In 1 Timotheüs 4:1-5 lezen we dat Paulus Timotheüs waarschuwt voor een gevaar binnen de kerk. Dit doet hij, nadat hij in hoofdstuk 3 heeft onderwezen hoe christenen zich binnen de gemeente dienen te gedragen. Hij eindigt dit gedeelte met de verschijning van God in het vlees, de Heere Jezus Christus.
1. Mensen vallen af van het geloof, omdat zij toegewijd zijn aan andere leringen
De eerste waarschuwing van Paulus geldt voor gelovigen. Dit alleen al moet een punt van aandacht zijn. Deze boodschap is voor mensen binnen de kerk. Christenen mogen nooit hun kop in het zand steken en denken dat alles veilig is – want dat is het niet.
Waar waarschuwt Paulus dan voor? Hij waarschuwt dat mensen zullen afvallen van het geloof (vers 1):
“Maar de Geest zegt uitdrukkelijk dat in latere tijden sommigen afvallig zullen worden van het geloof en zich zullen wenden tot misleidende geesten en leringen van demonen…”
Geloofsafval heeft alles te maken met de bron van de boodschap waar je naar luistert. Als je steeds heen en weer geslingerd wordt tussen verschillende leringen, heb je totaal geen solide fundament. Je bent dan heel vatbaar voor het gevaar waartegen de apostel hier waarschuwt. Principe één van geloofsafval is heel simpel: zoek een leer, anders dan het Evangelie van Jezus Christus, wijd je daar helemaal aan toe en in no-time ben je van het juiste spoor.
Volgens Paulus moeten we doorzien dat er demonische machten achter deze misleidende leringen zitten. Elke leer die het Evangelie ondermijnt, is demonisch. Het probeert de heerlijkheid van Christus in de redding van zondaren te verduisteren (zie 3:16) en brengt er allemaal troep voor in de plaats. Wees op je hoede!
2. Dwaalleraars houden bewust vast aan hun leugens
Demonische machten hebben een spreekbuis nodig, en het liefst zijn dat spreekbuizen met veel bekendheid. Want hoe meer invloed bij invloedrijke mensen, des te groter wordt de invloed bij de mensen die onder hun gehoor zitten! Het hoeft ons dan ook totaal niet te verbazen dat er vele valse predikers – de wolven in schaapskleren – zijn die in de Naam van Christus de meest bizarre dingen verkondigen. Zij zijn “misleidende geesten”.
En op dit punt laat Paulus ons iets schokkends zien: deze valse predikers weten heel goed dat zij leugens verspreiden, maar hebben volgens vers 2 “door de huichelarij [van leugenaars, die] hun eigen geweten als met een brandijzer [hebben] toegeschroeid.” Met andere woorden: dit is geen ongelukje. Dit is geen gevalletje pech, alsof zij “per ongeluk het verkeerde boek hebben gelezen” – nee, dit zijn doortrapte leugenaars die heel goed weten waar zij mee bezig zijn: mensen misleiden. Maak je geen illusie: een valse leraar weet heel goed wat hij aan het doen is. Een échte Bijbelverkondiger zoekt naar de Bijbelse waarheid en wanneer hij erachter komt dat hij op enig punt verkeerde dingen heeft gesproken, zal hij dit corrigeren.
3. Het verbod om door God geschapen middelen te gebruiken is een product van menselijke religie
Er is iets geks aan de hand in dit gedeelte. Wij associëren geloofsafval veelal met mensen die de Bijbel bekrompen vinden en die alle religie achter zich willen laten, om vervolgens helemaal op te gaan in de zogenaamde vrijheid – de vrijheid die de Bijbel losbandigheid noemt. Maar hier zie je exact het tegenovergestelde gebeuren. Mensen verlaten het Evangelie niet voor een losser leven, maar een strakker leven! Zij verlaten de godsdienst niet helemaal. Ze zijn alleen bezig om buiten het Evangelie om godsdienstig te zijn. Lees maar in vers 3:
“Zij verbieden te trouwen en gebieden zich te onthouden van voedsel, dat God geschapen heeft voor de gelovigen en voor hen die de waarheid hebben leren kennen, om onder dankzegging aanvaard te worden.”
Zie je wat hier gebeurt? Er is volop religieuze activiteit en ineens hebben mensen het uitgevonden: niet meer trouwen en bepaald voedsel niet meer eten. Het eerste voorbeeld doet sterk denken aan het celibaat binnen de Rooms-Katholieke kerk.
Zie je ook dat hier sprake is van een strakker leven door geloofsafval? Dat iemand strakker wordt in zijn levensstijl hoeft lang niet altijd positief te zijn! Het begint mij steeds meer op te vallen dat veel zaken die volgens het Nieuwe Testament tégen het Evangelie ingaan, te maken hebben met dingen die óf niet mogen, óf juist moeten. Ook hier zie je dat mensen gaan sleutelen aan het gebruik van datgene wat God geschapen heeft.
4. Alle geschapen middelen mogen in dankbaarheid worden gebruikt
Wat wij ook in vers 3 lezen, is dat alle geschapen middelen in dankbaarheid gebruikt mogen worden. Juist gelovigen in Christus zouden in alle vrijheid om moeten gaan met alles wat God heeft geschapen. De Bijbel keurt ongezond gebruik van middelen af, maar nergens wordt het gezond gebruiken van geschapen materie veroordeeld of verboden. Juist christenen, die God in Christus hebben leren kennen, mogen achter de geschapen materie Gods zegenrijke en gevende hand zien. Waarom zouden we hier zo krampachtig mee omgaan? Wij kunnen immers instemmen met de woorden van Paulus in vers 4:
“Want alles wat God geschapen heeft, is goed en niets is verwerpelijk, wanneer het onder dankzegging aanvaard wordt.”
5. “Heiligen” betekent God erkennen als de Bron van het geschapene
Maar Paulus, waarom kun je dit zo stellig zeggen? Het antwoord volgt in vers 5:
“Want het wordt geheiligd door het Woord van God en door het gebed.”
Geschapen middelen worden geheiligd door de dankzegging. Wat is dankzegging? Dankzegging betekent dat ik God erken als de Bron Die de geschapen middelen aan mij geschonken heeft. Deze dankzegging heeft plaats in het gebed. Dit is één aspect. Paulus noemt nog een ander aspect, namelijk het Woord van God.
Wij denken bij de term “Woord van God” al snel aan de Bijbel, maar gezien de context ligt het meer voor de hand dat het hier gaat om Gods scheppende en onderhoudende Woord (zie ook Hebreeën 1:1-3). Dit is net zo goed Gods Woord. Hij heeft alles immers geschapen door Zijn Woord (zie Genesis 1-2) en dan moet het goed zijn, niet verwerpelijk.
6. Geloofsafval is een reëel gevaar
Omdat deze boodschap expliciet tot gelovigen gericht is – via Timotheüs – moeten christenen serieus rekening houden met het gevaar van geloofsafval. Niet op een krampachtige wijze, maar nuchter, onderzoekend en toetsend vanuit het Evangelie. Hoe welbespraakt iemand misschien ook is, hoe prachtig zijn boodschap ook klinkt, de vraag die gesteld moet worden, is: is deze leer ten dienste van het Evangelie of komt deze leer in plaats van het Evangelie?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Reageren? Plaats hier uw vraag en/of opmerking.