SalvationInGod

woensdag 7 juni 2023

Het kruiswerk van Christus (4) Genoegdoening

De rijkdom van de Bijbelse verlossingsleer

De betekenis van het offer is duidelijk: Christus heeft aan het kruis de plaats van de zondaar ingenomen en de straf op de zonde op Zich genomen. 
Door het offer aan het kruis op Golgotha heeft Hij alle zonden weggedaan van degenen voor wie Hij is gestorven en degenen die op Hem vertrouwen. De volgende vraag waar we over na moeten denken, heeft te maken met de manier waarop de Bijbel spreekt over Gods toorn.

Ons Godsbeeld en genoegdoening
Wanneer we het hebben over genoegdoening, waar hebben we het dan eigenlijk over? Robert Reymond omschrijft in zijn systematische theologie genoegdoening als 
“het wegnemen van Gods toorn en zonde” (pagina 636). Hij merkt hierbij op dat het aspect van genoegdoening nogal eens sterk in twijfel wordt getrokken of zelfs ontkend. Sommigen stellen – op grond van woorden in het Hebreeuws en Grieks en ook vanuit heidense Griekse literatuur – dat het hier niet gaat om het wegnemen van de toorn van God, maar om het wegnemen van de zonde. Reymond betoogt echter dat in het Oude Testament veelvuldig wordt gesproken over de toorn van God (585 keer). In het Nieuwe Testament is dit niet anders; ook daar wordt over Gods toorn gesproken. Reymond wijst op teksten als Romeinen 3:25, Hebreeën 2:17 en 1 Johannes 2:2. Hij stelt dat Paulus in het Bijbelboek Romeinen beargumenteert dat ieder mens in Adam is gevallen en een zondige natuur heeft en daarbij verwijst naar Gods toorn in Romeinen 1:18. Over 1 Johannes 2:1 schrijft hij dat de verwijzing naar de Heere Jezus als onze Pleitbezorger voor de Vader wanneer we hebben gezondigd, impliceert dat Degene bij Wie Hij voor ons pleit, een heilig ongenoegen ervaart ten opzichte van ons. Reymond bestrijdt de gedachte dat God geen heilig ongenoegen, geen toorn ervaart over de zonde. Hij stelt de vraag: “Stel dat deze woordgroep enkel wegnemen of verzoenen betekent [...] wat zou het resultaat dan zijn voor mensen als er geen sprake is van wegnemen of verzoenen? Wanneer zij sterven in hun zonde, zouden zij dan geen goddelijk ongenoegen ervaren? Zeker wel!” Wat wij moeten leren zien, is dat zonde niet ons enige probleem is. Waar sprake is van zonde, is sprake van Gods toorn. Daarom bestaat ons probleem niet alleen uit zonde, maar ook uit het feit dat God toorn en ongenoegen ervaart over de zonde. Het kan niet bestaan dat iemand meent wel een probleem te hebben met zonde, maar niet met God Zelf.

Het God-gerichte karakter van genoegdoening
Als wij uit het oog verliezen dat niet enkel en alleen de zonde een levensgroot probleem is, maar dat wij ook rekening dienen te houden met Gods toorn over de zonde, heeft dat gevolgen voor de manier waarop wij het Evangelie begrijpen. Wanneer wij Gods heilige ongenoegen over de zonde niet of nauwelijks serieus nemen, bestaat het risico dat wij meer gaan benadrukken dat God liefde is. De bekende slogan 
“God haat de zonde, maar heeft de zondaar lief” is een vrucht van deze houding. De Bijbel maakt duidelijk dat God niet alleen ongenoegen ervaart over de zonde, maar ook over de zondaar.
Daarbij maakt de Bijbel ook duidelijk dat, als de zondaar wil ontsnappen aan het daadwerkelijke oordeel over de zonde, Gods heilige boosheid over de zonde moet worden gestild. Daarom concludeert Reymond: 
“Wanneer wij kijken naar Golgotha en de Verlosser zien sterven voor ons, dienen wij in Zijn dood niet allereerst onze verlossing te zien, maar het (weg)dragen van onze verdoemenis!” (pagina 639).
Wat is Gods toorn? Het is Gods vijandschap met betrekking tot het kwaad in al zijn verschijningsvormen. Zonde is opstand tegen de heiligheid van God. Het roept Gods oordeel op; zonde moet worden gestraft. Er moet genoegdoening plaatsvinden. Er moet worden voldaan aan Gods rechtvaardige eis om zonde te straffen. Daarom is het kruiswerk van Christus noodzakelijk.

