1. Doel: ontneem Christus Zijn centrale plek in het Evangelie
We hebben in Read & Apply #16 gezien dat het doel van demonische machten het misleiden van mensen is, door middel van het verspreiden van valse leringen binnen de kerk. Er zijn 1001 valse leringen, maar in de kern zijn ze allemaal uit op hetzelfde: Christus verdrijven van Zijn centrale plek in het Evangelie. Iedereen mag de aandacht krijgen, zolang Christus maar niet in de schijnwerpers staat. Bijbelgetrouwe thema’s mogen worden benoemd, zolang Christus daar maar niet de kern van is. Menselijke activiteiten, die in zichzelf helemaal niet verkeerd zijn, verdrijven Christus van Zijn ereplaats. Demonische machten proberen op deze manier sluw mensen te verleiden de aandacht te verleggen van Christus naar iets anders.
We mogen nooit vergeten dat er één tegenstander van het Evangelie is, die vele handlangers kent: satan en zijn demonen. Tel daarbij de mensen op die onder zijn heerschappij vallen en je hoeft niet lang na te denken over de vraag waarom de wereld zo vijandig gezind is ten aanzien van God, Christus, het Evangelie en de Bijbel.
Het moeilijke is ook nog eens dat we uit de Bijbel weten dat satan zich kan voordoen als een “engel des lichts” – een persoon met ogenschijnlijk prima bedoelingen, die in werkelijkheid fataal en dodelijk kunnen zijn. Daarom is 1 Timotheüs 4:1-5 een schokkend Bijbelgedeelte (net als 2 Timotheüs 3:1-9 overigens), omdat daaruit blijkt hoe sluw hij grond kan krijgen binnen de gemeente van Christus.
2. Middel: ontwikkel steeds nieuwe leringen die mensen ertoe aanzetten op een eigen manier tot God te komen
Juist christenen en juist kerkgemeenschappen zouden scherp moeten toezien op de leringen én levenswijze van degenen die de gemeenschap vormen. De kerk is geen onbedreigde vesting, alsof de duivel teleurgesteld moet toezien hoe Gods kinderen zondag aan zondag vieren dat zij eeuwig leven hebben. Nee, hij probeert de vreugde van het eeuwige leven te bederven en, als het zou kunnen, te vernietigen.
Daarom gooit hij nieuwe, onbijbelse leringen de gemeente binnen. Voorgangers beginnen te twijfelen over de betekenis van het huwelijk, worden meegesleurd in het debat over duurzaamheid, gaan zich helemaal inzetten voor sociale gerechtigheid of laten de Bijbelse opdracht van tucht los. Dit zijn niet zomaar menselijke ingevingen, maar demonische invloeden. En let wel: het gaat hier niet over puur occulte zaken als glaasje draaien, maar “gewoon” over een dwaalleer!
3. Verlossing: breng Christus terug waar Hij hoort!
Wat moeten we volgens Paulus doen wanneer we doorkrijgen dat Christus van Zijn ereplaats beroofd is? Het antwoord is simpel: terug naar het Evangelie? Om Wie gaat het werkelijk? Jezus Christus! Waar gaat het werkelijk over? Zijn overwinning door dood en opstanding! Dit is de basis en de kern van ons geloof. Dit is het centrum. Christus alleen is het Middelpunt. We moeten onze blik voortdurend op Hem gericht houden en niet op allerlei bijzaken en invloeden die langskomen.
En bevrijdingspastoraat dan?
Dan nu een inhoudelijke blik in het bevrijdingspastoraat. Wat is het? Hoe wordt het gedaan? Niet elke sessie van bevrijdingspastoraat ziet er hetzelfde uit. Wel hebben ze met elkaar gemeen dat in eerste instantie wordt onderzocht of, waar en hoe de duivel iemand gebonden houdt (of nog erger: of iemand echt bezeten is). En hier lopen we al tegen een aantal vraagtekens op. Bij het zien van de diagnoselijst krab je toch een keer achter de oren en vraag je jezelf bezorgd af welk mens er eigenlijk niet gebonden is. Er worden ontzettend veel klachten toegeschreven aan satan en demonische krachten, dat ik mij afvraag in hoeverre dit gezonde Bijbelse diagnostiek is. In feite lezen we in de Bijbel maar heel weinig over mensen waarvan expliciet wordt vermeld dat zij door satan bezeten of gebonden waren. Er staan wel voorbeelden in de Bijbel, maar lang niet zo gedetailleerd als in het bevrijdingspastoraat. Men komt aan met lijsten als “familiebanden”, “emotionele banden”, “occulte banden” en noem maar op. Hier zouden allemaal demonische invloeden kunnen spelen. Vanuit de Bijbel zijn deze lijnen veel minder strak te trekken.
