De reden dat ik hierbij stilsta, heeft met twee belangrijke zaken te maken. Allereerst wil ik ophelderen dat een deel van de aanklachten onterecht is en als tweede wil ik een dieperliggend probleem aankaarten.
Een definitie van “Jezus plus”
Waar komt “Jezus plus” vandaan? Het is een term die wordt gebruikt om aan te geven – en te waarschuwen – dat het geloof in Christus niet genoeg is om gered te worden. Neem als voorbeeld Paulus’ constatering in Galaten 1:6:
“Ik verwonder mij erover dat u zich zo snel afwendt van Hem Die u in de genade van Christus geroepen heeft, naar een ander evangelie, terwijl er geen ander is; al zijn er ook sommigen die u in verwarring brengen en het Evangelie van Christus willen verdraaien.”
Maar wat was dan het probleem bij de Galaten? Dat lezen we in Galaten 3:1-3:
“O dwaze Galaten, wie heeft u betoverd om de waarheid niet te gehoorzamen; u voor wie Jezus Christus eerder voor ogen is geschilderd alsof Hij onder u gekruisigd was? Dit alleen wil ik van u vernemen: Hebt u de Geest ontvangen uit de werken van de wet, of uit prediking van het geloof? Bent u zo dwaas? U die met de Geest begonnen bent, gaat u nu eindigen met het vlees?”
De Galaten zijn misleid door zekere mensen, die beweren dat gehoorzaamheid aan Gods Wet noodzakelijk is om te worden gerechtvaardigd voor God. Dat Christus stierf voor onze zonden is een prachtige boodschap, maar gehoorzaamheid aan de Wet moet hier wel aan toegevoegd worden. Wanneer iemand een dergelijke boodschap verkondigt, is “Jezus plus” een terecht gebruikte term. Je zou “Jezus plus” als volgt kunnen omschrijven: het zijn voorwaarden waaraan eerst voldaan moet worden vóórdat iemand in geloof tot Christus kan gaan en gerechtvaardigd kan worden voor God. Paulus is resoluut: “Dit is niet het Evangelie!” En ik zeg net zo resoluut met hem: “Dit is niet het Evangelie!”
Wat “Jezus plus” niet is
Maar dan komt de verwarring. Sommige mensen zijn zo resoluut in het afwijzen van goede werken dat ze hiermee de vrucht van het geloof in Christus van tafel vegen – en daarmee de noodzaak van heiligmaking. Heiligmaking is niet “Jezus plus”. Heiligmaking is de vrucht van het geloof dat automatisch volgt op het geloof dat Jezus Christus als de Belofte ontvangt. Geen christen ontsnapt aan het proces van heiligmaking. Er is een onderscheid tussen het komen tot Christus en de zekerheid dat iemand werkelijk tot Christus gekomen is. Als je deze twee zaken gaat mengen, dan krijg je inderdaad “Jezus plus”. Maar de Bijbel is glashelder: heiligmaking vormt een vitale aanwijzing dat iemand werkelijk tot Christus is gekomen. Met andere woorden: als ik beweer tot Christus gekomen te zijn en er is geen geestelijke vrucht zichtbaar in mijn leven, dan hebben anderen legitieme bezwaren tegen mijn bewering. Ik mag hier als christen op bevraagd worden. De klassieke geloofsbelijdenissen stellen dit zonder uitzondering. De London Baptist Confession of Faith uit 1689 omschrijft de heiligmaking onder meer als volgt:
They who are united to Christ, effectually called, and regenerated, having a new heart and a new spirit created in them through the virtue of Christ’s death and resurrection, are also farther sanctified, really and personally, through the same virtue, by His Word and Spirit dwelling in them; the dominion of the whole body of sin is destroyed, and the several lusts thereof are more and more weakened and mortified, and they more en more quickened and strengthened in all saving graces, to the practice of all true holiness, without which no man shall see the Lord.
(Hoofdstuk 13, paragraaf 1)
En over “goede werken” lezen we:
These good works, done in obedience to God’s commandments, are the fruits and evidences of a true and lively faith; and by them believers manifest their thankfulness, strengthen their assurance, edify their brethren, adorn the profession of the gospel, stop the mouths of the adversaries, and glorify God, whose workmanship they are, created in Christ Jesus thereunto, that having their fruit unto holiness they may have the end eternal life.
(Hoofdstuk 16, paragraaf 2)
En als het over de zekerheid van verlossing gaat, schrijft men:
This certainty is not a bare conjectural and probable persuasion grounded upon a fallible hope, but an infallible assurance of faith on the blood and righteousness of Christ revealed in the Gospel; and also upon the inward evidence of those graces of the Spirit unto which promises are made, and on the testimony of the Spirit of adoption, witnessing with our spirits that we are the children of God; and, as a fruit thereof, keeping the heart both humble and holy.
(Hoofdstuk 18, paragraaf 2)
Een actieve oproep tot heiligmaking past binnen het geheel van de Schrift én binnen het geheel van de belijdenisgeschriften die in de loop van de eeuwen door de Kerk zijn opgesteld. Ik plaats mijzelf dus niet buiten deze Kerk wanneer ik stel dat heiligmaking een noodzakelijk gevolg, de vrucht is van het geloof in Christus. Het zijn juist degenen die stellen dat heiligmaking geen of een wenselijk – de woorden die je gebruikt zijn ontzettend, ontzettend belangrijk! – gevolg van de rechtvaardiging is, die zich buiten de kaders van de Schrift en de kerkgeschiedenis (dreigen te) plaatsen.
