SalvationInGod

zaterdag 20 mei 2017

Liefde voor de B(b)ruid

Over de verwevenheid tussen het huwelijksleven en het kerkelijke leven

Vanmorgen ben ik begonnen met het bestuderen en overdenken van 1 Petrus 3:8-12. Het centrale thema van de brief zou je kunnen samenvatten met de zin de hoop van christenen midden in het lijden omwille van Christus.
Mijn motivatie voor dit gedeelte heeft hoofdzakelijk te maken met een hardnekkig pijnpunt in mijn eigen leven, waar ik steeds weer mee moet leren omgaan. De ervaring dat omstandigheden zo zwaar kunnen zijn, dat zij de kracht van Gods Woord lijken te overschreeuwen. Tegelijkertijd weet ik uit ervaring dat Gods Woord de kracht heeft om de pijnlijke angel in omstandigheden weg te nemen. Steeds weer moeten we vrijmoedig tot God naderen om te bidden om verlossing van het scherpe venijn die omstandigheden met zich mee kunnen brengen.

De christenen die Petrus’ brief hebben ontvangen, kenden ook zo’n scherpe angel: vervolging omwille van het geloof in Jezus. Christus volgen in woord en daad deed pijn – en dat doet het vandaag nog steeds. Maar wat doe je dan? Hoe ga je om met onterecht lijden? Je doet niets verkeerd, en toch krijg je de rekening gepresenteerd. Iedere christen krijgt vroeg of laat deze ervaring. Petrus formuleert in zijn brief een antwoord op de vraag hoe christenen moeten reageren op dit onterechte lijden.

Een onverwachte les over het huwelijk
Toch was dit niet het onderwerp van de overdenking vanmorgen. Ik kwam niet verder dan de woorden van vers 8:

“Ten slotte, wees allen eensgezind, vol medeleven, heb de broeders lief, wees barmhartig en vriendelijk.”

Ik vroeg mij af waar de woorden “Ten slotte” naar verwijzen. Uiteraard naar de opdracht die daarop volgt, maar ze borduren voort op de woorden die Petrus daarvoor heeft opgeschreven. En dan blijkt dat hij in vers 1 tot en met 7 heeft geschreven over het huwelijk. Vrouwen krijgen een specifieke opdracht, evenals de mannen.
In vers 8 krijgt uiteindelijk iedereen een opdracht: “Wees allen eensgezind, vol medeleven, heb de broeders lief, wees barmhartig en vriendelijk.”
Wat hebben de woorden van vers 1-7 te maken met de opdracht in vers 8? Is het “slechts” een overgang van huwelijksleven naar kerkelijk leven? Of zit hier meer achter?
Ik geloof dat er overlap in dit gedeelte zit, waarbij het huwelijksleven en het kerkelijke leven als het ware met elkaar verweven worden. Maar hoe dan?

De gezindheid die God in het huwelijk vraagt, wil Hij terugzien in de Kerk
Allereerst moeten we kijken naar de inhoud van de opdracht voor allen. Petrus beschrijft een gezindheid waar iedere gelovige naar dient te streven. Hij noemt de volgende eigenschappen:

• Eensgezind
• Vol medeleven
• De broeders liefhebben
• Barmhartigheid
• Vriendelijkheid

Vijf kenmerken van een christelijke gezindheid. Je zou deze kernmerken kunnen omschrijven als het karakter van Jezus Christus.
Wanneer we vers 1 tot en met 7 hebben gelezen, zien we echter dat deze eigenschappen hier naadloos op aansluiten.
In het huwelijk gaat het erom dat je vanuit je hart betrokken bent op je man of vrouw. Binnen het huwelijk dient eensgezindheid te zijn. Huwelijkspartners dienen met elkaar mee te leven en zich barmhartig en vriendelijk naar elkaar op te stellen. Mannen krijgen zelfs de waarschuwing dat het veronachtzamen van deze opdracht ertoe leidt dat God niet meer luistert naar de gebeden die zij tot Hem richten (vers 7).
De lijst met kenmerken van deze christelijke gezindheid is dus niets anders dan een kernachtige samenvatting van de opdracht die God aan echtgenoten en echtgenotes heeft gegeven. We zien echter dat deze lijn wordt doorgetrokken naar de hele geloofsgemeenschap. Kortom: zoals ik met een christelijke gezindheid om dien te gaan met mijn eigen vrouw, moet ik ook met iedere andere christen omgaan.