A. Diagnostiek
Nog gevoeliger wordt het wanneer we komen op het terrein van de psychische klachten. En wat mij betreft is het bevrijdingspastoraat hierin te ver doorgeschoten. Wie angstig is, wordt gebonden door “de geest van angst”; wie teveel eet, wordt gebonden door “de geest van vraatzucht”; en wie verslaafd is aan sigaretten, heeft “de geest van nicotine”. Dit laatste voorbeeld geeft Hank Hanegraaff in zijn boek Christianity in Crisis en stelt vervolgens de intelligente vraag waar zo’n geest zijn tijd mee vulde toen er nog geen sigaretten waren uitgevonden…
Het is ontzettend gevaarlijk om psychische klachten te verwarren met demonische invloeden. Sommigen beweren dat “een psyschiatrische diagnose grond is voor satan”, waardoor hij jouw leven kan beheersen. Maar dan drijf je de zaak echt veel te ver door. Je moet dan deze diagnose afleggen (lees: zeggen dat je die diagnose helemaal niet hebt). Dat iemand in zijn leven last heeft van een specifieke klacht hoeft niet altijd een demonische achtergrond te hebben. Er wordt veel te veel en te snel naar demonische invloeden gezocht. Als je een moeilijke jeugd hebt gehad, of als je traumatische ervaringen hebt opgedaan, wordt daar bijna één op één satans “rechtsgrond” in gezien. Maar hoe is dit toch mogelijk? Iemand die hier last van heeft, is zich van geen kwaad bewust – behalve het kwaad van het gevoelde leed – en nu blijkt hij de duivel in huis te hebben.
B. Selectiviteit
Een ander punt is de selectiviteit waarmee lijkt te worden gewerkt in het bevrijdingspastoraat. Alleen belemmerende klachten worden serieus onderzocht en potentieel als demonisch gezien. Angst, boosheid, hoogmoed, trots, moeite met bidden en Bijbellezen, belemmeringen op sociaal vlak en moeite met kerkbezoek worden steevast aangemerkt als mogelijke uiting van satanische invloed. Ik zeg niet dat dit allemaal niet zo hoeft te zijn, maar door zo te denken werk je maar één kant op. In de Bijbel lees ik een voorbeeld die juist de andere kant opgaat: de vrouw in Handelingen 16 met een waarzeggende geest. Zou men in het bevrijdingspastoraat haar ook een intake hebben aangeboden? Ik vrees van niet. Waarom niet? Ze zegt prachtige, christelijke dingen! Lees maar in Handelingen 16:16-18:
“En het gebeurde toen wij naar de plaats van het gebed gingen, dat een zekere slavin die een waarzeggende geest had, ons tegemoetkwam. Zij verschafte haar meesters veel inkomsten met waarzeggen. Zij liep achter Paulus en ons aan en riep voortdurend: Deze mensen zijn dienstknechten van God, de Allerhoogste, die ons een weg naar de zaligheid verkondigen. En dat deed zij vele dagen lang. Maar Paulus, die zich daaraan ergerde, keerde zich om en zei tegen de geest: Ik gebied u in de Naam van Jezus Christus uit haar weg te gaan! En hij ging op hetzelfde moment uit haar weg.”
Menig christen zou hebben gedacht: “Wauw! Een heidense evangeliste, die komt ons een handje helpen! Wat mooi!” Zo mooi vond Paulus het blijkbaar niet, want hij begon zich te ergeren aan haar gedrag. Kun je het je voorstellen? Paulus, de grote zendeling onder de heidenen, raakt geïrriteerd omdat iemand dagenlang roept dat hij een dienstknecht van de Allerhoogste God is en een weg naar de zaligheid verkondigt! Dat lijkt de omgekeerde wereld. Toch zien we dit hier gebeuren.
Misschien moeten we ook van deze geschiedenis leren en eens voorzichtig gaan kijken naar mensen die dergelijk gedrag vertonen. Zie je hoe gemakkelijk je één kant op kunt gaan denken? Volgens de criteria van het bevrijdingspastoraat zou deze vrouw niet zijn opgevallen, omdat ze prachtige dingen zegt (behalve dat ze het heeft over “een” weg naar de zaligheid en niet “de” weg). Het zijn dus niet alleen de mensen die moeite hebben met Bijbellezen of bidden, maar ook de overdreven schreeuwlelijkers die aandacht nodig hebben.
C. Aandacht voor satan
In het bevrijdingspastoraat is er over het algemeen een overdreven aandacht voor satan. Soms krijg je het idee dat mensen beter weten te vertellen wat de duivel uitspookt, dan dat er werkelijke bemoediging vanuit het verlossingswerk van Christus klinkt. En hiermee komen we op een gevaarlijk punt, want zoals we in Read & Apply #16 en hierboven hebben gezien, is het de bedoeling van demonen dat Christus van Zijn ereplaats wordt beroofd. Natuurlijk, in het bevrijdingspastoraat wordt Christus aangeroepen om verlossing en bevrijding te schenken, maar er wordt ook heel wat tijd besteed aan demonische invloeden en strijden tegen boze geesten. En mijn kritiekpunt hier is dat dit een ingewikkelder zaak is dan Paulus het beschrijft in 1 Timotheus 4:1-5.