Hoe kan Christus
’ dood genoegdoening zijn?
Als zondaren zelf de straf op de zonde moeten dragen, betekent dit dat zij deze straf voor eeuwig dienen te dragen. Daarom leert de Bijbel ook dat de hel – de plek waar Gods toorn en oordeel over de zonde wordt ervaren eeuwig is. Omdat mensen tegen een oneindige God hebben gezondigd, is er een eeuwige en oneindige straf op het in opstand komen tegen Hem. De mens is dus nooit in staat genoeg straf te dragen waardoor deze op een bepaald moment helemaal betaald is. Als wij dit beseffen, gaan we zien hoe bijzonder, uniek en genadig het is dat God, in de Persoon van Jezus Christus, Zelf naar deze wereld is gekomen om de volledige straf op de zonde te betalen. Dit bepaalt ons wederom bij het cruciale belang van Zijn gehoorzaamheid. Hij is de eeuwige, volmaakte, zondeloze Zoon van God en alleen Hij heeft genoeg kunnen doen om de straf op de zonde helemaal te betalen, door Zijn sterven aan het kruis.

Wat zegt genoegdoening over Gods genade en liefde?
Nu we hebben gezien dat genoegdoening direct verband houdt met Gods toorn, kan de vraag opkomen hoe Gods genade en liefde zich hiertoe verhouden. Ook daar gaat Reymond op in. Hij haalt meerdere theologen aan om te onderstrepen dat Christus
 kruiswerk niet voorziet in genade, maar dat het kruiswerk van Christus voortkomt uit genade. Met andere woorden: God is door het kruiswerk van de Heere Jezus niet op andere gedachten gebracht. God heeft niet gezegd: “Nou, Zoon, nu Jij dit hebt gedaan, strijk Ik met de hand over Mijn hart; Ik zal genadig zijn en vergeving schenken aan iedereen die zijn of haar vertrouwen stelt op Jou.” Nee! Gods gezindheid of gedachten zijn niet veranderd door het kruis; zij zijn juist tot uitdrukking gekomen in het kruis! Als wij denken dat God eerst onwillig was om genade te bewijzen en toen werd overgehaald door het werk van Christus om dit toch te doen, hebben wij een totaal verkeerd beeld van Wie God is en begrijpen wij de betekenis van het kruis niet. Dit geldt trouwens ook wanneer wij denken dat Christus onwillig was of met tegenzin de straf op de zonde heeft betaald. Genade en liefde hebben de Vader bewogen de Zoon te geven; genade en liefde hebben de Zoon bewogen Zichzelf in gehoorzaamheid aan de Vader te geven – en dus ook om de volledige straf op de zonde te betalen.

Drie belangrijke eigenschappen voor de rijkdom van het Evangelie
We leven in een tijd waarin het ontzettend belangrijk is om bij deze drie eigenschappen bepaald te worden. We leven in een tijd waarin binnen bepaalde christelijke geloofsgemeenschappen geen ruimte meer lijkt te zijn om te kunnen en mogen spreken over Gods toorn. Het Evangelie bestaat in die context voornamelijk uit de genade en liefde van God. Maar wat blijft er in essentie over van deze genade en liefde als de mond die Gods toorn benoemt het zwijgen wordt opgelegd? Het Evangelie dreigt in onze tijd uit balans te raken. Er wordt te veel over genade en liefde gesproken, en te weinig over toorn en heilig ongenoegen. En begrijp mij niet verkeerd: het gaat er niet om dat we ooit teveel zouden kunnen praten over Gods genade en liefde. Laten we daar nooit over zwijgen! Maar laten wij bij deze bijzonder kostbare woorden nooit vergeten dat de ware en diepste essentie ervan nooit begrepen kan worden als wij geen besef hebben van Zijn toorn. Als wij ons realiseren dat wij van nature veroordeeld zijn om een straf te betalen die wij nooit kunnen betalen, en daarom eeuwig is, pas dán gloort er hoop, blijdschap, ontroering en ontzag wanneer we het Evangelie horen: 
Vrees niet! Er is Iemand Die jouw plaats heeft ingenomen, Die deze straf wél kan betalen. En Hij heeft het betaald! Met Zijn bloed. Smetteloos. Als volmaakt gehoorzame Zoon van God. Jij gaat vrijuit.” Hoe dieper wij beseffen wat Gods toorn betekent, hoe kostbaarder Gods genade en liefde voor ons zullen worden en hoe heerlijker zij zullen smaken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Reageren? Plaats hier uw vraag en/of opmerking.

Blogarchief