Wat de term “Jezus plus” blootlegt
En nu kom ik bij een dieperliggend probleem. Er zit een hele wereld achter een term. Ook wanneer mensen roepen dat een bepaalde boodschap “Jezus plus” is, gaat hier een wereld achter schuil. Ik heb de ontnuchterende conclusie moeten trekken dat deze wereld voor een aanzienlijk deel bestaat uit misvattingen en clichés. Natuurlijk weet ik dat mensen van alles beweren met een open Bijbel. Daar sta ik inmiddels niet meer van te kijken. Waar ik wél van sta te kijken, is dat deze mensen een dergelijke opvatting vol zelfverzekerdheid verkondigen, alsof het zo gedrukt staat. Zolang wij in deze wereld leven, krijgen we te maken met opvattingen die mensen ventileren én met de zelfverzekerdheid waarmee deze opvattingen verkondigd worden. En ik denk dat wij in onze tijd ernstig rekening moeten houden met de gedachte dat wij niet meer automatisch kunnen instemmen met iedereen die iets bij een open Bijbel beweert. Natuurlijk, dit fenomeen is niet nieuw. In elke generatie stond er wel een ketter op. Elke generatie had zijn wolf in schaapskleren. Dat is nu niet anders. Maar het feit dat iemand beweert “Bijbels” te zijn, geeft ons niet de garantie dat zo iemand het ook werkelijk is. In onze tijd moeten we er rekening mee gaan houden dat er twee soorten “Bijbelse christenen” zijn: zij die beweren het te zijn en zij die het werkelijk zijn. En hoe maak je het onderscheid? Door allereerst afscheid te nemen van misvattingen en clichés. Iemand die de noodzaak van heiligmaking benadrukt, is niet automatisch in de categorie “Jezus plus” te plaatsen. Het komt erop aan om vast te houden aan het Bijbelse getuigenis. Wat zegt de Schrift? Dat is de beslissende factor.
En de andere kant?
Tegeltjeswijsheid leert ons dat iemand aan twee kanten van een paard kan vallen. De ene kant kan inderdaad “Jezus plus” zijn, maar de vraag is of er ook een tegenhanger van bestaat. Ik denk van wel. Ik weet alleen niet hoe ik dit moet noemen. We kunnen voorwaarden toevoegen om tot Christus te komen, maar we kunnen natuurlijk ook elementen van de Bijbelse verlossing en het geloof afnemen en weglaten. En dit gevaar lijkt mij minstens zo groot. Ik vind het een groot teken aan de wand dat wij vraagtekens durven te zetten bij de noodzaak van heiligmaking (en het zelfs durven ontkennen) in tegenstelling tot de Reformatoren en Puriteinen, die dit als vanzelfsprekendheid zagen. Het mysterie van de wetteloosheid wordt steeds meer zichtbaar, ook binnen de belijdende kerk (zie 2 Tessalonicenzen 2:7-12).
Op dit punt merk ik een dubbele verontwaardiging. Hoe is het mogelijk dat wij in 2018, met de kerkgeschiedenis achter ons, met alle geloofshelden die hebben gestreden voor de waarheid en zuiverheid van het Evangelie als voorbeeld, zijn afgegleden tot het bedenkelijke niveau dat het geloof in Christus niet in eenvoud wordt bewaard, maar dat het simplistisch is gemaakt? Hoe kan het dat wij, met méér kennis dan ooit, minder diepgang in onze samenkomsten en gemeenschappen lijken te hebben? Hoe kan het dat wij de urgentie om tot het einde toe te volharden in het geloof, voor een deel losgelaten lijken te hebben?
Worden wij vandaag de dag niet meer beheerst door boeken over de Bijbel dan de Bijbel zelf? Het moet haast wel. Dit is de ene kant van de verontwaardiging.
En de andere kant van de verontwaardiging is misschien nog wel groter: hoe kan het dat wij dit alles met de Bijbel in de hand verdedigen? Ik vrees dat velen leven met een extern concept – “van horen zeggen.” We moeten terug naar de Bijbel. We moeten terug naar het inwendige getuigenis van de Schrift, in plaats van onze oren te laten hangen naar alle externe concepten die mensen hebben bedacht.
Christus heeft gebeden voor onze heiligmaking. Niet alleen dat, Zijn gebed garandeert ons dat de heiligmaking zal slagen. Degenen die gerechtvaardigd zijn in Christus, zullen door het proces van heiligmaking uiteindelijk verheerlijkt worden. Dit is een geweldige hoop, een geweldige belofte, maar er gaat ook één urgente oproep vanuit: lees je Bijbel met het oog op geestelijke groei en heiligmaking. Roep niet van alles over teksten als je gedachten vooral worden gevormd door externe concepten. Maar lees Gods Woord en verlang ernaar door het lezen ervan veranderd te worden naar het beeld van Jezus Christus. Hij vraagt het, en Hij garandeert het.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Reageren? Plaats hier uw vraag en/of opmerking.