SalvationInGod

maandag 3 juni 2013

God werkt alles omwille van God

Waarom schiep God?

Deze vraag is de kernvraag van ons leven. Als wij het antwoord op deze vraag hebben gevonden, hebben wij de zin van ons leven gevonden. Dit klinkt heel beslist in een postmoderne maatschappij, maar de onveranderlijke God heeft ons Zijn eeuwigdurende Woord gegeven waarin wij het antwoord mogen ontdekken. Jonathan Edwards had een scherpzinnige geest en verheven gedachten van God. In zijn werk The End for Which God Created the World, werkt hij Gods scheppingsmotief op verbluffende wijze uit en is hiermee dienstbaar geweest voor generaties na hem te helpen verheven gedachten over God te koesteren. Een beknopt overzicht.

1. Wat is Gods doel met de schepping?
• Gods handelen omwille van Zijn uiteindelijke doel impliceert geen tekort of gebrek in Hemzelf.
• Gods bestaan gaat vooraf aan Zijn handelen en kan dus niet het uiteindelijke doel van de schepping zijn
• Wat vóór het bestaan van de schepping in zichzelf het meest waardevol of te koesteren is, dat is Gods uiteindelijke doel met de schepping
• God verheugt Zich in Zijn eigen onafhankelijke en algenoegzame handelen
• God verheugt Zich erin dat Zijn glorie gekend en genoten wordt
• De schepping stroomt over van Gods volheid
• Het verlangen van God om de schepping over te laten stromen van Zijn volheid gaat vooraf aan en is de grond van het bestaan van elk schepsel

2. De gevolgen van de schepping
• Als God Zelfgenoegzaam is voor geweldige handelingen, dan is het gepast dat Hij ze werkt in de schepping
• Schepselen zijn in staat om te weten wat God van Zijn voortreffelijkheid kan laten zien
• Schepselen kunnen deze glorie kennen en zich hierin verheugen
• God is als het ware een fontein, die overvloedig stroomt om Zijn heerlijke eigenschappen bekend te maken

3. De voortreffelijkheid van God
• Gods morele voortreffelijkheid bestaat uit de waardering van het meest kostbare, namelijk Hemzelf
• Het is gepast dat God door Zijn werken laat zien dat Hij Zichzelf het meeste waardeert. Waardering komt namelijk tot uiting in de handelingen die worden verricht
• De mate van waardering voor een wezen staat in verhouding tot zijn bestaan en voortreffelijkheid. Omdat God oneindig, eeuwig en volmaakt/voortreffelijk is, verdient Hij alle mogelijke waardering
• Het is aannemelijk dat God Zichzelf als doel van de schepping voorstelt. Hij heeft Zichzelf niet vergeten in de schepping, maar heeft deze zó voorgesteld, dat daaruit duidelijk een verheven waardering voor Hemzelf wordt getoond.

Het doel van de schepping is dat Gods glorie wordt gezien en genoten. Gods voortreffelijkheid zien en leren kennen is dus de kern van ons bestaan. Deze conclusie ligt in lijn met wat de Heere Jezus zegt in Johannes 17:3:

En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, Die U gezonden hebt.

Op welke manieren maakt God Zijn voortreffelijkheid bekend?

• De kennis van God Zelf
- Het gaat om de kennis van het schepsel van God.
- Het is het beeld van Gods eigen kennis over Hemzelf. Het schepsel is geschapen om dit beeld gelijkvormig te worden en te delen in deze kennis.
- Daarnaast is Gods glorie het voorwerp van deze kennis, zodat God erin wordt verheerlijkt, omdat hierdoor Zijn voortreffelijkheid gezien wordt.
- Als God Zijn eigen voortreffelijkheid koestert schept Hij er ook vreugde in als deze wordt getoond en zo verheerlijkt.

• Het delen van Zijn heiligheid
- Een andere verschijning van goddelijke volheid is het communiceren of overbrengen van heiligheid aan het schepsel.
- Het schepsel krijgt hierdoor deel aan Gods eigen morele voortreffelijkheid.
- Zoals God Zich verheugt in Zijn heiligheid, zal Hij zich noodzakelijkerwijs ook verheugen in de heiligheid van het schepsel.
- Deze heiligheid bestaat in het met het hart verhogen, prijzen en verheerlijken van God. Liefde tot God wordt getoond/beoefend in een hoge waardering van God, bewondering van Zijn volmaaktheden en het prijzen hiervan.

