In Mattheüs 7:24-27 lezen we de conclusie van de Heere Jezus naar aanleiding van Zijn Bergrede. Zijn woorden liegen er niet om. Wat kunnen we nu exact stellen met betrekking tot deze conclusie in het licht van de context?
1. Jezus Christus is de ware Profeet
We hebben het ook al in vers 23 kunnen lezen, maar in dit gedeelte komt zeer uitdrukkelijk het absolute gezag van Jezus Christus naar voren. Hij is Degene Die het vonnis zal voltrekken op de Oordeelsdag. Hij zet Zichzelf hier neer als de ware Profeet, in tegenstelling tot de valse profeten, die proberen de nauwe poort en de smalle weg met elkaar te vermengen. Christus’ onderwijs doet dat niet. Zijn onderwijs is nuchter, logisch en radicaal: bij een nauwe poort hoort een smalle weg. Geen compromissen hierin! Christus is de Verkondiger van gerechtigheid. Hij heeft gerechtigheid gebracht door Zijn verzoenend lijden, sterven en opstanding en Zijn gehele onderwijs moet in dat perspectief worden verstaan. Daarom kan Hij zeggen in vers 24:
“Daarom, ieder die deze woorden van Mij hoort en ze doet, die zal Ik vergelijken met een verstandig man, die zijn huis op de rots gebouwd heeft…”
Nog even los van de inhoudt, zien we hier dat Zijn onderwijs en onze gehoorzaamheid daaraan bepalend gaat zijn op de Dag dat Hij zal oordelen. Opnieuw moet hier worden benadrukt dat het op geen enkele manier een verlossing door goede werken betekent, maar dat een echte christen te herkennen zal zijn aan het gehoorzamen van Gods Woord. Dat zagen we al bij de nauwe poort en smalle weg, we hebben gezien dat dit ook de reden is voor de waarschuwing tegen valse profeten en we hebben ontdekt dat het voor Christus van doorslaggevender belang is dat wij gerechtigheid in ons leven hebben in plaats van grootse en spectaculaire werken. Zo zien we dat de verschillende thema’s in Mattheüs 7 met elkaar samenhangen.
Wat we hier in handen hebben, is niet zomaar een briljante ethiek die na jaren van overdenking het levenslicht heeft gezien. Dit is het gezaghebbende Woord van God, geopenbaard als Mens. Dit is de ware Profeet, uit Wiens mond wij ooit het verlossende of veroordelende woord zullen horen.
2. Gods oordeel zal ons gehele leven door elkaar schudden
Gods oordeel komt, hoe dan ook. We zien er nog totaal niets van, maar het moment is aanstaande dat de Hemelse Rechter een punt zet achter de geschiedenis van een wereld vol gebrokenheid en zonde. De schepping zal gereinigd en hersteld worden naar de bedoeling die God ermee had: het vol laten zijn van Zijn glorie.
De wijze waarop de Heere Jezus het oordeel in vers 25 en 27 omschrijft, is ontzagwekkend:
“…en de slagregens vielen neer en de waterstromen kwamen en de winden waaiden en stortten zich op het huis, maar het stortte niet in, want het was op de rots gefundeerd (…) en de slagregens vielen neer en de waterstromen kwamen en de winden waaiden en sloegen tegen dat huis, en het stortte in en zijn val was groot.”
Gods oordeel – door Christus voltrokken – zal op geestelijk niveau werkelijk als een aardbeving plaatsvinden. God schudt ons gehele leven door elkaar. Waarom doet Hij dat? Toen ik hierover nadacht, kwamen nog twee vragen bij mij op. En die twee vragen hebben iets te zeggen over onze visie op Gods oordeel. Mensen zijn bang voor het oordeel en denken er liever niet aan, of mensen gaan het – zoals de apostel Johannes het in 1 Johannes 4:17 – vrijmoedig tegemoet. De vraag is hoe wij denken over Gods houding in het oordeel. Toen ik dit ging beseffen, stelde ik mijzelf twee vragen:
Is God een Gerechtigheidsnajager? Of is God een Zondejager?
Is God een God Die gerechtigheid wil zien? Gaat Hij kijken waar Hij gerechtigheid kan vinden? Of gaat Hij vol achter de zonde aan om haar te vinden en te veroordelen? Gaat Hij bij wijze van spreken alle kledingstukken omkieperen, alle zakken leegkloppen om elk restje zonde te achterhalen? Wat is het doel van Gods oordeel?
Je kunt heel pessimistisch en hopeloos aan Gods oordeel denken, maar vanuit dit gedeelte heb ik een “mind-shift” ontdekt:
Gods uitgangspunt is om op zoek te gaan naar gerechtigheid in ons leven, gewerkt door het geloof in Jezus Christus en daar waar Hij dit niet vindt, gaat alles verloren.
God gaat in beginsel niet op zoek naar zonde, Hij is op zoek naar gerechtigheid. Maar als Hij dat nergens vindt, moet Hij zeggen: “Ik kan hier niets mee, dit is alleen maar zonde en wetteloosheid; ga weg van Mij” (zie ook vers 23). Je mag dus voor jezelf aanleren dat God op zoek is naar gerechtigheid; laat dit dan ook een aanmoediging zijn om vrijmoedig die gerechtigheid door het geloof uit te leven!
