Bekruipt jou soms ook het gevoel dat er tegenwoordig veel nadruk wordt gelegd op eindtijdscenario's en je blik naar voren werpen? Er zullen ongetwijfeld mensen zijn, die zich fanatiek toeleggen op profetieën en gemaakte beloften in de Bijbel, die nu nog onvervuld zijn. Er wordt ogenschijnlijk met het verleden omgesprongen zoals het woord ook aangeeft: verleden. Het ligt achter ons. Het is geschiedenis. Een gepasseerd station. Zijn er wel eens mensen in jouw omgeving, die zeggen: ‘Kop op, kijk maar vooruit!'? Als men zich bewust is van de diepe sporen van gebrokenheid die het leven doortrekken of hebben doortrokken, willen mensen radicaal breken met het verleden. Iedereen zal zich hier wel in kunnen herkennen. Soms is één bepaald woord genoeg voor iemand om te zeggen: ‘Begin daar alsjeblieft niet over; aan die tijd wil ik niet meer herinnerd worden.’
Ons leven kan zich niet geheel loswrikken van haar verleden. Emotioneel gezien mag iemand aangemoedigd worden om het op een pastorale wijze een plek te geven. Dit gaat niet van de één op de andere dag. Het verleden van een persoon kan immers niet uit diens biografie gewist worden.
Toch vraag ik mij af of de Bijbel niet een prominentere plek geeft aan het gedenken dan wij in eerste instantie zouden vermoeden. Begrijp mij niet verkeerd, ik verbied niemand om vooruit te kijken en vervuld te worden met de hoop van de komende zaligheid. Maar wat is toekomst zonder verleden? Als het verleden inderdaad een gepasseerd station is, lopen wij dan niet het risico onze toekomstverwachting te isoleren? Hoe kun je vooruitkijken zonder te gedenken wat er in het verleden is gebeurd?
Volgens mij laat de Bijbel duidelijk zien, dat er een reëel gevaar bestaat tussen het verzaken van herinneren aan de ene kant en wreedheden aan de andere kant. Herinneren wij ons het begin van het Bijbelboek Exodus? In vers 8 staat, dat op een bepaald moment een Farao aan de macht komt, die Jozef niet gekend had. Het gevolg? De beste man wordt bevreesd door de gedachte dat de Israëlieten machtiger en talrijker zijn dan zijn eigen Egyptische volk en onderdrukt eerstgenoemde bevolkingsgroep met dwangarbeid.
De mens lijkt het maar niet te willen of kunnen leren: oorlog volgt na oorlog, onderdrukking volgt na onderdrukking en gevecht volgt na gevecht. Waarom leren wij het niet? Omdat wij ons verleden niet op juiste waarde kunnen schatten en de zaken zo snel vergeten, doordat wij die niet meer herinneren of gedenken. Het grootste risico dat de geschiedenis zich zal herhalen is als zij niet meer herinnerd wordt. Na Auschwitz riep de wereld ‘Dit nooit meer!’ maar het antisemitisme is vandaag de dag nog net zo springlevend en de machine met anti-Israëlische propaganda is nog niet versleten.
De profeet Daniel prijst God als de God van zijn vaderen (Daniel 2:23), wetend dat hij in een unieke lijn met God en zijn Joodse volk staat. Denkend aan zijn vaderen, kan hij zijn afkomst en geschiedenis niet verloochenen. Als hij denkt aan zijn vaderen, denkt hij terug aan de wonderbaarlijke momenten uit de geschiedenis, waarop God redding bracht. Natuurlijk werd hij er ook aan herinnerd dat zijn vaderen tot een volk behoorden dat vaak ongehoorzaam was, ziende blind en horende doof, maar juist dan zag hij ook de trouw van de Allerhoogste. Geschiedenis mag nooit uitgewist worden: ze heeft ons veel te zeggen.
Ik denk dat er ergens ook een satanisch element is als gaandeweg de geschiedenis zaken vergeten worden of bewust niet meer worden herdacht en die leiden tot catastrofale gevolgen. Reken maar dat de boze maar al te graag zaken uit het geheugen zou willen wissen! Misschien kan het volgende helpen als je verzocht wordt om te zondigen. Wat deed hij bij Adam en Eva? Even simpel gesteld, hadden zij de opdracht om de woorden van God te blijven herinneren en het in geloof te gehoorzamen. Je leest in Genesis 3 dat de slang meteen begint te morrelen aan de woorden die de HEERE God gesproken heeft. Maar hij gaat nog een stap verder: hij biedt een totaal nieuw perspectief aan. Eet nu maar wel van die boom, want dan zul je als God wezen, en bovendien zul je niet sterven. Daarna lezen we ook dat Eva niet meer denkt aan de woorden die God gesproken heeft – zij zijn als het ware verdoofd of op een dusdanige manier gewist dat zij daar blijkbaar geen acht meer op slaat – maar dat nieuwe perspectief aanziet en dan haar hand uitstrekt.
Kennen wij dit niet in onze dagelijkse praktijk? Je worstelt met een boezemzonde en op het moment dat de verzoeking zich aandient lijkt de ratio te worden geïnjecteerd met een verdovend middel: je valt in zonde en daarna herinner jij je opeens haarfijn wat de redenen waren waarom je het juist niet had moeten doen. Is dit niet eigenaardig? Eerst wordt het zicht op de herinnering je ontnomen en vervolgens keert zij terug in de vorm van beschuldigingen en schuldgevoelens – want ja, je wist immers hoe het ook alweer zat!?
Als de verzoeking zich aandient, worden wij geconfronteerd met een doods en nieuw perspectief. Zij probeert ons te allen tijde weg te leiden van de getuigenissen en waarachtige woorden die ooit aan ons zijn overgeleverd. Dan is het een enorme bemoediging om te weten dat achter je, aan de verre voorvaderen, machtige getuigenissen zijn gegeven, waar je zeker van kunt zijn. Wat een enorme kracht heeft de herinnering aan Gods goedheid in zich! En wat een enorme kracht ligt er in de herinnering dat God in en door Christus heeft gezegd: ‘Het is volbracht!’ En wat een enorme kracht ligt er in de zekerheid dat het bloed van Jezus Christus ons reinigt van alle zonde! En wat een enorme kracht ligt er in de belofte dat wij ooit verheerlijkt zullen worden! Dat laatste is toekomstmuziek, zeer zeker, maar het zicht op de zalige toekomst is gegeven in het verleden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Reageren? Plaats hier uw vraag en/of opmerking.