• Het delen van Zijn blijdschap
- Deze blijdschap bestaat in het genieten van en verheugen in Hemzelf en ook dat van het schepsel. Dit is niet zelfzuchtig of egoïstisch, omdat God in het universum de enige is voor wie het grootmaken/verhogen van Zichzelf de grootste waarde heeft en de meest liefdevolle daad is. Waarom? Omdat… God in het grootmaken van Hemzelf de enige Realiteit in het universum is dat onze ziel voldoening kan schenken en Hij de passie voor die Realiteit deelt, die Hem voldoening schenkt. Het voorwerp van onze blijdschap is dus God en onze blijdschap is Gods blijdschap.
- De blijdschap van het schepsel bestaat in het verheugen in God, waardoor God wordt geprezen/grootgemaakt en verhoogd.

• Het geven van een eeuwig Beeld van God aan schepselen, dat in eeuwigheid zal toenemen
- Het gaat hier om toenemende kennis van God, liefde tot Hem en vreugde in Hem.
- Hoe meer deze kennis, liefde en vreugde in het schepsel groeien, des te meer wordt hij gelijkvormig naar het beeld van God. Het beeld wordt meer en meer volmaakt en meer gelijkvormig aan God.
- Het zal voor eeuwig dichterbij die volmaaktheid komen die er ook is tussen de Vader en de Zoon. Zo zal het komen tot de vervulling en verhoring van het gebed van Christus in Johannes 17:21.

Tegenwerpingen

1.Doet God alles vanuit een egoïstische geest?

Antwoord 1
Als God inderdaad geweldig en voortreffelijk is, zodat al het andere als niets voor Hem is, en Hij onfeilbaar en alwetend is en perfect weet dat Hij het meest Voortreffelijke Wezen is, dan is het gepast dat Zijn hart hiermee instemt en Hij Zichzelf oneindig meer waardeert dan enig schepsel.

Antwoord 2
Gods verheven Zelfwaardering is niet in strijd met Zijn waardering van menselijk geluk of welzijn, om Hijzelf dat geluk is. God is de Auteur en Hoofd van de gehele schepping en het gehele systeem. Alles is afhankelijk van Hem. Hij is de fontein van het bestaan en het welzijn/goed van alles. Het is onmogelijk dat God Zijn eigen belang aanhoudt als Hij weet dat deze in strijd is met het welzijn van de gehele schepping.

Antwoord 3
Niets is meer liefdevol voor God, dan Zichzelf te verhogen voor het welzijn en geluk van mensen. Het is Gods vreugde in Hemzelf die Hem ertoe beweegt Zijn glorie bekend te maken en te verspreiden door Zijn scheppingswerken.

2. Is het geen minachting voor God om Zijn werken te doen voor eer, lof en toejuiching van schepselen?

Antwoord 1
Als Gods glorie oneindig waardig is, dan is het zich hierin verheugen en loven ervan voortreffelijk. De meest waarachtige en voortreffelijke kennis is de kennis van Gods glorie en Zijn morele perfectie. De meest voortreffelijke uitvoering van de wil bestaat uit waardering van, liefde voor en vreugde in Zijn glorie. Als het loven van God voortreffelijk is, zou God Zelf ondoordacht zijn wanneer Hij Zich hier niet in verheugt.
God waardeert heiligheid in het schepsel en heiligheid is in essentie het waarderen van God. In het bijzonder moeten deze twee zaken overdacht worden:
a. In God mogen Zijn liefde voor Hemzelf en liefde voor Zijn schepselen niet worden gescheiden.
b. In God kan de liefde voor wat gepast is, niet worden gescheiden van de liefde voor Hemzelf, want de liefde van God is datgene waarin alle heiligheid bestaat en Gods eigen heiligheid moet bestaan uit liefde voor Hemzelf. Gemakkelijker gezegd: Als heiligheid in God hoofdzakelijk bestaat uit liefde voor Hemzelf, moet heiligheid in het schepsel bestaan uit liefde voor God. En als God heiligheid in Hemzelf liefheeft, dan heeft Hij de heiligheid van het schepsel ook lief.

Antwoord 2
Als Gods lof en eer van eenvoudige schepselen komt, haalt dit de glorie van Zijn genade naar voren. De lof en toejuiching van veel mensen is vaak niet gebaseerd op een juist beeld van dingen, maar op het paaien, fouten, dwaasheid en overdreven liefde voor bepaalde zaken. Het is echter geen minachting voor de voortreffelijke, wijze en goede God wanneer Hij de lof van mensen voor Hemzelf waardeert, omdat Hij het waardig is.