Neem even aan dat de dwaalleraren volgens Paulus “gebonden” zijn door satan. Ze kunnen niet vrij denken, niet vrij handelen. Hij schrijft duidelijk dat deze mensen onder de invloed van demonische machten staan. Dan zou je verwachten dat Paulus de legitimiteit van een “strijdgebed” bevestigt (dat betekent: tegen satan proclameren dat je al zijn leugens en werken en invloeden verwerpt), dat hij een intakegesprek gaat regelen voor deze mensen, om proberen te achterhalen hoe dit precies zo ver heeft kunnen komen. Je zou verwachten dat Paulus opdraagt om deze demonische geesten weg te sturen in Jezus’ naam. Maar we lezen hier dus nul komma nul over deze dingen.
Wat is dán Paulus’ oplossing? Exact dezelfde als verwoordt onder punt 3: breng Christus terug waar Hij hoort, ook in jouw eigen leven! Kom terug tot de kern van het Evangelie! Ga niet allerlei demonische invloeden tot in detail onderzoeken, maar als je erachter komt dat je Christus verlaten hebt, keer dan tot Hem terug! Dit alles herleid ik uit het gedeelte erna, 1 Timotheüs 4:6-16.
Hier zien we het belang van gezond, Bijbels onderwijs en gezonde prediking. Christus moet schitteren. Christus moet verheven worden als Redder en Heere. Hij heeft getriomfeerd! Voor Paulus zijn geloof en bekering het belangrijkste. Blijkbaar ziet hij mensen, die onder demonische invloed staan, niet als hulpeloze slachtoffers, maar mensen die hun verantwoordelijkheid moeten nemen en terug moeten keren tot Christus.
D. Aanpak van bevrijding
Wanneer men overgaat tot bevrijding, moet er van alles gebeuren. Mensen moeten hardop uitspreken dat zij afstand doen van satan en zijn invloeden. Er wordt tegen boze geesten gesproken; zij worden gecommandeerd in Naam van Christus te vertrekken. Er moet “rechtsgrond” worden weggenomen – en blijkbaar kun je dus satan rechtsgrond in je leven geven terwijl je dit zelf niet weet.
Al deze elementen zie ik niet terug in de Bijbel. Ik erken dat Christus tijdens Zijn bediening demonen heeft uitgedreven en mensen heeft bevrijd. Maar dit ging lang niet zo ingewikkeld als de aanpak die men in het bevrijdingspastoraat hanteert. En in de brieven van het Nieuwe Testament lezen we al helemaal niets over gebondenheden en bezetenheid. Dit betekent niet dat het er niet meer is, maar geeft wel een belangrijk inzicht dat de macht van satan in het leven van Gods kinderen gebroken is; hij is nog wel actief, maar als God zou hebben gewild dat bevrijdingspastoraat een vast, geïntegreerd programma in de christelijke kerk zou zijn, had Hij hier veel meer over laten optekenen. Dit is niet gebeurd. Sterker nog, daar waar we in de brieven lezen over satan, komen we consequent de aanpak tegen om tot de Heere te naderen en om de Heere te gehoorzamen in bekering en geloof (zie 1 Korinthe 5:1-13; 2 Korinthe 2:5-11; 1 Timotheüs 1:18-20; Jakobus 4:1-10; 1 Petrus 5:5-9). Het gaat immers om Jezus Christus!
Dus geen bevrijdingspastoraat?
Wil het dan zeggen dat er helemaal geen bevrijdingspastoraat moet zijn? Ik zou graag zien dat onderlinge betrokkenheid een echtheidskenmerk van de kerk is. Wanneer het gaat om geestelijke strijd, verwijst men snel naar Efeze 6:10-20, waar Paulus schrijft over de geestelijke wapenrusting. Mijn indruk is dat deze tekst te individualistisch wordt benaderd, terwijl Paulus over de hele gemeente schrijft. De geestelijke wapenrusting is een aangelegenheid voor de hele gemeente, niet voor een paar pastoraal werkers of voor de mensen die met mogelijke demonische invloeden rondlopen. De Gemeente van Christus moet zich als eenheid wapenen tegen satans werken. We doen net alsof wijzelf als individu moeten werken aan ons Bijbellezen, de gerechtigheid in ons leven, de verkondiging van het Evangelie, terwijl Paulus hier schrijft dat wij onszelf binnen de gemeente moeten geven in dienstbaarheid. En wanneer deze dienstbaarheid in eenheid wordt uitgevoerd – gecentreerd rondom de Overwinnaar Jezus Christus – zijn er al vele stappen voorwaarts gemaakt. Dit neemt niet weg dat er gevallen zijn waarin wel degelijk demonische invloeden zijn, zeker wanneer het gaat over occulte praktijken. Ook dan hoop en bid ik dat de gemeente van Christus als één front zal meestrijden voor verlossing, bevrijding en overwinning.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Reageren? Plaats hier uw vraag en/of opmerking.