beaamd waar ik eigenlijk niet van overtuigd ben en waar ik zelfs geheel anders over denk. Om de ander gunstig te stemmen. Stel je voor, dat die ander enorm verontwaardigd zou reageren en je een weerwoord zou hebben? Nee, dan maar liever de goede vrede bewaren – voor zover je kunt spreken van de goede vrede. Feitelijk ben je bezig met een clownsact. Je hebt je verkleed als kameleon. Bij persoon A belijd je iets, terwijl je bij persoon B sterke twijfel uitspreekt over exact hetzelfde (of het zelfs ontkent). Ben ik dan hypocriet? Heb ik dan werkelijk de ruggengraat van een paardenbloem?
Lange tijd was ik vatbaar voor stevige en harde taal. Als iemand zich verbaal zo zelfverzekerd uitdrukt, waar zou ik dan nog aan twijfelen? Hoe zou je zo iemand nog tegen durven te spreken? Zeker als iemand met de ‘goddelijke argumentatie’ aan de haal gaat, wordt het helemaal stil. ‘God wil dit! Dit is Zijn weg voor jou!’
Een andere vraag: hoe ver moet je gaan in het belijden van falen? Ik denk aan het voorbeeld in het boekje Morgen doe ik het beter van Herman Selderhuis. Hij beschrijft hoe een vrouw een aantal jaren van haar huwelijk in ontrouw heeft geleefd, iets waar haar man geen weet van had. Omdat ze er echt mee zat en met de hele situatie worstelde, besloot ze dat zij dit beter kon belijden aan haar echtgenoot. Elke keer als de vrouw nu een vorm van kritiek heeft op haar man, werpt hij haar ontrouw voor de voeten – elke keer! Selderhuis verwoordt de problematiek kort en krachtig: de vrouw zat eerst gevangen in een onbeleden zonde, nu in een beleden zonde. Wie herkent dit niet?
Zonden belijden doe je niet voor de lol. Je doet het, omdat je er mee zit, omdat het je dwarszit. Denk je nu werkelijk dat het een favoriete bezigheid van mensen is om hun falen openlijk te kennen te geven? Dat ze er een hobby van willen maken om op een vrijdagmiddag bij een goede vertrouwenspersoon of vriend drie uur lang te delen tegen welke zwakheden hij of zij te strijden heeft? Mensen die in alle openheid en kwetsbaarheid hun gebreken, falen en worstelingen delen zijn degenen die zonde het meest ernstig nemen. Want als iemand zich niet druk maakt over zonde, waarom zou diegene er dan met iemand in vertrouwen over willen praten? Zulke mensen doen dat niet. Alleen zij die vechten en tijdens dit gevecht ook nederlagen lijden, zullen bij een ander aankloppen.
‘Je hoort dat niet te doen!’ Nee, dat weet ik. En toch doe ik het. Later dreunt het in mijn geweten na en wordt het overladen met schuld en jammert het: ‘waarom heb je dit nu gedaan? Je wist beter!’ Met momenten is de zonde in staat je te overrulen. Want weet je, uiteindelijk ben ik ook gewoon een mens van vlees en bloed. Niet te hanteren als dooddoener, maar om teleurstellingen bij anderen te voorkomen. ‘Breng je zonde in het licht’ mag never nooit betekenen dat je getroffen wordt als door het licht van de bliksem, om vervolgens voor dood achter te blijven. In het licht van Christus is herstel. Hij kan je weliswaar pijnlijk ontdekken aan je zonde, maar zal je nooit als verworpene voor dood laten liggen.
Het mooie van zonden mogen belijden is dat God je uitnodigt om gewoon voor de dag te komen met je sores en niets te verbloemen!
BeantwoordenVerwijderenIk denk dat het een opdracht is om dat als christen ook te leren.
Mooi, echt en kwetsbaar stuk Robert!
Gerrit
Dag Gerrit,
VerwijderenDank! Ik onderschrijf je woorden. Te denken dat wij in één dag alles onder de knie hebben is een utopie. Het belijden van zonden is juist een goede zaak; op die manier kun je je sores bewust naar Hem toe uitspreken en bij Hem laten. De kwetsbaarheid zit hem er echter in als het aankomt op zonden belijden tegenover mensen; daar is een hele goede vertrouwensband voor nodig!