3. Het contrast tussen de godvrezende en wetteloze mens is levensgroot
We hebben al kunnen zien dat Christus twee personen naast elkaar zet: de wijze en de dwaze man. Het contrast tussen deze twee kan niet groter zijn. Om in de termen van punt 2 te spreken: God zocht gerechtigheid en Hij vond het alleen bij de wijze man; de dwaas gaat verloren.
Wat maakt nu die wijze man wijs en die dwaze man dwaas? Inzicht in levensperspectief. Een dwaas leeft voor vandaag, een wijze voor de eeuwigheid. De dwaas is uitsluitend bezig met geld verdienen, zoveel mogelijk succes najagen in carrière, huwelijk en aansluitend een leuke oude dag kunnen beleven. Geen gerechtigheid – o zeker, hij probeert zo netjes mogelijk te leven, maar dat is uitsluitend voor zijn eigen geweten en bovendien is de definitie van “netjes leven” onderhevig aan gebeurtenissen en omstandigheden. Daarbij houdt hij totaal geen rekening met de eindbalans die opgemaakt zal worden wanneer Christus terugkomt. Hij zal totaal verrast worden door Zijn komst. Maar dan zal hij alles wat hij zwoegend verworven heeft, kwijtraken. Er is geen gerechtigheid door het geloof gevonden in zijn leven.
Bij de wijze man is het een heel ander verhaal. Hij weet dat God zijn leven door elkaar zal schudden, met het doel gerechtigheid te vinden. Deze mens heeft God hartelijk lief gekregen door het geloof in Jezus Christus en is bereid Gods wil in gerechtigheid te doen. Hij weet wat er komen gaat; hij kent een geweldig perspectief van eeuwig leven en het voor eeuwig mogen ervaren van Christus’ nabijheid. Als God aan het leven van deze mens schudt, zullen er prachtige vruchten van geloof zichtbaar worden.
4. Een godvrezend leven staat alleen stevig door het onderwijs van Christus
Op dit punt moeten we twee dingen leren als gelovigen: (1) ga niet roemen in jouw werken van gerechtigheid, want het is Gods Geest Die dit alles werkt en (2) je bent niet wijs door eigen inzicht; Christus is jouw Wijsheid (vergelijk 1 Korinthe 1:30).
Het is zo ontzettend verleidelijk om met een glimlach te verkondigen hoe jij jouw geloof handen en voeten geeft! Bedenk dan altijd dat als Christus niet gestorven en opgewekt zou zijn, en Hij Zijn Geest niet zou hebben gegeven, jij net zo dwaas zou zijn gebleven als de daadwerkelijke dwaas. God zal jouw leven door elkaar schudden om er gerechtigheid te vinden, maar jij kunt er nooit trots op zijn dat Hij daar jouw gerechtigheid vindt. Het is Zijn gerechtigheid. Dit is een grotere valkuil dan menig christen beseft, en ze is bederfelijk voor het geestelijke leven en relaties onderling. Wees hier voorzichtig in! Het is Christus alleen Die ons redt. Ja, Hij zoekt gerechtigheid in ons leven, maar het is Zijn wijsheid, Zijn Geest en Zijn gerechtigheid die ons vrijmoedig maken voor de Dag van het Oordeel.
Tot slot: waarom zou je alleen genoegen nemen met kerkgang?
We hebben gezien dat Gods Woord bedoeld is om op te voeden in de gerechtigheid (zie ook 2 Timotheüs 3:16 en Titus 2:11-15) en dat God op de Oordeelsdag op zoek gaat naar werkelijke gerechtigheid in ons leven, door het geloof in Christus. Als je dit alles weet, kun jij nu dan nog nonchalant uit de Bijbel lezen? Kun je nog half slapend in de kerk zitten? Elke keer dat Gods Woord wordt gelezen en geopend, neemt het je als het ware mee naar het moment dat je voor Christus zult verschijnen. Nu jij weet dat er een grote verantwoordelijkheid gelegen is in Bijbellezen en kerkgang, waarom blijf je er dan tevreden mee dat je dit “slechts” doet? Waarom neem je genoegen met vormengodsdienst? Waarom neem je genoegen met alleen het innemen van die plek in de kerk? Waarom neem je er al genoegen mee dat er een Bijbel in de kast staat? Die Bijbel en die kerkbank zijn middelen, geen einddoel. We lezen de Bijbel om opgevoed te worden in rechtvaardigheid en we nemen onze plek in de kerkbanken in om opgevoed te worden in rechtvaardigheid. Hier zien we de scheidslijn: de dwaas neemt genoegen met het hebben van een Bijbel en een plek in de kerkbanken, de wijze neemt alleen genoegen met het opgevoed worden door de Bijbel en door zijn plek in te nemen in de kerkbank.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Reageren? Plaats hier uw vraag en/of opmerking.