SalvationInGod

woensdag 24 augustus 2016

Read & Apply #9 Geloof en vergeving (2)

Lucas 17:1-10


Het vorige deel eindigden we met de vraag van de discipelen om meer geloof. Meer geloof om medechristenen te vergeven, die tegen ons zondigen. Hoe is het mogelijk om anderen te vergeven? En dat niet één, twee drie of vier keer, maar steeds weer opnieuw? In vers 6-10 lezen we Jezus’ reactie hierop en zullen we ontdekken hoe deze opdracht vervuld kan worden en welke urgentie gehoorzaamheid aan Jezus heeft.

1. Onmogelijke opdrachten kunnen door het geloof vervuld worden
Als een christen handelt vanuit en door het geloof, is deze opdracht geen onmogelijkheid. Elke opdracht die God in Zijn Woord geeft, is uitvoerbaar – ook al lijkt het onbegonnen werk. En vergeven lijkt inderdaad echt op onbegonnen werk. De Heere Jezus geeft dan een voorbeeld waar we al eerder bij stilgestaan hebben. We zien wel wat verschillen, maar de hoofdboodschap blijft hetzelfde. Ook hier geldt de regel dat het belangrijk is om de Bijbel “horizontaal” te lezen. Want de Heere Jezus spreekt hier over het functioneren van geloof in vergeving, en in Mattheüs 21:18-22 heeft Hij het over het functioneren van geloof in gebed. Nagenoeg hetzelfde voorbeeld, een heel ander onderwerp. De boodschap is dus: door het geloof schenkt God de kracht en wil om het onmogelijke te kunnen doen!

2. Elke christen is een dienstknecht van Meester Jezus
De moeilijkheid van vergeving wordt vervolgens in vers 7 en 8 vanuit een ander perspectief belicht. Daarom komt de Heere Jezus met een ander voorbeeld, dat in eerste instantie weinig met het onderwerp te maken lijkt te hebben.
Een dienstknecht – of een slaaf in die tijd – is onderworpen aan de meester. De slaaf moet gehoorzaam zijn aan de opdrachten van de meester. Jezus laat in dit voorbeeld zien dat het niet om de dienstknecht gaat, maar om de meester! De slaaf moet niet verwachten dat hij heerlijk samen met de meester mag dineren; eerst moet hij zijn taken afgerond hebben (vers 8). Zo dient ook een christen in deze wereld de Heere Jezus te dienen om straks, wanneer deze wereld voorbij is, voor eeuwig in de tegenwoordigheid van de Meester te zijn (Openbaring 19:6-10).

3. Het schenken van vergeving bij berouw en bekering is een plicht voor iedere christen
Zoals een slaaf zijn meester heeft te gehoorzamen, zo dient ook een christen op te volgen wat zijn Meester hem opdraagt. En in dit gedeelte zien we dat hij ons opdraagt een ander te vergeven. En daar waar wij vergeving schenken moeilijk vinden, maakt Jezus duidelijk dat áls er vergeving geschonken wordt, dit geen uitzonderlijke daad is. Het is “normaal” onder gelovigen – dat zou het in ieder geval moeten zijn. We hoeven dus totaal niet de moeite te doen om op onze borst te kloppen en te verwachten dat de halve geloofsgemeenschap ons komt belonen met bossen bloemen, omdat “wij iemand hebben vergeven.” Er bestaat in de christelijke gemeente geen prijsuitreiking voor elke goede, onmogelijke daad die wordt verricht door het geloof. De beloningen volgen bij Christus’ wederkomst. De geest van oprechte gehoorzaamheid heeft alles in zich van vers 10:

“Wij zijn onnutte slaven, want wij hebben slechts gedaan wat wij moesten doen.”

Het is niet altijd leuk, soms klinkt het saai en hard, maar een christen heeft ook te handelen vanuit plicht. Hier zien we iets van de compromisloze heerschappij van Christus. Wij hebben hier heel veel moeite mee, want we komen met allerlei tegenwerpingen. Bovendien is de gezagsstructuur in onze maatschappij dermate veranderd, dat het voorbeeld van Jezus aanstootgevend kan overkomen, alsof het om slavendrijverij gaat. Het zou echter niet verkeerd zijn – en in het licht van dit gedeelte is het juist noodzakelijk! – om opnieuw stil te staan bij de waarheid dat een christen lang niet altijd aan de tafel met Christus mag meepraten over het te voeren beleid. Wij zijn gewend aan heel veel vrijheid als het gaat om inbreng. Een ombudsman hier, een klachtenlijn daar en een adviescommissie verderop. De boodschap “Je hebt het nu eenmaal te doen, het is jou opgedragen” kunnen we nog maar moeilijk verdragen. En dit is ook een grote oorzaak van het afglijden van kerken.

4. Bestudeer Gods Woord om te ontdekken wat Christus wel en niet opdraagt
Als gehoorzaamheid aan Jezus zo belangrijk is, moeten we ons ook afvragen wat Hij nog meer te zeggen heeft! Dit gedeelte is duidelijk. Ga hier actief mee aan de slag; Hij heeft nog veel meer te zeggen. En als je een andere christen oproept tot gehoorzaamheid, bepaal dan eerst of je met zekerheid kan zeggen dat dát hetgeen is wat Jezus van ons vraagt. Niets meer en niets minder.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Reageren? Plaats hier uw vraag en/of opmerking.

Blogarchief