In het vorige deel van Read & Apply zijn we geëindigd met de les dat het Evangelie van Jezus er niet is om mensen te behagen. Het Evangelie wil mensen redden, maar juist die boodschap wordt tegengestaan door mensen die denken geen verlossing nodig te hebben. Of mensen voelen goed aan dat het aanbod van het Evangelie diepgaande consequenties met zich meebrengt en ook dat doet voor mensen de deur dicht.
Wanneer we Galaten 1:11-17 bestuderen, beseffen we dat ook Paulus hiermee is geconfronteerd.
1. Jezus Christus is de Oorsprong van het Evangelie
In vers 11 en 12 wijst Paulus er nogmaals op dat zijn boodschap, zijn Evangelie niet door mensen bedacht is, maar door Jezus Christus gegeven:
“Maar ik maak u bekend, broeders, dat het Evangelie dat door mij verkondigd is, niet naar de mens is. Want ik heb dat ook niet van een mens ontvangen of geleerd, maar door openbaring van Jezus Christus.”
Hiermee herhaalt hij zijn boodschap van vers 1 en 10, dat het Evangelie werkelijk een goddelijke oorsprong kent. Paulus heeft dus geen enkel mens als leermeester gehad als het gaat om het ontvangen, leren en bestuderen van het Evangelie van Jezus. Hij heeft dit van God Zelf ontvangen en God heeft hem geholpen de boodschap te begrijpen én verkondigen.
We moeten goed doordrongen raken van het radicale karakter van het Evangelie. Wat Jezus geopenbaard heeft aan Paulus, en – uiteraard – wat Jezus Zelf onderwezen, is het Evangelie. We hebben geen andere boodschap. Dit is het! Het heeft geen enkel nut de inhoud te veranderen of aan te passen.
Het gevaar in onze generatie is net zo reëel als voor de generatie van Paulus: niet iedereen slikt deze boodschap. Maar ook niet iedereen wil hierdoor meteen afgeschreven worden in de kerk. Men wil een eigen boodschap, een eigen Evangelie. Men wil fijne dingen horen, die vooral niet te moeilijk zijn. Niet te moeilijk voor het geweten en niet te moeilijk voor de levenswandel. Maar men wil in geestelijk opzicht ook geen dingen horen die te ingewikkeld en complex zijn voor het reeds gevormde theologische kader. De vraag is echter niet of een boodschap past bij mij, of bij mijn kader. De vraag is of een boodschap in overeenstemming is met dat wat de Heere Jezus verkondigt door Zijn Woord.
2. Het Evangelie heeft kracht om de grootste zondaar tot Christus te brengen
Schrijvend over de oorsprong van het Evangelie stapt Paulus in vers 13-15 over naar zijn eigen oorsprong, het Jodendom:
“U hebt immers gehoord van mijn levenswandel, voorheen in het Jodendom, dat ik de gemeente van God uitermate fel vervolgde en die verwoestte; en dat ik in het Jodendom meer vorderingen maakte dan veel leeftijdgenoten onder mijn volk, omdat ik een nog groter ijveraar was voor de overleveringen van mijn vaderen.”
Dit was Paulus. Verleden tijd. Het Jodendom was hem dierbaar. Hij was bereid ervoor te strijden. Letterlijk! We denken aan de wreedheden waar hij bij betrokken was toen de eerste christenen werden vervolgd. We denken aan zijn rol bij de steniging van Stefanus, in Handelingen 7:54-60. Je zou kunnen zeggen: het Jodendom, de traditie van zijn voorouders, was alles voor hem. Mensen die dit tegenstonden, zoals “die sekte met Jezus als Leider”, verdienden wat Paulus betreft de doodstraf.
Vergis je in dit opzicht niet wat een ontzettende impact de bekering van deze man moet hebben gehad in Joodse kringen. We kunnen wel “Halleluja!” roepen, maar de werkelijkheid is veel weerbarstiger. Deze man, door een ontmoeting met Jezus Christus, zag zijn leven volledig veranderen. Christus zorgt voor levende godsdienst, in plaats van dode traditie. Vóór Paulus christen was, vocht hij voor een dode traditie; toen hij Christus leerde kennen, vocht hij voor de levende God en het welzijn van anderen (ook al dacht hij voor God te strijden wanneer hij vocht voor de dode traditie).
Paulus’ bekering moet een ontzettende schok teweeg hebben gebracht, zeker bij zijn Joodse volksgenoten. Hij was een invloedrijk en kundig man. We weten uit zijn brief aan de Filippenzen dat hij ontzettend goed onderlegd was in de Joodse religie (3:4-6). Dom was hij allerminst. Het was naar de mens gesproken onmogelijk dat hij ooit in Jezus zou gaan geloven. Laat dit ook een aansporing zijn om volhardende te bidden voor hen die Christus nog niet kennen!
3. Van uitverkiezing tot zending: het is alles Gods genade
Dat Paulus ondanks zijn kennis en toewijding aan het Jodendom tóch tot geloof in Christus komt, leert ons hoe geweldig krachtig het Evangelie is. Ook hier gaat een mysterie schuil, dat wij niet kunnen bevatten (vers 15-17):
“Maar toen het God, Die mij vanaf de schoot van mijn moeder heeft afgezonderd en geroepen door Zijn genade, behaagde Zijn Zoon in mij te openbaren, opdat ik Hem door het Evangelie onder de heidenen verkondigen zou, ging ik niet meteen te rade bij vlees en bloed en ging ik ook niet naar Jeruzalem, naar hen die al vóór mij apostel waren; maar ik vertrok naar Arabië en keerde weer terug naar Damascus.”
Wat Paulus hier beschrijft is onbevattelijk. Nog vóór hij geboren was, heeft God hem al apart gezet, afgezonderd, om het Evangelie van Jezus Christus te verkondigen. Het onbevattelijke aan dit gedeelte is dat God Zijn geduld heeft met het openbaren van Zijn weg met ons. Sterker nog, mensen die Hij voor de grondlegging van de wereld in Jezus uitverkoren heeft, laat Hij eerst nog voor een tijd in zonde leven! Waarom doet Hij dat?
Waarom God dit zo doet, legt Paulus niet uit. Maar het bezorgt Hem volgens de apostel wel veel genoegen om Zijn genade en Zijn kracht door het Evangelie te bewijzen. Het is dan niet meer dan logisch om het antwoord in deze richting te zoeken.
God wil de kracht van Zijn genade bewijzen. Nu moeten we niet de fout maken door te denken dat het Gods bedoeling is dat wij blijven leven in de zonde. Helaas wordt de uitverkiezingsleer nog wel eens op deze manier misbruikt. Genade is Gods doel, niet wetteloosheid. Dat God mensen voor een bepaalde tijd in zonde laat leven, wil niet zeggen dat Hij het goedkeurt. Hij laat hen – volgens Paulus – voor een tijd in ongehoorzaamheid leven om op een bepaald moment onder de indruk te komen van Zijn genade. En deze genade wil mensen op de weg van de gerechtigheid zetten. En deze genade is een geweldige rijkdom, die in deze verzen tot uiting komt in vier aspecten:
A. Uitverkiezing
B. Effectieve, of krachtdadige roeping
C. Wedergeboorte
D. Verkondiging van het Evangelie
Gods genade is rijk. Gods genade is krachtig. Gods genade is veelzijdig. Denk niet dat alleen de wedergeboorte een teken of blijk van Gods genade is. Alles in het christenleven is genade. Het Evangelie van Gods genade in Jezus Christus is de boodschap dat het alles uit God is, en niet uit ons.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Reageren? Plaats hier uw vraag en/of opmerking.