Waarom “eng denken” problematisch is
Op dit punt zou ik deze lijn praktisch uiteen willen zetten. Christenen in de eenentwintigste eeuw zijn besmet met het individualiseringsvirus. Ja, ik ook. Ik ben een kind van mijn cultuur en heb net als ieder ander geleerd om allereerst in mijn eigen belang te denken. Wij denken veel te smal, veel te eng. Wij denken dat de consequentie voor het onrechtvaardig behandelen van een echtgenote alleen betrekking heeft op haar man, alsof alleen zijn gebeden niet meer gehoord en verhoord zullen worden. Ik vrees echter dan wij ons hierin lelijk kunnen vergissen.
Ik ben er namelijk van overtuigd geraakt dat de staat van huwelijken binnen een lokale geloofsgemeenschap wel degelijk invloed heeft op de staat van de lokale kerk als geheel. Jouw gezindheid in je huwelijk bepaalt ook jouw gezindheid in de kerk.
Een kerk doet er goed aan om een hoge prioriteit te geven aan de staat van het huwelijksleven van gemeenteleden, omdat de gezindheid van de kerk als geheel hierdoor sterk wordt bepaald. Zo op het eerste gezicht lijkt deze redenering vreemd. En dat is exact het probleem van ons “enge denken”. Ons enge denken maakt ons wijs dat ons privéleven niets met het publiekelijke leven te maken heeft. Ons enge denken wil ons doen geloven dat het huwelijksleven en het kerkelijke leven twee gescheiden werelden zijn. God ziet deze zaken echter als geheel. Ze zijn allemaal met elkaar verweven. Mijn gezindheid dient het karakter van Christus te weerspiegelen, waar ik mij ook bevind. Op mijn werk, in mijn huis, in de bus of in de kerk: er bestaat geen aan-uit-knop voor gelijkvormigheid aan het beeld van Jezus.

God werkt in het kleine en laat dit doorwerken in het grote
Op het eerste gezicht lijkt de redenering, dat het huwelijksleven is verweven met het kerkelijk leven, vreemd. Maar dat is het niet. Ook dit is een les die wij als kinderen van onze cultuur moeten leren. Wij zijn geneigd direct groots te denken. Ik ook. We willen actief zijn op grote podia, daar waar anderen ons zien. We willen meedoen met grootste projecten. We willen meehelpen “de kerk opbouwen”.
Dit is echter niet het punt waar God begint. God begint bij het kleine. Hij geeft ons niet allereerst de verantwoordelijkheid over een hele gemeente, maar geeft een huwelijkspartner. En geloof mij, iedere christen kan ervan getuigen dat de gezindheid van vers 8 op geen betere plaats gevormd kan worden dan in het huwelijk. Als je getrouwd bent, ervaar je de pijn en het gevecht die dit met zich meebrengt. Maar het brengt geweldige vrucht en zegeningen voort. Wie de strijd en pijn van het gevecht voor Christusgelijkvormigheid binnen het huwelijk kent, leert ook beter verstaan wat een ontzagwekkend heilige roeping de leiders van kerken hebben en welke strijd zij te voeren hebben. Op die manier zijn het huwelijksleven en kerkelijk leven helemaal met elkaar verbonden.
God vormt ons in het kleine om vruchten te laten rijpen voor het grotere geheel. Als iemand thuis niet in staat is om zichzelf te beheersen, hoe moet het dan in de publieke ruimte? Als iemand thuis alsmaar ruzie uitlokt en anderen provoceert, wat zijn de gevolgen dan voor de gemeenschap? Ik durf de stelling aan dat problemen in een lokale kerk in zekere mate duiden op problemen binnen huwelijken. Concreter: gezindheidsproblemen binnen kerken geven een signaal af: “Dit gebeurt hoogstwaarschijnlijk ook achter de voordeur.”

Het gevecht voor het huwelijk is het gevecht voor de Kerk
Ik weet dat dit nogal scherp klinkt. Misschien te hard, te onvoorzichtig. Maar ik geloof dat de nood vandaag de dag in huwelijken groot is. De Gemeente van Christus mag deze nood absoluut niet relativeren of als “afzonderlijke zaak” behandelen. Niet voor niets wordt het huwelijk in het Nieuwe Testament omschreven vanuit het verlossingswerk van Jezus Christus: Hij heeft een Verbondsrelatie met de Kerk, Zijn bruid. Het huwelijk heeft iets te zeggen over Christus én over de Kerk.
En ook op dit punt bespeur ik een “enge” gedachte. De gedachte dat echtscheiding binnen een huwelijk te verfoeien is, maar tegelijkertijd scheiden gelovigen wel gemakkelijk van gemeenschap. Zijn wij zó individualistisch gaan denken, dat wij ons alleen druk maken om het individuele aspect van een mens en niet langer het zicht van zijn relatie met de gemeenschap bezitten?

Kerken doen er goed aan om te investeren in de huwelijken van gemeenteleden. Concreter: Kerken doen er goed aan om te investeren in de gezindheid van gemeenteleden en een belangrijke graadmeter is de omgang van partners binnen het huwelijk. Het huwelijk is een bijzondere trainingsplek voor Christusgelijkvormigheid waar het grotere geheel van de Gemeente geweldige vruchten van kan plukken!



1 opmerking:

Reageren? Plaats hier uw vraag en/of opmerking.

Blogarchief