3. Zijn schepselen minder verplicht dankbaar te zijn jegens God, als Hij handelt omwille van Hemzelf?

Antwoord 1
Gods glorie en het welzijn van het schepsel zijn niet verschillend. God en het schepsel zijn niet tegenover elkaar geplaatst. Wanneer dit wel gebeurt, betekent dit dat Gods eerbied voor Zijn eigen glorie en de bekendmaking hiervan aan schepselen geheel andere dingen zijn. Dit zijn geen gescheiden zaken, maar sluiten elkaar juist in.
In het zoeken naar de verspreiding van Zijn glorie, zoekt God juist het welzijn en geluk van schepselen. Het schepsel wordt steeds meer gelijkvormig gemaakt naar Gods Beeld, zodat Gods lof voor het schepsel een steeds volmaaktere lof voor Hemzelf is. Paulus schrijft dat Christus’ liefde voor de Gemeente liefde voor Hemzelf is (Efeze 5:25). God is hierdoor niet minder goed, omdat het goed dat Hij verleent en schenkt, Hemzelf is. Zijn liefde voor Hemzelf is niet egoïstisch beperkt, omdat de gehele schepping een uitdrukking van Hemzelf is.
Gods handelen is geheel vrij, omdat dit niet wordt beïnvloed of afgedwongen door iets buiten Hemzelf. God handelt vanuit Zichzelf en voor Zichzelf, zoals hierboven al besproken is.
Daarom zijn schepselen niet minder verplicht dankbaarheid jegens God te betonen. Immers, de schepselen hebben baat bij de bekendmaking van Gods glorie en voortreffelijkheid. God Zelf is een zuivere en juiste bron van goedheid.

Tot slot
Openbaring is de veiligste gids.

Bijbelteksten die ons vertellen dat God Zichzelf als uiteindelijk doel van de schepping maakt

Zo zegt de HEERE, de Koning van Israël, zijn Verlosser, de HEERE van de legermachten: Ik ben de Eerste en Ik ben de Laatste, en buiten Mij is er geen God (...) Ja, ‘van de heilige stad’ noemen zij zich en zij steunen op de God van Israël, HEERE van de legermachten is Zijn Naam.
Jesaja 44:6 en 48:2

Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde, zegt de Heere, Die is en Die was en Die komt, de Almachtige. (...) die zei: Ik ben de Alfa en de Omega, de Eerste en de Laatste, en: Wat u ziet, schrijf dat op een boekrol en stuur het aan de zeven gemeenten die in Asia zijn: naar Efeze, naar Smyrna, naar Pergamus, naar Thyatira, naar Sardis, naar Filadelfia en naar Laodicea. (...) En toen ik Hem zag, viel ik als dood aan Zijn voeten, en Hij legde Zijn rechterhand op mij en zei tegen mij: Wees niet bevreesd, Ik ben de Eerste en de Laatste (...) En Hij zei tegen mij: Het is geschied. Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde. Wie dorst heeft, zal Ik voor niets te drinken geven uit de bron van het water des levens. (...) Ik ben de Alfa, en de Omega, het Begin en het Einde, de Eerste en de Laatste.
Openbaring 1:8, 11, 17; 21:6; 22:13

Wat betekent dit?
Als de Schrift spreekt over God als de Alpha en Omega, de eerste en de laatste, dan betekent dit dat Hij de eerste oorzaak en bron is waaruit alles ontstaat en dat Hij de beslissende oorzaak of reden is waarvoor alles is geschapen.

Teksten ter overdenking

Want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Amen.
Romeinen 11:36

Want door Hem zijn alle dingen geschapen die in de hemelen en die op de aarde zijn, die zichtbaar en die onzichtbaar zijn: tronen, heerschappijen, overheden of machten; alle dingen zijn door Hem en voor Hem geschapen. Kolossenzen 1:16

Want het paste Hem, om Wie alle dingen zijn en door Wie alle dingen zijn, dat Hij, om veel kinderen tot heerlijkheid te brengen, de Leidsman van hun zaligheid door lijden zou heiligen. Hebreeën 2:10

De HEERE heeft alles gemaakt omwille van Zichzelf, ja, zelfs de goddeloze voor de dag van het onheil. Spreuken 16:4

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Reageren? Plaats hier uw vraag en/of opmerking.

Blogarchief